(Met dank aan André Amez voor deze gegevens.)
De muziekvereniging werd in het jaar 1922 vanuit het Christen Werkersverbond Bavikhove opgericht. Toen
besloot Aloïs Coeman om, samen met nog een achttal andere muziekanten uit het dorp, een eigen muziekkorps
op te richten. Nadat ze de koppen bij elkaar hadden gestoken, werd even later muziekkorps "De Lustige Gesellen"
boven de doopvont gehouden. Aloïs Coeman werd er de eerste dirigent. "De Lustige Gesellen"
repeteerden wekelijks een tweetal uur in de bovenzaal van de herberg "Het Volkshuis" (nu "De Gilde").
In de zomer werd er bij goed weer in de graskant naast het café gerepeteerd.
Het opluisteren van de plaatselijke feestelijkheden was het hoofddoel van de muziekvereniging.
Begin de jaren dertig werd de naam van de muziekmaatschappij gewijzigd in "De Werkersfanfare".
Vanaf dat ogenblik kregen alle muziekanten een groen-zwarte kepi. Zo uitgedost nam men deel aan de grootse
jubileumviering van het ACV in Gent.
Over die periode van "De Werkersfanfare" doen enkele amusante verhalen de ronde. Niettegenstaande Georges Cattelein geen
noot muziek kon lezen noch blazen, wilde hij tot het muziek toetreden. Bij zijn eerste optreden had men een stuk kurk in
het mondstuk van zijn bombardon gestoken, dit om te beletten dat Georges valse noten zou blazen.
De Tweede Wereldoorlog spaarde "De Werkersfanfare" niet, door een bominslag in het repetitielokaal werd
er een groot gedeelte van het instrumentarium vernield. Na WO II, in 1946, nam Aloïs Coeman terug het
dirigeerstokje ter hand en werden de repetities hervat.
In 1948 werd een nieuw bestuur samengesteld met als opdracht fondsen te verzamelen. Dit om muziekinstrumenten te kopen en anderen over te nemen van de inmiddels weggedeemsterde muziekmaatschappij "De Werkersfanfare". "In 't Gemeentehuis" werd het nieuwe lokaal. Om politieke redenen kreeg de muziekmaatschappij een nieuwe naam namelijk "De Dorpsfanfare" men stelde zich onafhankelijker op tegenover de politiek. In 1948 werd het bestuur als volgt samengesteld:
Mede door de gezondheidstoestand van Aloïs Coeman kende de muziekmaatschappij, begin de jaren zestig, een
kortstondige terugval. Op 13 juli 1963 nam Jozef Verstichele de taak van dirigent over en werd André
Amez als secretaris aangesteld. Vanaf die datum kende de fanfare een gestadige aangroei van spelende leden.
In 1965 vormde zich de kern van een drumband onder kundige leiding van tamboer-majoor José Desmet.
Op 20 juni 1965 trad het achtkoppig tamboerkorps voor de eerste maal op
met 4 landsknechttrommels en 4 gewone trommels. Het tamboerkorps schreef zelf de marsen waarop men optrad.
De groep werd weldra uitgebreid tot 16 leden.
Op 24 april 1966 kregen de muziekanten van de fanfare hun eerste blauwe uniform aangemeten. Terzelfdertijd werd ook een nieuwe
vlag ingewijd.
In 1968 nam tamboer-majoor José Desmet ook nog de leiding op zich van acht mooi geuniformeerde majorettes die in
1970 waren aangegroeid tot een peleton van zestien ritmisch bewegende jonge dames die de fanfare en drumband
vooraf gingen.
In 1970 was het de tijd voor een eerste uniform voor de drumband. Het werd de "Che Guevarrastijl":
witte broek, rode vest en zwarte muts. Tevens nam Patrick Maes de leiding van de drumband over.
In 1973 vierde men het zilveren jubileum als "Dorpsfanfare". Het korps telde toen 38 spelende leden,
16 leden in het trommelkorps en 16 majorettes.
Op 27 december 1973 mocht de fanfare de titel "Koninklijk" dragen. Als "Koninklijke Dorpsfanfare" voelde
men zich gesterkt om op 2 april 1973 deel te nemen aan het 31ste Provinciaal Muziektornooi
voor derde afdeling en nog niet gerangschikte korpsen. De "Koninklijke Dorpsfanfare" organizeerde dit tornooi
in de toen gloednieuwe sporthal. Het was de eerste culturele manifestatie in de
sporthal. Het muziekkorps onder leiding van dirigent Norbert Vergalle werd onmiddellijk opgenomen
in tweede afdeling.
Norbert Vergalle werd dirigent in 1973 en bleef dit tot het jaar 1978. In 1979 werd het de beurt
van Werner Verthé om het dirigentstokje over te nemen.
De "twirl" werd bij de majorettes rond het jaar 1973 ingevoerd. Marie Claude Deconinckuit Avelgem
werd nu de tamboer-majorette en tevens de instructrice van de groep. Enige tijd later werd het
majorettenkorps nog uitgebreid met 22 mini-majorettes. Dit jonge geweld werd in toom gehouden en
in goede banen geleid door instructrice Monique Penez.
In 1980 werd Katia Blancke de nieuwe instructrice van de groep. Zij leidde het majorettenkoprs tot omstreeks
1989. Door omstandigheden werd even later het majorettenpeloton ontbonden.
In 1975 werd Adré Lesage de nieuwe voorzitter van de vereniging. Hij bleef dit tot zijn te vroege dood in
1979, Palmer Rosseel nam dan het roer in handen.
Tevens in 1975 kregen de tamboers terug een nieuw uniform en werd Patrick Maes de nieuwe tamboer-majoor. Fedekam
(de Federatie van Katholieke Muziekmaatschappijen) richtte regelmatig cursussen in voor tamboers en
tamboer-majoors. Deze lessen werden gretig door de leden van het Bavikhoofs tamboerkorps gevolgd.
De kwaliteit en het niveau van de groep steeg gestadig. Zo durfde men het weldra aan om deel te nemen
aan de tornooien die door Fedekam West-Vlaanderen werden ingericht.
Hieronder een kort overzicht van de behaalde resultaten:
Sedert 1990 had de "Koninklijke Dorpsfanfare" een drumband die in de superieure afdeling actief was
en zelfs vice-kampioen van België werd. De tamboer-majoor ervan werd datzelfde jaar als nationaal
kampioen gehuldigd. Door het groot belang dat die drumband in de "Koninklijke Dorpsfanfare" innam werd
besloten de naam "Koninklijke Dorpsfanfare" te veranderen in "Drum- en Muziekkorps, K.D.F. Bavikhove".
In 1991 was het weeral zover, een nieuw uniform, het derde in de reeks. De drumband en het
muziekkorps kregen ditmaal eenzelfde uniform aangemeten: rode vest, blauwe broek, wit hemd en
blauwe ronde kepi.
Sedert 1990 werd de drumband al 5 keer Nationaal Kampioen in de Superieure afdeling (in 1996, 1998, 2003,
2004 en 2005). In 2004 maakte de drumband een onvergetelijke reis naar China. Meer bepaald naar "The Forth
Shanghai Baoshan International Folk Arts Festival".
In 2005 werden ze 2de tijdens het indoor-concert van het Wereld Muziek Concours
te Kerkrade en behaalden ze ook zilver voor marsparades en showwedstrijden.
Tijdens "The Masters of Percussion" op 1 april 2007 te Gent, behaalden ze de eerste plaats.
Minder goed ging het voor de fanfare: wegens de niet deelname in 1994 aan het provinciaal tornooi
werd men terug opgenomen in tweede afdeling.
Het werd nog erger op 30 april 1995 in het provinciaal tornooi in Diksmuide werd het korps, mede door
de zwakke bezetting van de bassectie, gedegradeerd naar derde afdeling. Op 30 mei 1996 werd het korps
geschrapt uit de derde afdeling wegens de niet deelname aan het provinciaal tornooi. Palmer Rosseel,
ere-bestendig afgevaardigde van de provincie West-Vlaanderen, durfde toen de hoop uitspreken dat men
weldra via de deelname aan de provinciale tornooien terug een goede klassering zou verwerven.
In januari 2003 legde Palmer Rosseel zijn rol als voorzitter neer, maar hij blijft zich nog steeds actief
inzetten voor vereniging als ere-voorzitter. Erik Duchi werd feestelijk als nieuwe voorzitter aangesteld.
Het tegenwoordig bestuur bestaat uit: