Free counter and web stats



Hij nam na de studio-opname alle verdere stappen op zich tot en met de distributie van de cd.
Met het oog op de presentatie van vandaag speelde ik al vrij vlug met het idee om er dans bij te betrekken. Na een optreden tijdens een tweede dichterhappening van het RHoK-academie te Etterbeek in 2004, 'Vlammende Liefde', droeg ik, na een rondgang in het park en enkele cafés, voor in een ruimte van de kunstacademie, samen met een groep jazzmusici en een mij volslagen onbekende Italiaanse danseres, die ik nog nooit had gezien en die op het podium bij de gedichten en de muziek improviseerde. Ze deed zo voortreffelijk dat ik haar persoonlijke coördinaten vroeg, dit met het oog op eventueel later contact. Toen ik haar eind vorig jaar contacteerde was zij onmiddellijk geïnteresseerd in een samenwerking met ons.



Openingstoespraak A.Van den Braembussche


4. Paregon

De dichtbundel bestaat uit twee delen. Het eerste heeft als titel Parergon.
Het woord parergon is een knipoog naar een bekende tekst van Jacques Derrida over kunstfilosofie, die in zijn La Vérité en Peinture verscheen.
Deze tekst handelt over het kader van de kunst, de denkkaders maar ook de materiële kaders, de lijst van een schilderij.
Parergon betekent in het Grieks letterlijk para=naast en ergon=werk, en dus betekende het woord letterlijk ‘naast het eigenlijke werk’, vandaar ‘bijzaak’, ‘een zaak van ondergeschikt belang’, bijkomstigheid, bijverschijnsel, enz. Dit verklaart tevens waarom parergon later ook de betekenis heeft verworven van ‘ornament’, ‘kader’ en 'omlijsting’.
De tekst van Derrida bevat allereerst letterlijk Kant-tekeningen, kanttekeningen bij het werk van Kant. De titel van de dichtbundel, Kant-tekeningen, is ook een zinspeling hierop. Kant beweerde namelijk dat de lijst van een schilderij niet te opvallend mocht zijn, omdat zij dan ten onrechte de aandacht afleidt van het eigenlijke kunstwerk (lijst=bijzaak, kader, puur ornament!). Dus de lijst behoort niet het kunst werk, is buiten het kunstwerk. Niets is minder waar, zo betoogde Derrida. De lijst oefent sowieso een invloed op het schilderij. Er is geen strakke scheiding tussen binnen en buiten, want wat zich zogenaamd buiten het schilderij bevindt oefent toch invloed uit op het schilderij. Iedereen weet hoe belangrijk de plaatsing is van een schilderij in de ruimte: niet alleen de lijst, maar de museumwand, de museumruimte beïnvloedt het schilderij. Net zoals een gebouw veranderd door de omgeving, en omgekeerd de omgeving veranderd door het gebouw.
Deze deconstructie van Kant door Derrida is een denken in de marge. Iets gelijkaardigs deed ik toen aan de slag ging met de kleur-uitprints van de litho’s: ik noteerde woorden in de marge van de litho’s, clusters van woorden en metaforen die enigszins samen hoorden, poëtische kanttekeningen die spontaan in me opkwamen.
Opvallend bij de litho’s van Theo is de explosieve, intense kleurexpressie, de compositorische spankracht. Via ‘Kant-tekeningen’ (parerga) verkende ik in toenemende mate het sublieme, het visionaire en het kosmische, de ‘archeologie van het onzegbare’.
Kant-tekeningen zijn gedichten in de marge van reeds bestaande litho’s, in en op het kader van de lithografie (denk aan het begrip parergon).
Of nog: het is poëzie als een steendruk in het wit tussen dichtregels, in de onbenoembare tussenruimtes van verdriet (cfr de Celan-cyclus).



Terug


Homepage

1. Inleiding: de ontmoeting

Op 11 februari 2003 organiseerde het RHoK (Rijks Hogere Kunstacademie) te Etterbeek een dichtershappening,waarbij dichters voorlazen uit eigen werk met de bedoeling een dialoog aan te gaan met studenten en leraars beeldende kunst.
Het is tijdens deze poëzie-happening dat ik de Celan-cyclus voorlas in het immense atelier waar Theo zijn lithografieën maakt. Na de voordracht stapte Theo naar mij met de vraag of ik belangstelling had om samen te werken. Het antwoord was ja!
Uiteindelijk werd afgesproken dat Theo een 6-tal litho’s zou maken bij de zes gedichten uit de Celan-cyclus die hij tijdens de poëzie-happening had gehoord.
Ikzelf zou een aantal gedichten creëren bij reeds bestaande litho’s van Theo uit de serie Vormen en Landschappen, die toen al op zijn website te zien was.
Toch duurde het echter maanden vooraleer de samenwerking echt van de grond kwam.
Mijn eigen gedichten ondergingen een formele en thematische verandering onder invloed van de litho's en omgekeerd ondergingen de litho's van Theo een transformatie o.i.v. de Celan-cyclus!
Er was dus van meet af aan een kruisbestuiving!

2. Uitgeverij P.

Al vrij vlug werkten wij naar een publicatie toe. We stuurden dan ook de dichtbundel met de litho’s naar Leo Peeraer, directeur van uitgeverij P.
Het duurde opnieuw maanden vooraleer wij een antwoord ontvingen! Het bleek dat Leo Peeraer letterlijk overspoeld werd door aanvragen tot publicatie.
De uitgeverij P. heeft dan ook een benijdenswaardige reputatie verworven.
In 1990 gestart als een bescheiden poëziereeks is het fonds van uitgeverij P uitgegroeid tot 175 boeken, waarvan tweederde poëzie. Het is daardoor een van de belangrijkste uitgeverijen van poëzie in Vlaanderen geworden!
Dat wij onze dichtbundel met litho’s aan de uitgeverij P. aanboden is niet toevallig. Als poëzie-uitgeverij heeft P. altijd al iets gehad met de beeldende kunst, getuige hiervan de reeks Gelegenheidsuitgaven, die prachtig-geïllustreerde, bibliofiele uitgaven bevat van dubbeltalenten of dichters die zich nauw verwant voelen met beeldende kunstenaars.
Na maanden ontvingen we dan een telefoontje van Leo Peeraer met de melding dat hij beslist had de bundel in die magnifieke reeks op te nemen.
De herhaalde bezoeken aan Leo in zijn prachtig historisch pand, waar altijd een gezellige drukte heerste, waar altijd inspirerend, aangenaam, bourgondisch-gezellig. Bij elk bezoek kregen we een prachtig boek gratis.

3. Muziek, zang, cd-project en dans.

Toen de bundel langzaam vorm aannam kwam ik op het idee om de gedichten/litho’s op muziek te laten zetten, in eerste instantie met het oog op de presentatie van vandaag.
Ik vroeg de pianoleraar van mijn vrouw, Erik Claeys, of hij eens wilde proberen om muziek te componeren bij de gedichten en de litho’s.
Een paar maanden later beluisterde ik al een reeks composities: en ik wist dat het goed zat.
In een latere fase componeerde Erik bij de Celan-cyclus een zangpartij.
Het was niet gemakkelijk om voor de zangpartij een geschikte zangeres te vinden. De zang stelt inderdaad zeer hoge eisen aan de stemcapaciteiten, het zangbereik en vooral ook aan de expressie.
Uiteindelijk viel onze keuze op Amanda Engels, een jazz-zangeres die Erik al een tijdje kende. Amanda ging er van bij de aanvang helemaal voor.
Samen met Erik heeft zij ettelijke malen gerepeteerd, steeds opnieuw het onderste uit de kan halend.
De gedichten, muziek en zang culmineerden uiteindelijk in een cd-project.
Uiteindelijk werd besloten de cd samen met de dichtbundel te verkopen. Ook hier liet Leo Peeraer zich niet onbetuigd.
Hij nam na de studio-opname alle verdere stappen op zich tot en met de distributie van de cd.
Met het oog op de presentatie van vandaag speelde ik al vrij vlug met het idee om er dans bij te betrekken. Na een optreden tijdens een tweede dichterhappening van het RHoK-academie te Etterbeek in 2004, 'Vlammende Liefde', droeg ik, na een rondgang in het park en enkele cafés, voor in een ruimte van de kunstacademie, samen met een groep jazzmusici en een mij volslagen onbekende Italiaanse danseres, die ik nog nooit had gezien en die op het podium bij de gedichten en de muziek improviseerde.
Ze deed zo voortreffelijk dat ik haar persoonlijke coördinaten vroeg, dit met het oog op eventueel later contact. Toen ik haar eind vorig jaar contacteerde was zij onmiddellijk geïnteresseerd in een samenwerking met ons