Isaac Bashevis Singer
pseudoniem van Isaac Warshofsky
(1904-1991) Pools-Amerikaans schrijver. Deze zoon van een rabbijn werd in een kleine Poolse stad geboren en groeide op in Warschau. In 1935 emigreerde Singer naar New York, waar hij o.a. redactielid werd van de "Jewish Daily Forward". Toont zich in zijn gehele, in het Jiddisch geschreven oeuvre trouw aan zijn Joodse en Europese afkomst. Zijn voornaamste bronnen zijn de oude legendes en volksverhalen uit de vooroorlogse Pools-Joodse cultuur. De figuren en de milieus waarin zij leven zijn met liefde en medeleven getekend. Vanaf 1950 verschenen zijn verhalen en romans in Engelse vertaling. Singer kreeg de Nobelprijs voor literatuur van 1978 toegekend. Romans o.a. 'The family Moskat' (1950), 'The magician of Lublin' (1960), 'The slave' (1962), 'The manor' (1967), 'The estate' (1969), 'Enemies' (1972), 'Shosha' (1978); verhalenbundels o.a. 'Gimpel the fool' (1957), 'Short Friday' (1964), 'A crown of feathers' (1974), 'Passions' (1975), 'The collected stories' (1982); autobiografieën o.a. 'In my father's court' (1966), 'A young man in search of love' (1978), 'Lost in America' (1981).
Bron: Softkey Nederlandstalige Encyclopedie en De Grote Encyclopedie
in het Raamtheater