Pagina 48
Terug naar de inhoudstafel
Pagina 50

















Getrokken uit den GERAARD van 4 Juni 1905.

De Koningschieting van Sint Sebastiaan

in vroeger tijden en nu.

Door Adv. ALBERT DE L'ARBRE, Stadsarchivist.


Zondag 4 Juni, is hef jaarlijksche Koningschieting in de aloude gilde S' Sebastiaan.

Te dezer gelegenheid doen wij een kijkje in 't verleden, met een vergelijkingsken op den tegenwoordigen tijd.
De Maatschappij   S' Sebastiaan beleefde en beleefd. nog eene schoone loopbaan. Hare schutters met den edelen handboog vormden, tenjare 1552, reeds vroeger misschien, eene     Souverayne Gilde, door koninklijke decreeten en privilegiën meer dan eens bevoordeeligd.
Vroeger, gelijk heden, bestond de koningsschieting. De schutter die er in gelukte drie maal vervolgens koning te zijn werd Keyser betiteld. In den goeden ouden tijd bestonden er geene titels zonder voorrechten
Niets kan beter het voorrecht des Keysers doen uitschijnen dan het hiernavolgend extrakt uit zijn rekwest van 't jaar 1705

Aan den Koninck,

Verthoont reverentelyck Philip Van Zee liefhebber ende Gulde broeder van den heiligen martelaer S, Sebastiaan, binnen der stede van Geeraertsbergen, onderhoudende den handboghe, dat gepasseerd ontrent de 18 jaren, by heeft dry jare continuerende geluckelyck en loffelyck met zynen Pyl heeft afgeschoten den Papegay genoemd den conincxvogel, door welcke dry achtervolgende jaarlycke Rysen hy bedegen en genaemt wordt Keyser, ter causen van welcke rare geschidenisse binnen de voorzyde stede gebryckt en de onde gewoonte is, dat diergelycke Keysers alsdan syn genietende vrydom van alle stadsrechten op wyn, bier, graen en alle andere accynsen ende lasten, die de burgers verobligeert syn te betaelen, breeder gementioneerd in het medegaende extract, welcke vrydom al noch tegenwoordigh wordt genoten door sieur Peeter De Cuyper, volgens dacte verleent by syne Majesteit.  (1)

Deze vrijdom van lasten was zeer belangrijk, want men gelieve te bemerken dat die gunst levenslang verleend werd, gelijk wij het uitdrukkelijk lezen in het derde rekwest door Philip Van Zee ingediend, en uit Brussel naar het magistraat van Geeraardsbergen verzonden, den zesden Oogst 1716.

De perchekeyser Peeter De Cuyper genoot reeds dezen vrijdom van accijnsen en lasten, ook bekwam Keyser Philip Van Zee hetzelfde voorrecht. Maar vroeger, gelijk heden, waren er menschen die niet konden lijden dat t zonneken in 't water schijnt Ten jare 1705, in 't slot van zijn rekwest, alsook in dat van 1715, klaagde Keyser Van Zee over de handelswijze der accijnspachters die het Koninklijk decreet overtraden, met hem te doen betalen gelijk eenen gewonen burger.


Hij vermeldt ons, in 't rekwest van 1705, een vroeger schrijven hetwelk is geegareert gebleven .

De heer Theofiel De Henau, perchekeijzer van 't jaar 1904, heeft recht van te reklameeren ! Zijne, voorgangers in 't keijzerdom, Peeter De Cuyper en Philip Van Zee, ,genoten, hun leven lang, vrijdom van lasten, en hij, Meester Theofiel, moet nog, gelijk Jan en alleman, taksen betalen op deuren, vensters, enz.

Sic transit gloria imperatoris

Hetgeen zeggen wil:

At blijft het schieten eene kunst,
Een Keijzer, nu, is zonder gunst!
________________________

(1) Deze en de andere rekwesten zijn niet vermeld. in den inventaris der stadshandvesten van Geeraardsbergen, door dHoop.