Het
onvergankelijk zaad
P.G. Buckinx
Leer
mij dit land beminnen of verachten
mijn
trotse torens waar de herfst in klaagt,
mijn
kathedralen, ruinen, heuvelen en grachten,
mijn
golvend zeeschuim waar de wind in jaagt.
O
land van zon en storm, waar de onterfden dwalen,
melaats
en uitgehold, verzuurd van wrok en spijt.
De
wolken drijven toe, ik zie Gods schaduw dalen
over
mijn somber land dat in de nacht verglijdt.
Maar
door de wortelgrond van onze nederlagen
en
door het striemend zeer dat ons de roede slaat,
breekt
altijd weer opnieuw het onverganklijk zaad:
het
donker smeulend vuur dat 't leven nooit verraadt.
|
Kerstmis in Doel
Jozef Cesterlynck
december 2001
Wij zullen het nooit vergeten.
Ons kerstconcert in het kleine Doel;
Het vredige dorp aan de Scheldeoever.
Zijn naam geeft ons een wrang gevoel.
Geofferd, verkocht aan het groot kapitaal;
Industrie krijgt steeds voorrang op mensen.
Geldgewin, dat nooit rekening-houdt,
Met die mensen hun innigste wensen.
Mocht Kerstmis ook hier de vrede brengen,
Die bitterheid uit ons hart doet verdwijnen.
We hopen, we bidden dat het tij ooit zal keren,
Dat het licht van de stal over Doel mag schijnen.
|
Wonen in Vlaanderen
Ludo Dirks
Mijn stek was Ruisbroek, aan de Vliet,
Daar brak de dijk, met groot debiet,
Ik verhuisde, naar Rupelmonde,
Daar, liep hij over, wat een zonde,
Dan maar naar Merksem, aan het Schijn,
Dat zat vol slib, wat een venijn,
De maat was vol, ik kocht in Doel,
Dat moet nu verdwijnen, wat een boel,
Maar in Vlaanderen, geen nood,
Nu. woon ik veilig, op een boot...
Zijn naam: "De zandzak"
|
Verwoesting
Auteur onbekend
De aarde hebben we misbruikt,
grond, water, bos en bomen.
De vrucht smaakt wrang, noch bloem die ruikt,
Naar 't land waar kinderen van dromen.
Wat geven we een kind nog mee
Behalve dan geweld of kogels ?
Niet eens het zuivere zout der zee,
Noch 't fluiten van de vogels.
Maar wel vergif en wapenkruit
en haat die overal kan passen.
Sinds nu doven de lentes uit
't ontkiemen van gewassen.
Belofte wordt meer ongeduld !
Voor hen geen toekomst meer bewaren.
Zijn wij dan toch die grootse schuld,
bedriegers en barbaren ?
|
Wat is er van de nacht ?
Uit : Papieren vogel op de hand (1971)
Herwig Hensen
Deze aarde, wij hebben ze opgebruikt:
grond, wateren, beemden, bomen,
de vrucht die smaakt, de bloem die ruikt,
en 't land waarvan wij dromen.
Wat geven wij onze kinderen mee
behalve spreuken en kogels?:
niet eens het zuivre zout van de zee
en 't zingen van de vogels.
Maar wél het gif en het haastige kruit,
en haat die alom kan passen
Sindsdien doven de lentes uit
en dorren vroeg de grassen.
Belofte slaat voer in ongeduld
voor wie geen hoop meer bewaren.
Wat zijn wij onder zoveel schuld?:
bedriegers of barbaren?
|
Iemand stelt de vraag
(tweede deel van het gedicht)
Remco Campert
(tweede deel van het gedicht)
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals een storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in z'n kop krijgt
zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud
zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die de sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen |
Jagersrust
Kees Steketee
Vereniging Redt de Kaloot
Het doel is Doel
Een kennismaking
met een dorp in de verdrukking
De toegang met
bouwterreinen en lege vlaktes
Geeft een raar
gevoel
Wat kun je nog
verwachten
Maar toch mooie
huizen en een idillische kerk
Is dit Doel, dat
moet verdwijnen?
Leuke cafeetjes en
vrolijke mensen.
Zelfs een kermis en
dan de Schelde en de molen
Dit kan niet waar
zijn
Café Restaurant
"de Jagersrust" ligt er verlaten bij
Door gebroken glas
wappert vitrage
Het roept om hulp
Een verder terras
zit vol
De mensen drinken
hun glaasje
Bewust of onbewust
van hun doel
Wielrenners maken
zich klaar
Winnen of verliezen
het lijkt niet belangrijk
Maar ze beginnen
aan hun strijd
Strijd dat is echt
Doel
Een deel van je
leven, je hele leven
Je vecht er voor,
je kraakt er voor
Een dorp met een
nieuw elan
Het is je hele
leven, de zin van het leven
Onzin genoeg, lege
dokken en havens
Onteigeningen,
bedreigingen, huis en haard
Waarom die
onzekerheid, die verwarring
Die mooie polders,
die boerderijen, die eindeloze fietsers
Zijn die nu allen
wakker?
Wie slaapt er noch
met deze zin en onzin?
Slapen kan pas weer
Als de gasten uit
de Jagersrust zijn uitgerust
En de vitrage weer
netjes achter het glas hangt.
|
Bezoek aan Doel
5/11/2005
John Ettema
Stichting Behoud Buitengebied Moerdijk
SBBM ging met en bijzonder gevoel
Op bezoek bij haar collega's vandaag in Doel
Beide goed georganiseerde groepen
Voelen zich tot actie geroepen
Twee groeperingen werken voor het goede Doel
Dat geeft voor de buitenwereld weer eens "smoel"
Doel, het dorp aan de Scheldedijk
Voelt zich al jaren negatief te kijk
Men vecht daar, oor een plek aan het water
Maar voorlopig wordt dit tegengewerkt en voelt als een kater
Daardoor is Doel al voor de helft geslonken
En lijkt het bij de overheid al beklonken
Maar schijn bedriegt, de actie bereidheid is groot
De Doelenaren zetten zich in tot aan hun dood
Wij hopen dat dit niet zover zal komen
Dat Doel blijft bestaan, waar men rustig kan dromen
Regering en provincie luister naar ons geluid
Laat staan ons "Doel": over en uit! |
Ons dorpje
Eduard Smet
In het dorpje waar ik geboren werd,
en waar iedereen, iedereen kende,
waar moeder mij als kind verwende;
de straat was ons paradijs,
maar nu lijkt alles grauw en grijs.
Geen dorpje op deze aarde,
is voor mij van zoveel waarde
als mijn dorpje aan de Scheldekant,
waar ik mijn hart heb aan verpand.
In het dorpje waar mijn ouders de grond bewerkte,
waar de vogels in het riet, en de haan de dag opriep,
waar ze God dankte voor hun dagelijks brood,
en vredig hun oude dag beleefden,
en hun dorpje trouw bleven tot in hun dood.
Wij vergeten niet het verleden.
Maar! Denken aan de dag van heden,
en vechten voor de dag van morgen,
om te houden, waar wij bouwde,
voor ons dorpje aan de Scheldekant.
Ons dorp heeft veel te lijden,
door de moderne tijden,
wij vroegen er niet om,
en zullen ervoor strijden,
of ge mij gelooft of niet,
uit dat dorpje krijgen ze ons niet!
|
De Polder
C. S. Adama Van Scheltema
Polder met jouw witte wegen
En jouw sloten aan den kant,
Met jouw wijde, allerzijde
Vredig bloeiend waterland,
Met den droomerigen zegen
Van jouw welig zachte vee,
Voel ik mij jouw ziel genegen,
Deelt hij zich de mijne mee.
Polder
met jou ben 'k verwant:
Wij zijn dingen van een land!
Polder
- van de duinen dalen
Weer mijn voeten naar jouw kant -
Ach wat restte mij ten leste
Dan jouw kleine waterland!
Dan
te droomen en te dwalen
Door de bloemen van jouw wei,
Dan te leven en te stralen -
En te sterven zooals zij!
Polder
met jou ben 'k verwant:
Ziel van 't eigen lieve land!
|
Ik vraag me af
uit GVA, 15/06/1999
A.J.Francx, Antwerpen
Ik vraag me af met welk schijnheilig
spel
men hier in België bezig is.
Al meer dan twee maanden
medelijden
opdringen langs de media
voor Kosovaren die uit hun huizen worden gezet
en hier naast de deur wordt een heel dorp vernietigd.
Waar ligt het verschil?
Ik vraag het mij af.
Servië werd plat gebombardeerd, Doel
wordt verdronken.
Waar is dat bestuur hier nu eigenlijk mee bezig?
Zoals bij Hitler, in naam van het
Germaanse ras,
al de rest kapot moest,
zo moet hier in naam van de vooruitgang
alles worden vernietigd.
Wat gaan we later aan onze kinderen
zeggen;
Ik was erbij en ik keek ernaar?
Geen zinnig mens kan dit aanvaarden!
|
Het Doel voorbij
Lutgarde Lievense-Nauts, Zoutelande (NL)
Vol vertrouwen
klinkt de kerkklok
terwijl de malle
molen draait
en de tijdgrens
ongenadig nadert.
Scheldepolders
schreien
mensen huilen.
Onnozele hunkering
naar troost.
Schaduwspel van
schepen
wijst Doel de
wrange weg
naar de ondergang.
Wat is een mens nog
waard
dat hij zal moeten
vertrekken
van huis en haard?
Wat is de waarde
van een dorp
dat de vervlogen
eeuwen
levend begraven
moeten worden?
De levensader van
Antwerpen lokt en lonkt.
God nog aan toe:
hoe kan iemand ooit
zichzelf dit
onvergeeflijke
vergeven?
|
|