De kleine plastiektunnel voor kleine tuinen
(zie
http://www.acd.be/nl/tunnelserres.html of
http://www.filclairserren.be/pages/home_cardinal.html#hobbytunnels
).
Hier beperkt men zich tot een vrij kleine oppervlakte van 10 tot 20
à 25 m².
Een iets
grotere wandelkap
Kan ook voor de liefhebber zijn nut bewijzen als uw hobby al wat
uitgegroeid is (zie
http://www.filclairserren.be/pages/home_cardinal.html#beroepstunnels).
De wandelkap is vier tot vijf meter breed, wordt afgedekt met één
laag plasticfolie en wordt enkel verlucht via de deuren of via de
zijkanten door het plastic wat omhoog te schuiven. De lengte kiest u
zelf.
De koepel(serre)
(zie
http://www.filclairserren.be/pages/home_cardinal.html#beroepstunnels
)
De bredere koepelserre of rondboogtunnel is bijvoorbeeld 7 tot 8,5
meter breed, wordt afgedekt met meerdere vellen plastiek en kan
verlucht worden via deze overlappingen. Luchten kan ook nog steeds
via de deuren. Soms zijn er ook opties zoals luchtramen in de
kopgevel of een oprolbare zijluchting. Bemerk op de foto links een
model met meer opgerichte zijwand, rechts een model met ronde bogen.
Het type links laat vlotter gemotoriseerde grondbewerkingen toe.
De
plastieken serre of kas.
Dit zijn de grotere constructies bestaan die de vorm en het volume
hebben van een glazen, professionele kas en ook als dusdanig
gebruikt worden. (zie daarvoor
http://www.vermako.com of
http://www.heuvel-folie-serres.com )
De soorten plastic
Het is u bekend dat plastic wat betreft
teeltmogelijkheden nog steeds niet kan tippen aan een glazen kas.
De klassieke nadelen die aangegeven worden bij
plasticafdekking met gewone plasticfolie zijn : (zie ook
http://www.tuinkrant.com/tkarchief/tk/73/groenten73_2.htm)
-
Minder vervroegingseffect, doordat het broeikaseffect
(opwarmingseffect) van plastiek duidelijk minder is .
-
Hoge vochtigheidsgraad, de condensdruppels vallen van de
plastiek af
-
Dikwijls minder goed te verluchten
-
Eigenlijk alleen geschikt voor bladgroenten, niet voor
vruchtgroenten, als je tenminste uitstekende kwaliteit wenst
-
Plastiek veroudert snel en laat ieder jaar wat minder licht door
De laatste jaren komen er steeds meer plastieksoorten op de markt
die sterk verbeterd zijn wat betreft verhoogde levensduur, verhoogde
thermiciteit en geen condensatie vertonen.
UV-stabilisatoren
Om veroudering tegen te gaan gebruikt men UV-stabilisatoren. Het UV
licht wordt geabsorbeerd door ofwel nikkelcomplexen ofwel door een
toevoeging van benzofon. De nikkelcomplexen geven de plastiek een
geelachtige kleur. Zonder toevoeging van deze stoffen zou de gewone
polyethyleenfolie (PE-folie) al na één jaar versleten zijn.
Toevoeging van de genoemde stoffen kan de levensduur van de plastic
verlengen tot wel vijf jaar.
Silikaten en EVA
Om het kaseffect te vergroten en op een niveau te brengen dat
dichter aanleunt tegen glas probeer men silicaten door het plastiek
te mengen. Silicaten zijn op basis van Silicium en dit is nu net wat
ook in glas in zeer grote hoeveelheid aanwezig is. Teveel silicaten
komen echter in concurrentie met de voornoemde UV-stabilisatoren
waardoor het effect van deze laatste verdwijnt.
Ook toevoegen van Ethylvinylacetaat (EVA-folie) verhoogt het
kaseffect. Een hoog gehalte EVA veroorzaakt het weker worden van de
plastic, dus ook hier is er een beperking.
Anticondensadditieven
Deze zorgen ervoor dat de condenseigenschappen van plastic zeer
sterk beginnen te lijken op die van glas. Dus geen naar beneden
vallende druppels meer, maar een condenslaagje dat netjes naar
beneden toe afloopt. Jammer genoeg werken deze stoffen slechts twee
jaar, precies doordat de condens deze stoffen doet oplossen. Na twee
jaar is er dus opnieuw meer druppelvorming.
Een combinatie van deze toevoegingen
Met de techniek van coëxtrusie is het mogelijk plastiekfolies te
maken die eigenlijk uit drie op elkaar liggende lagen bestaan, die
natuurlijk met het blote oog niet te onderscheiden zijn. Deze lagen
hebben elk een welbepaalde eigenschap die de plastiek beter maakt.
Twee gekende plastieksoorten
voor tunnels met verbeterde eigenschappen voor de
plantenteelt zijn :
Hytilux
Een coëxtrusiefolie, met
drie lagen. Hytilux is een plastiekfolie die volgens dit
principe vervaardigd is. De UV-stabilisatoren bevinden
zich in de buitenste laag. In de middelste laag wordt
het kaseffect verbeterd door toevoeging van silicaten.
De onderste laag heeft dan verbeterde
condenseigenschappen, maar die zoals bekend slechts
korte tijd (twee jaar) blijven gelden.
Hyticlear
Is een gewone folie die
voorzien werd van EVA, waardoor de thermische
eigenschappen verbeterd worden.
Plastieksoorten voor directe afdekking
Geïllustreerd met een proef op knolvenkel, vindt u op
http://www.agris.be/nl/groenten/openl/venkel/benoit0498.html
U merkt dat ook voor directe afdekking van groenten de coëxtrusie en
het gebruik van toevoegingen aanwezig zijn. De folie voorzien van
EVA heeft al een zekere vervroeging, maar de folie voorzien van EVA
en anti-condenseigenschappen heeft een nog grotere vervroeging, Ook
opvallend is dat de vervroeging van agryldoek (vliesdoek) te
vergelijken is met deze van EVA-folie (thermische folie)
Voor een kas kan
een
bouwvergunning nodig zijn. De reglementering in
Vlaanderen:
(uitgebreide info op
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/ruimtelijk/index.html)
Geen vergunning nodig
voor
*In woongebied
Maximaal
één volière ofwel één serre. De constructie wordt
opgericht ofwel tegen een bestaande vergunde muur, ofwel
op ten minste 1 meter van de perceelsgrenzen. De
oppervlakte mag maximaal 10 vierkante meter bedragen.
Deze constructie mag niet worden opgericht in de
voortuinstrook. De kroonlijsthoogte is beperkt tot 2,50
meter; de nokhoogte is beperkt tot 3 meter.
*In landbouwgebied
Geen vergunning nodig voor
plastiektunnels met een maximumhoogte van 2,5 meter,
voorzover ze dienen voor de teelt van landbouwgewassen
en na de oogst worden verwijderd.
|