startpagina

BURGERMAN EN DE BRANDSTICHTERS
Biedermann und die Brandstifter

van Max Frisch

Raamtheater op 't Zuid

Dit stuk is opgevat als een komische tragedie in circusstijl. Het gaat over de kollektieve angst, de collectieve lafheid, en de collectieve schuld. Het is de groteske parabel van de al te voorzichtige meneer Burgerman, die uit angst voor zijn veilig bestaan en zijn bezittingen de brandstichters niets in de weg legt, ze zelfs in huis neemt, en als beloning zijn hele hebben en houwen in vlammen ziet opgaan.

"Om een zuiver geweten te hebben - nodig om rust te hebben - liegt hij zichzelf immers voor. Zijn vrouw en het dienstmeisje weten dat en het koor doet wat een antiek koor hoort te doen: het waakt en waarschuwt. Godfried Burgerman wil een goed mens zijn, hij gelooft zowaar dat hij dat is: omdat hij zichzelf niet doorheeft. Hij wil thuis als een goed mens voorkomen nadat hij zich op zijn werk zeer gemeen gedroeg. De val die hij zichzelf stelt is zijn fraseologie. Men moet hem enkel aan zijn woord houden en de komedie begint. Niets wijst erop dat de brandstichters revolutionairen of wereldverbeteraars zijn. Als zij brand stichten is dat uit puur genot, hun gedrag is apolitiek. Ze behoren tot de familie van de demonen en zijn geboren uit Godfried Burgermans angst die voortkomt uit zijn onoprechtheid. Hij gaat liever te gronde dan ook maar zijn kleine, la e valsheden te erkennen. Erg is natuurlijk dat ook Burgermans buren te gronde gaan: daar stopt de komedie." (Max Frisch)

Het werk van de Zwitser Max Frisch (1911-1991) is doordrongen van een universeel humanisme. Hoewel hij een "geëngageerd" auteur was, die zich zeer kritisch opstelde tegenover het zogenaamde neutrale Zwitserland, wilde hij met zijn toneelstukken de toeschouwers niet in de eerste plaats beleren, maar wel hen actief aan het denken zetten.

Eddie Vaes in De Nieuwe Gazet van 2 oktober 1991: “Vuurwerk in RaamTeater: Burgerman en de Brandstichters spettert dankzij heldere regie en knappe scenografie” “Er wordt vlot geacteerd (…) het gebruik van het koor is minder geslaagd. Maar de kracht van dit stuk ligt voornamelijk in de regie van Henning Brockhaus en de scenografie van Josef Svoboda.”
Wim Van Gansbeke in De Morgen van 2 oktober 1991: “Brockhaus toont een theatrale en historische codering van het gegeven, haalt daarmee de hedendaagse aanspreekbaarheid van het stuk onderuit en vernietigt grotendeels de humor en ironie ervan.”
Lili Lebeau in de Gazet van Antwerpen van 7 oktober 1991: “Burgerman en de Brandstichters op hoog niveau” “Door de samenwerking met regisseur Henning Brockhaus en scenograaf Josef Svoboda kon in 't RaamTeater op 't Zuid de -reeds respectabele- lijst der successen weer met een eenheid verlengd worden.”
Filip Decruynaere in Het Volk/De Nieuwe Gazet van 30 september 1991: “Burgerman en de Brandstichters door KNS-RaamTeater: eerbetoon aan Max Frisch” “Duidelijk is dat deze Burgerman en de Brandstichters het resultaat is van een schitterende samenwerking tussen een hele ploeg theatermakers die op dezelfde golflengte zitten.”
W.S.B. in Het Nieuwsblad van 2 oktober 1991: “Brandstichters doen vonk overslaan” “De ideeënwereld van de onlangs overleden Zwitserse auteur Max Frisch heeft iets universeel en het ensemble KNS-RaamTeater bewijst dat met een boeiende en inventieve voorstelling.”

Regie: Henning Brockhaus
Scenografie: Josef Svoboda
Belichting: Vinicio Cheli
Kostuums: Hans-Joachim Schlieker
Vertaling: Toon Brouwers
Muziek: Alfons Nowacki
Klank: Koen Ghesquière
Met: Walter Rits, Kristin Arras, Martin Gyselinck, Dirk Lavrysen, Helena Vanloon, Bernard Verheyden, John Willaert en Sofie Raes, Lieve Cuisinier, Aike Raes, Goedele Vandenberghe, Kristien Vandenberghe, Valerie Van Poucke

Speelperiode: 27september - 2 november 1991