foto startpagina

A SHAYNA MAIDEL
' N MOOI MEISJE
van Barbara Lebow

Raamtheater op 't Zuid

We schrijven 1946, en Europa likt zijn wonden. De balans van de gruwelen van de holocaust worden opgemaakt.

We schrijven 1946, en in de Verenigde Staten bereikt de economische expansie een ongekende hoogte.. Rose White, alias Rayzel Weiss, leeft in een appartementje in Manhattan. Haar vader Mordechai met wie ze in de jaren dertig uit Polen emigreerde, heeft zich in de welvaartstaat als succesvol handelaar ontpopt.

Deze twee werelden worden door auteur Barbara Lebow verbonden, op het moment dat Rose en Mordechai het bericht krijgen dat hun dood gewaande zus en dochter Lusia, die met haar moeder in Polen achterbleef, naar New York komt. Rose was vier toen ze haar zus voor het laatst zag. Hun moeder stierf, net als Lusia's dochtertje, in Auschwitz, terwijl haar man, David, vermist is.

Niet alleen de cultuurkloof tussen de twee zussen is erg groot, maar ook de door schuldgevoelens gegroeide kloof tussen de vrijgevochten en veramerikaniseerde Rose en haar dominante, joodsorthodoxe vader.

De komst van Lusia maakt oude spanningen los en opent nieuwe perspectieven. Hoe uiteenlopend hun achtergronden en ervaringen ook, toch zullen de personages binnen de extremen van immense vreugde en diep verdriet en van oppervlakkig materialisme en gevoelsrijke levenskracht, een nieuw evenwicht vinden.

Een hartverwarmend stuk dat valse sentimenten vermijdt en juist door de ingehouden spanningen en onuitgesproken gevoelens, sterk ontroert.

Linda Berghmans in De Standaard van 9 februari 1993: “Bij het succes van de voorstelling is een groot deel te danken aan de kwaliteit van het stuk zelf. In een mooi rustig tempo wordt een sober totaalbeeld geschapen van het trauma na de holocaust, met sterk geprofileerde karakters, voorzichtig afgewogen dialogen en subtiele overgangen van de realiteit naar herinneringen.”
Monique La Roche in De Morgen van 8 maart 1993: “Het is een voorstelling waar weinig op aan te merken valt, en die onder superlatieven bedolven verdient te worden, zowel wat vertolkingen als de tekst als de vormgeving betreft.”
Ingrid Vander Veken in De Nieuwe Gazet van 3 februari 1993: “Hier wordt elke traan met klasse ontlokt, met reden weggepinkt. (…) Uitstekende vertaling van Jan Christiaens.”
Filip Decruynaere in Het Volk/De Nieuwe Gazet van 1 februari 199: “Staande ovatie met traantjes in de ogen” “Zeer realistische vertolkingen. Christel van Schoonwinkel en Martin van Zundert spelen op niveau, maar vooral Anneleen Cooreman overtuigt heel sterk. Zowel het verhaal als de regie verliezen zich soms echter in het melodramatische. Ontroerend is het zeker. Het publiek hield ervan en beloonde de cast met een staande ovatie.”
WSB in Het Nieuwsblad van 4 februari 1993: “Structureel gezien vertoont dit stuk enkele tekorten, maar sterk acteerwerk maakt van het stuk een boeiende toneelervaring die drijft op ingehouden spanning en gevoelens waarbij de tragiek zich soms ontlaadt in een vleugje, typisch joodse, humor en voorzichtig 'optimisme'.”

Regie: Oded Kotler
Vertaling: Jan Christiaens
Decor en kostuums: John Bogaerts
Met: Kristin Arras, Anneleen Cooreman, Christel Vanschoonwinkel, Helena Vanloon (1993) of Anne Somers (1994), Martin Van Zundert, Guy Van Sande (1993) of John Willaert (1994)

Speelperiode: van 29 januari tot 13 maart 1993 en van 5 januari tot 22 januari 1994