Deze tekst is een overname van de brochure "De augurkenteelt"
uitgegeven door het Ministerie van Landbouw, 3de uitgave,1987
De augurkenteelt heeft ondertussen aan belang verloren voor de beroepstuinder.
2.2. Bemesting
Augurken stellen hoge eisen aan de bemesting en zijn vooral dankbaar voor organisch
materiaal. Door het aanbrengen van een grote hoeveelheid stalmest verbetert men de bodemstructuur en het waterhoudend vermogen van de grond. De hoeveelheid stalmest schommelt,
volgens de behoefte van de grond, van 1.000 tot 2.000 kg/are. Deze mest dient in het najaar
of vroeg in het voorjaar over het perceel verspreid te worden. Bij gebrek aan stalmest kan
ook gebruik gemaakt worden van kippemest of mengmest van varkens of rundvee. In dit geval
moet de mest reeds in de winter toegediend worden daar anders het gevaar voor verbranding
bestaat.
Zonodig kan de organische bemesting aangevuld worden met 50 eenheden stikstof, 50
eenheden fosfor en 100 eenheden potas/ha. Ter voorkoming van magnesiumgebrek is het
wenselijk vooral op lichtere zandgronden 2 kg kieseriet/are te strooien. Afhankelijk van de
grondontledingsuitslagen kan het noodzakelijk zijn tijdens de teelt zelf nog bij te mesten
(stikstof).
Deze tekst is een overname van de brochure "De augurkenteelt"
uitgegeven door het Ministerie van Landbouw, 3de uitgave,1987
De augurkenteelt heeft ondertussen aan belang verloren voor de beroepstuinder.
|