Ziekten
en plagen bij komkommer, augurk, meloen en courgette
#Bacterievlekkenziekte (Pseudomonas lachrymans) (augurk,
komkommer)
#Bleke-vruchtenziekte (komkommer)
#Echte meeldauw (het wit) (Sphaerotheca fuliginea)
#Fusarium-verwelkingsziekte (Fusarium oxysporum L sp. melonis)
(meloen)
#Fusarium-voetziekte (Fusarium javanicum) (courgette)
#Komkommerbontvirus (komkommer)
#Komkommermozaïekvirus (1) (komkommer, courgette)
#Komkommernecrosevirus (komkommer)
#Magnesiumgebrek
#Meloennecrosevirus (komkommmer)
#Mycosphaerlla (Didymelia bryoniae)
#Penicillium spec. (komkommer)
#Pseudo-slavergelingsvirus (komkommer)
#Pythium
#Rhizoctonia
#Sclerotinia (rattekeutelziekte)
#Stromijt Tyrophagus dimidiatus (komkommer)
#Valse meeldauw (Pseudoperonospora cubensis) (komkommer, augurk)
#Verticillium
#Zwartwortelrot (Phomopsis sclerotioides)
HERKENNING.
Bacteriehartrot komt alleen voor bij meloenen die vlakvelds worden
geteeld. Als de hoofdscheut wordt getopt, ontstaat een stinkend
natrot. Dit wordt veroorzaakt door
de bacterie Erwinia carotovora subsp. carotovora. Hierdoor
kunnen de planten weg vallen.
LEVENSWIJZE.
Natrotbacteriën komen bij veel soorten planten voor. Ze
ontwikkelen zich voornamelijk in dode delen van de plant. Meestal
is een aantasting van levende planten een gevolg van een
beschadiging of aantasting door insecten of schimmels. Het
bacterieslijm wordt door werken in het gewas en door insecten
overgebracht.
BESTRIJDING.
* Cultuurmaatregelen.
HERKENNING.
Op de bladeren zien we hoekige vlekken met een enigszins
doorschijnende rand. Onder vochtige omstandigheden bevinden zich
aan de onderkant van de bladeren druppels met bacterieslijm. Later
drogen deze op tot kalkachtige huidjes. Dergelijke vlekken zitten
ook op de stengel en de vruchten. De plekken op de bladeren worden
bruin. Deze plekken kunnen uit het blad vallen. In het blad
ontstaan daardoor hoekige gaten. De vruchten gaan rotten.
LEVENSWIJZE.
De eerste besmetting vindt meestal plaats via zaad dat is besmet.
Onder invloed van temperatuur en vocht kan de infectie zich snel
ontwikkelen. De optimale temperatuur hiervoor ligt tussen 20 en 25°C.
De ziekte verspreidt zich via lucht die zich verplaatst en
activiteiten die in het gewas worden uitgevoerd (snoeien,
oogsten).
BESTRIJDING.
* Stoom de grond * Gebruik niet-besmet zaaizaad.
Een gezonde en twee verfrommelde bloemen, aangetast door
bleke-vruchtenziekte.
HERKENNING.
De jonge bladeren in het gewas zijn kleiner en meestal donkerder
van kleur. De nerven liggen dieper in het weefsel. Op oudere
bladeren is een zwakke chlorose zichtbaar. De stengelleden blijven
korter. De vruchten zijn bleek van kleur, korter dan normaal en
van onderen iets verdikt. De bloemen zijn verfrommeld. Eik jaar
komen op een beperkt aantal bedrijven aantastingen voor.
LEVENSWIJZE.
De ziekte wordt veroorzaakt door een viroïde. Een viroïde
onderscheidt zich van een virus doordat bij de eerste een
beschermende eiwitmantel ontbreekt. De viroïde-deeltjes zijn vele
malenkleiner dan de momenteel bekende virusdeeltjes. Het viroïde
wordt tijdens werkzaamheden in het gewas overgebracht. Via zaad,
grond of substraat kan het niet worden verspreid. Diverse
onkruiden, aubergine, paprika en Petunia zijn dragers van het viroïde
zonder dat symptomen daarvan zichtbaar zijn.
BESTRIJDING.
* Bedrijfshygiëne.
HERKENNING.
Echte meeldauw veroorzaakt witte vlekken op de bladeren en
stengels en kan een ernstige stagnatie in de groei veroorzaken.
BESTRIJDING.
* Teel zo mogelijk resistente rassen.
Voer
een chemische
bestrijding
uit.
HERKENNING.
Het eerste symptoom van deze ziekte is dat de stengel vlak boven
de grond gaat bloeden (gommen). De bladeren krijgen een
metaalglans en verkleuren soms geel. Vervolgens verwelkt de plant
en ontstaat het witte en roze schimmelpluis. De vaatbundels zijn
bruin verkleurd.
LEVENSWIJZE.
Van deze schimmel komen verschillende fysio's voor.
BESTRIJDING.
* Stoom de grond * Gebruik resistente onderstammen.
HERKENNING.
Op de voet van de stengel ontstaan rotte, natte plekken die in
korte tijd door rotten. De vaatbundels zijn tot ver boven de
aangetaste plek licht bruin verkleurd. Op de rotte plekken
ontstaat later wit schimmelpluis. De plant sterft af.
LEVENSWIJZE. Zie onder Algemeen.
BESTRIJDING. * Stoom de grond.
HERKENNING.
Op de jongste blaadjes vindt u kringvormige geel-groene vlekjes,
kringvormige figuren en slingerende lijnen. Op de oudere
bladzijden komt geel mozaiëk voor. Het blad verkleurt in korte
tijd geel. Soms gebeurt dit zonder dat symptomen van het virus
zichtbaar waren. Aangetaste vruchten vertonen lichtgroene vlekjes,
bultjes en kringvormige figuren. Bij temperaturen onder 21°C
sterven de planten snel af. Bij een temperatuur boven 21°C
blijven de planten veel langer leven en komen weinig afwijkingen
in de vruchten voor.
LEVENSWIJZE.
Een aantasting door komkommermozaiëkvirus treedt vooral 's zomers
en in de herfst op wanneer veel gevleugelde bladluizen voorkomen.
Bladluizen brengen het virus zeer makkelijk (non-persistent) over.
Bij werkzaamheden in het gewas kan de mens het virus in geringe
mate verspreiden. Een verspreiding via zaad of grond is niet
mogelijk. Het virus heeft veel waardplanten, waaronder sla en
onkruiden. Hierin kan het virus overblijven.
BESTRIJDING.
* Houd de temperatuur boven 21°C * Bedrijfshygiëne * Voer
regelmatig een bestrijding tegen bladluis uit.
HERKENNING.
Op de jongste bladeren zien we donkergroene blaren (pokken) naast
lichtgroene vlakke gedeelten. De oudere bladeren zijn vlak en
vertonen een groen. mozaïek. De donkere delen van het blad
groeien vaak gebobbeld uit. Op de vruchten zijn gewoonlijk geen
symptomen zichtbaar. Alleen wanneer ze erg lang aan de plant
blijven hangen, ontstaat soms een zwak mozaïek.
LEVENSWIJZE.
Komkommerbontvirus wordt tijdens werkzaamheden in het gewas zeer
makkelijk verspreid (oogsten, snoeien) Een verspreiding via
kleding en fust is eveneens mogelijk. Het virus kan met het zaad
overgaan. In grond of substraat kan het zeker een jaar
overblijven. Ook via besmet oppervlaktewater kan het virus zich
makkelijk verspreiden. Het kan niet door insecten worden
overgebracht.
BESTRIJDING.
* Geef het zaad een temperatuurbehandeling Bedrijfshygiëne
Stoom de grond zeer grondig.
HERKENNING.
Op jonge bladeren zien we kleine, gele plekjes, die later groter
en grijs. bruin van kleur worden. De vrucht vertonen geen
symptomen. In combinatie met het komkommerbontvirus ontstaan op de
vruchthuid ingezonken, licht gekleurde plekjes, die zijn omgeven
door een donkergroene, waterige rand. Als de vrucht ernstig is
aangetast, zijn grote stukken van het weefsel bruin en ingezonken.
LEVENSWIJZE.
Komkommernecrosevirus wordt verspreid door de zwermsporen (zoösporen)
van de schimmel Olpidium. De rustsporen (oösporen) kunnen lange
tijd in grond, water of substraat achterblijven. Bovendien wordt
het virus tijdens werkzaamheden in het gewas verspreid. Bij hoge
temperaturen blijft de plant langer leven en komen minder
symptomen op de vruchten voor. Bij te lage temperaturen sterven de
planten af. Het virus is verwant aan het meloennecrosevirus.
Komkommers die op de onderstam Cucurbita ficifolia zijn geënt,
worden niet aangetast.
BESTRIJDING.
* Stoom de grond of het
substraat * Bedrijfshygiëne.
HERKENNING.
De oudste bladeren verkleuren geel tussen de nerven. De grote
nerven blijven groen. Bij een ernstig gebrek aan magnesium sterven
de bladeren af. Dat gebeurt het eerst aan de rand.
OORZAAK.
Magnesiumgebrek wordt onder andere veroorzaakt door een gebrek aan
fosfaat, door overmatig water geven en een te lage pH. Op natte
gronden met een slechte structuur komt veel magnesiumgebrek voor.
Dat is, eveneens het geval bij geënte komkommerachtigen, die
vroeg worden geplant. Een zware belasting van de plant kan een
tijdelijk magnesiumgebrek veroorzaken.
BESTRIJDING.*
Spuit het gewas met magnesiumsuifaat * Cultuurmaatregelen.
HERKENNING.
Op de jonge blaadjes zien we lichte vlekjes. Na enige tijd sterft
het weefsel in die vlekjes af. De afgestorven pIekken zijn omgeven
door een waterige, gele rand. Op oud blad zijn de vlekken groter.
Ze vloeien samen tot grote, afgestorven vlekken. Uiteindelijk
sterft de hele plant af. Vooral in de herfstteelt is komkommer erg
gevoelig voor dit virus. De vrucht vertoont geen symptomen. In
combinatie met komkommerbontvirus ontstaan op de vruchthuid
ingezonken, licht gekleurde plekjes die door een waterige rand
zijn omgeven. Het virus komt sinds enkele jaren voor; met name in
steenwol, maar ook in teelten in de grond.
LEVENSWIJZE.
Het meloennecrosevirus wordt voornamelijk verspreid door de
zwermsporen van de schimmel Olpidium. De rustsporen kunnen lange
tijd in grond, water of substraat overblijven. Het virus kan door
werkzaamheden in het gewas (via sap) worden overgebracht.
Overdracht door zaad of via insecten vindt niet plaats. Komkommers
die op de onderstam Cucurbita ficifolia zijn geënt, worden niet
aangetast.
BESTRIJDING.
* Stoom de grond of het substraat * Bedrijfshygiëne.
HERKENNING.
Mycosphaerella kan bladeren, stengels, groeipunten en vruchten
aantasten. De eerste symptomen zijn bruin tot zwart gekleurde
resten van vruchtdeeltjes bij de knopen van de hoofdstengel. De
vruchtlichamen zijn hierin als kleine, zwarte puntjes zichtbaar.
Bij een aantasting van de stengelvoet kan de hele plant weg
vallen. Een beginnende aantasting in het blad uit zich door kleine
gele vlekjes in dat blad en misvorming van de bladrand. Als de
aantasting uitbreidt, ontstaan bruine tot zwarte plekken. De
vrucht kan zowel in- als uitwendig worden aangetast.
Vaak is de vrucht bij het bloemeinde iets ingezonken. Als de
vrucht door wordt gesneden, is binnenin een bruinverkleuring
zichtbaar.
LEVENSWIJZE.
Mycosphaerella houdt van vochtige omstandigheden. De schimmel
vormt geslachtelijke (asco-sporen) en ongeslachtelijke sporen
(conidiën). Deze bevinden zich in kleine bruin-zwarte bolletjes:
de vruchtlichamen. De conidiën worden via waterspatten en
oogstmesjes verspreid. De asco-sporen kunnen via luchtbewegingen
over grote afstanden worden verplaatst. De schimmel overwintert in
aangetaste resten van planten in en buiten de kas.
BESTRIJDING.
* Bedrijfshygiëne * Cultuurmaatregelen, vooral klimaat * Voer een
chemische bestrijding uit.
HERKENNING.
Op de breukplaatsen van de bladeren en op plaatsen waar vruchten
zijn geoogst: ontstaat een zacht-rotte plek. Op die plek
ontwikkelt zich later een blauwgroen schimmelpluis. De stengel rot
helemaal door, waardoor de plant gedeeltelijk afsterft.
LEVENSWIJZE.
Penicillium-soorten ontwikkellen zich zowel op dood als levend
organisch materiaal. De schimmel vormt alleenmaar vegetatieve
sporen. Welke soort Penicillium deze aantasting veroorzaakt, is
nog niet bekend.
BESTRIJDING.
* Cultuurmaatregelen *Voer een chemische bestrijding uit.
HERKENNING.
Bij de meeste virusziekten beginnen de eerste symptomen in de kop
of het hart van de plant. Bij dit virus is dat juist niet het
geval. Halverwege de planten ontstaan gele vlekken op het oudere
blad. Deze vlekken zijn onregelmatig over het bladoppervlak
verspreid. Pas later worden ook de jongere bladeren aangetast en
neemt de vergeling toe. Het blijft een onregelmatig en willekeurig
vlekkenpatroon. In de praktijk worden deze symptomen wel voor
magnesiumgebrek aangezien, maar het vlekkenpatroon dat daarbij
optreedt, is veel regelmatiger. Na verloop van tijd worden de
bladeren geel-wit van kleur. Ze krullen meestal naar beneden om.
LEVENSWIJZE.
Pseudo-slavergelingsvirus wordt uitsluitend door de kaswittevlieg
overgebracht. Ook sla, andijvie en onkruiden worden door dit virus
aangetast.
BESTRIJDING.
* Bedrijfshygiëne * Bestrijd de kaswittevlieg.
HERKENNING.
Op de grens van grond en lucht ontstaat lichtbruin natrot. De voet
rot ter plaatse door. De plant verwelkt en sterft af
De ziekte treedt meestal direct na het planten op. Pythium
kan ook de wortels aantasten. Er treedt een bruin natrot op.
Kenmerkend is dat de schors los is van de central cylinder.
BESTRIJDING.
*Ontsmet de grond *Cul tuurmaatregelen * Voer
een chemische bestrijding uit.
HERKENNING.
De stengel is ter hoogte van het grondoppervlak ingedroogd,
ingesnoerd en zwartbruin verkleurd. Het merg blijft
aanvankelijk gezond. Aangetaste planten blijven in groei achter en
kunnen afsterven.
BESTRIJDING.
*Stoom de grond *
Cultuurmaatregelen *Voer een chemische bestrijding uit.
HERKENNING.
Op de plant komt een wit, wollig schimmelpluis voor. Hierin
ontwikkelen zich later zwarte sclerotiën (rattekeutels). Ook de
vruchten kunnen worden aangetast.
BESTRIJDING.
* Stoom de grond *Cultuurmaatregelen * Bedrijfshygiëne
*Voer een chemische bestrijding uit.
HERKENNING.
In de jonge blaadjes zien we kleine gaatjes met een witte rand.
Later worden de gaatjes groter. Deze schade wordt door de stromijt
veroorzaakt. De uitzonderlijk kleine mijt is bol van vorm,
verplaatst zich snel en heeft lange haren op het achterlijf. De
aantasting treedt kort na het planten massaal op, maar kan ook bij
oudere planten voorkomen. Ook bij de teelt op steenwol komt dit
beestje voor.
LEVENSWIJZE.
De stromijt bevindt zich normaal in en op de grond en leeft van
organisch materiaal. Incidenteel komen de stromijten in de planten
voor waar ze schade veroorzaken. Alleen bij een hoge relatieve
luchtvochtigheid kunnen ze zich boven in de plant handhaven.
BESTRIJDING.
* Voer een chemische bestrijding uit.
HERKENNING.
De eerste verschijnselen van valse meeldauw zijn kleine, gele
vlekjes aan de bovenkant van de bladeren. Deze vlekjes zijn
aanvankelijk onregelmatig van vorm, maar ze worden al snel hoekig
door de scherpe begrenzing van de bladnerven. Aan de onderkant van
het blad is een paarszwart schimmelpluis zichtbaar.
BESTRIJDING.
*Cultuurmaatregelen * Voer een
chemische bestrijding uit.
BESTRIJDING.
* Stoom
de grond * Cultuurmaatregelen.
HERKENNING.
Het eerste symptoom van zwartwortelrot is dat de onderste bladeren
geel verkleuren. De plant gaat vervolgens slap hangen. De
hoofdwortels verkleuren geelbruin en de zijwortels sterven af. Met
name het schorsweefsel wordt aangetast. Men kan dit er dan
makkelijk af stropen. Bij bodemtemperaturen boven 20'C vormt de
schimmel micro-sclerotiën. Deze zijn op de wortels als kleine
zwarte puntjes zichtbaar. Bij een ernstige aantasting blijven
uiteindelijk alleen de vaatbundels over.
LEVENSWIJZE.
De micro-sclerotiën zijn de rustsporen van de schimmel. Deze
kunnen zeer lang - soms wel tien jaar - in de grond overblijven.
Vanuit de micro-sclerotiën tast de schimmel de wortels van
waardplanten aan. De onderstam van meloen (Benincasa cerifera)
wordt ook aangetast. De onderstarn van komkommer en augurk
(Cucurbita ficifolia) is veel minder vatbaar, maar wordt bij een
ernstige besmetting eveneens aangetast. In de teelt op substraat
kunnen de matten worden besmet door stof dat met deze schimmel is
besmet.
BESTRIJDING.
* Stoom de grond * Ent op Cucurbita ficifolia * Bedrijfshygiëne.
Bronnen
- Literatuur - foto's :
Ziekten en plagen glasgroenten in beeld, Ministerie van
Landbouw en Visserij, CAD Gewasbescherming, Wageningen, 1987
Deze brochure is al niet
meer verkrijgbaar in gedrukte vorm en wordt daarom voor zuiver
educatieve doeleinden gedigitaliseerd door Groenteninfo©
Dit is het eerste deel over komkommer, augurk, meloen,
courgette.
|