Groenten
: Winterbloemkool, een teelt met lange adem
Kenmerken
Lukt
het?
Slaagkansen
vergroten
Teeltzorgen
Plagen
Najaarszorgen
voorjaar
Wie
graag in 't vroege voorjaar bloemkool wil oogsten zal bijna een jaar
vooraf al zijn voorbereidingen moeten treffen. Eind juni is de tijd
aangebroken voor het zaaien van winterbloemkool.
Dit betekent de start van een teelt waar zelfs tijdens de
wintermaanden moet naar omgekeken worden.
Ideaal voor wie ook graag tijdens de winter groei in zijn
moestuin heeft.
Mijn
grootouders gebruikten de naam broccoli voor de winterbloemkool. Dit was
een algemeen verspreide benaming en wordt nog door heel wat
volkstuinders gebruikt. Nochtans
moeten we deze naam nu reserveren voor
de groene broccoli die een twintigtal jaar geleden bij ons nog
bijna niet gekend was, maar ondertussen een sterke opgang gemaakt heeft.
De winterbloemkool wordt soms beschouwd als een verschillende
subvariëteit van de bloemkool. Eigenlijk
is het een gewone bloemkool die meer vorstresistent is en op tweejarige
basis geteeld wordt.
De
groeisnelheid ligt ook lager dan bij gewone bloemkool, alhoewel dit
voornamelijk ook met het teeltseizoen te maken heeft. De winterbloemkool
is hoger dan de bloemkool en de bladeren zijn smal met dikke, witte
gegolfde ribben. De bloem is over het algemeen niet zo mooi als bij
bloemkool. Vooral de
vastheid van de kool is minder groot.
Alhoewel dit bij de huidige moderne hybriderassen al sterk
verbeterd is. Bij de volkstuinders wordt de smaak van winterbloemkool
meestal geprezen en beter bevonden dan de gewone bloemkoolsmaak.
De
teelt van winterbloemkool is een gok.
Maar deze onzekerheid maakt dat de vreugde omwille van een
geslaagde teelt dubbel zo groot is. Vriesweer, zonder sneeuw en met
uitdrogende oostenwinden doet al gevormde kooltjes bevriezen. Bij nog
strengere vorst zal de volledige plant uitdrogen. De bevroren wortels
kunnen niet voldoende water opnemen
om de verdamping bij droog vriesweer te volgen. .
Welke vriestemperatuur nu schadelijk is voor winterbloemkool is
heel moeilijk te zeggen. Een
schrale oostenwind kan bij -6 of -7°C al heel schadelijk zijn. Ook
afwisselende vries- en dooiperiodes zijn gevaarlijk.
Als de vorstperiode pas eind januari of begin februari komt
aanzetten wordt het wel heel gevaarlijk.
Anderszijds
is een paar dagen een nachttemperatuur van -10°C en wat
sneeuwbedekking een minder gevaarlijke situatie.
Maar
ook in heel natte winters kunnen er planten afsterven.
In de winter 1998-1999 hadden we nog te maken met heel sterke
uitval van winterbloemkoolplanten.
Zorg er in ieder geval voor dat er geen stilstaand water tussen
de planten komt te staan.
Winterbloemkool
heeft het meeste kans op slagen in de kustgebieden. Voor België is
West-Vlaanderen de streek met het meeste kans op succes.
Zeeuws-Vlaanderen en de Waddeneilanden zijn bekende teeltgebieden
in Nederland. De naamgeving
van het ras "Walcheren Winter" is hier zeker niet vreemd aan. Ook in
de kuststreek van Bretagne en de Loirestreek wordt winterbloemkool veel
gekweekt. Uit deze regio komt het ras "Vroege van Angers".
Dat
de teelt het beste lukt in de kuststreken wil echter niet zeggen dat je
meer naar het binnenland toe de teelt niet kan aanvatten.
Er zijn immers heel wat mogelijkheden
om de slaagkans van de teelt te vergroten.
Een
tip om minder kans op vorstschade te hebben bestaat erin later te zaaien
en uit te planten. Op die
manier voorkom je dat de koolvorming al voor de strenge vorst op gang
komt. Natuurlijk verlies je
hierdoor wel aan vroegheid. Te laat uitplanten is dan ook weer af te
raden. De kool heeft dan zo
weinig blad gevormd dat ze ook niet bestand is tegen strenge vorst.
Een
andere truc bestaat erin de bladeren,voor er strenge vorst verwacht
wordt, samen te binden om het hart van de plant te beschermen. In het
vroege voorjaar moeten ze dan weer losgemaakt worden.
Als
je een hybrideras kiest is de kans op een geslaagde teelt ook groter. De
vorstgevoeligheid van de huidige generatie hybriderassen is immers sterk
verminderd. Dit wordt in de
hand gewerkt doordat deze rassen meer blad hebben en een groter
zelfdekkend vermogen. De
bescherming van de bloemkool in wording is dus veel beter.
Kies
je vroege rassen, dan neemt de kans op teeltmislukking toe. Voor een
teelt in het binnenland wordt meestal een middelvroeg of laat ras
uitgeplant.
Een
andere mogelijkheid, waar ik persoonlijk geen ervaring mee heb, is het
afdekken met een plastiekzeil wanneer de temperatuur onder -6°C gaat.
Het enige probleem dat hier zou kunnen ontstaan is dat het
plastiek te laat weggenomen wordt. Met schimmelvorming en te vroege
hergroei tot gevolg. Onmiddellijk
verwijderen na een vorstperiode is hier de boodschap.
Winterbloemkool
die eind juni gezaaid is kan uitgeplant worden na 15 augustus en liefst
voor het einde van de maand. Je
kan dun uitzaaien in vollegrond en dan
zonder verspenen uitplanten.
Maar misschien is het toch makkelijker in een zaaibakje uit te
zaaien en na twee weken te verspenen in een kleine perspot of bloempot.
Zo zullen de planten na het uitplanten beter aanslaan.
Plant
ruimer dan gewone bloemkool, ongeveer 75 x
60 cm. Op die manier kan het gewas tijdens de natte herfstmaanden
sneller opdrogen. De kans op een aantasting van valse meeldauw
wordt kleiner. De
grond moet vruchtbaar zijn en goed bemest, maar niet al te stikstofrijk.
Lichte grondsoorten geven over het algemeen een minder vaste
kool.
Op
natte gronden plant je best uit op verhoogde bedden.
Klassiek
is de teeltopvolging met vroege aardappelen.
Ook vroege erwten of spinazie kunnen een goede voorvrucht zijn.
Alhoewel
de infectiedruk van insecten minder groot geworden is moet je
tijdens de opkweek en in het vroege najaar toch nog
opletten voor de koolvlieg, rupsen en aantastingen van melige
koolluis. Komen de planten gezond de oktobermaand in dan hoef je geen
plagen meer te vrezen.
Het
zaaien en de opkweek van de planten kan best gebeuren onder
insectengaas. Na het
uitplanten gebruik je voor alle zekerheid een koolkraag, alhoewel de
koolvlieg dan al minder actief is en minder eitjes afzet. Een aantasting
van de koolvliegmade loopt meestal niet meer faliekant af.
|