Regeringsbeslissing

 

 

SECRETARIE

VAN DE

V.R.

Deze beslissingsfiche vervangt en vernietigt de beslissing

VR/PV/2000/20-punt 33 die u eerder werd overgezonden.

 

V L A A M S E R E G E R I N G

vergadering van vrijdag 19 mei 2000

----------------------------

 

VR/PV/2000/20 - punt 33

 

Betreft

 

Evolutie van de leefbaarheid van de woonkern Doel in de gefaseerde ontwikkeling van het havengebied in het linkerscheldeoevergebied (VR/2000/19.05/DOC.0453)

 

Beslissing

 

De Vlaamse regering beslist:

 

1. m.b.t. de "Studie omtrent de leefbaarheid van de woonkern Doel": akte te nemen van de conclusies van de "Studie omtrent de leefbaarheid van de woonkern Doel" en de vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, te gelasten kwijting te geven aan de opdrachthouders;

 

2. m.b.t. strategische planning en gewestplanwijzigingen, ruimtelijke uitvoeringsplannen:

 

2.1.de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, te gelasten de nodige initiatieven te nemen om de werkgroep "strategisch plan linkerscheldeoever" uit te breiden om een volwaardig strategisch plan voor het havengebied op de rechteroever en de linkeroever ter hoogte van Antwerpen tot stand te brengen. Het globale strategisch plan schetst de verwachte ontwikkelingen in het gebied op korte, middellange en lange termijn. Het volwaardig strategisch plan voor het gehele havengebiedgebied op de linker- en rechteroever van de Schelde ter hoogte van Antwerpen moet duidelijkheid scheppen, onder meer over de fasering en de uitvoeringsmodaliteiten van een tweede containerdok op het grondgebied van de woonkern Doel, waarbij de geplande economische

en ecologische infrastructuur in en rond het havengebied dient te blijven binnen de harde grenzen bepaald in de -Principes met betrekking tot het Strategisch Plan Linkerscheldeoevergebied", goedgekeurd door de Vlaamse regering op 25 mei 1999(VR/PV/1999/21 – punt 15),

 

2.2. de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, gelasten de werkgroep "strategisch plan haven voor de linker- en rechteroever ter hoogte van Antwerpen"

samen te stellen, waarbij zijn afgevaardigde het voorzitterschap van deze werkgroep waarneemt en de werkgroep verder bestaat uit:

1 vertegenwoordiger van de minister-president van de Vlaamse regering,

1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,

1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport,

1 vertegenwoordiger van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media,

1 vertegenwoordiger van de Bond Beter Leefmilieu,

3 vertegenwoordigers van de gemeente Beveren,

1 vertegenwoordiger van de Maatschappij voor Haven, Grond en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied,

1 vertegenwoordiger van de Intercommunale van het Land van Waas,

3 vertegenwoordigers van het Gemeentelijk Autonoom Havenbedrijf Antwerpen,

3 vertegenwoordigers van de stad Antwerpen,

1 vertegenwoordiger van de gemeente Stabroek,

2 vertegenwoordigers van de administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ),

2 vertegenwoordigers van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM)

2 vertegenwoordigers van de administratie Land- en Tuinbouw(ALT),

2 vertegenwoordigers van de administratie Milieu, Natuur-, Land- en. Waterbeheer (AMINAL) ,

1 vertegenwoordiger van de administratie Wegen en Verkeer (AWV),

1 vertegenwoordiger van de LIN-mobiliteitscel,

1 vertegenwoordiger van de administratie Economie, afdeling Europa en Economie, cel Regionaal Beleid,

1 vertegenwoordiger van de NMBS.

voornoemde werkgroep kan door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, worden aangevuld met deskundigen,

 

2.3. de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, te gelasten, op basis van het strategisch plan, ruimtelijke uitvoeringsplannen tot stand te brengen voor het gehele havengebied op de linker- en rechterscheldeoever ter hoogte van Antwerpen,

 

2.4. de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, te gelasten erover te waken dat bij de gefaseerde ontwikkeling van het havengebied binnen het linkerscheldeoevergebied een zuinig ruimtegebruik vooropstaat, waardoor de economische expansie van haven en industrie niet langer gelijkstaat met het innemen van steeds nieuwe open ruimte ten kaste van landbouw, natuur of woongebieden conform voornoemde "Principes met betrekking tot het Strategisch Plan Linkerscheldeoevergebied";

 

3. m.b.t. Doel:

 

3.1. de functioneel bevoegde Vlaamse ministers te gelasten het sociaal begeleidingsplan verder uit te voeren: gebruik maken van het sociaal begeleidingsplan kan uiterlijk tot 31 december 2003,

 

3.2. dat vanaf 1 januari 2004 de procedure van gedwongen onteigeningen geldt,

 

3.3. dat in de woonkern Doel de woonkwaliteit en woonzekerheid, via het tijdelijke bewoningsrecht, bestendigd worden tot de datum van aflevering van een bouwvergunning voor een tweede getijdendok in het kader van de gefaseerde ontwikkeling van het havengebied in het linkerscheldeoevergebied. Op basis van de verklaringen van het Autonoom Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen is de aflevering van een bouwvergunning voor een tweede getijdendok ten vroegste noodzakelijk in het jaar 2007,

 

3.4. de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, te gelasten de nodige initiatieven te nemen om de woonkwaliteit en woonzekerheid te bestendigen,

 

3.5. de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, te gelasten alle nodige initiatieven te nemen om de ruimtelijke bestemming van Doel, gelegen in het zeehavengebied (type II, voorwaardelijk type II en met tijdelijk landbouwgebruik), als juridische basis van het sociaal begeleidingsplan te bestendigen,

 

3.6. de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, te gelasten de nodige initiatieven te nemen om de stedenbouwkundige voorschriften in de lopende tweede gewestplanwijziging aan te passen en aan te vullen zodat kan worden geanticipeerd op de gefaseerde ontwikkeling van het havengebied binnen het linkerscheldeoevergebied en waardoor instandhoudings- en renovatiewerken aan de gebouwen in de dorpskern van Doel mogelijk worden, in zoverre dit geen juridische problemen schept;

 

4. inzake regionaal overleg: de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, te gelasten initiatieven te nemen om het subregionaal overleg conforrn artikel 28 van het havendecreet op te starten voor het havengebied op de rechteroever en de linkeroever ter hoogte van Antwerpenpen. Het havendecreet voorziet een adviserende opdracht ten overstaan van de Vlaarnse regering specifiek inzake de leefbaarheid van de woonkernen. Dit advies vormt één geheel met de beoordeling van het strategische plan;

 

5. in-zake sliblagunering en buffering:

 

5.1. de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, te gelasten de nodige initiatieven te nemen met het oog op de verwerving van laguneringsvelden in de Waaslandhaven, uitgezonderd de woonkern van Doel en met respect voor de tijdelijke beschikbaarheid van de landbouwgronden.

 

5.2. de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, te gelasten de specie na lagunering prioritair aan te wenden voor de fysische bouw van de volumebuffers die de harde grenzen van het havengebied op de linkerscheldeoever vastleggen,

 

Jan Kerremans, wnd. secretaris.

[Home page][Overzicht Doel Blijft][Jaaroverzichten]