De weg gaat dwars door Kabah, ons volgend doel. De belangrijkste tempel, Codz Pop of Opgerolde Mat of nog Tempel van de Maskers, is een 46 meter lang en ongeveer zes meter hoog gebouw dat volledig met maskers van de regengod Chac is versierd, waarbij de rechtergezichtshelft van een masker alweer de linker (of omgekeerd) van de volgende schijnt te zijn. Maar dat is gezichtsbedrog. De oorring lijkt sterk op de slurf die de neus markeert (meestal alleen de afgebroken slurf).

Om de tempel die op een laag plaatform staat dat dan weer op een terras is gebouwd ligt een groot aantal stenen waarvan de oorspronkelijke plaats niet meer te reconstrueren is. Op het terras zijn een regenput en een met hiërogliefen bewerkt altaar te zien. De meeste losliggende stenen zijn bewerkt met rozetten en geometrische patronen.

Aan de achterzijde van het gebouw staan twee hoogwaardigheidsbekleders met tussen hen in gestyleerde Mayahutten en langs hun zijden gestyleerde pluimen. Een van de beelden - het andere is onthoofd - draagt een Chac masker als hoofdversiering. Na even geprobeerd te hebben of Chac geen apennootjes lust draaien we onze opgejaagde lichamen weer naar de bus toe. Het is middag. We "moeten" gaan eten.