|
Herkenning aantasting:
- er zijn twee soorten de zwarte of kleine pruimenzaagwesp (Hoplocampa minuta)en de gele pruimenzaagwesp (Hoplocampa flava);
- aan de takken hangen vruchtjes met een zwart boorgat, uitwerpselen en soms is er nog een rupsje in te vinden;
- het rupsje is wit roomkleurig en heeft een bruinzwarte kop van de zwarte en van de gele is de kop bruin-oranje. De kaken van de gele zijn langer en dieper ingesneden;
- de jonge vruchten vallen vroegtijdig af en zijn van binnen leeggegeten;
Leefwijze:
- de wesp overwintert als larve (bastaardrups) in een cocon in de grond;
- ze verpopt van begin maart tot half april;
- tijdens de bloei zijn ze actief bij zonnig windstil weer;
- eitjes worden gelegd in de kelkslippen van de bloemen;
- Na één tot twee weken ontluiken de eieren, ongeveer op het einde van bloei (afgevallen bloemblaadjes);
- de larven kunnen tot 4 vruchtjes aanboren;
- vruchtjes vallen met volgroeide larve op de grond;
- de larve kruipt vervolgens in de grond en vormt een spinsel.
Maatregelen:
- omdat een groot deel van de levenscyclus zich in de vrucht afspeelt, is bestrijding van de pruimenzaagwesp erg moeilijk;
- ophangen van witte kruisvallen vanaf het stadium witte knop om de aanwezigheid vast te stellen;
- eventueel spuiten met quassia (bitterhout) vlak voor de bloei en tijdens het vallen van bloemblaadjes;
- pyrethrum twee tot drie keer na het vallen van de bloemblaadjes;
- als alternatief een aftreksel van boerenwormkruid spuiten;
- bevorderen van insectenetende vogels die de verhuizers vangen.
- bij kleinere bomen kleden of jutezakken onder de boom aanbrengen om de vallende aangetaste vruchten op te vangen en de overwintering te verhinderen;
- sommige rassen zijn gevoeliger dan andere;
|