Ebbelink, Ebbeling, Ebbink Inga (= van het volk van) -patroniem uit de Germaanse
voornaam Ebben, Eben, Ebel (= speer). Zie ook
Hebing. Eben(s), Ebben, Eeben, Ebend, Eyben, Eijben
Patroniem, knuffelvorm van de Germaanse voornaam Egbrecht of Eberhard. Of uit Eibert (agil-berht: Egibert).
Echelpoel Van, Echelpoel(s), Van Eggelpoel, Van Ec(c)elpoel, Van
Eckelpoel, Van Eecelpoel, Van Aggelpoel, Eggelpoels, Ekepoels
Familienaam uit de plaatsnaam Echelpoel (poel met echels (bloedzuigers))
in Bouwel, Duffel, Wommelgem, Reet (Antwerpen).
Echt
Van, Van der Hecht
Familienaam uit de plaatsnaam Echt
(Nederlands-Limburg).
Ecker, Eckers, Ekkers Patroniem uit de
Germaanse voornaam agi-hari.
Ede (van), Van E(e), Van Eeden
1. Naam uit de plaatsnaam Ede (=hede of heide), of Ede
(Eede bij Aardenburg, deze uit de riviernaam).
2. Zie ook bij Heede (van) der.
Edom (van), Van Egdom, Van Eldom
Familienaam uit de plaatsnaam Egdom in Scherpenzeel (Gelderland) of Eidum (Sleeswijk-Holstein). De familienaam komt vooral in Utrecht voor.
Ee Van, Van E, Vane
1. Naam uit de gelijknamige riviernaam Ee: water
(West-Vlaanderen, Zeeland, Friesland).
2. Zie ook Heede (van) der.
3. Zie ook Ede Van.
Eeclo(o), Van Eecloo, Ee(c)keloo,
Eeckloo, (van) Eeckeloot
Familienaam uit de plaatsnaam
Eeklo (Oost-Vlaanderen).
Eeg(h)en Van, Van Negen, Van
Heeghe, Van Heg(h)e(n)
Naam uit de plaatsnaam Egem (West-Vlaanden).
Eekele(e)rs, -laers, -laert,
Eeklaer, Eeckele(e)rs, -laert(s), -laer(s), Iekeler,
Yekeler
1. Gezien de geografische
verspreiding wellicht uit de plaatsnaam
Eeklo.
2. Variant van Eyken Van der.
Zie daar.
3. Of uit
Heckelers. Zie daar.
4. Of uit de plaatsnaam E(e)kelaar:
eikenboom.
Eekhou(d)t, -kaut(te), Eeckhou(d)t, -hout(t)e, -houd, -haut(e), -hautte, -haud(t), -haoudt, Eechhoute, -ou(d)t, -audt, -aut(e),
Hee(c)khout, Heckhout, Hee(c)khaut, Heeckhoute, Eckhaut, -hou(d)t, Ecoudt, Eeckaut, Eikenhout, Eyckenhuts, Van (den) Eekhaut, -houdt, Van (den) Eeckhout(t)(e), -Ee(c)khoutt(e), -Eeckhoudt, -oi(d)t, -(h)aut(e), -haudt, Van (den) Eechaute, -E(e)chaut, -Eechout(t)e, Van Eeckkout, Van Ecckhout, Van Eckhou(d)t, -haut, Van Ee(c)kaute, Van Eeckhaudt, Van Eechkout, Van Heeckhaute, Van Heck(h)outte, Vanékaut
Familienaam naar de zeer verspreide plaatsnaam Eekhout: eikenhout.
Eekma
Friese
patroniem uit de voornaam Eke (verkorting van het Germaanse
agi) en
ma (:
man).
Eembee(c)k,
(van) Eembeck
Varianten
van Himbeeck Van.
Eemeren
Van, Van Eijmeren
1.
Familienaam uit de plaatsnaam Emmeren in Berlingen (Gelderland),
Hoepertingen (Limburg) of Eimeren in Elst (Gelderland).
2. Er was
o.a. in Brussel een huisnaam De Emer. Mogelijk ook huisnaam.
Eena(e)me (van), Van Eenennaam
Familienaam afgeleid van het dorpje
Ename bij Oudenaerde.
Eenens, Eeninckx
Patroniem uit een Germaanse
agin- of ein (bvb. Einhard)
-naam.
Eerdekens
Patroniem uit Aerdekin (kind van),
afgeleid van het Germaanse voornaam Aart,
Arnoud.
Eerebout, Errebau, Heerebout, -baut, Herrebaut(s), -bou(d)t,
Heirbau(d)t, -bout, Heirebau(d)t, Her(e)bout, Erbout, Herbaut(s), -au(lt), Herbaux, -e,
-bost, Her(re)bosch, Hierbosch,
Erbo
Patroniem uit ofwel de Germaanse voornaam arin-balth.
Ofwel de Germaanse voornaam hari-balth.
Eersel
Van, Van Eessel, Eersels
Familienaam uit de plaatsnaam Eersel
(Noord-Brabant) of De Eersels in Zolder (Limburg).
Eessen Van, Vaneessen, Esen, Van Heesen
Familienaam uit de plaatsnaam
Esen (West-Vlaanderen).
Effelterre Van, Van Effeltaire, Van Effenterre,
Van Heffelterre, Van Huffeltaire
Naam uit de plaatsnaam Effelter in Denderwindeke
(Oost-Vlaanderen).
Er is nog een Effelter in het Frankenwald, in het
noordoosten van Beieren.
Efferen
Van, Effermans
Familienaam uit de gelijknamige plaatsnaam bij Keulen.
Egeren Van
Familienaam uit de plaatsnaam Eger in
Appeldorn (Noordrijn-Westfalen).
Egger, -ers, -ert, Eger(s), -ert,
Eggern, Hegger(s)
Patroniem uit de Germaanse voornaam
agi-hari.
Eggerick, Eggeric(k)x, Egerickx,
Eggric(k)x, Egrix, Heggerick(x), Hey(e)rick, Heijerick
Patroniem uit de Germaanse voornaam
agi-rîk.
Eilebrecht, Ellebrecht, Eilbracht
Patroniem uit het Germaanse
agil-berht.
Eilers, -erts, Eil(t)s, Eyler
Patroniem uit de Germaanse voornaam
agil-hari.
Ekkelkamp, Eckelkamp, Ekkelenkamp
Familienaam uit ekkel (eikel) en kamp (afgebakend stuk grond voor
landbouw of veeteelt). Wellicht ergens op de grens Overijssel, Drenthe,
Duitsland.
Elaut, Elaüt, Elo(o)t, Ellaut, Helaudt
Patroniem uit de Germaanse voornaam
agil-wald.
Elbers
Patroniem uit ofwel de Germaanse voornaam alja-berht
ofwel uit agil-berht.
Ofwel uit adel-berht.
Elen(s), Eelen(s), Eleyn
Metroniem
uit de Germaanse voornaam Adela, Edele, Aleit.
Elewaut, Helewaut, Helevaut
1. Patroniem uit de Germaanse
voornaam alja-wald: ander-heerser.
2. Zie ook Helewaut.
Elewijck Van, Van Elewyck
Naam uit de plaatsnaam Heelwijk bij
Heesch (Noord-Brabant).
Elfrink, Elferink, Elfferich,
Haffreinque
Patroniem uit de Germaanse voornaam
Alverik.
Eliano, Iliano
Patroniem, Italiaanse vorm van de
heiligennaam Elianus. Dit uit
Elia(s).
Elias, Eliassen, -son, Eljasz,
IIias, -az, Ilijas, -az, IIlias, Iljasch, Ilyas, Ylias,
Eliat, Ely, Hely, Hély, Elie, Eliard, -ert(s), -aert, -aer(t)s
Patroniem uit de Bijbelse naam
Elia(s).
Elisabeth, Lisabeth, Lysabeth,
Lisbet(h), Lispet, Lysbettens, Leysbeth, Leysebettens,
Van Lysbeth,
Van L(e)ysebeth, Van Lys(s)betten(s), Van
Lijs(s)ebetten(s), Van Lysenbettens
Metroniem uit de bijbelse voornaam
Elisabeth.
Elseman(s), -ons, Elsmans,
Elsermans, Helsemans
1. Metroniem uit de voornaam Else
(variant van Elisabeth).
2. Of afgeleide van Van der Elzen.
Zie bij Elzen.
Elsen(s), Elzen, Helsen(s), Helzen,
Ilsen
Metroniem, verkorte vorm van de
heiligennaam Elisabeth.
Zie ook Elzen.
Elseneer(s)
Familienaam uit de plaatsnaam Elsene
(Brussel) of uit de plaatsnaam Elsen (Noordrijn-Westfalen).
Elsmoortel, Helsmoortel, Elsemoortel,
Elzemoortel, Helmoortel
Naam uit de plaatsnaam Elsmoortel: drassige grond met
elzen. Plaatsnaam in Aartrijke, Assebroek, Oostkamp,
Sijsele en in Duffel (Antwerpen).
Elst (van
(der)), Van (der) Elst, Ter Elst, Van der Elst, Van
(der) Helst, Van der Aalst, Van der Aelst, Ver(r)elst,
Verelest, Verhelst, Verest, Voorhelst
Afgeleid van de plaatsnaam
Elst: elzenbos(je). Op diverse plaatsen ontstaan.
Elstraete Van, Van der Elstraete(n),
Vander Elstraeten, Van der Helstraete(n), Helstraete
Familienaam uit de plaatsnaam
Els(e)straat in St.-Katelijne-Waver (Antwerpen) en in
Ingelmunster (West-Vlaanderen).
Elswege Van,
Van Elseweghe, Van Elsuweg(h)e, -wège, Van
Elsuwe, Van Elsuwé, Van Elsue, -ué, -uë, Van
Helsewege, Van Helsuwe, -uwé, Van Helsuwege
Familienaam afgeleid
van de plaatsnaam Elswege = elzenweg, -paadje.
Deze plaatsnaam komt o.a. voor in Widdingen
(Limburg), Ingelmunster...
Elven Van, Vanelven, Van Halven, Elve
Familienaam uit de plaatsnaam Elleve (tussen
Baaigem en Dikkelvenne Oost-Vlaanderen), of uit
Elven (Voeren Limburg), of uit
Alfen/Alphen
(Zuid-Holland, Noord-Brabant, Gelderland) of ook
nog uit Elvene (Grimbergen
Vlaams-Brabant).
Elyn, Elijn, Eleyn, Elinck(x), Elincx, Elling
Patroniem, knuffelvorm van een Germaanse
athil-naam.
Elzen Van den, Van den
Elsen, Van den Elschen, Van (den) Elsken, Van
den Helsken, Van Elskens, Verelzen
Familienaam uit een plaats
waar veel elzen groeien.
Embrechts: zie
Imbrechts.
Em(m)anuel, Emmaneel,
Emanuel(li), Immanuel, Emanuelson
Patroniem uit de Bijbelse
voornaam I/Emmanuel.
Emmers: zie Imbrecht(s)
EN Heemers.
Emond(s), Emon(t)s, Emont(z),
Emong, Emunds
Patroniem uit de Germaanse
voornaam agi-mund.
Emsbroek
Familienaam naar het
Emsbroek in Harfsen, vroeger Laren Gld.
Emsen(s), Emsems, Empsen,
Empste(i)n, Emsten
Patroniem, knuffelvorm van de
Germaanse voornaam Immezo, dit is dan weer een
knuffelvorm uit Immo dat een knuffelvorm is van
een -ermin-naam.
Of een metroniem, uit Imma/Emma,
dit is ook een knuffelvorm uit een -ermin-naam.
Of uit de plaatsnaam Empsen
in Roermond.
Engel Van (den), Van Ingel, Van Hingel
Familienaam uit de verspreide huisnaam
Den Engel/Den Ingel (voor een hoekhuis Lat.
angelus).
Engeland Van, Van
Engelan(dt), England, Van Ing(h)elandt, Van
Ingueland, Van Ynghelandt, Van Hingeland(t)
1. Naam voor iemand afkomstig van Engeland.
2. Of naam uit de gelijknamige plaatsnaam
Engeland in Niepkerke
of Strazele (Frans-Vlaanderen) en ook in
Gelderland.
Engelborgh(s), -borgs,
Engelbos(ch), Ingelbosch, Engiboust
Metroniem uit de Germaanse voornaam
angil-burg.
Engelen, Ingels, Engels
1. Patroniem uit de Germaanse
voornaam angel-berht of een
andere angel-naam.
2. Mogelijk ook een huisnaam (In den
Inghel) of een bijnaam (zacht iemand).
Engelen Van
Familienaam uit de plaatsnaam
Engelen (Noord-Brabant).
Entrop
Naam uit de Westfaalse plaatsnaam Entrup, Entrop.
Zie ook Antrop.
Eppe, Eppen, Eppema, Epema
Patroniem, knuffelvorm uit Eppo.
Erauw: zie Heraut.
Erdeghem Van
Familienaam uit de
plaatsnaam Eerdegem in
Baardegem
(Oost-Vlaanderen).
Eriks, Eric(x),
Iriks, Erich(s), Eris, Eriksen, Ericsen,
Eriks(s)on, Erichson, Erichsen
Patroniem uit de
Germaanse voornaam
Erik.
Ermengem Van, Van
Ermengen, Van Ermingen, Van Ermegem
1. Familienaam uit de
verdwenen plaatsnaam Hermengem in de
buurt van Gavere (Oost)Vlaanderen),
2. Uit uit de
plaatsnaam Hermelgem (Oost-Vlaanderen),
3. Of uit de
gelijknamige en verdwenen plaatsnaam
ergens in Vlaams-Brabant ?
Ermgodts, Armgodts
Patroniem/metroniem uit
Ermengudis of
Ermengaut.
Erna
Waalse variant van
Aernout(s).
Zie daar.
Erno(t)s, Ernon,
Ernotte, Arnone
Patroniem/Metroniem,
knuffelvorm van de Germaanse voornaam
Arnoud (arn-noud).
Ernst, Ernest(e),
Ernes, Ernès
Patroniem uit de
Germaanse voornaam Ernst-Ernest.
Erp(e) Van, Van Herp,
Van Herpe(n)
Familienaam uit de
plaatsnaam Erpe
(Oost-Vlaanderen) of Erp
(Noord-Brabant). Zie ook Herp.
Erpoul, Herpoel(e),
Herpol
Franse vorm van de
Germaanse voornaam Erpolf (erp-wulf).
Ertbruggen Van, Van
Eerdenbrugghe, -brugh, Van Eerenbruch, -bruck,
Van Aerdebrugge, Van Hertbrugge(n), Erd(t)bruggen,
Vereertbrugg(h)en, Verertbruggen, Verhertbrugge(n)
Familienaam afgeleid van de
plaatsnaam Eerdbrugge: brug aan de
aard= aanlegplaats.
Plaatsnaam op diverse plaatsen
in Vlaanderen en Nederland.
Ertryck(x), -rijckx, Eirtrijckx, Erdreich
1. Patroniem uit het Germaanse
hard - rîk.
2. Zie ook Aertenryck.
Ertvelde Van, Van Artevelde, Dartevelde,
Dartevelle, Ertveld(t), Ertvelt, Van Etveld(e)
Naam uit de plaatsnaam
Ertvelde (Oost-Vlaanderen).
Es Van der
Naam uit Groningen en
Drente, waarvan de dragers allemaal aan elkaar
verwant zijn, vernoemd aan het Es-land of
de Essen rondom het dorp Onnen bij Haren.
Med. Vincent Van der Es.
Escal(l)ier, Lescallier, -iez, Scaillie(r), -ié,
Schallie(r)
Beroepsnaam uit het Oudfranse escallier: schaliedekker,
leidekker.
Escoyer, -ez, Escohier, Lesco(u)hier(s), Lesco(u)wier, Leco(u)yer, Scoyer, -ez, -et, Scohier, -iez, -i(r), Scohy
Beroepsnaam uit het Oudfranse escohier: bontwerker, bonthandelaar, leerlooier, schoenmaker.
Esken(s), Eskin, Eyskens
1. Metroniem uit de Germaanse
voornaam Aska, dit uit het Germaanse aski: es.
2. Patroniem uit een Germaanse
agis-naam.
Eskildsen, Eskildson, Eskilsson
Naam uit het de Scandinavische
voornaam (zoon van) Eskil(d),
de (oud)Noorse naam Áskell, Ásketil.
De naam komt het eerst voor in de
Noorse regio Akershus. Nu komt hij in het gehele
Scandinavische gebied voor EN via inwijking rond het
Michiganmeer (USA + Canada).
Esmeijer
Familienaam uit es (de boom)
en meyer (zie daar). Zoiets als toezichtshouder
op de (essen)bossen.
Espen (van), Van Hespen,
Van Nespen, Vannespenne
1. Familienaam uit de
plaatsnaam Espen (boomnaam).
2. Familienaam uit de
plaatsnaam Nispen (Noord-Brabant).
3. Familienaam uit de
plaatsnaam Neer- of Overhespen (Brabant).
Esquenet, Equinet
Bijnaam uit équené: tenger, zwak.
Esse Van den, Van der Es(se(n)), Van Es(s)che, Van Hessche(n), Van Heessche, Van den Esch, Van Denesse, (van) Es(ch), Van Nes(se), Van Nesche, Von Es(s)chen, Veres(se), Veress, Verhess(ch)en, Van Esse(n), Van Hes(sen), Wanesse, Vanèse, Von(n)êche, Von(n)èche, Von(n)eche
Familienaam uit de verspreide plaatsnaam Es, Ten Es: boom of essenbos. Of uit de plaatsnaam Essen (Antwerpen) of Esch (Noord-Brabant, Gelderland). Deze plaatsnamen komen dan weer uit Es, Ten
Es.
Esser(s), Esses
Beroepsnaam.
1. Uit de Nederrijnse
familienaam Esse(s): assenmaker.
2. Uit het Duitse Äscher:
bereider van as, potas.
3. Zie ook
Dessers.
Est Van (der), Van der
Rest, Van (h)Est(e), Van den Hest, Ver(h)est
1. Familienaam uit de
plaatsnaam Est: essenbos.
2. Zie ook Nest.
3. Uit Els: Elzenbos.
4. Van Hest kan ook afkomstig
zijn uit Van Heist.
Ester(s), Esther(s), Estersohn,
Esterzon
1. Patroniem uit de Germaanse
voornaam ast-hari.
2. Metroniem uit de Bijbelse voornaam
Esther.
Estié (in Nederland ook vervormd
tot Esteje), Estay
Wellicht naam uit het Franse estei,
estey: kanaaltje, beek.
Naar de woonplaats.
Estoret, -ez, -es, Storet,
-ez, Letoret, -ey
Bijnaam uit het Oudfranse
estoré: toegerust, welgesteld.
Etterbeeck Van
Familienaam uit de plaatsnaam
Etterbeek (Brussel).
Eukem Van, Van Euckem,
Wane(u)kem, Waneuken, Van Eu(c)kem, Van Eukenne,
Van Heuken, Van Heucke, Heukem, Vande Neuken,
Van Huychem, Van Huijchem, Van Huyghem, Van
Unchem
1. Naam uit de plaatsnaam
Udekem in Zoutleeuw
(Vlaams-Brabant).
2. Soms mogelijk ook uit de
plaatsnaam Euken (St.-Genesius-Rode -
Vlaams-Brabant).
Eulaers, Eulaerts, Eulaert
Patroniem uit de voornaam Eulard (vorm van Willard (wilja-hard)?).
Eustache, -ace, -aze,
Hustache, Hostache,
Istasse, -as(e), -a(e)s,
-as(s)e, -ace(s), -az,
-a(t), Itace, Histace,
-as(se), Ystas, Estache,
-as, Astaes, Vitasse,
Witas(se)
Patroniem uit de Griekse
naam
Eustacius.
Even(e)poel, Everdepoel
Naam
uit de plaatsnaam
Evenpoel: effen vlakke
poel (mogelijk ergens in
het zuiden van
Vlaams-Brabant).
Even(s), Evin, Evinck(x), Evick, Ewing
Patroniem, knuffelvorm van de Germaanse voornaam
ebur: ever.
Ever (de), Dever(s)
Bijnaam de ever: diernaam.
Everaert(s), -aardt, -aar(t)s, -aerd(t), -ard(t)s, -art(s), -hard, -ard, -aed(t), aet(s), -ats, -att, -aer(e), -a(e)rs, Evera, Evraerd, -a(e)rt(s), -a(r)d, -aere, -aerst, -aets, -as, -at(s), Euvrard, Eurard, Ewerhard, Heveraerdt, Heverae(d)t, Euerard, Ewrard
Patroniem uit de Germaanse voornaam
ebur-hard: ever-sterk.
Everbroeck Van
Familienaam naar de
gelijknamige plaatsnaam uit ebur-broek. Wellicht
in de omgeving van Lier.
Ewald, Ewal(d)s,
Ewalts, Evaldre, Ewold
Patroniem uit de
Germaanse voornaam Ewoud
(êwa-wald).
Exel Van, Van Exsel,
Exelman(s), Excelmans
Naam uit de plaatsnaam
Eksel (Limburg en
Gelderland).
Eyg(h)en(e) Van, Van
Heyg(h)en, Van Eijgen, Van Eig(h)en, Van
Eyg(h)em, Van Egghen, Van Heyg(h)em, Van
Heyg(h)en, Van Heg(h)e(n), Van Negen
Familienaam uit de plaatsnaam
Eyghene in Egem, Pittem, Tielt, Wingene. Of uit
Eigen in Neerijse
(Vlaams-Brabant), Oud-Turhout (Antwerpen),
Zepperen (Limburg).
Eyken Van der, Van der Eijk, Van (der) Ey(c)ke(n), Van (der) Eij(c)ke(n), Van der Reycken, Van den Reijcken, -Reyken, Van der Ick(en),
Van der Ickx, Van der Ieck, Vandéric, Van (der) Ee(c)ken, Vonderhecken, Van der Reken, Van (der) Ecken, (van) Heecke, Van Heek(e), Verheijke, Vereycke(em), Vereij(c)ken, Verreijke(n), Verreijcken,
Ver(r)ey(c)ken, Van der Yken, -Ycke(n), Van der Ryken, Van de(r) Rijck(e), Van de Rijke(n), Van de Ryck(e), Van de Ry(c)ken, Van Drick, Van Driken, Veryke, Verijke(n), Verrijck, Verryck, Verryke(n),
Vereeke(n), Vereeck, Vere(e)cke(n), Verre(c)k, Verrecken, Vereckens, Vereecque, Vereque, Vreeke(n), Vrey(c)ken, Vreijken, Verhee(c)ke(n), Verheck(en), (van der) Eycken, (van) Eycken, (van) Eyck, Van
Eecke, ...
Zeer verspreide plaatsnaam afgeleid van 'Ter Eeke', 'Ter Eyck': plaats waar eiken groeiden.
Eykman(s),
-mann,
Eyckman(s),
Eijckmans,
Eykemans,
Eikmans,
Ickmans,
Eek(e)man,
Eeckeman,
Ee(c)kman(s),
Eck(e)man(n),
Ekman,
Hey(c)kmans,
Heijckmans,
Heeckman,
Ykman,
Eikema
Afgeleide
van
Eyken
Van der.
Zie
daar.
Eylen Van
: zie Nijlen
(van) en Heylen (van).
Eyletten, Eyletters
Metroniem afgeleid van de Germaanse voornaam Ida, Ide.
Van (den)
Eynde, Van (den) Eijnde(n),Van der Eijnden, Van den Einde(n), Van (den/der) Ende(n), Van de Hende, Van (den) Hende(n), Van den Inde(n), Van (den) Eyn(d)t, Van den Eijnt, Van E(ij)ndt,
Van Endt, Van der En(dt), Van den En(g), Van In, Van Nin
Familienaam uit de verspreide plaatsnaam 'ten Einde, Inde, ...' : eind, afgelegen plaats.
Exaerde Van
Familienaam uit de
plaatsnaam Eksaarde
(Oost-Vlaanderen).
Fabel, Fable
Bijnaam naar de "fabel"
voor een fabeldichter of
een fabel-,
sprookjesverteller.
Faber, Fabère, Faberé, Fabre, Fabré, Fabri(s), Fabbri, -o, Fabrij, Fabry(s), Favry, De Faveri, Favre, Faver(e), Faveere, Faveers, Faur(e), Defaure, Fore, Foor, Fevrij, Fav(e)ry, Feverij(s), Faivre,
Lefevre, Lefèvre, Levevre, Lefever(e), Lefaivre, Lefeu(v)re, Lefeve, Leféve(r), Lefebv(e)re, Lefèb(r)e, Lefefvre, Lefeivre, Lef(f)ebure,Leffebvre, Lefèbre, Lefebre, Lafèbre, Lefeber, Laf(f)eber, De Feuer, Fevre, Fèvre,
Fever(e), Defever(e), Defèvre, Defe(b)vre, Dufebvre, Defebere, Defebure, Feber
Beroepsnaam van de smid uit het Franse fèvre, het Latijnse faber.
Fache(s)
1. Zie
Defache.
2. Of verkorte patroniem uit de voornaam
Bonifache/Bonifaas/Bonifatius.
Fagard, -art,
-as, -a(t), Faguard,
Fagardo
1. Afgeleide van Fagot
(uit het Oudfranse
mutsaard, bos rijshout).
Bijnaam voor een
houthakker, een
sprokkelaar.
2. Of van een
Germaans-Skandinavische
Fagi-naam.
3. Of variant van
Fagnard (zie daar).
Fagnard,
-(i)art, -iard, Fania(rd),
Faigna(e)rt, -ard,
Faignaert, Finjaer,
Fanar, Fana
Naam uit de plaatsnaam
Fagne: veenland.
|
Faict, Fait, Feijt, Feyt
Naam uit de plaatsnaam Fay, dit uit het
Latijnse fagetum: beukenbos.
Faille (van der), Van der Faeillie,
Verfaille, Ferfaille, Verfaillie, Verfa(e)llie, Delafaille,
delle Faille, (de) Lafaille, Faillie, Failly, Faelli
Familienaam naar de plaatsnaam Faille,
Falie: perceel grond in kap(L)vorm.
Verspreide naam in West-Vlaanderen.
Falleyn, -ein
1. Uit Follein, zie Follin.
2. Zie ook Falin.
Falin, -ing, Fallein, -eyn, Faelen(s),
Faeles
Patroniem uit de Germaanse voornaam
Falho.
Fassbender, -binder, -baender, Fasbender,
-binder, Faszbender, Fahsbender, Fatzbender, Vasbinder, -dère,
Vassbinder, Vastbinder(s), Vastenbind
Duitse beroepsnaam Fassbinder: kuiper.
Fassin, Fac(h)in, Facc(h)in, Facchim, Faxcim, Fachinat
Patroniem, knuffelvorm van Bonifacius.
Fastré, -e(s), -és, -ez, De Fastré,
Fastrez, Festré, -e, Fatrez, Fautré, -ès, -e(z), -et, -ay,
-es, Fétré
Patroniem, Romaanse vorm van de Germaanse
voornaam Vastraad (fast - rêd).
Faucheur, -eux, Focheux, Fauqueur, -ueux, Faucqueur, Fo(c)queur,
Fockeu, Facqueur, Fackeure, Fas(s)eur
Beroepsnaam uit het Franse faucheur, het Picardische fauqueur:
maaier.
Faucon(n)ier, Fockenier, -enié,
Fosquenier, Faulconer, Fouconnier, Faucogney
Beroepsnaam van de ambtenaar die
voor de jachtvalken zorgde.
Fauque, Fauck, Faucq, Fauche
Patroniem uit de Germaanse voornaam
Falko (valk).
Faverel, Favrel(le), Faurel,
Favore(e)l, -elle, Fav(e)reau(x), Favriau, Favray, Favraux,
Faveriau(x), Favériau, Faver(i)o, De Favereau
Familienaam uit het Oudfranse
faverel: smidje.Beroepsnaam voor de smid.
Favet(te), Favez, Fav(e)yts, Fav(e)ijts, Favaits
1. Naam uit het Oudfranse fave, het Franse fève: boon. Of het
Waalse favète: paardenboon. Beroepsbijnaam voor de kweker,
de handelaar. Of bijnaam: zie verder bij
Boon.
2. Of variant van Fauvet. Zie bij Fovet.
Fayen, -ens, Feyen(s), -es, Feijen(s),
Feyenne, Fey(e)
Knuffelvorm van een
frithu-naam.
Feller, Fell
1. Naam van Duitstalige origine uit fell (huid) voor de
huidenkoopman of de vilder.
3. Naam uit de plaatsnaam Fell (bij Trier - Rijnland-Palts) of
Fellen/Felln (Beieren).
3. Patroniem uit de Luxemburgse variant van
Valère.
Fens, Fenske, Vens
Patroniem, korte vorm van de Latijnse
heiligennaam Vincentius.
Feraille(s): zie Ferraille.
Ferdinand, -ant,
Fernand(es), Fer(di)nande, Vernant, Ferdinandus(se),
Fernande(z), Fer(r)an(d), Ferrando, -ez, -i(no), Ferrant(e),
F(i)erant, Verant, Virant, Vrand, Farran(t), -and, Frand,
Frant
Patroniem, Romaanse en verkorte vormen van
een Germaanse frith of fardi + nanth
naam.
Ferin, -yn, -ijn, Ferrin, -yn, -ing,
Farin, Vérin, Ver(e)in, Frin, Fryns, Frijns, Frin(g)s
1. Patroniem, knuffelvorm van de
heiligennaam Severinus.
2. Soms is het ook een knuffelvorm van een
Germaanse fer-, far-, of frithu-naam.
Ferlin, Ferling(s)
Naam uit het Oudfranse ferlin: kleine munt
ter waarde van 1/4 penning. Bijnaam of beroepsnaam.
Fermond(t), Vermon(d)t, Vermon(d),
Vermonden, Dufermont, Dufourmont
1.Patroniem uit de Germaanse voornaam
far-mund of frith-mund: Feremundus.
2. Familienaam afgeleid (vooral de twee
laatsten) van de plaatsnaam Fermont(ijzerberg) die op
diverse plaatsen in het Franstalige deel van de wereld
voorkomt.
Ferraille, Feraille(s)
1. Familienaam uit het Franse ferraille:
schroot, oud ijzer, klein grut. Bijnaam of beroepsnaam.
2. Familienaam uit de plaatsnaam Ferailles
in Biesme.
Ferré, -et(te), -est, -ès, Féré,
-et(te),-ey
Familienaam uit het Oudfranse ferré: ijzer.
Bijnaam naar een karaktertrek of misschien
ook wel de beroepsnaam van iemand die met ijzer werkt.
Fer(r)emans, Ferman(s), Ferdman
Patroniem uit Ferri, Ferrand (uit
Ferdinand).
Fertin, Fertein, Fertens, Fertinel,
Fretin
1. Naam (beroepsbijnaam of bijnaam) uit het
Oudfranse fretin: kleine munt.
2. Of variant uit Ferdin (= Ferdinand, die
daar).
3. Zie ook Defretin.
Festjens, Festiens, -yens, Feske(ns),
Festen, Vest(j)ens
Patroniem uit een Germaanse voornaam: bvb
Vast-raad.
Feteris
Mogelijk schrijfvariant van de knuffelvormen
Fe(i)ter, Fouter: uit Wouters (zie daar. Of naam van vreemde
origine (Middelands-zeegebied).
Feunekes, Feuneman, Funneman, Fohn, Fun
Patroniem uit de voornaam Fenne.
Feyaert(s), -arts, Feijaert(s), Fayaerts,
-ard, Feyants, Feynants, Fijan
1. Patroniem uit de Germaanse voornaam
fagi-hard. Dit volgens De Brabandere.
2. De naamvarianten zijn in de regio
Berg-Nederokkerzeel (Vlaams-Brabant) echter geëvolueerd uit
Feyens.
Dus zie bij Fayen en Fyen(s).
Feye(n)(s), Feyenne
Zie Fayen en Fyen(s).
Feyer De, Feyer(s)
Mogelijk een beroepsnaam voor de handelaar
in veren, schrijf(ganzen-)veren.
Ook een vondelingennaam.
1615 Jan de Feyer - Herzele (Vergr.1792).
1788 Gaspar Feyers - Mortsel (AP).
Ook bekent als variant van Feyens.
De Feyer, Feyer, Feyers
Mogelijk een beroepsnaam voor de handelaar
in veren, schrijf(ganzen-)veren.
Ook een vondelingennaam.
Feys, Feijs, Feis, Veis, Veys, Veijs
1. Patroniem uit Veis, Feis, Feinse,
verkorte vorm van Vincent.
2. Patroniem: verkorting van de Franse
voornaam Gervais/ Servais.
3. Patroniem: knuffelvorm uit een Germaanse
frithu-naam: bv. Feike.
Feyten(s), Feijten, Feiten, Fuytinck
Patroniem afgeleid van de Germaanse voornaam
Wouter (waldan). Wouter evolueerde in
de 12 de, 13 de en 14 de eeuw naar Fouter, Feiter.
Feyter(e) De, Feiter, De Feyteer, De
Feijter, (de) Feyder, De Fuytere
1. Patroniem uit Foiter/Feiter. Dit
evolueerde in de 14 de eeuw (en vroeger) uit Wouter/Woiter.
Zo werd o.a. Wouter van Wesenpoele ... Foitre van Wesenpoele.
2. Het meestal en reeds vroeg voorkomen van
het lidwoord 'de' kan er echter op wijzen dat de naam van
het Middelnederlandse feyter komt. Feyter: dader,
misdadiger.
Feytons, -ong(s), Feyetons, Feytand
Wellicht patroniem uit de Franse vorm Vitton
van de heiligennaam Vitus.
Feyt(s), Feijt(s), Feit(h), Feidt, Feitt, Feydt, Feyth,
Fuit, Fuyt(s), Fuijt, Feuts
Patroniem. 1. Verkorte vorm van Feiter (d.i.
Walter).
2. Of uit het Duitse Feit/Veith. Dit uit de heiligennaam
Vitus.
Fichefet
Naam uit het Oudfranse zinwoord fichier (vastbinden) + fe(d)
(duivel). Bijnaam voor iemand die niet voor de duivel
vervaard is, een onverschrokken iemand.
Ficker(s), Fiekers, Ficquere, -uère,
Ficart
Naam uit het Middelnederlandse ficken:
slaan, beuken. Bijnaam of ?beroepsbijnaam
Fiddelaar, Fiddelaer, Vedeleer
Beroepsbijnaam voor de vedel- of
vioolspeler.
Fierman(s), Fi(e)remans
Patroniem, variant van Fier, dit uit
Olivier.
Fiers, Fierz, Fies
Patroniem uit Fier (met v/f verscherping),
een verkorte vorm van de voornaam
Olivier.
Fieu(x), Fieuw(s), Lefieuw, Fiey,
Duffieux, Defieu(w)
Naam uit het Picardische fieu: zoon, knaap.
Zoiets als "de zoon van ..." waarbij in de loop van de tijd
... weggevallen is.
Fiévet, -é, -e(t)z, Fievet, -é, -e(z), -ey,
-yts, -ijts, Fiefvet, -ez, Fivet, -é(e), -e(e), -ez, Fyvé, -ey,
Fevez, Vivet, -ez, -e(), -ex, -e(e)y, Vyvey, -eij
Het Oudfranse fiéfé/fiévet is leenman,
leenknecht. Een soort beroepsnaam dus.
Filippone
Italiaanse patroniem (knuffelvorm) afgeleid uit de voornaam
Philip.
Filkin, Filtjens, Philtjens, Philtiens
Patroniem uit Filips. Zie verder bij
Philippus.
Filleul, Filhol, Fil(l)ieul, Fil(l)ieux,
Filieu, Filleux, Filleur
Naam uit het Oudfranse fileul, variant van
fils: zoon, petekind.
Finet, -é, -ez, Finné, Fynet, Finit,
Finot, Finel, Fineau, -aut, Fijnaut
Bijnaam uit het Franse fin: fijn, geslepen,
wijs (bedachtzaam, verstandig, schrander, slim, ...),
volmaakt, voortreffelijk, verfijnd, zacht, beminnelijk,
keurig, teder, ...
Fiol, Fiol(l)e, Fioole, Fiolet
Verschrijving van Filleul of Filhol. Zie bij
Filleul.
Firket, Firquet, Ferket, Verket
Patroniem afgeleid van Fier
(afkorting van Olivier).
Flamé(e), -e(e), -ey, eygh(e), -ez
Franstalige variant van Flamand, Flamain:
Vlaming.
Flandre(s), Deflander, Deflandre, De Flander
Uit het Frans: herkomstbenaming.
Flecy, Flessie, Flaisie, Defléchy
Naam uit de plaatsnaam Fléchy (Oise).
Flem (de)
1. Zie Deflem.
2. Zie Vlam De.
Fleteren Van, Vanfleteren, Van Sleteren
Familienaam uit de plaatsnaam Vleteren (Oost-
en West-Vlaanderen) of Vleteren (Flêtre - Frans-Vlaanderen).
Fleurbayx, Fleurba(e)y, Fleurbaay
Familienaam uit de plaatsnaam
Fleurbaix (Pas de Calais).
Fleyt De
Variant van De Fruyt. Zie bij Fruit.
Floin, Flon
Familienaam uit de plaatsnaam Floing (Dep. des Ardennes).
Flon, Flont
1. Uit het Provencaalse flon: beek.
2. Bijnaam
uit het Waalse flon: taart, vla. Of beroepsnaam voor de bakker.
Flor(e), Floor(s), Fleur(s), Flou(h)r, Floe(r)s, Vloors
Patroniem,
verkorte vorm van de Latijnse heiligennaam
Florentius.
Florenty(n), -tin, -ten
Patroniem, knuffelvorm van de
Latijnse heiligennaam
Florentius.
Floret,
-é(e), -ee, Fleuret, -é
Patroniem afgeleid van de Latijnse heiligennaam Florentius.
Florin
Patroniem, knuffelvorm van de heiligennaam
Florentius.Deze komt uit het Latijnse florens: bloeiend, van
aanzien.
Flos(s)
Duitse
familienaam uit de plaatsnaam Floss: vliet, vloed, stromend water.
Duitse tegenhanger van Vervloet.
Flossie, -y, -ij
Familienaam uit de plaatsnaam Fleussu in
Raatshoven (Luik) of Florsies (Henegouwen).
Fob(e)lets, Faubelets, Vobelet, Fouble
Patroniem uit de Germaanse voornaam Fobert (fulk-brecht).
Fobe, Fob(b)é, Foppen(s)
Patroniem, knuffelvorm van de Germaanse voornaam
Volkbrecht of Volkbout
Fober(t), Fouber(t), Foebert, Fa(u)bert,
Fauberg
1. Patroniem, Romaanse vorm van de Germaanse voornaam
fulk-brecht.
2. Of uit het Oudfranse Fobert, Fobaert: nar, dwaas,
lobbes.
Fock(e), Fok, Foque, Fokke(n)(s), Fook, Foeken, Fou(c)que, Fouques, Foex,
Fox, Vo(c)k
Patroniem
naar de korte Germaanse voornaam Fulco/Folko :
'volk'.
Follens, Folens, Foele(n), Vollen(s)
Patroniem,
knuffelvorm van een Germaanse voornaam zoals bvb Volboud (vol-boud)
of Volbrecht (vol-brecht).
Follin,
Foulain
Familienaam uit het Oudfranse fol: gek. Bijnaam.
1460 Johan
Follain - Laon (Morlet).
Fonrijn, Fonrijn
Naam uit
het Duitse "Vom Rhein": van de Rijn. Naar de vroegere woonplaats.
Fonteyne
Familienaam uit de verspreide plaatsnaam
Fontein: bron, waterput.
Fordel
Nederlandstalige variant van de Duitse familienaam Vordel : voordeel
(bijnaam) (Brech.).
Forest,
Forrest, Forêt, -et, -ez, -é, -e, Forret, -ez, -é, -e, Fouret, -ez, -é,
Fourré
1. Naam
uit het Middelnederlandse foreest (dit uit het Oudfranse forest): woud,
aan de heer behorende domein.
2.
For(r)est/ Forêt kunnen ook vormen zijn uit de Romaanse vorm van de
Germaanse voornaam Folkrad (folk+rad).
Forgeot, Fourgeot, -geau(x), -go, Forgo
1. Naam uit forge: smidse, beroepsbijnaam van de smid.
2. Of door vervorming van forge naar Fargeau: bijnaam,
de ijzeren.
Fortemps (de), Fortems, Fortamps, Fortan
Bijnaam
uit het Franse fort temps: sterk weer. Bijnaam voor iemand met een goed
humeur.
Fourdin, -ain, Fordijn, -(e)yn
Patroniem
uit een Germaanse frôth-naam.
Fourie(r), -y, Fourrier, Foerie(r), Forier(s), -iez, Forrier, Fory(s),
Fo(u)rir
1. Naam
uit het Middelnederlandse fourrier: foerier, beamte die belast was met
de zorg voor ligging en slaapplaatsen in het kasteel. Beroepsnaam.
2.
Beroepsnaam van de stoffeerder die zitting en ruggen van meubels opvult.
Fournel, -ell(e), -al, Furnelle, Fourn(e)au(x), Ferneeuw, Fernoo, De
Fornel, Defourneaux, Fourmeau(x), -au(x), -aut, Formeau, Forno, Furno
Naam uit
het Oudfranse fornel: oven. Beroepsbijnaam van de bakker. Mogelijk ook
van de potten- of tegelbakker.
Fournie(r), -iez, -ié, -y, -i, Fourgny, Foursny, Forni(er), Furnier(e),
-ière,
Fourmier
Naam uit
het Oudfranse fo(u)rnier < four: oven. Beroepsbijnaam voor iemand die
een oven heeft, een bakker.
Fourrier, Foury: zie Fourier.
Fovet, -é, Fouvez, Fauvet(te)
Bijnaam uit fauve: rosachtig, vaalkleurig.
Fraey(e) De, De Fra(e)ije, De Fray(e), Fraeye, Fraeije, (de) Fraeys,
Fraeijs, Freys, (de) Vray, De Vraij, Vraie, Vrais
Bijnaam
uit het Middelnederlandse fra(e)y, vra(e)y: waar, oprecht, flink, mooi,
pronkerig, behaagziek.
Fraikin, -quin, Fréquin, Friquin
1. Bijnaam
afgeleid uit De Fraeye. Zie verder bij
Fraey(e) De.
2.
Patroniem uit een Germaanse frith-naam.
Fraiture, Fra(i)teur, Fret(t)eur, Defraiture, Defraiteur, Defrétur
Familienaam uit de plaatsnaam Fraiture (Luik), dit uit het Latijnse
fractura: braak(land).
François, -ois(s)e, -oy(s), -oey, Fransois, Francoil, Franchois, -oo,
Fransoo, Franzo, Defrançois, Francis(e), -isse, Fransis, Frantzes, -zis,
Franceus, -eux, Françus, -sus
Patroniem uit de Franse vorm van de Heiligennaam Franciscus.
Francus,
Franki(e), Franckie, Fran(c)qui, Franc(h)i
Patroniem, de Latijnse vorm van de voornaam Frank (zie daar).
Frank, Franke(n), -enne, Franc(k), Franckh, Francke(n), Fren(c)k(en),
Frinke(n), Francq, Fran(c)que, -cquen, Franko, Franco, Franckx, Fran(c)ks, Francs, Fran(c)x, Vran(c)ken(ne), Vranck(x), Vran(c)x,
Vranchx, Vrans, Vren(c)ken, Vrinck, Wrincq
Patroniem van de Germaanse voornaam Franco,
volksnaam van de Franken (de vrijen, de stoutmoedigen).
Franqueville, Francq(ue)ville, Franc(ke)ville,
Frankev(e)yle, -vijle, Francavilla
Naam uit de Franse plaatsnaam Franqueville (Aisne,
Eure, Somme).
Frans, Frans(s)en(s), Franse(s), -ing,
France, -en(ne), Frach(e), Fransck, Franz, Franze(n), Frantz(en),
Frandsen, Frantsen, Fraenz, Frens(ch), Frens(s)en, Frenzen
Patroniem, verkorte vorm uit de voornaam
François, Franciscus.
Freché, -es, -et(te), Fréché, -et,
Frèchès, Frehé
1. Naam uit de plaatsnaam Fréché in Bioul
(Namen).
2. Of variant van Fri(s)quet/Frichet. Bijnaam voor een fris,
levendig, levenslustig iemand.
Frederik, -rix, -ryck, -ri(c)k(x), -ri(c)ks,
-ric(q), -ri(c)que, -rici, -rico, -ricy, Fréderix, Frédéric,
-rich, -ri(c)q, -ricx, -riex, Fred(e)riksen, -s(s)on,
Fredich(son), Fryderyk, Frydryck, -rak, Freriks, Frerichs,
Freerickx
Patroniem uit de Germaanse voornaam
frith-rîk.
Frehen, Vrehen
Patroniem uit de Germaanse voornaam
Frederik (Frithu-rîk).
Frei, Frey(e), Freij, Frej, Fry(e)
Duitse familienaam uit frei: vrij. Bijnaam die zowel
"vrijgeboren" als "zorgeloos" kan betekenen.
Freitag, Freytag, Freijtag
Duitse familienaam naar de weekdag vrijdag.
Bijnaam of vondelingennaam.
Frennet, Frenet, Frainet
1. Afgeleide van frêne: es. Franstalige variant van Van
Es. Zie bij Esse. 2. Schrijfvariant van
Frênaie: zie bij Dufrénoy.
Frere De, Defrere, Defrère, Defraire, Desfrère,
Frère(s), Lefrère, Fraire
1. Naam uit het Franse frère: kloosterbroeder,
minderbroeder, broer.
2. Uit de Romaanse vorm van de Limburgse
plaatsnaam Vreren.
Friant, Friand
Bijnaam uit het Oudfranse friant: levendig,
gulzig, vurig.
Frick(e), Fric(q), Frik(x), Fri(c)x, Frieg,
Frique, Frich(e), Fricot, Frigo, Frécot,
Patroniem, verkorte vorm van de Germaanse
voornaam Frederik
(frithu + rîk).
Frison(e), Fryson, Fri(e)sson, Frisan, Friso,
Fritzson
1. Naam uit het Franse Frison: de Fries.
2. Patroniem uit de Franse vorm van de Germaanse
voornaam Friso.
Frosch, Frosz, Fru(s)ch, Vrusch, Froes(ch),
Fröschel, Fröszel
Duitse bijnaam uit frosch: kikker. Bijnaam voor
een springerig iemand, of uit een huisnaam.
Fruit, (de) Fruyt, De Fruydt, Fruijt
Brabantse variant van Froyt: dit is een verkorte vorm van
Godfried.
Fruitier, (de) Fruytier,Dufruytier, Fruytenier
Beroepsnaam van de fruitverkoper, fruitboer. De fruitier was in de
Middeleeuwen ook de beambte die belast was met de zorg voor het
fruit voor de vorstelijke of grafelijke tafel, de dessertmeester.
Fukkink, Fokkink
Saksische patroniem afgeleid van de voornaam Fokke (Friese
verkorting vn de Germaanse voornaam
folk).
Furth Van, Fuhrt, Verfort(h), Verfürth,
Verfüürt, Verfuurt, Verfuurden, Vervuurt
Varianten van de veel voorkomende Duitse plaatsnaam
Furt(h):
voorde. De meeste aan de
Nederrijn.
Fyen(s), Fijen(s), Feyen(s), Feyenne,
Feijen(s), Feyes, Fey(e)
Metroniem uit de Griekse naam
Sophia.
Andere D-bladzijden
D
|
Del | Do |
Du | EF
A | B |
C |
D E F | G |
H I J |
K | L |
M | N O
| P Q |
R
| S | T U
|
V | W X Y Z
Wil je de betekenis van jouw
familienaam kennen ? Stuur een mailtje!
Er zijn slechts drie voorwaarden:
- vermeld in je mailtje waarom je het wil weten,
- beperk je tot één of een paar namen.
- vermeld ook even hoe je op mijn
site terecht kwam.
Soms moet je even geduld hebben: er
zijn nogal wat aanvragen.
Kijk a.u.b. eerst of de gezochte
naam er niet opstaat (bv. De Grote bij Groot, Verbeeck bij Beek en bv. Vranckx
bij Frank). Zo bespaar je mij heel wat werk.

Literatuur:
De betekenis van toponymische samenstellingen
(J .Van Loon - Onomastica neerlandica 1981)
Etymologisch woordenboek der Nederlandsche
Taal (J. Vercoullie - Van Rysselberghe & Rombout 1925)
Huizinga's complete lijst van namen
(A.Huizinga - Tirion 1998)
Middelnederlandsch handwoordenboek (J. Verdam
- Uit. Martinus Nijhoff 1949)
Middelnederlandse spraakkunst ( Dr. A. Van
Loey - Wolters-Noordhoff 1980)
Toponymisch Woordenboek van België, Nederland,
Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (voor 1226) (Maurits Gysseling -
Belg. interuniversitair centrum voor neerlandistiek 1960)
Vondelingen en hun naamgeving (L.De Man -
Onomastica neerlandica 1956)
Woordenboek van de familienamen in België en
Noord-Frankrijk (grondig herziene en vermeerderde uitgave) (Dr. Frans
Debrabandere - L.J. Veen /Het Taalfonds 2003)
|