Schimmelziekten bij groenten tijdens het najaar
De
herfst komt er met rasse schreden aan. De dagen worden
korter en de gemiddelde luchtvochtigheid stijgt. De
temperatuur, met name ´s nachts is nog vrij hoog. Maar
als het geregend heeft, drogen de bladeren moeilijk op
en ’s morgens blijven ze lang nat. Met als gevolg dat de
bladeren van heel wat groenten makkelijker ten prooi
vallen aan schimmels dan in het voorjaar of de zomer.
Vooral bij de groenten die nog even moeten doorgroeien
kan dit vervelend zijn.
De algemene preventiemaatregelen voor alle deze
schimmels zijn vrij simpel, maar nooit voor honderd
procent uitvoerbaar. Het weer moet ook nog wat
meezitten! De infectie gebeurt immers meestal via sporen
die zich in de lucht bevinden en die makkelijk kiemen
als de bladeren lange tijd nat blijven.
-
Zorg dat de planten ’s morgens en na een
regenbui snel kunnen opdrogen. Zorg dus voor een
standplaats die niet in de luwte ligt.
-
Hou een ruime plantafstand aan, de bladeren
raken elkaar dan niet, waardoor ze sterker zijn en
ook sneller opdrogen.
-
Teel geen najaarsgroenten in de schaduw van een
haag of muur. De lichthoeveelheid in het najaar is
al heel beperkt.
-
Zorg dat de groenten goed kunnen doorgroeien,
een kwakkelende groei maakt de plant gevoeliger.
-
Oogst de planten tijdig en wees eventueel
tevreden met een kleinere oogst.
-
Het gebruik van bladversterkende middelen kan,
als de andere omstandigheden gunstig zijn, de kans
op aantasting verminderen. Deze producten bevatten
sporenelement, kiezelzuur (Silicium) en organische
vetzuren.
-
Fungiciden worden best preventief ingezet,
verschillende weken voor de oogst van het product.
Hierna bespreek ik enkele veel voorkomende schimmels die
de bladeren aantasten en die in het najaar bijzonder
actief zijn. Enkel bij sla en selder kan de schade
zodanig groot zijn dat er niks meer te oogsten valt, bij
de andere opgesomde groenten kan er wel een sterke
productievermindering of cosmetische schade zijn.
De groep van de valse meeldauwschimmels
(Peronosporaceae) is een veel voorkomende maar
ongewenste gast en bezoekt heel veel verschillende
groentesoorten.
De valse meeldauwschimmel (foto
Bremia lactucae) op slasoorten (Lactuca sativa spp.)
heeft verschillende verschijningsvormen. Alle slasoorten
zijn in meerdere of mindere mate gevoelig voor valse
meeldauw. Er ontstaan gele, hoekige vlekken op de
bladeren en er groeit wit schimmelpluis op de onderkant
van de bladeren. De nieuwe slarassen bezitten meer
resistenties tegen de verschillende verschijningsvormen
van deze meeldauwschimmel (fysio’s). Maar geen enkel ras
is volledig resistent.
Augurken en komkommerachtigen kunnen nu ook last krijgen
van
valse meeldauw (foto
Pseudoperonospora cubensis). De eerste
verschijnselen van valse meeldauw zijn kleine, gele
vlekjes aan de bovenkant van de bladeren. Deze vlekjes
zijn aanvankelijk onregelmatig van vorm, maar ze worden
al snel hoekig door de scherpe begrenzing van de
bladnerven. Aan de onderkant van het blad is een
paarszwart schimmelpluis zichtbaar.
Najaarsspinazie is gevoeliger voor aantasting door valse
meeldauw (Wolf offoto
Peronospora farinosa f.sp. spinaciae) dan
voorjaarsspinazie. Deze schimmel kan aardig wat schade
aanrichten. Als je bleke, geelachtige vlekken op het
blad ziet en aan de onderzijde een grijsachtig
schimmelpluis, dan is de plant aangetast. Vooral bij een
dicht staand gewas dat moeilijk opdroogt zalWolf
optreden. Het is daarom belangrijk rassen te kiezen die
gedeeltelijk resistent of volledig resistent (bestand)
zijn tegen deze ziekte. Dit zijn dan vooral nieuwe
rassen, de oudere rassen die nog veel gebruikt worden
voor de zeer vroege teelt zijn niet resistent.
Koolsoorten kunnen aangetast worden door valse meeldauw
(foto
Peronospora parasitica).Deze schimmel vormt bij
vochtige omstandigheden een grauwwit schimmelpluis aan
de onderzijde van de bladeren, wat gele vlekken op de
bovenzijde van het blad veroorzaakt.
foto : bladvlekkenziekte bij selder
De volgende schimmels behoren niet meer tot de groep van
de valse meeldauwschimmels.
Selder wordt aangetast door bladvlekkenziekte (foto
Septoria apiicola). Men spreekt ook van selderplaag
of selderroest. Er zijn bruingele vlekken op de bladeren
met daarin zwarte puntjes. De infectie en uitbreiding
gebeurt bij vochtig, warm weer. Vooral bij een nat en
warm najaar zal bestrijding nodig zijn.. Zorgen voor een
ruime plantafstand, zodat de bladeren gemakkelijk kunnen
opdrogen is hierbij ook zeer belangrijk. Het is best om
aangetaste bladeren onmiddellijk te verwijderen omdat
die bij regenachtig weer voor verdere infectie zorgen.
Prei kan ten prooi vallen aan roest en
papiervlekkenziekte. Bij roest (foto
Puccinia allii) komen verspreid over het blad, zowel
aan de boven- als onderzijde roestbruine sporenhoopjes
voor. Het bladweefsel rond de sporenhoopjes verkleurt
bleekgroen.
De vlekken bij papiervlekkenziekte (foto
Phytophtora porrii) zijneerst donkergroene en ovaal,
maar worden al spoedig helder wit en papierachtig. Op de
aangetaste plaats knikt het blad om. De infectie door
papiervlekkenziekte gebeurt vanuit de grond via
opspattend regenwater.
Op de bladeren van de kolen, maar ook op de spruitjes
kunnen de schimmels (foto
Mycosphaerella brassicola en
Alternaria brasscicae) zich manifesteren.
Mycosphaerella veroorzaakt ronde, bruine vlekken met
daarin zwarte puntjes (dit zijn de vruchtlichamen).
Alternaria veroorzaakt ook ronde, bruine vlekken, maar
omgeven door brede helgele tot rode zone. De zwarte
puntjes ontbreken hier. Op bijna alle koolsoorten valt
de schade meestal mee. Alleen bij spruitjes kan de
cosmetische schade groot zijn.
Alle koolsoorten, maar vooral spruitkool is gevoelig
voor een aantasting met witte roest (foto
Albugo candida). Er verschijnen witte sporenhoopjes
op de bladeren en de spruitjes. Het lijken een soort
witte wratjes. Ook hier valt de schade meestal mee.
|