Pagina 14

GERAARDSBERGEN.
----------------

Geraardsbergen - Grammont - is een lief steedje, gelegen op de helling van den Oudenberg. De Dender verdeeld de plaats ineen boven- en een benedenstad. Het zicht op de Bovenstad is waarlijk schoone en prachtig.






















Geraardsbergen ontstond in het jaar 1068 onder de regeering van
Boudewijn van Bergen, graaf van Vlaanderen en Hehegouwen.
De stad werd gesticht op een vrijen grond , toebehoorende in Hunnegem aan zekeren
Geeraard, en mag beschouwd worden als een eerste allodiale nederzetting voor vlaamsche vorsten. Misschien wilde Boudewijn, op de grenzen zijner twee staten een bolwerk opwerpen tegen den moedwil zijner Vlaamsche onderdanen. Hoe het zij, Geraardsbergen was de eerste Vlaamsche gemeente, die een keure kreeg. Ziehier enkele bepalingen uit dit
oude wetboek.

"Al wie in Geraardsbergen erft koopt en
zich aan de stedelijke wet, volgens het
oordeel der schepenen, onderwerpt,wordt
vrij, al was hij dat vroeger ook niet.

"Elke burger van Geraardsbergen heeft het
recht de stad te verlaten en zijn woonstede
elders te kiezen, mits hij gene schulden
nalate.

"Geen burger mag gedwongen worden tot het
tweegevecht,noch tot het ondergaan van de
vuur- of waterproef.

"Wie geene erfgenamen heeft, mag zijne
goederen, zoo roerende als onroerende,
verzaken aan de kerk of aan den arme.

"Een bruger, die weigert zijne schulden te
betalen, zal, na uitspraak der schepenen,
door 's graven hulp en macht, daartoe
gedwongen worden.

"Wie een ander doodt of verminkt, zal,
buiten het geval van eigen verwering, hoofd
oor hoofd, lid voor lid gegeven."

Dank aan die keure, zegt Dr.
Moroy, bezat het ontluikend Geraardsbergen op korten tijd de drie dingen , die eigenlijk de stedelijke gemeente uitmaken: eene parochiekerk en een plaatselijk schependom, met muren en
vestingen.

        Deze waren bijzonder sterk aan de kant van Henegouw, alwaar twee stevige torens, die nog gedeeltelijk bestaan, de Pussemijn poort beheerschten en beschermden. Men noemt ze den pijntoren en den Dierenkost. In de Pussemijnstraat, derwaarts leidende stond de eerste pusseme of woekerbank, de eerste Lombard.

























        Na de nederlaag der Vlamingen te Kassel, op den 20 Augustus 1328, werden onze vaderen streng gestraft. Te Brugge en te
Ieperen alleen koos men 1400 gijzelaars.
Willem de Deken , oud Burgemeester van Brugge, stierf als martelaar den 15 December 1328. Een andere Bruggeling duidde twee mannen van Geraardsbergen als medeplichtig aan: Hendrik van Kerregem en Jan Blondeel
De genaamde
Jan La Clerc, die in vroegere jaren te Geraardsbergen een openbaar ambt bekleedde, onderteekende zijne onderwerping daags voor St. Michielsdag in 1329. Bij beleed misdaan te hebben "en ces derraines esmeutes".
        
        Tijdens de regeering van
Lodewijk van Male, heerschten er nogmaals groote onlusten in Vlaanderen: een krijg tusschen de burgerij en den adel. De Witte Kaproenen bezetten in 1380 de vier ambachten, haalden Ieper voor hunne zaak over en wonnen bovendien Dendermonde, Aalst, Ninove en Geeraardsbergen.





























        In de maand Maart van het volgende jaar werd de worsteling met nieuwen drift hernomen. Vijf krijgsbenden trokken uit Gent zich richtende naar verschillende gewesten, als wilden zij tonen dat hunne stad machtig genoeg was om over heel het graafschap
te heerschen. Die stoutmoedigheid had nochtans jammerlijke gevolgen; want terwijl de enen voordeel haalden, worden de anderen deerlijk geslagen.

        Het was in die omstandigheden, dat de
Heer van Edingen - Enghien - een neef van Vlaanderensgraaf op Zondag 7 Juli 1381
heel Geeraardsbergen verwoestte. De ingezetenen werden om hals gebracht, de huizen en de openbare gebouwen door het vuur verslonden.


Philip de Stoute teekende den 18 December 1385 een vredesverdrag, waarbij alle oude voorrechten en vrijheden niet alleen aan Gent, maar ook aan Kortrijk, Deinze, Rupelmonde, Hulst, Axel Biervliet, Dendermonde, Oudenaarde, Aalst, Ninove en Geeraardsbergen worden weergegeven en bevestigd.

Ook in 1485 en 1491 werd een groot gedeelte van de stad verwoest.

Na de plunderingen der Geuzen stonden er nog honderd drie en zestig bewoonbare huizen recht.

Geen wonder dan, dat Geeraardsbergen niet rijk is aan oude gebouwen.

Zeer merkwaardig nochtans is de Kerk van Hunnegem; deels in Romaanschen, deels in Gotischen stijl opgebouwd. Zij wordt gebruikt door Benedictijner nonnen, en werd gansch geschilderd door
L. Bert De L'Arbre, den geachten voorzitter van het Davidsfonds aldaar. Boven het altaar bewondert men de vereering der H. Maagd; elders het leven van den insteller de Benedictijnen of, zinnebeeldig, de alledaagsche bezigheden der nonnen; het gebed het onderwijs en de arbeid.

Op de Markt staat de kerk van Sint-Bartholomeus, een Gotisch gedenkstuk uit de jaren der XV°eeuw. De predikstoel is een schoon gewrocht, gesneden door
Deville. Onlangs heeft Mr. Bert den tempel prachtig versierd. De edelmoedige kunstenaar schilderde eigenhandig, ter eere Gods, het koor en de        beuken in 1896.

Den 16 Juli 1515 bracht men, uit "de prochie van sinte Martens-Lierde, zekere reliqien van den heylighen
Bertolomeus, om
die in de prochiekercke" van Geeraardsbergen te stelle, te verheffen en te eeren. De kas, waarin men die kostbare overblijfselen bewaard, is een zilveren juweel van groote waarde.

Voor de Fransche omwenteling bezat Geeraardsbergen eene vermaarde abdij, toegewijd aan St.
Adriaan. Zij dagteekende van het jaar 1081 en stond tusschen de bergpoort en de poort van Boelare. De monniken besteedden hun tijd aan het gebed, aan den arbeid en aan de studie. De kerk was groot en schoon, versierd met prachtige sieraden. In 1519 bezat zij "een stic van den heleghen Cruce, een doren van de dorne croone, een sansael van die heleghen
moeder
Anna en eenen brief van sent Johannes den Evangelist" benevens een menigte overblijfselen van heilige mannen en vrou-
wen .
J. Van Coppenholle, prelaat en abt van het klooster, teekende deze bijzonderheden in eene korte "verclaeringhe" aan.

Een pand der abdij is gespaard gebleven.

        Het gasthuis is almede zeer oud. Een steen, in den gevel gemetseld, draagt althans het volgende opschrift:
" Aen siecken ende weesen hebben zij hunne erve uytgedeeld.

Johanna, gravinne van Vlaenderen (1243)
Meester
Sechere, pbr. en Claus Gheylinc (1244)
Symoen de Ruwe (1304)
Jan van Culbrouc ende Geert syn broedere;(1406).

Meer dan eene nijverheid heeft Geeraardsbergen verlaten. Nog in de XYI° eeuw telde de stad tapijtwevers,lakenwevers, volders, droogscheerders en linnenwevers. Hun gildenhuis stond op den hoek, gevormd door de begijnhofstraat en de huidige Wijn-gaardstraat.

Later bloeide de nijverheid der zwarte kanten.

Hedendaags heeft Geeraardsbergen groote werkhuizen, waar men sigaren en zwavelstokjes vervaardigd.

Geeraardsbergen schonk het leven aan
Gabriel de Grupello, beeldhouwer, van wien men verdienstelijke werken aantreft in Belgie en in Duitschland;- aan Jan Hauchin, aartsbisschop van Mechelen in de tweede helft der XVI°         eeuw;- aan J. Schollaert dichter, begraven in de St.Bartholomeuskerk, voor het altaar van St. Elooi; - aan Frans Rens en Dr. R. Moroy.

Rens (1805-1874) beoefende met voorliefde de ballade, en leverde in dit vak eenige merkwaardige stukken. Wie de herleving der Vlaamsche letteren na 1830 wil nagaan, doorbladere ' s mans letterkundig Jaarboekje; wie de geschiedenis der Vlaamsche beweging wil kennen, raadplege zijn eendracht.

Dr.
Moroy, overleden te Moorsel, schreef J. David's leven en belangrijke bijdragen in het Belfort. Voor dit werk leverde hij ons bereidwillig eene menigte aanteekeningen. De begaafde man stierf in 1898.

De stad Geeraardsbergen bezit verscheidene volksscholen voor jongens en meisjes; eene muziekschool; eene nijverheidsschool eene kostschool, gehouden door de Josephieten in het voormalige klooster der Karmelieten; een bisschoppelijk college, in het oude klooster der Miniemen.

Twee genootschappen beoefenen de toneelkunde. Het St.
Pieters gilde bloeide reeds in de XV° eeuw. Ten jare 1424 reden " de ghesellen, ghewapent en te peerde, by goeden adviese voor het heleghe Sacrament in den ommegange van der processie". Na den middag "speelden sy up de maerct een spel van batailgen."

Het grondgebied der stad meet 191 hectaren. Hare bevolking is tot ongeveer 10.400 zielen gestegen.

De grote Markt ligt 33 meters boven den spiegel der zee. Weinig minuten verder rijst, breed en majestatisch, de Ouden Berg wiens hoogste punt, achter de kapel, 113 meters bereikt.



Davidsfonds 1901. Theodoor Sevens
Het boerenhol nu
Het Boerenhol
1927
De kapel op de Oudenberg
1927
De Markt
1927
Pagina 12
Tekening Steven
De Pijntoren
Tekening Steven
Terug naar de inhoudstafel
De Pijntoren
(foto KIK)
De trappen naar de
Oudenberg
Fotarchief Carlier
Page normale sans titre