Hobe(e), Hobbe, Hobbs, Hopp(e), Hoeppe
Patroniem uit de Germaanse voornaam Hubrecht.
Hobbelink
Patroniem uit Hubrecht. Zie daar.
Hoberg, Hooberg(h)s, Hooiberg, Hooy-,
Ho(o)berg(h)s, Ho(o)ij-, Hoybergen, Hoeyberghs, Oberg(e), Van Hauberg,
(van) Hoeberg(h)en) 1. Familienaam uit de plaatsnaam Ho(ge)bergh in Reet (Antwerpen) en Zulzeke
(Oost-Vlaanderen, Hoberg in Bakel en Zon (Noord-Brabant) en Hooiberg
(dit wellicht ook uit hoge berg) in Oostmalle (Antwerpen). 2. Familienaam uit de plaatsnaam Opbergen of Obberge.
3. Er zijn ook diverse Hoberg in Duitsland.
Hobus(ch), Hoebus, Van Ho(e)bost, Van
Obost, Obus
Naam uit de plaatsnaam Hobos(ch): hoog bos, een
naam die op vele plaatsen voorkomt.
Hochstein, -steyn, Hoogesteyn, -steijn,
Hoogsteyn(s), -steijns, -stijn(s), -styn(s)
Naam uit de plaatsnaam Hoge
Steen, bvb in Kortemark en Kachem
(West-Vlaanderen), Hochstein (Reinland-Palts, Noordrijn-Westfalen en
Beieren).
Hocquet, -ette, -ez, -é, Hoquet, -ez, Houquet, -es, Hockett, -é, -ay, Hoket, Ocquet, Ocket
1. Bijnaam uit het Oudfranse hoquet: schok, stoot, twist, valstrik, haak, kapmantel.
2. Patroniem uit de Germaanse knuffelnaam Hucco of Occo.. Uit Odger.
(van) Hoebeke, (van) Hoebee(c)k, Hoebe(c)k, Hoebecke, Oebbeke, Hoebecq, Hobeck, Hubeek
Familienaam uit de plaatsnaam Hoebeke: hoge beek.
Hoeberg(h)en (van)
Familienaam uit de plaatsnaam Hoeberg(en): hoge bergen. Zie verder
Hoberg.
Hoeboer
De
kinderen van ene Mathias Hophouwer uit "Beieren" (volgende
akte van ondertrouw d.d. 19.07.1710 in 's-Hertogenbosch) worden vermeld als Hoeboer
of een variant daarvan (med. Hilly Hoeboer). Hophouwer is dan wellicht de weer
verbasterde basisnaam met als oorsprong: hopbrouwer (brouwer van
hoppebier).
Hoed (den), (de) Hoet, D'Hoe(t), D'Hoedt, Hoedt(s)
1. Bijnaam naar de drager van het hoofddeksel of beroepsnaam naar het beroep van hoedenmaker. Of mogelijk ook bijnaam naar het uithangbord van huis of bedrijf.
2. In
Nederland is minstens één familie waar de naam teruggaat op
(schapen)hoeder.
Hoeden Van der, Van Hoe, Van Hoo, Van Hou
Naam uit de huisnaam Ten Hoede: in de hoed.
Hoef (de), Houf
Beroepsbijnaam van de hoefsmid.
Hoefman(s), Hoofman(s), Hofman(s),
Hoffeman(n), de Hoffmann, Hoffman(n)(s), Hofment, Offman
1. Afgeleide van familienamen als Van
Hoof, Van der Hoeven, Van den Hove (= van de hoeve) of
2. Beroepsnaam: hofdienaar, hoveling, landbouwer, tuinman, hofmeester.
Hoefnagel(s), -naegels, Hoevena(e)g(h)el,
Houvena(e)g(h)el, Houwena(e)ghel
Beroepsbijnaam van de hoefsmid.
Hoef(s), Hoes
Varianten van Hooft. Zie daar.
Hoegaerden Van, -ga(a)rden, Van Hougardine
Familienaam uit de plaatsnaam
Hoegaerden (Vlaams-Brabant).
Hoeght Van der, Van der Hoeft, Van Heugten,
Van Hoog(h)ten, Van Hoften, Verhogt, Verhocht, Ver(h)oft, Verheugd,
Verhuyght, Verhuyt, Verhuyck
Naam uit de Middelnederlandse plaatsnaam hogede,
hoochte, hoch, hucht: hoogte.
Hoek(e) Van den, Van (den) Hoeck(e), Van der Hoek, Van den Hoecq, Van (den) Houck(e), Van den Hock, Verhoeke, Van Houche, Van Ouche, Van den Ouc, Van Nouque, Hoek, Hoeck, Houck(e),
Hou(c)que
Familienaam afgeleid van de zeer verspreide plaatsnaam 'hoek'.
Hoen, Hoën, Ho(e)ns, Huens, Oms, Oen
1. Bijnaam uit hoen, kip. Bijnaam naar
gedrag of beroepsbijnaam.
2. Patroniem uit de Germaanse naam
Huno.
Hoeve(n) Van (der), Van den Hoeven, Van der Ho(u)ven, Houven, Van der Oeven, Terhoeven, Van der Hoef(f), Van der Hoff, Vandrouf, Verhoeve(n), Veroeven, Verhoven, Verove(n), Verhoef(f)
1. Familienaam naar de zeer verspreide plaatsnaam Hoeven = boerderij, hofstede.
2. Zie ook bij Hoefman.
Hoevenaar(s), -aers, Huvene(e)rs, Huyveneers
Beroepsnaam uit het Middelnederlandse 'hovenare': tuinman, hovenier, maar ook pachter, bewoner van een leenhof.
Hoey Van, Van Hoeye(n), Van Hoeij(en), Van Hoy(e),
Vanhoey
1. Familienaam naar de plaatsnaam Hoei:
Huy.
2. Zie Van Ooyen.
Hoeylaerts, -aerds, Ho(o)ylaerts, Hoyelaerts
Familienaam uit de plaatsnaam Hoeilaert (Vlaams-Brabant).
Hoeyveld(t) Van, Van Hoeyvelt, Hooiveld, Van Hooveld,
Van Hoovels, Hoogveldts,
-velts, -velst, Hoovelts
Naam uit de verspreide plaatsnaam Hogeveld, Hoogveld:
hooggelegen veld.
Hofenboom, Hoffenbom
Familienaam uit de plaatsnaam Halvenboom
in Uedem (Noordrijn-Westfalen).
Hofman: zie Hoefman.
Hof(f)meister, Hof(f)meijer Beroepsnaam uit het Middelhoogduits Hovemeister: opzichter van de hofhouding, over het hof, de hoeve. Ook hofmaarschalk, tafelmeester.
Hofsta(d)t Van (der), Hoffstadt, Hofstad, Van Hoofsta(d)t
Familienaam uit de verspreide plaatsnaam Hofsta(d)t, variant van
hofstede: plaats met en hoeve. Er is o.a. een
Hofstade in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant.
Hofstede (van der), Hofstee, Verhofste(de), Verhofsté, Hoffstedde
Familienaam afgeleid van de zeer verspreide plaatsnaam 'hofstede' = plaats met hoeve, boerderij.
Hofte Ter, Ter Höfte
Familienaam die afkomstig is uit de
huisnaam/plaatsnaam Ter Hofte, Ter Hooft (omheinde ruimte, hoeve).
Mogelijk uit Twente afkomstig.
Hoge, Hogge, Hogh, Hoog(h)e(n), Oog(h)e, Hoe, De Hoog, De Heug, De Hooghe, D(e)hoe, De Hoe(y), Dhoog(h)e, Dhoogh, D'Hoog(h)e, d'Hoogh(e), D'Hoe, D'Hoey(e), Dhoey, Dooge, Doggh(e), D'Ooghe, Soog(h)en, Soeghen 1. Bijnaam uit het Middelnederlandse hooch: aanzienlijk, voornaam, edel, ridderlijk.
2. Mogelijk ook een bijnaam voor iemand met een opvallend oog/ogen.
Hogenboom, Hoogenboom
Familienaam uit de plaatsnaam Hoogboom in Ekeren,
Hogenboom in Stabroek (Antwerpen) of ...
Hoimans, Ho(o)yman(s), Hooijmans, Hoeymans,
Hoeijmans, Heuimans
1. Beroepsnaam van de hooikoper of de hooier.
2. Brabantse vorm van Hoedemans: beroepsbijnaam
van de hoedenmaker.
Hoker De, D'Hoker(s), Dhoker(s), Dokers,
D'hoe(c)kers, D'Hoekers, D'Hockers, Heuker, De Neu(c)ker
Beroepsnaam uit het Middelnederlandse hoeker:
venter, kleinhandelaar. Dit naar de plaats waar de winkel zich vaak
bevond: op de hoek. Holderbeke (van), Van Olderbeke
Familienaam naar de plaatsnaam Holderbeek in St.-Maartens-Lierde en Schorisse. Holderbeek is een synoniem van het Duitse Holderbach: Vlierbeek (naar het Middelnederlandse holendere: vlier.
Hole Van den, (van) Hol, Van (den) Holle, Van (den) Hole(n),
Vandenhole, Van Hoele, Van den Heule(n)
Familienaam uit de verspreide plaatsnaam Hol: hol, uitholling, depressie.
Hol(l)emaert, Houllemare, Olimar Patroniem, variant van Almaer, naam uit de Germaanse voornaam adal-mar: adel-beroemd (hypercorrecte en Westvlaamse vorm).
Holland(s), -ande, -ants, -an(dt)s, Van Holland, Hoolands, -an(t)s, Holand, -an(t)s, Van Hoolant, -and(t), -ans, Van Olande, De Hollande
1. Familienaam naar de afkomst uit het oude Graafschap Holland. 2. Zie ook Van Hoolant.
Hollander De(n), De Holander, D'Hollander(e), -ers, Dhollande(r), -ers, Hollaender, Hollander(s), Holländer, Holender, Olender, Sollanders
Volksnaam van de Hollander, inwoner van het oude graafschap Holland.
Hollebe(c)ke (van), Van Holebe(e)ke, Hollebeek, -beque, -becq(ue),
Holbeeks, -bek, -becq, Hollebekkers
1. Familienaam uit de plaatsnaam Hollebeke
(West-Vlaanderen), in Heldergem (Oost-Vlaanderen), Boezegem (Frans-Vlaanderen)
en Hoelbeek (Limburg).
2. Of uit de waternaam Hoolbeke (Tielt), Hoelbeek (Haren),
Hollebeek (Merelbeke en Temse).
Hol(l)eman(s), Hollman(n), Hoolmans, Olemans, Holman(d)
1. Zie Van den Hole.
2. Mogelijk ook Olemans.
Hollenberg, Van Hollenberghe, Houlleberghs, Hoillebergh,
Holderberg
1. Naam uit de plaatsnaam Huldenberg
(Vlaams-Brabant).
2. Of uit de plaatsnaam Hollenberg (Gelderland, Beieren,
Noordrijn-Westfalen).
Hollet, -ez, -ey, -é
Naam uit het Oudfranse hole: hol, kleine
woning.
Hollinga, Holtinga, Hollenga, Holma, Hollema, Holma
(Fries), Holling, Holting (Frankisch),
Hollin(c)k, Hollynck, Holtink
(Saksisch), Hollen
Patroniem uit de de Germaanse voornaam Holle (zie bij
Hugo) of uit hold.
|
Hollstein, Hoolsteens, Holsteen(s), -eijn(s), -eyns(s), (van) Holstein, Holsten, Hulsteyn, Olstein 1. Familienaam van Duitse komaf uit de plaatsnaam Holstein (op diverse plaatsen: holle steen/rotsholte) en ook als streeknaam.
2. Familienaam uit de plaatsnaam Hoolsteen (holle steen) in Zonhoven.
Holsbee(c)k Van, (van) Holsbe(e)ke, Holsbeek(s), -beekx, -be(e)cks Afgeleid van de plaatsnaam Holsbeek in Vlaams-Brabant.
Holsteijn: zie Hollstein.
Holm(e) Van, Holme, Van Halme, Van Alme
Familienaam uit de plaatsnaam (H)olme: plaats waar olmen groeien. O.a. in Kortrijk en Moen.
Holm Familienaam en naam uit het
Nederduitse holm: klein eiland in zee of rivier.
Holmstock
Engels/Skandinavisch naam uit
holm (klein eiland (soms eik OF gewoon hout)) + stock (stok-hout).
Hij betekent dus zoiets als: eilandje met hout/bos
erop. Naam naar een plaatsnaam. De plaatsnaam Holm (eilandje) komt
in gans Germaans West-Europa veelvuldig voor.
Denk ook aan Stockholm.
Holst (van), Van Hoolst
Familienaam uit de plaatsnaam Holst
(Nederlands-Limburg).
Holsters
Nederduitse familienaam uit de plaatsnaam Holster
(bij Hamburg). Variant van het Duitse Holst(e): bewoner van Holstein
(wat zoveel betekent als woudbewoner).
Of uit Holsten (Nedersaksen).
Holt Van (den/r), Op 't Holt
Familienaam uit de plaatsnaam Holt (op diverse plaatsen in Duitsland
en in Nederland).
In het Nederduits en het Limburgs is holt: hout, bos.
Plaatsnaam o.a. in Bilzen en Kortessem (Limburg),
waar wellicht nog op heel wat andere plaatsen.
Holten (van)
Naam uit de plaatsnaam Holten (Overijssel
en Noordrijn-Westfalen).
Ook oostelijke variant van "Houten Van". Zie bij
Hout Van (den).
Holter (van), Hölter
Naam uit de Nederduitse plaatsnaam Holt: hout, bos.
Holterbosch, Holterbusch
Aanpassing van de Duitse familienaam Hol(un)derbusch: bos met vlierbomen. Plaats nog onbekend.
Holvoet, Hollevoet, Holvoote, Hoelvoet, Olvoet, Olvoute, Alvoet, Aelvoet, Hal(le)voet, Hael(e)voet, Alfvoet
Bijnaam naar de lichamelijke afwijking: een holle voet.
Hombroek(s), -oe(c)k(x),
-ouck(x), -ouks, -ou(k)x, -ockx, Ombrouck, Van
Hombrouck
Familienaam uit de plaatsnamen
Hombroek (Hoeselt), Hombroick (Piringen) of Hombruck
(Kerniel), allen in Limburg. Ook nog
Hombroux (Alleur - Luik).
Hommers, Hummer(s) Patroniem, Duitse en Friese familienaam uit de Germaanse voornaam 'hûn-mêr'.
Hond(t) De(n), De Hont, (den) Hand, D'Hond(t),
D'hondt, Dhond(t), D'hont, D'Houndt, Dhonte, D'Hont, Don(d)t, Honts, Honds, Ons Bijnaam als scheldwoord of een huisnaam.
Hondeghen (van)
Familienaam uit de plaatsnaam
Hondegem (Frans-Vlaanderen).
Honhon, Ho(u)ho Moeilijk verklaarbare naam. Volgens Herb.(VW 1959, 262-4) uit het Middelnederlandse hoon: gevaarlijk, verraderlijk, bedrieglijk.
Honig, Honings, -incks,
-in(ck)x, Honninckx, Houninckx, O(o)nincx, Onink,
Hoenings, -ink, Hoenig, Heuninck(x), De Heuninck,
Dheuninck
1. Bijnaam voor een zoetekauw.
Beroepsbijnaam voor een imker of honingverkoper. Of
troetelnaam.
2. Zie ook Honin.
Honin, Honnin, Hoenen, Hone,
Honnen, Honings, -incks, -in(ck)x, Hoenings, -ink,
Honninckx, Houninckx, Onink, O(o)nincx, Onyn, Onijn,
Heuninck(x), Heunen(e), Huenen(s), Hunin(k), -incq,
Hunninck, Huinen, Huy(e)nen, Huijnen, Huynh
1. Patroniem uit de Germaanse
voornaam Huno of een andere hûn-naam.
2. Bijnaam of beroepsnaam: zie
ook Honig.
Honoré, -ez, -et, -a, Honneré,
-ez, Lhonoré, Honoré, Hoeree, -ée, Hor(r)é, -ez, Horet, Onré, Hoenraat,
-aet, Honrae(d)t, Onrae(d)t, Anraet
Patroniem uit de Latijnse
heiligennaam Honoratus. Dit is wellicht de
latinisering van de Germaanse voornaam Hunradus (huni-rad).
Zie ook
Onraed.
Honsem Van, Van Onsem, -en, Onzen, Van Oncem, -en, Van Ounsem, -en, Van Onselen Familienaam uit één van de volgende plaatsnamen: Honsem in Willebringen en Sint- Martens-Bodegem (Vlaams-Brabant), in Loksbergen en Honzem in Borlo (Limburg).
Honsté Van, Van Honste Familienaam uit Van Hogenstede: hoge stede, plaats.
Hooft, Hoofd(t), Ooft,
Thoof(d)t, T'Hooft, Hoof(s), Hoft, Heuft, Höfte,
Hoef(s), Hoes
1. Bijnaam voor iemand met een
opvallend hoofd.
2. Of uit de huisnaam: in 't
Hoofd.
Hoofdman, Hooftman, Homan(s), -mann, Hoomans 1. Uit het Middelnederlandse hovet-: hoofdman, bevelhebber,
2. Variante van Hoefmans(s). Zie aldaar.
Hoofteer
1. Wellicht naam uit
hove + heer (vader, baas,
echgenoot, ...).
2. Of uit hove
+ heer (zandige heuvelrug).
3. Of..
Hoogen Van den, Van Hoegen,
Verhoog(en)
1. Naam uit de plaatsnaam Ten
Hogen (op den Hoge) in Budingen en Geetbets
(Vlaams-Brabant).
2. Of verschrijving van Van
Eukem, zie Eukem.
Hoog(e)wijs, -wys, Hogewijs, Hoogerwijs,...
Deze familienaam verwijst naar de plaats Hoogewijst in Noord Brabant, bij Heesch ten zuiden van Oss.
Hoogmartens
Familienaam uit de bijnaam hoog (groot, edel,
verheven, verwaand, hooggeboren,...) en de
patroniem Martens (zie bij
Maarten(s)).
Hoogstoel, Hooghstoel
Naam uit het Middelnederlandse hovetstoel,
hooftstoel: hoofdstel van een paardentuig.
Beroepsbijnaam voor de maker ervan.
Hoo(i)missen Van, Van Hooymissen, Van Hoijmissen, Van Hoeymissen, Heimissen Familienaam uit de plaatsnaam
Hemiksem (vroeger o.a. Heymissen).
Hooiveld
1. Zie Hoeyveld(t) Van. 2. Of
uit de plaatsnaam Hooiveld in Oostkamp en
Zedelgem (West-Vlaanderen).
Hoolant Van, Van Hooland(t), Van Hoolans, Van Olande, Hooland(t)s, Van Hoyland(t), Van Hoyland(t)
1. Familienaam uit de plaatsnaam Hogelande (Zeeland) of Hoogland (een hoger gelegen stuk land). 2. Zie ook Holland.
Hoonacker Van, Van Honakker, Van
Honacker, Van Honnacker, -a(e)ker, Van Hoemacker, Van
O(e)nacker, Vanonacker
Naam uit de plaatsnaam Hoonakker: hoge
akker. Deze lag wellicht ergens in of in de buurt van
Beveren-Leie.
Hoorde(n) Van, Van O(o)rden, Van Noorden 1. Familienaam uit de plaatsnaam horde: afsluiting van gevlochten wilgentenen.
2.Van Noorden en varianten ervan, kunnen ook komen van een woonplaats 'in het noorden van het land' (kustgebied). 3.Een oord is ook 'het uiterste punt', buitendijks gebied en kan dus ook tot deze namen geleid hebben.
Hoorebeke (van), Van Hoorebee(c)k, -beeke,
Vanhorenbeeck, Van Horebeek, -be(e)ck, Van Hore(n)beke, -beck, -beek, (van) Hoorelbe(e)ke, (van) Hoirelbeke, Hoorenbecke,
Van Hoorerbeke, Hornebecq, Vanhorebeek Familienaam uit de plaatsnaam
Horebeke (Oost-Vlaanderen - diverse),
Kortrijk-Dutsel (Vlaams-Brabant), ...
Hoornaert, Ho(o)ernaert, Hornard, Hornath, Oornaert 1. Bijnaam voor een hoorndrager, een bedrogen echtgenoot.
2.Mogelijk ook afgeleid van Hoorne, zie daar.
Hoorn (van), Van Hoorne,
Vanhoorne, Van Ho(o)ren, Van Horn(e)
Familienaam uit
Hoorn: punt, hoek.
Meestal huisnaam.
Of uit de plaatsnaam Hoorn in
Limburg en op diverse plaatsen in Nederland.
Hoorn(e), Horn(e), De Hoorne, D'Hoorne, De Horne, Dhorne, Hoorens, Hoeren(s), Horrens, Horen(s), Oren(s), Hören, Hurn,
Oreins
1. Familienaam uit de plaatsnaam of de huisnaam 'hoorn'.
2. Of bijnaam voor een hoorndrager,
een bedrogen man.
Hooyberg(h)s: zie Hoberg.
Hooydon(c)k (van), Van Hooi(j)don(c)k, Van (der) Hooydonck, Van Hoijdonck, Van der Hoydong, Houdonc(ks), -donk(s), Donckx, Van Hoeydonck, Van der Hoeydong, Hoydon(c)kx, -dongs, Van der Hoedonck, Houdoncx Familienaam uit de plaatsnaam Hooidonk in Nunen (Noord-Brabant), Retie, St.-Pieters-Lille, Zandhoven (Antwerpen), Hodonk In Zolder (Limburg), Geel, Grobbendonk, Nijlen (Antwerpen), Beveren
(Oost-Vlaanderen). Ooidonk in St.-Martens-Leerne (Oost-Vlaanderen).
Hop, Hopp(e), Hopf(f)
1.Beroepsbijnaam van de hopbrouwer,
hopverkoper of hopteler.
2. Zie ook Hobe(e).
Hoppenbrouwers,
Oppenbrouwer, Opdenbrouwer
Beroepsnaam van de hopbrouwer, de brouwer van
hopbier.
Hoppener, Op(p)ene(e)r
Beroepsnaam uit het Nederduitse Höppner:
hopteler, -handelaar.
|