2016 (jaargang 35)

Nummer 1

VANDENBUSSCHE, Koenraad, Enkele suggesties over het ontstaan van Eernegem, jg. 35 (2016), nr. 1, p. 1-20.
Aan de hand van de algemeen aanvaarde stellingen over de regionale geschiedenis, de historische geografie van ons dorp en de interpretatie van latere historische bronnen maakt de auteur een voorzichtige oefening om de oudste geschiedenis van Eernegem tot leven te brengen. Een gereconstrueerd grondplan van het Goed ter Belle en oude grondplannen de site van het Hooghuis en van de mote zijn afgebeeld.

VANDENBUSSCHE, Koenraad, Kasseiwegen door het centrum van Eernegem (1783-1880), jg. 35 (2016), nr. 1, p. 21-24.
De ontstaansgeschiedenis van de eerste kasseiwegen doorheen het dorp wordt geschetst. Het betreft Stationsstraat (1783), Westkerkestraat (1849), Aartrijkestraat (1857) en Bruggestraat en Mitswegestraat (1881). Twee plannetjes (Bruggestraat en Aartrijkestraat) illustreren het verhaal.

VANDEWALLE, Luc, Niet-Eernegemnaars overleden in Eernegem (deel 85), jg. 35 (2016), nr. 1, p. 25-26.
Dit keer betreft het overlijdens van 11 januari 1912 tot 22 september 1912. De doodsprentjes van Ferdinand Tallier en pastoor Edward De Meyere zijn opgenomen.

Nummer 2

VANDENBUSSCHE, Koenraad, De familie de Beaucourt de Noortvelde in Eernegem, jg. 35 (2016), nr. 2, p. 27-46.
In 1842 bouwde Jules de Beaucourt de Noortvelde het 's Gravendriesschekasteel in Eernegem. In 1895 werd het verkocht aan Désiré Debuck, die er tot 1926 eigenaar van bleef. Toen kwam het in handen van Eugène Rau. Omstreeks 1960 werd het kasteel afgebroken. Het artikel is rijk geïllustreerd met plans, foto's, tekeningen en rouwprentjes.

VANDENBUSSCHE, Koenraad, Eernegemse lenen van de Burg van Brugge, jg. 35 (2016), nr. 2, p. 47-62.
De graaf van Vlaanderen had enkele bezittingen in Eernegem die hij aan leenmannen in leen gaf in ruil voor een eed van trouw, die hen verplichtte tot raad en hulp aan hun leenheer. Vaak waren dat stukken grond en één enkele keer het recht om een tiende te innen. De Burg van Brugge hield controle op al die grafelijke domeinen. Vanaf 1330 werden de registers van dit grafelijk bezit bijgehouden. De bezitters van deze lenen van 1330 tot 1795 werden opgezocht. Ook tekende de auteur kaartjes met de ligging van deze lenen in het dorp.

VANDENBUSSCHE, Koenraad, Stationsput in 1887 gegraven, jg. 35 (2016), nr. 2, p. 63-64.
Op Kermismaandag 1867 reed er voor het eerste een trein door Eernegem. Wanneer er bij station ook de Stationsput werd gegraven, was tot nu toe niet geweten. Dat gebeurde pas in 1887. Drie brieven van het gemeentebestuur aan het Bestuur van de Spoorwegen en aan de aannemer die de werken zou uitvoeren, lichtten ons daarover in. Het gemeentebestuur drong er immers op aan om voor het werk plaatselijke grondarbeiders te gebruiken omdat er in onze streek toen een grote werkloosheid heerste.

Nummer 3 en 4

VANDENBUSSCHE, Bart, Wielrennen in Eernegem (1944-1950) onder impuls van Henri Vermote, jg. 35 (2016), nr. 3-4, p. 65-107.
In dit dubbelnummer doet de auteur de hoogtijdagen van de wielersport in Eernegem na de bevrijding herleven. Spil was BWB-verantwoordelijke Henri Vermote, die op 11 maart 1945 Sport en Vermaak oprichtte, die jaarlijks wielerwedstrijden in het dorp inrichtte. In die jaren telde Eernegem ook enkele wielerkleppers zoals Julien Plovie en Cyriel Van Bossel. In Bekegem waren Urbain Proot en Frits Seynaeve de vaandeldragers van hun generatie.

p>