terug
naar inhoudstafel :
Algemeen voorkomende dierlijke
beschadigers
Rupsen, Slakken, Spint
RUPS VAN DE TURKSE MOT
Rupsen
HERKENNING. Rupsen zijn larven van vlinders, die in korte
tijd grote gaten in de bladeren van de planten vreten. Er zijn ook rupsen
(bladrollers) die bladeren inspinnen. De schade aan de gewassen kan in
korte tijd ernstig zijn. De voornaamste soorten zijn de Turkse mot, de
groente-uil, de gamma-uil en de Florida-mot.
LEVENSWIJZE. De levenswijze is sterk afhankelijk van de soort en de
waardplant. In het algemeen komen twee generaties per jaar voor. Voor de
groente-uil gelden de volgende cijfers. Door het vrouwtje worden 350 tot
650 eieren in hoopjes afgezet. Het larvestadium duurt 22 tot 28 dagen,
waarna de larve verpopt. Het pop-stadium duurt twaalf tot zestien dagen,
waarna eind juni de vlinders van de tweede generatie verschijnen. De
poppen van de tweede generatie overwinteren in de grond en komen het
volgende voorjaar uit.
BESTRIJDING. * Voer een (chemische) bestrijding uit als de rupsen nog
klein zijn.
RUPSEN VAN DE GROENTE-UIL
Slakken
HERKENNING. Slakken hebben een tong die uit rijen harde
tandjes bestaat. Hiermee raspen zij het voedsel af. Vraat door slakken kan
van vreterij door andere dieren worden onderscheiden, doordat altijd
slijmsporen aanwezig zijn. Belangrijke groepen zijn de naakt-slakken en de
huisjes-slakken. Slakken vreten aan de gewassen, waardoor kwalitatief en
kwantitatief opbrengstderving optreedt. Het is ook hinderlijk dat het
gewas vervuilt door uitwerpselen en slijm. Door de vraat en vervuiling
kunnen schimmels en bacteriën de plant binnen dringen. Het overbrengen
van ziekten van plant naar plant kan
soms op rekening van deze dieren worden geschreven.
NAAKTSLAK
LEVENSWIJZE. Slakken houden van vocht. In het voor- en najaar ligt het
hoogtepunt van hun activiteit. Ook het paren vindt meestal in deze
perioden plaats. De dieren zijn tweeslachtig, dat wil zeggen dat ze
mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen produceren. Toch vindt in het
algemeen een paring plaats. De eieren worden in hoopjes in de grond
afgezet. Soms zijn dat er wel 500 van één slak! Afhankelijk van de
temperatuur en de soort slak varieert de duur van het eistadium van enkele
weken tot vele maanden. De eieren hebben geen harde schaal, maar zijn meer
gelei-achtig en kunnen worden vervormd. Daardoor kunnen ze onder meer de
zeven van de aanzuigleiding van de regenleiding passeren. Slakken vreten
bij voorkeur aan jonge scheuten en bladeren. Hoewel bepaalde gewassen voor
dit dier extra aantrekkelijk zijn, richten ze bij vrijwel alle gewassen
schade aan.
BESTRIJDING. * Bedrijfshygiëne in en buiten de kas * Voer een chemische
bestrijding uit (dit is niet mogelijk tijdens de teelt van bladgewassen).
Spint
HERKENNING. Spintmijten zijn kleine mijten -een volwassen mijt is 0,5 mm-
met vier paar poten. In tegenstelling tot insekten hebben ze geen
duidelijk onderscheid tussen kop, borst en achterlijf. De volwassen mijten
zitten meestal aan de onderkant van de bladeren. Van daaruit prikken ze de
plantecel-len aan en zuigen deze leeg. De cel gaat dood en wordt wit-geel.
Bij hoge temperaturen en een lage rv kan de schade aanzienlijk zijn.
Meestal is ook spinrag zichtbaar. De schade ziet u meestal aan de
bovenkant van het blad. In de kas komt de bonespintmijt (Tetranychus
urticae) op verschillende gewassen voor. De kleur van de volwassen mijten
kan per gewas iets variëren. Bij komkommers is de spint geelbruin van
kleur met vlekken op de flanken. Op tomaat heeft spint meer een bruine
kleur.
LEVENSWIJZE. Een wijfje van de spintmijt kan gemiddeld meer dan honderd
eieren leggen. Dit verschilt per waardplant. Na vijf dagen komt uit het ei
een larve met drie paar poten. Dit larvestadium duurt ongeveer 2,5 dag,
waarna een vervelling plaatsvindt. Hieruit komt een nymphe-stadium met
acht poten. Dit eerste nymphe-stadium duurt ook ongeveer 2,5 dag en het
tweede zo'n vier dagen. Na de volgende vervelling komt het volwassen dier
tevoorschijn. De ontwikkeling is afhankelijk van de temperatuur. Het
aantal dagen dat hier is genoemd, geldt bij een temperatuur van 21°C. Het
aantal vrouwtjes is twee keer zo groot als het aantal mannetjes. Twee
dagen na de bevruchting kan het wijfje eieren leggen. Ze legt per dag drie
tot twaalf stuks. Dit hangt af van de temperatuur en de waardplant. Bij
ongunstige omstandigheden - ouder blad, korte dagen, lage
temperaturen-ontstaan de wintervormen van de wijfjesspint. Deze spint
heeft meestal een rode kleur en legt pas eieren na de winterrust.
BESTRIJDING. - Een biologische bestrijding met de roofmijt Phytoseiulus
persimilis. Deze roofmijt is beweeglijker dan de spintmijt, is helder
roze-rood van kleur en heeft langere poten. De roofmijt zoekt zijn prooi
actief op en zuigt deze leeg - Voer een chemische bestrijding uit.
Links : KASSPINT Rechts : ROOFMIJT VAN DE KASSPINT
terug
naar inhoudstafel :
Bron
: Ziekten
en plagen glasgroenten in beeld, Ministerie van Landbouw en Visserij, CAD
Gewasbescherming, Wageningen, 1987 Deze
brochure is niet meer verkrijgbaar in gedrukte vorm en wordt daarom
voor zuiver educatieve doeleinden gedigitaliseerd door Dit is het
het deel over algemene plagen bij glasgroenten.
|