startpaginaDario Fo

Dario Fo

(geboren 24-3-1926), is een links-geëngageerd theaterschrijver en acteur die de politieke actualiteit niet schuwt in zijn stukken. Als zoon van een spoorwegbeambte en een boerin in Leggiuno-Sangiano geboren, raakte Fo al als kind in de ban van dichtkunst en toneel. Aan de ene kant lagen hieraan zijn persoonlijke neigingen en interesses ten grondslag, aan de andere kant ook de invloed van zijn grootvader. Deze was een populaire "Fabulatore", een improviserend verteller en rondtrekkend komediant, die zijn kleinzoon met het volkstoneel en de mondelinge verteltraditie in aanraking bracht. Na zijn schooltijd, studeerde Fo eerst kunst en architectuur, maar maakte deze studie niet af, en wijdde zich aan eigen toneel- en filmprojecten. Met deze bezigheid, die slechts in '44 en '45 door de vervulling van de militaire dienstplicht onderbroken werd, oogstte hij een snel succes, zodat hem in het begin van de jaren vijftig engagementen bij de radio en bij het theater van Milaan aangeboden werden. Tot internationale roem bracht Fo het in de jaren zestig, toen hij met de in 1959 - samen met zijn vrouw Franca Rame - gestichte toneelgroep "La compagnia" tot "enfant terrible" van het alternatieve toneelwereldje opklom. Zijn groteske volkscomedie "Voor engelen geen automaten" baarde groot opzien, werd in veel schouwburgen over de hele wereld opgevoerd en in Italië had Fo hieraan zelfs een eigen televisieprogramma te danken. Maar de verklaarde anarchist was niet in staat op den duur met het establishment te leven. Al gauw werd hij van de televisie uitgesloten, in de volgende jaren veroorzaakten zijn stukken een groot aantal schandalen en processen, en Fo zelf werd zelfs meerdere malen op het toneel gearresteerd. Pas in 1976 - in de korte periode van het eurocommunisme - werd de auteur tijdelijk gerehabiliteerd, maar hierop volgden snel nieuwe verboden en repressies. Zo dreigde de paus na de vertoning van "Mistero buffo (Grappig geheim)", met sancties, omdat hij de religieuze gevoelens van de Italianen gekwetst achtte. En in 1980 en 1983 weigerde de Amerikaanse regering Fo vanwege zijn communistische overtuiging twee keer de toegang tot het land. Fo geldt als creatieve vernieuwer van de klassieke "Commedia dell'arte". Zijn stukken nemen door effectvolle en geslaagde improvisaties, door doeltreffende taalgrappen en tevens door een indrukwekkende lichaamsretoriek voor zich in. Het doel van zijn werken is het publiek te vermaken, maar gelijktijdig ook over bestaande misstanden in te lichten en tot eigen inzet aan te moedigen. Tot zijn beroemdste werken tellen de reeds genoemde volkscomedie "Mistero buffo" (1969), onder meer met overrompelend succes opgevoerd door de Internationale Nieuwe Scène in Antwerpen. Ook de monologen "Obscene fabels" die door Jan Decleir in de jaren '80 in Vlaanderen werden opgevoerd, zijn memorabel. Andere werken: "Ordening voor de geld-goden" (1972/73), "Betalen? Nee!" (1974), "Il Papa e la strega" (De paus en de heks, 1989), "Help, het volk komt" (1994), de politieke satire "De plotselinge dood van de anarchist" (1970), alsmede het blijspel "La marjuana della mamma è la pił bella" (Moeders stuff is de beste, 1976), dat de legalisering van drugs bepleit en tegen de om zich heen grijpende Aids-angst gericht is, en "Stilte, we storten neer" (1991). In 1997 besloot het Nobelprijscomité in Stockholm verrassend, Dario Fo de Nobelprijs voor literatuur toe te kennen. In de redactionele columns van de grote internationale kranten was deze onderscheiding omstreden, men waardeerde de literaire kwaliteit niet zodanig, dat dit zulk een onderscheiding zou rechtvaardigen. De prijzenjury oriënteerde zich echter, zoals de motivering aantoont, minder op esthetische dan op morele criteria. Fo werd als moedig auteur gewaardeerd, die "de macht geselt en de waardigheid van de zwakken en verdrukten weer herstelt." In die zin was de vrolijke nonconformist beslist de beste keuze.

Bron: Softkey's Nederlandstalige Encyclopedie en De Grote Encyclopedie

in het Raamtheater

Het einde van de wereld