Derde dag, bezoek aan Teotihuacán en de basiliek.

Een uitstap waar we met ongeduld naar uitkeken! Het geheimzinnige Teotihuacán, een complex van gebouwen en piramides op slechts enkele tientallen kilometers van Mexico City verwijderd, dat talloze geheimen herbergt.

Teotihuacán, de plaats waar men god wordt.

Zo noemden de Azteken het toen zij in de veertiende eeuw deze verlaten ruïnestad aantroffen. We weten wel dat de stad bewoond werd tussen ongeveer 200 voor Christus en 750 na Christus. Maar wie de bewoners waren, waar ze vandaan kwamen, welke taal ze spraken en waarheen ze verdwenen zijn blijft tot op de dag van vandaag onduidelijk.

Ons eerste bezoek gold een bedrijfje dat souvenirs uit obsidiaan en jade en andere halfedelstenen maakte en aan de man bracht. We leerden er onder andere ook wat je allemaal met een cactus kunt doen: uit de bladeren wordt een vel gepeld waarop je schrijven kunt, met het spitse uiteinde en de vezels eraan maak je een naald en draad. En bovendien dient de cactus als grondstof voor de tequila, de pulque en de mezcal, drie typische Mexicaanse dranken. We kochten dan ook de verplichte souvenirs en gingen daarna met kloppend hart richting Tempel van de Maan.

(De man op de foto hierboven toont een afgewerkt beeldje van obsidiaan. Achter onze vrouwelijke Vlaamse gids zie je het silhouet van de Tempel van de Maan.)