Vaate Van der, Van de Va(a)ten Bij de Va(a)te, Van der Vaet, Vervaat, Verva(e)t
Familienaam naar de plaatsnaam 'vate': drinkplaats voor dieren, openbare waterput.
1169 Thomas de Vate - Zeeland (GN).
Vacher (de), Vackier, Vacquier
Beroepsnaam van de vacht/huidverkoper of van de ploter: hij die de wol
van de schapenvacht afsteekt/afschraapt.
Vadder(e) De Familienaam uit het Middelnederlandse vadder: doopvader, geestelijke vader.
Vader(s), De Vaere, De Vare, De Vaert, Devard
Bijnaam voor de vader om hem te onderscheiden van de zoon die dan meestal dezelfde doopnaam. Als familienaam ging hij dan over op andere kinderen.
Op dezelfde manier ontstond ook de familienaam Zoon(s), ...
1189 Isa Vader (GN 308). 1398 Symoen de Vader - Tielt (Debr. 1970, 451).
Vaek van, Van Va(e)ck, Vervaek(e), Verva(e)ck(e), Vervaekt, Vervackt, Vervaque, Vervalcke, Vervarcke
Familienaam afgeleid van de plaatsnaam 'vake' = vlechtwerk als afdamming in een beek. Deze plaatsnaam komt op verschillende plaatsen voor.
Vael, Vaele(n), De Vaal, Falewee
Bijnaam: vaal (bleek), blond.
Va(e)ren(t) Van der, Van de Varent,
Van der Vaere, Vervaeren, De Tervarent
Familienaam uit de plaatsnaam (ter)
Varent: plaats waar varens groeien. Wellicht ergens in Limburg
en mogelijk in Tremelo (Vlaams-Brabant).
(van) Vaernewijck, (van) Vaernewyck, (van) Vaerenwijck, -yck, Van Vaerenewijck, -yck, (van) Varenwyck, -yck, (van) Va(e)rewijck, -y(c)k, Vaerwyck, Varnewyck
Familienaam afgeleid van de plaatsnaam Varenwijk. Deze plaatsnaam komt o.a. voor in Bavikhove, Zevergem, Gent.
Vaes, Vaas, Vaes(s)en(s), Vase(n), Vaas(s)en, Vahsen, Vas(s), Vasse(n), Voos, Voose(n), Voois, Vooijs, Voes(en), Vossen, Voest, Vo(e)z, Vohs(en), Vose, Vause, Vos(h)en,
Faas(se), Faes, Faase(n), Facen, Faassen, Faes(s)en, Fasen, Foes
Patroniem (verkorting) uit de Latijnse heiligennaam Servatius
of Bonifacius.
Vairet, Vairé, Veyret,
Waayeret
Naam uit het Oudfranse vairet: gevlekt,
gestippeld. Bijnaam naar één of andere lichamelijke eigenschap
(huid - haar - hande - ...).
Val, Vaux, Veau(x), Leva(l), Levaz, Levae, Levau(x), Leveau(x), Levay, Levo, Levo(o)z, Lévo(z), Deleva(l), Delval(le), Delvael, Delva(e), Delvas, Dalva, Delvaen, Delvau(lx), Delva(u)x, Delveau(x),
Dellevaux, Delvo(o), -ou(x), Deval(le), De Vaal, Devau(lx), Devaud, Devault, Dev(e)au(x), Desv(e)aux, Devo, Deve(e)uw, Duva(l), Duvael, Duvau(lt), Duvaux, Duveau
Familienaam uit de zeer verspreide plaatsnamen: Val, Vaulx, Le Val. Dit betekent: dal.
Valck(e), Valckx, Valcks, Valkx, De Valk(e), De Valck, Valcq, (de) Valque, Falck, Falcq, Falek, Falque(s)
1. Beroepsnaam van de valkenier.
2. Patroniem uit de Germaanse voornaam Falco: valk.
Valenberg Van, Valenberghs, Valemberg
Familienaam uit de plaatsnaam Valenberg (s' Hertogenbosch, Veluwe).
Valentijn(s), -t(e)yn(s), -tin(e), -tini, -tiny, -tino, -tim, Valantin, Falentin, Fallent(h)eyn, -thein
Patroniem uit de Latijnse heiligennaam Valentinus.
Valet, -ez, Vallet, -ez, -ey, -es,
Vaulet, Varlet, -ez, -ey, -é, Warlet, -ez, Leva(r)let
1. Naam uit het Oudfranse va(r)let:
jongen, knaap, page, schildknaap, leerjongen.
2. Zie ook Vaulet.
Valgaeren, Valgaer(t)s
Familienaam uit de
Oudmiddelnederlandse plaatsnaam (verspreid in Limburg) valgader:
valhek (Valveken betekent zowat hetzelfde).
Valkenaar, -aars, -aert, -eere,
-e(e)rs, -eire, Valekenaers, (de) Valckenier, Val(c)kenier(s), -aers,
Valckeneers, -eire, Falgoneer, (de) Val(c)kenaere, De Val(c)keneer, De Valkener, De
Valckenaers, Walkenaere, Valquenart, Wal(c)kenier, Velkeneers, -er,
-iers, De Walkeneer, Devalkeneer, Wolkena(e)r, -er
Beroepsnaam van de valkenier: degene
die met de zorg voor de afgerichte valken belast was.
Vallé(e), Valée, Val(l)ee, Vallez, Vallaey(e)(s), Lavallé(e), -ée, Lavalée, -ee, Lavalley(e), Lavalaye, Delevallée, De la Vallée, De Laveleye; Delaveleye, Delevallé(e), -ez, Delvallée; -ee, -ez, -et, -ey, Devallé(e), Devalet, Deval(l)ez
Familienaam uit de verspreide plaatsnaam vallée: dal, vallei.
Van Aarle: zie Aarle.
Vanbergen: zie Bergen.
Van Bockhaven: zie Bockhaven.
Vandekerkhove: zie Kerkhof.
Vandecappelle:
zie Capel
Vandekeybus: zie Keybus.
Van de Merlen: zie Mergel.
Vanden berghe: zie Berg.
Van den Broek: zie Broeck.
Vanden Brugghen: zie Brugge.
Vandenbussche: zie Bos.
Van de Peer(e): zie(van de) Perre.
Vandeputte: zie Put.
Vander Elstraeten: zie
Elstraete.
Afgeleid van 'hof' = hoeve. Beroepsnaam voor een boer of landbouwhelper. Als vergelijking: bv: Huffmeier of Hüffmeier betekent hoevebezitter.
De oorspronkelijke schrijfwijze is moeilijk te achterhalen omdat het een inwijking in Amerika betreft waarbij op dat moment geen vaste
schrijfregels bestonden.
De oorspronkelijke Hoefman, Hoffman bevestigen alleen maar dat er een verband is met 'hof' of 'hoeve'. Het (huidige) land van oorsprong vinden is
nog moeilijker.
Op het moment van de emigratie 'Peter Stuyvesant' lagen schrijfwijze/landverwantschap en uitspraak van het 'Duits' en het 'Nederlands' nog veel
dichter bij mekaar dan nu.
Met zekerheid kan je dus zeggen dat de afkomst uit het 'Germaanse' taalgebied is. De aanwezigheid van 'hüff', 'hoff', 'hofment', ... ondersteunen
echter dat het Duitse taalgebied iets waarschijnlijker is. Zekerheid kan alleen verkregen worden door zeer grondig stamboomonderzoek, voor zover dit lukt uiteraard.
Van der Kuylen: zie Kuylen.
Vandermersch: zie Meersch.
Van der Sijp: zie Zyp.
Vanderwielingen:
zie Wilgen.
Van der Zaan: zie Saen.
|
Van der Zanden: zie Zand.
Van de Voorde: zie Voorde.
Van de Wauwer: zie Wouwer.
Vandoorne: zie Doorn.
Vaneessen: zie Eessen.
Van Eetveld, -t, -de: zie Heetvelde.
Van Gyseghem: zie
Gyseghem.
Van Heusden: zie
Heusden.
Van Hevele: zie Nevel.
Van Hiel: zie (van) Hiel.
Vanhoey:
zie Hoey Van.
Van Hoofstadt: zie
Hofstadt.
Van Impe: zie Impe.
Van Kesteren: zie Kesteren.
Van Krieken: zie
Grieken.
Van Laecke: zie Laak en Laken.
Van Langenhove: zie
Langenhove.
Vanlerberghe: zie Lerberghe.
Van Loon: zie Loon.
Van Maren: zie Maren.
Van Meel: zie Merlen, Mele.
Van Meerbeeck: zie Meerbeeck.
Van Mol: zie Mol.
Van Mourik: zie Maurik.
Vanneste: zie Neste.
Van Oeveren: zie
Oevelen.
Van Ongevalle: zie
Ongeval.
Vanopdenbosch: zie
Opdenbosch.
Van Plateringen: zie
Platerink.
Van Raam: zie Raam.
Van Raan: zie Raan.
Van Roy: zie Rode.
Van Saene: zie Saen.
Vanslembrouck: zie
Slambrouck.
Van Steerteghen: zie Steerthegem.
Van Unen: zie Nuenen.
Vanoorenberghe,
Vannoorenberghe
Naam uit ooren (=
hoorn), +
berghe.
Van Waes: zie Waas.
Van Wiele: zie Wiele.
Vanwildemeersch: zie Wildemeersch.
Van Wilderode: zoe
Wilderode.
Van Eylen: zie Nijlen
(van) en Heylen (van).
Vanzulpere: zie Zurpele.
Varenberge Van, Van Varenberg(h), Van Vaerenberg(h)(e), Van Vaerebergh, Vaerenberg(h), Van Va(e)remberg, Van Varembergh, Varenberg(hs), Wahrenberg
Familienaam afgeleid van de verspreide plaatsnaam 'Varenberg': berg waarop veel varens groeien.
Varga(s), Vargaz
Varga is Hongaars en betekent dan
schoenmaker (beroepsnaam).
Varga en vooral de andere varianten
zijn ook Spaans/Portugees komend uit de gelijknamige plaatsnaam
of uit de algemene plaatsnaam varga (die zowel nat weiland, een
klein huisje of een steile heuvel betekent).
Wanneer de naam buiten
Hongarije/Spanje/Portugal voorkomt is het soms moeilijk om de
oorsprong te bepalen.
Vastenavont, Vastenavond(t)
Bijnaam voor een (vastenavond)
feestvierder.
Vastenhou(d)t (van),
Vastenhoud, Vastenhouw, Vastenholt, Vastenhold, Van Fastenhout,
Vastenau(w), (van) Vastenou, Vastenouw, Fastenau
Naam uit de plaatsnaam Vastenhout (Vasten
-wellicht eigennaam (uit Vaes/Faes ?) + holt).
Plaats nog onbekend (ergens in West- of Centraal-Nederland).
Vastenbind; Vastbinder(s): zie
Fassbender.
Vaster(s)haeghe, Vastersaegher, Vastersavendts, Vastesagher, Vastesaeg(h)er, Waestersaghen, -em, Wastersaeghen, Wasterzak
Familienaam uit de plaatsnaam Vasterhage, wellicht in Geeraardsbergen.
Vastman(s), Vastemans Patroniem uit een Germaanse Vast-naam (zoals bv Festraets, Westra, ...).
Vastrade, Vastrat,
Verstraet(e), Vestraets, Fes(s)traets, Fest(e)raerts,
Festrate, De Faestraets, De Foestraets, Wa(e)straete,
Wastrat, Westra(de), Westraete, Westaedt, Faster,
Vasters, Vester(s), Festers
Patroniem uit het Germaanse
fast-rêd.
Vaulet, Val(l)et,
Val(l)ez, Valley
1. Naam uit het Oudfranse
val: dal.
2. Zie ook Valet.
|