Peer.


Op perenboom en mispel, Perenprachtkever.
Aantasting door Perenprachtkever. Herkenning aantasting:Witte geringde larven eten zigzaggangen onder de schors en daardoor ook een gezonken gebarsten schorsplaat vertoont. De kever eet vóór de eierleg aan de bladranden en kleurt de rand zwart.

Leefwijze: De kever (ongeveer 8 mm lang, roodkoperkleurig) legt van half mei tot eind juli eieren in de schorspleten. De ontstane larven boren zich onmiddellijk in de schors en gaan tot de cambiumlaag voor het verder maken van de zigzaggalerijen. Ze zijn actief van maart tot oktober en overwinteren tweemaal vooraleer te verpoppen. De volwassen kevers knagen zich naar buiten vanaf eind april tot half mei. Bij hoge temperaturen is er een toename van activiteit. De voorkeur gaat naar verzwakte bomen.

Maatregelen:
  • de larven uit de schors snijden en de wonden afdekken;
  • aangetast gerooid hout ontschorsen;
  • boompap op de stammen in het vroege voorjaar smeren om te beletten dat eieren in de schorsspleten worden afgezet.
Op perenboom Conference, Perenroest.
Aantasting door Perenroest. Herkenning aantasting:Ovaal geelbruine vlekken op de bovenzijde van het blad (voorjaar, zomer) en kegelvormige pukkels aan de onderzijde (najaar, vanaf september).

Leefwijze: De roestzwam verwisselt van plant, voor een deel verloopt de ontwikkeling op peer en voor een deel op jeneverbesachtigen (Juniperus). De sporen die zich aan de kegelvormige pukkels onderaan het blad bevinden verspreiden zich in het najaar via de wind tot 500 m ver. Wanneer ze op juniperusbomen terechtkomen beginnen ze daar te kiemen. Het voorjaar erop gaan deze geïnfecteerde juniperusbomen op hun beurt andere sporen teweegbrengen die de perenbomen binnen de 500 m gaan infecteren. De geïnfecteerde bovenzijde van de bladeren kan, wanneer zwarte stipjes te zien zijn in de geelbruine vlekken, naburige perenbomen besmetten. De aantasting op de perenboom sterft met de bladval.

Maatregelen:
  • over het algemeen weinig schade te vrezen;
  • gebeurlijk de besmette takken (met de oranjerode sporen) van de juniperusbomen in de omgeving wegsnoeien;
  • aangetaste bladeren verwijderen;
  • preventief zwavel spuiten vanaf het uitlopen van de knoppen tot in juni;
  • als alternatief een aftreksel van wilde tijm of bonenkruid;
  • meer resistentie door een afkooksel van heermoes te spuiten;
Aantasting door Perenroest.
Perengalmug
Aantasting door Perengalmug Herkenning aantasting:
  • Galvormige verdikte jonge vruchten tussen normale pas gezette vruchten.
  • na het doorsnijden van de verdikte vruchten ziet men witte larven.
  • Nadat de larven de aangetaste vruchten hebben verlaten verschijnt rond de uitgangsopening een rottende zwarte vlek, daarna vallen de vruchtjes af.
  • De galmug is ongeveer 3 - 4mm lang, bruinzwart met segmentringen.


Leefwijze:
  • De volwassen geworden galmug legt, met haar lange legboor, eitjes in maart - april in de bloemknoppen.
  • Na een 5- tal dagen ontluiken de eitjes.
  • De larven eten en zuigen de kern van de vruchtjes op en zijn na 5 - 6 weken volgroeid, als gevolg hiervan ondergaan de vruchtjes een groeigal.
  • De volgroeide larven verlaten de vruchtjes en vallen op de grond.
  • Ze verblijven enige tijd oppervlakkig op de grond om daarna zich in te spinnen in de grond (5 -8 cm) en te overwinteren.
  • In februari - maart verpoppen de larven.


Maatregelen:
  • De perengalmug is moeilijk te verspreiden want de larven leven goed beschermd in de bloem en vrucht.
  • De aangetaste vruchtjes (de zogenaamde dikkopjes) vóór ze zwart worden verwijderenals het nog doenbaar is bij een kleine boom.
  • Eventueel een zeil onder de boom aanbrengen en zo de gevallen vruchtjes verwijderen.
  • Vanaf het ogenblikdat de larven de vruchtjes verlaten, kippen onder de boom laten lopen en dit tot begin juni. De larven die op de grond terechtkomen worden dan best blootgesteld daar ze zich achteraf tot 5 - 8 cm diep ingraven.
  • In plaats van kippen kan men gedurende deze periode ook oppervlakkig de grond bewerken om de larven te vernietigen.
  • Pyrethrum spuiten op het moment dat de bloemknoppen beginnen uit te lopen en om de 6 dagen herhalen tot de witte bloemblaadjes te zien zijn maar de bloem nog niet open is (t.t.z. begin bloei).
Aantasting door Takschurft
Schurft. Foto boven: op appel Jonathan. Foto onder: Takschurft op peer.
Aantasting door Schurft Herkenning aantasting: Op de bladeren ontstaan olijfgroene, later bruinzwarte vlekken, op de appel vooral aan de bovenzijde en bij peer vooral aan de onderzijde. Op de vruchten ontstaan dezelfde vlekken die tot verkurkte en gebarsten vlekken kunnen uitgroeien. Bij perenbomen zijn ook dikwijls opengebarsten blazen op de takken te zien (takschurft).

Leefwijze: De schimmel overwintert op de afgevallen bladeren en onafgerijpt hout. Van maart tot juni kunnen de gevormde wintersporen vrijkomen en via de lucht grote afstanden afleggen. De sporen kiemen als ze op de juiste fruitsoort komen en als het blad of de jonge vruchten voor een bepaalde tijd voldoende vochtig blijven bij een bepaalde temperatuur (aantal uren vochtig blad x gemiddelde temperatuur = gelijk aan of boven 140). Uit de bestaande vlekken worden de zomersporen gevormd en infecteren in de onmiddellijke omgeving (dezelfde boom of een naburige boom) waaronder de vruchten tot d e bladvalperiode.

Maatregelen:
  • winderige standplaats en goed open snoeien;
  • kiezen voor resistente variëteiten;
  • resistentie verhogen door regelmatig een afkooksel van heermoes te spuiten vanaf het uitkomen van de knoppen tot begin juli;
  • de afgevallen bladeren verwijderen of proberen sneller te doen verteren door ter plaatse te bepoederen met vinasse of een stikstofbron;
  • preventief spuitzwavel toepassen om de 7 dagen vanaf eind maart tot half juni;
  • als alternatief afwisselend een aftreksel van bonenkruid en kruidnagel spuiten;
  • bij peer aangetaste scheuten verwijderen;
Aantasting door Takschurft
Op Appel en perenboom, Fruitmot.
Fruitmot Insect. Herkenning aantasting:Aanvankelijk een rode plek rondom het inboorgat van de fruitmotrups en later zijn boorselproppen te zien alsook brede gangen tot in het klokhuis dit is de zogenaamde wormstekigheid (op appel, en perenboom). Jonge larven hebben een witte kleur, oudere larven een roze kleur.

Leefwijze: De motjes (9 mm lang, grijs met aan de vleugelpunt een goudkleurige vlek) vliegen vanaf mei vooral in de schemering en leggen eieren zowel op de jonge vruchten, bladeren en op scheuten. De eiafzetting gebeurt bij avondtemperaturen boven de 15°C. Na 8 tot 14 dagen komen hieruit rupsjes die eerst oppervlakkig eten aan de fruitschil en daarna binnendringen. Ongeveer na een maand is de rups volgroeid en verlaat de vrucht om te verblijven in een cocon onder de schors of een plekje op de grond tot volgend jaar (april, mei). De vroegst ingesponnen rupsen verpoppen in een warme zomer nog datzelfde seizoen en zijn verantwoordelijk voor een tweede generatie.

Maatregelen:
  • de natuurlijke vijanden (mezen, vleermuizen, sluipwespen, ···) bevorderen, vooral pimpelmezen zoeken rups in cocon achter de schors;
  • de voortijdig gevallen vruchten verwijderen;
  • feromoonval voor het vangen van de mannetjes en die vooral een aanduiding geven van een grote aanvalsdruk. De aanduiding geeft dan aan wanneer men best spuit met een of ander rupsdodend biologisch middel bvb Conserve;
  • het aantal feromoonvallen opdrijven om als bestrijdingsmiddel in te zetten;
  • spuiten met een salie aftreksel;
  • lijmbanden aanbrengen op de stam juist onder de krooon;
  • na de oogst aaltjes spuiten tot eind december op de stam en het begin van de vertakkingen.
Fruitmot Insect.

Terug naar het begin van de bladzijde.

Bladzijde sluiten.