Als leerling piloot op Fouga.
Brustem,
here we come
Begin
1969 kan ons geluk niet op. Fier stappen we als leerling-piloot het
straaljagertijdperk binnen. Voortaan zal elke vlucht met helm en zuurstofmasker
gebeuren. Voorlopig zou onze parachute nog steeds als zitkussen dienstdoen. De
Fouga Magister CM 170 of kortweg Fouga wordt voortaan onze lotgenoot. 9 jaar
eerder, in 1960, deed hij trouwens zijn intrede in onze luchtmacht. Het is dus
een vrij nieuw lesvliegtuig. Alhoewel de eerste vlucht van de Fouga al dateert
van juli 1949. De Sylphe maakte toen ergens in Frankrijk al zijn maidentrip.
Twee jaar later zou de snellere Fouga Cyclope zijn eerste vlucht doen.
Ondertussen bestaat er ook al een versie met dubbele besturing, de Fouga
Gémeaux, in feite twee bijeengevoegde Sylphes. Uit deze eerstgeborenen zou de
CM 170 ontstaan.
In Brustem is de hele vliegopleiding toch wel wat anders dan voordien. Niet
alleen is de kruissnelheid van onze Fouga, 370 Km per uur, toch al behoorlijk
snel. Ook kan je het aanleerproces op zijn zachts uitgedrukt zeer dynamisch
noemen. Binnen 150 vlieguren en binnen 9 maanden een vliegtuig onder de knie
krijgen in algemeen vliegen, acrobatie, navigatie, instrumentvliegen,
nachtvlucht, formatievliegen en lucht-grond schieten leek ons bij de aanvang een
hele opgave. Nochtans werd ons al dat nieuws vakkundig en geduldig bijgebracht
door onze vlieginstructeur, die meestal achterin zat. Deze laatste kon trouwens
ook een Nederlander zijn want we beleven immers een periode van intensieve
samenwerking in de vliegopleiding van beide luchtmachten. Ook in de groep
leerling piloten is de Nederlandse tongval vrij talrijk aanwezig. Tevens motiveert
de aanwezigheid van de Rode Duivels in niet geringe mate het jonge volkje.
Aan de oefening van noodprocedures wordt bijzondere aandacht besteed. De Fouga
is immers met zijn twee straalmotoren, met zijn hydraulisch en elektrisch
circuit toch wel ietwat complexer dan de SV 4. Eén motor stil leggen en
herstarten in vlucht, het landingsgestel met de handpomp uitpompen en het
vliegtuig besturen zonder servo-hulp zijn maar enkele voorbeelden van deze
emergencies.
Ook nu zou de eerste solo een belangrijke stap betekenen in de voortzetting van
de opleiding. De uitvoering van een veilige landing speelde hierbij de hoofdrol.
De opdracht was de Fouga, met een aanvliegsnelheid van 370 Km per uur,
halverwege de landingsbaan een horizontale steile bocht van 180 graden uitvoeren
met gebruik van de luchtremmen zodat met een geleidelijke snelheidsvermindering
het landingsgestel en de landingskleppen kunnen worden neer gelaten. In functie
van de wind werd dan de final turn ingezet, die in ideale omstandigheden met een
aangepast motorvermogen de Fouga met ongeveer 180 Km per uur boven de
baandrempel zou brengen, zodat de afronding kon worden ingezet. De landing zelf
moest idealiter plaats hebben in de touch down zone ter hoogte van de
caravan, van waaruit een waarnemer vergeetachtige leerling-piloten soms met een
vuurpijl aanmaande om door te starten, indien ze bijvoorbeeld vergaten van hun
wielen neer te laten.