Het moet een drukke stad geweest zijn, met zijn 200.000 inwoners toen waarschijnlijk de grootste stad ter wereld. Maar waarom daar, ver van alles af, in het hoogland van Anáhuac waar de nachten ijskoud zijn en waar het water schaars is? Vragen zonder antwoorden. De mensen die de stad bevolkten waren in ieder geval uitstekende handswerklieden en kunstenaars. Hun producten werden gevonden tot in Guatemala en het Zuidwesten van de Verenigde Staten toe.

En waar dienden die grote piramides voor? Want we mogen dit volk niet verwarren met de Azteken die in hun tempels tienduizenden mensen offerden door hen het hart uit te rukken en het aan de zon aan te bieden opdat ze verder zou blijven schijnen.

Vanop de Maanpiramide hebben we een overweldigend uitzicht op de hele vallei, met recht voor ons de drie kilometerlange "dodenweg", nog een naam die de Azteken bedachten omdat de lagere gebouwen die de weg flankeren hen aan begraafplaatsen deden denken.