Een
wandeling langs de historische gebouwen van Kortenberg
Dr. Henri Vannoppen
We
beschrijven eerst volledige gebieden, waar meerdere historische gebouwen
voorkomen. Daarna komen de losse entiteiten per soort gebouw aan bod. Het gaat
hier om 57 gebouwen.
De
fotografie is het werk van fotograaf Jos Verhoogen uit Erps-Kwerps. Deze geeft
een beeld van de historische monumenten in 2004 (Copyright Jos Verhoogen).
Webmaster Gustaaf Salens retoucheerde de foto's voor het internet.
Volledige
gebieden
De
kerk van Kortenberg en omgeving
1.
De O.L.Vrouwekerk van Kortenberg
|
De
eerste kerk van Kortenberg was gevestigd op de Curtenberg of de
Eikelenberg. Daar was ook de eerste kerkelijke nederzetting: de kluis,
waaruit later de abdij van Kortenberg. Men sprak van de bergkerk. De kerk
was toegewijd aan Sint-Amandus. In 1764 werd een referendum georganiseerd
i.v.m. de plaats van de nieuwe kerk in ‘De Ark van Noé’. De
meerderheid van de Kortenbergenaren verkoos een kerk dicht bij de
Leuvensesteenweg nl. op de Heurk. Op 5 juli 1771 werd de bergkerk
afgebroken. Op 9 juli 1771 werd de eerste steen van de nieuwe kerk van
Kortenberg gelegd door de rentmeester van de abdij. In het kerkportaal
vinden we deze eerste steen terug: ‘Dit is den eersten steen geleydt
door Mevrouw Seraphine du Chäteau, abdisse
der abdij van Cortenbergh den 9 juli in ’t jaar ons Heere 1771’. De
zandstenen toren op een vierkant grondvlak is afgedekt met een klokvormig
dak. Het portaal in arduin is LodewijkXVI-stijl. De nieuwe kerk droeg de
stempel van Laurent-Benoit Dewez. Het is neoclassicisme. Door de
uitbreiding van de parochie en door de demografische groei werd de
vergroting van de kerk van Kortenberg noodzakelijk. Pastoor August
Verbeeck breidde in de periode
1887-1892 de kerk uit met twee uitspringende zijbeuken en met een
bergplaats. Architect A. Struyven zorgde voor het plan en aannemer Van
Deuren uit Hoeilaart voor de uitvoering van de werken. In 1914 werd de
kerk volledig afgebroken, alleen de toren bleef over. De nieuwe kerk werd
gebouwd in neogotiek volgens de plannen van de Leuvense architect Pierre
Langerock. De aannemer was Jan-Baptist Mommaerts uit Kortenberg; Wegens
W.O.I waren de werken van lange duur. Op 16 oktober 1922 zegende kardinaal
Mercier de nieuwe kerk van Kortenberg in. In 1981 veranderde de kerk
van Kortenberg van patroonheilige. Zowel Erps
als Kortenberg hadden Sint-Amandus als patroon. Erps was de oudste
parochie en behield Sint-Amandus. Kortenberg nam O.L.Vrouw, de tweede
patroon van de kerk als nieuwe patroonheilige.
In 1917 zorgde
Edward Steyaert voor drie glasramen in het nieuwe koor. In 1922
vervaardigde hij een glasraam voor het doksaal. De doopvont uit de 17de
eeuw komt uit de bergkerk. De eiken lambrisering en de biechtstoelen
werden in 1788 te Mechelen door Jean Taverniers in Lodewijk XVI-stijl
vervaardigd en komen uit de kerk van 1771. Er zijn ook enkele merkwaardige
beelden: de Ecce Home, een 17de-eeuwse houten beeld in barokstijl en
de laatgotische madonna van rond 1500 uit het atelier van de Meester van
O.L.Vrouw van Piétrebais. In deze kerk werd Sint-Blasius vereerd tegen
keelpijn. Het schilderij ‘De aanroeping van Sint-Blasius’, een
18de-eeuws schilderij van de Vlaamse School herinnert hieraan. De
kerkmeubelen dateren van bij de bouw van de nieuwe kerk in 1914-1921 en
werden geschonken door Kortenbergse burgerijfamilies.
|
Bibliografie:
A.
WAUTERS. Histoire des environs de Bruxelles, 8B, (heruitgave 1973 van het
boek van 1855), p. 407-408.
F.
DENIS. Kortenberg, onze parochie. Kortenberg, 1981, p. 51-76.
H.
VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Winksele, 1991, p. 12-13 (
Nr. 1. De O.L.Vrouwekerk).
J.
JANSEN. Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen.
Provincie Brabant. Kantons Leuven I en II. Koninklijk Instituut voor het
Kunstpatrimonium. Brussel, 1980 , p. 40-41.
J. BUYS.
De kerken van Kortenberg – in H. VANNOPPEN. Kortenberg 1095-1995.
Borgerhout, 1995, p. 203-216.
F.
BUYS-HEREMANS. Het interieur van de O.L.Vrouwekerk– in H. VANNOPPEN.
Kortenberg 1095-1995. Borgerhout, 1995,, p. 217-246.
|
naar tabel
2
.Het oorlogsmonument van het H.-Hart
|
Het H.-Hartbeeld
werd na W.O.I geplaatst in de verlenging van de kerk en de sacristie. Dit
beeld deed dienst als oorlogsmonument van Kortenberg. Op het voetstuk
vinden we ‘Cortenberg dankbaar’ en ‘Aan het Heilig hart’ . Op de
twee zijkanten en op de achterkant werden de namen van de gesneuvelden en
van de oud-strijders van Kortenberg uit W.O.I aangebracht. Het was een
typisch katholiek oorlogsmonument uit het interbellum. Katholieke besturen
verkozen een H.-Hartbeeld boven een gesneuvelde soldaat. In 1931
werd dit monument verplaatst en kwam voor de kerk in de Brouwerijstraat te
staan. In 1986 vernieuwde ge gemeente Kortenberg de platen op het monument
en vulde deze aan met de slachtoffers van W.O.II. |
|
|
Bibliografie:
F.DENIS.
Kortenberg, onze parochie. Kortenberg, 1981, p. 148-152.
H.
VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Winksele, 1991, p. 32 (
Nr. 13. De oorlogsmonumenten van Kortenberg).
|
naar tabel
De
Abdij van Kortenberg en de Eikelenberg
3. Het
hoofdgebouw van de abdij of het abdijkasteel
|
Oorspronkelijk
was er een vestiging van reclusae of kluizenaressen op de Curtenberg.
Deze werd vermeld in 1095. In de 13de eeuw kwam de gemeenschap naar het
dal in het Minneveld.
Ze
bouwde toen een nieuwe abdij en nam de regel van Sint-Benedictus aan. In
1312 werd hier het befaamde Charter van Kortenberg getekend. In 1777 werd
Beatrix de Villers tot laatste Benedictinessenabdis van Kortenberg
verkozen. Op het einde van de 18de eeuw werden de nieuwe abdijkerk en het
nieuwe hoofdgebouw of het abdijkasteel opgetrokken. Het hoofdgebouw werd
opgetrokken tussen 1779 en 1783 in neoclassicisme. In 1798 werd de
abdij als zwart goed verkocht door de Fransen. Als kopers traden Van Grave
en Vanden Burggraaf-Spruyt op. De meeste gebouwen werden afgebroken in de
Franse periode ook de nieuwe abdijkerk. Op het einde van het Hollands
bestuur was de abdij opnieuw één eigendom nl. van Joseph Charles van
Grave, die meier van Kortenberg was van 1819 tot 1829. Hij verkocht
in 1829 het abdijcomplex aan baron Albert d’Eesbeeck Vanderhaeghen. Door
het huwelijk van Barones Julie d’Eesbeeck Vanderhaeghen met Jean-Amand
Matthieu, de rentmeester van de goederen d’Eesbeck te Kortenberg kwam de
abdij in handen van de familie Matthieu. In 1897 werd de abdij verkocht.
Het hoofdgebouw kwam in handen van rechter Paul Salkin, de kleinzoon van
de Barones. Zijn schoonbroer Joseph Chantraine (+1910) ontwierp hier zijn
vliegtuig ’de aéromobile’. Ook kunstschilderes Marie Salkin-Lambiotte
en haar zoon kunstschilder Emile Salkin woonden hier. De bekende
surrealist kunstschilder Paul Delvaux kwam hier dikwijls op bezoek bij
zijn vriend Emile Salkin.
In
1933 werd het abdijcomplex openbaar verkocht. Kanunnik François Misonne
kocht de gebouwen. Hij bouwde de halfronde barokke abdijkapel en de
traditionele ridderzaal in 1934. Kardinaal Van Roey wijdde deze kapel in
1934 in. De Zusters van het Cenakel hadden hier een retraitehuis van 1952
tot 1976. Het abdijkasteel is de eigendom van het aartsbisdom Mechelen.
Het beheer was achtereenvolgens in handen van de Paters Redemptoristen,
van de Zusters Ursulinen, van leken en van de Paters Salvatorianen.
In 1960 werd er een nieuwe vleugel achteraan aangebouwd volgens de plannen
van architect P. Rome uit Brussel. Het salon van de abdij geeft een beeld
van de 18de-eeuwse glorie. We vinden er portretten van Maria Laermans, die
de abdij bestuurde van 1671 tot 1682 en van Beatrix de Villers, de laatste
abdis van Kortenberg en twee medaillons van Beatrix de Villers en
van rentmeester Gregorius Desneux, beheerder van de
abdijgoederen van 1778 tot 1796. In het salon vinden we ook de
wapenschilden van de abdij en van de laatste abdis.
|
Bibliografie:
A.WAUTERS.
Histoire des environs de Bruxelles, 8B, (heruitgave 1973 van het boek van
1855), p. 384-408.
J.ROUART-CHABOT.
Abbaye de Cortenberg-Monasticon Belge. Deel IV. Province de Brabant.
Volume I, p. 243-267.
F.MAES.
Kortenberg, zijn abdij, zijn oude woningen -Eigen Schoon en De Brabander,
1955, p. 199-220.
H.
VANNOPPEN. Het abdijkasteel van Kortenberg in het Nieuwe Regime - De
Brabantse Folklore, 1977, p. 13-91, p. 165-206..
H.
VANNOPPEN. Abdij Kortenberg. 1986, 24 p.
C.BORGIONS.
De abdij van Kortenberg tegenover adel en patriciaat in Brabant 1095-1572.
1990, 137 p.
H.
VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Winksele, 1991, p. 21-23 (
Nr. 7. De Abdij van Kortenberg).
C.BORGIONS.
Een bezoek aan de abdij-– in H. VANNOPPEN. Kortenberg 1095-1995.
Borgerhout, 1995, p. 97-110.
|
naar tabel
4. Het
Poortgebouw van de abdij
|
|
|
|
De prent
van Sanderus in Chorographia Sacra Brabantiae van 1659 gaf zeer
duidelijk het poortgebouw van de abdij. Het is gebouwd in het begin van de
17de eeuw in traditionele zand - en baksteenstijl. Opvallend is de
gotische spitsvormige toegangspoort, die de vroeg 17de-eeuwse kern van het
poortgebouw vormt. In 1825 dacht het gemeentebestuur van Kortenberg aan
een gemeentehuis. De ingangspoort van de abdij was de eigendom van Petrus
De Wandelaar. De gemeente beschikte over 400 gulden voor de aankoop. Dat
was een te lage prijs voor De Wandelaar en de verkoop ging niet door. In
1830 vroeg de volgende eigenaar Barones d’Eesbeeck Vanderhaeghen 800
gulden voor het gebouw. De gemeente ging dan toch akkoord ondanks de
verdubbelde prijs. In 1830 werd het gemeentehuis en de
gemeenteschool in de ingangspoort gevestigd. Burgemeester Lambert-Joseph
Schuermans werd in dit gemeentehuis in 1830 tot burgervader verkozen. In
1870 constateerde de gemeenteraad van Kortenberg dat de abdijpoort te
klein en te ongeschikt was. In 1873 werd de abdijpoort of het
oud-gemeentehuis verkocht aan Jean-Amand Matthieu, gemeentesecretaris van
Kortenberg en eigenaar van het abdijkasteel. Rond 1920 kocht de familie
Lafosse de abdijpoort. Ze vestigde de schrijnwerkersmeterfabriek ‘Le
Cygne’ achter de abdijpoort in de richting van het abdijkasteel. Het
jaartal 1920 op deze industrieel archeologische bewijzen wijst op het
bouwjaar.
|
Bibliografie:
F.MAES.
Kortenberg, zijn abdij, zijn oude woningen -Eigen Schoon en De Brabander,
1955, p. 199-220.
H.
VANNOPPEN. Het abdijkasteel van Kortenberg in het Nieuwe Regime - De
Brabantse Folklore, 1977, p. 13-91, p. 165.
H.
VANNOPPEN. Abdij Kortenberg. 1986, 24 p.
H.
VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Winksele, 1991, p. 21-23 (
Nr. 7. De Abdij van Kortenberg).
|
naar tabel
5. Het
Veehof
|
In het
abdijdomein staat tegenover het hoofdgebouw het Veehof, nu het jeugdheem
Sjaloom. Sanderus in de 17de eeuw en A. Nivoy op het einde van de 18de
eeuw tekenden duidelijk de veestallen. Het Veehof werd in 1624 door
brand vernield. De oudste delen van het Veehof dateren uit 1640-1650, toen
het heropgebouwd werd. . Ze zijn opgetrokken in traditionele bak- en
zandsteenstijl. Het Veehof was de veehoeve van de abdij. In 1770 had
de abdij twee weiden: één met 21 koeien en één met 3 runderen. De
gebouwen bij Sanderus en bij Nivoy waren veel uitgebreider dan het gebouw
dat we terugvinden op foto’s uit de Belle Epoque.Het gebouw was toen de
kleine hovenierswoning van het abdijkasteel. Voor 1914 waren het de
koestallen van Marie Salkin met haar ‘Laiterie de l’Abbaye de
Cortenbergh’. Na W.O.I werd het Veehof opnieuw een hovenierswoning.
Jacques Salkin had er een varkenskwekerij rond 1925-1930. In 1933 verkocht
Paul Salkin dit 17de-eeuws gebouw samen met het abdijkasteel aan E.H. François
Misonne. Deze restaureerde en vergrootte het Veehof in de richting van de
vijver tot de directeurswoning . Hij had er zijn privé-woning van 1933
tot 1969. Van 1969 tot 1976 werd het Veehof bewoond door glazenier Julien
Van Averbeke. Nu is het omgevormd tot het jeugdheem Sjaloom en het wordt
ook voor tentoonstellingen en vertelavonden gebruikt.
|
Bibliografie:
F.MAES.
Kortenberg, zijn abdij, zijn oude woningen -Eigen Schoon en De Brabander,
1955, p. 295-256.
H.
VANNOPPEN. Het abdijkasteel van Kortenberg in het Nieuwe Regime - De
Brabantse Folklore, 1977, p. 193-198.
H.
VANNOPPEN. Abdij Kortenberg. 1986, 24 p.
H.
VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Winksele, 1991, p. 23 (
Nr. 7. De Abdij van Kortenberg: Het Veehof).
|
naar tabel
6. De
Bouwerij
|
|
|
|
De abdij had in
het begin van de 16de eeuw twee pachthoven op helftwinning: het Hof
te Lindergem en de Bouwerij. Het eerste pachthof is verdwenen. De Bouwerij
verwijst naar landbouw. Het was een pachthof afgestemd op akkerbouw. De ingang
is nu langs de Abdijdreef. Dit
pachthof ook ‘cense’ genoemd was redelijk veilig vermits ze gelegen was
binnen de muren van de abdij van Kortenberg. De Bouwerij werd verwoest onder de godsdienstoorlogen in 1585 en
heropgebouwd onder abdis Madeleine de Nivelles (1595-1617). Het huidig gebouwd
zou dateren van 1732. Abraham Schuermans, griffier van Kortenberg was
pachter van de Bouwerij in de 18de eeuw. Hij werd er opgevolgd door
zijn zoon Philippe-Antoine Schuermans. De huidige gebouwen zijn opgetrokken in
een landelijke traditionele zand- en baksteenstijl. In de Minneveldstraat vinden we in de vernieuwde
omheiningmuur een 18de-eeuws zandstenen rondboogdeurtje met
geprofileerde imposten en hartmotief in de sluitsteen. Een 18de-eeuws
losstaand zandstenen gebouw langs de weg naar de abdij werd omgevormd tot een
garage.
In
1798 kochten Cornelis van de Burggraaf en zijn echtgenote Maria Martha Spruyt
de Bouwerij als zwart goed. In 1830 was de Bouwerij een pachthof de
eigendom van een Brusselse rentenier Louis Deman. Het was toen volgens het
kadaster een bakstenen pachthof met schaliën bedekt zonder bovenverdieping. In 1848 kocht Jean-Amand
Matthieu,
gemeentesecretaris van Kortenberg deze gebouwen en zo werd het abdijdomein terug één geheel.
Bij de deling kwam de Bouwerij aan zijn zoon Leon Matthieu te Leuven. In
1897 was het de eerste melkerij van Marie Salkin. Er waren stallen voor het vee.
De staat van het goed was bedenkelijk en vrij snel verhuisde Marie Salkin naar
het Veehof, haar tweede vestiging.
In 1920 kocht
Fernand Lafosse de Bouwerij. Zijn zoon Walter Lafosse vormde de Bouwerij om tot
een woning ‘Het Winhof’. Nu woont er zijn dochter Geneviève Lafosse. We
vinden er enkele mooie bomen: een ondersteunde trompetboom of Catalpa en een
uitgetopte paardekastanje.
|
Bibliografie:
F.MAES. Kortenberg, zijn abdij, zijn
oude woningen - Eigen Schoon en De Brabander, 1955, p. 199-220.
H. VANNOPPEN. Het abdijkasteel van
Kortenberg in het Nieuwe Regime - De Brabantse Folklore, 1977, p. 191.
H. VANNOPPEN. Abdij Kortenberg. 1986, 24
p.
H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse
gebouwen. Winksele, 1991, p. 24 (
Nr. 7. De Abdij van Kortenberg: De Bouwerij).
H. VANNOPPEN. De burgemeesters-
en
brouwersfamilie Schuermans in Kortenberg -De Vlaamse Stam, 1983, p. 481-494.
|
naar tabel
7. Het
rusthuisje
|
In de hoek van
het abdijdomein tekende Nivoy in 1796 het rusthuisje. Hij vermeldde het onder
nr. 25 als ‘le jardin abbatial avec un cabinet’ of het lusthofje van de
abdis met zomerhuisje. Het is een tuinpaviljoen in Lodewijk XV-stijl. Het
vierkant in baksteen is afgedekt met een tentdak Het rusthuisje lag tegen de
vijver. Het tuinhuisje werd onder kanunnik Misonne omgevormd tot een
kapel. |
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. Het abdijkasteel van
Kortenberg in het Nieuwe Regime - De Brabantse Folklore, 1977, p. 46, p. 202, p.
194.
|
naar tabel
8.De
kelder van het abdijdomein
|
Tussen het
abdijkasteel en het Veehof vinden we nog de ruïne van een kelder, het geheel
met bomen begroeid. Volgens de enen was het een ijskelder. Waarschijnlijker is
echter de andere stelling nl. dat het hier gaat om de kelder van één van de
abdijgebouwen, die afgebroken werden na 1798. De verkoopsaffiche van 1897
vermeldde ‘2 bonnes caves’. Het waren kelders met een bakstenen tongewelf en
lichtgetoogde deuropening in een verzorgd natuurstenen parement. Mogelijk werden
deze kelders als groentekelders gebruikt. Boven op de heuvel vinden we een
natuurstenen kapelletje met bakstenen kern in pseudo - Lodewijk XV-stijl. |
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. Het abdijkasteel van
Kortenberg in het Nieuwe Regime - De Brabantse Folklore, 1977, p. 194.
|
.naar tabel
9.De ruïne
van de brouwerij
Abdijen en bier
brouwerijen ging dikwijls samen. Dat was ook zo bij de Benedictinessenabdij van
Kortenberg.Nivoy gaf in 1796 als nr. 13 de brouwerij en de bakkerij. Ook bij
Sanderus in de 17de eeuw vinden we deze gebouwen terug. Bij de
verkoop van de abdij in 1798 kwamen de brouwerij en de bakkerij aan Martha
Spruyt, echtgenote van Cornelis Van den Burggraaf.
De Kamme van de
abdij werd vermeld in 1693 en 1796. Over de vaklieden die er werkten , is weinig
gekend. We vonden de naam van één brouwer nl. Guiliëlmus Matthieu uit
Sint-Pieters-Rode. Hij was de zoon van Lucas Matthieu en van Maria Lessin. Hij
huwde in 1779 te Kortenberg met
Theresia Vrebos, dochter van Roeland Vrebos en van Catharina De Wandelaer. Hij
werd vermeld als ‘braxator’. Zijn zoon Jean-Amand Matthieu werd later de
rentmeester van de baronnen d’Eesbeeck Vanderhaeghen, gemeentesecretaris van
Kortenberg en hij huwde de dochter
van de Baron.
|
|
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. Het abdijkasteel van
Kortenberg in het Nieuwe Regime - De Brabantse Folklore, 1977, p. 59.
G.VAN ROEY en G.VANNOPPEN. Kortenberg,
brouwerijgemeente. Evolutie van de brouwerijen en bieren in de huidige
fusiegemeente Kortenberg - Curtenberg , 1993-1994, nr. 3, p. 99.
|
naar tabel
10. De
oude pastorie van Kortenberg
|
De eerste
pastorie van Kortenberg stond bij de bergkerk.Het lemen gebouw werd in 1632 door
soldaten verwoest. Er kwam dan een nieuwe pastorie, ook een lemen woning ’De
Verckensdelle’ in de Kiewitstraat juist buiten de abdijmuur. Het lemen huis
bevatte een kelder met een kamer daarboven. In 1634 werd daar het stenen huis
tegenaan gebouwd in witte zandsteen. Het bestond uit een kamer met een haard en
een portaal. De pastorie was niet veel zaaks en werd door de pastoors verhuurd.
Ze verbleven meestal zelf in de abdij. Er werden langdurige processen gevoerd
tussen de pastoors en de abdij. In 1725 kwam men tot een besluit. Men zou de
pastorie verbouwen. Het lemen buis werd afgebroken. Een nieuw kwartier met twee
bouwlagen werd tegen het stenen huis opgetrokken. In 1732 werd het stenen huis
ook opgetrokken. In 1768 werd de pastorie uitgebreid langs de achterzijde toe.
Opvallend hiervoor zijn de typisch 18de-eeuwse steekboogramen. De
pastorie evolueerde in de richting van een burgerhuis. Van 1798 tot 1811 was de
rijkswacht van Kortenberg in de pastorie gevestigd. In de Hollandse periode was
de pastorie befaamd om de bibliotheek van pastoor Michael Gaethofs met zijn 1000
à 1500 boekdelen. In 1841 werd Kortenberg het toneel van een gerechtelijke
dwaling. Pastoor Gaethofs werd overvallen. Het Hof van Assisen van Brabant
veroordeelde hiervoor drie verdachten: Jan-Baptist en Henri Bonné en
Jan-Baptist Geens, leurders uit Lier, ten onrechte. In 1843 werden de ware schuldigen gevat en veroordeeld. De
drie onschuldige leurders werden toen in vrijheid gesteld. In 1851 vestigde
pastoor Joannes-Henricus Aerts een middelbare school voor jongens in de
pastorie. In 1971 kocht de gemeente Kortenberg een woonhuis in de Bosstraat als
nieuwe pastorie. De oude pastorie bleef leeg staan. In 1988 verkocht de gemeente
de oude pastorie aan Baron Bruno de Cartier en zijn echtgenote Sophie Vinois,
die het gebouw, ingangspoort en oude muur inbegrepen, prachtig lieten
restaureren. De hoge nieuw aangelegde haagbeuken - lindehaag is prachtig. De
oude pastorie werd geklasseerd bij besluit van 24 februari 1979.
|
Bibliografie:
J. NIJS. De pastorijen – in H.
VANNOPPEN. Kortenberg 1095-1995. Borgerhout, 1995, p. 257-265.
F.MAES. Kortenberg, zijn abdij, zijn
oude woningen -Eigen Schoon en De Brabander, 1955, p. 297-298.
H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse
gebouwen. Winksele, 1991, p. 14-16
( Nr. 2. De oude pastorij).
|
naar tabel
11. Villa
Jacques
|
Op de hoek van
de Abdijdreef en van de Kiewitstraat vinden we Villa Jacques in eclecticistische
stijl. Ze werd gebouwd in 1897 door Paul Salkin-Lambiotte. De Abdijdreef werd
getrokken om de verdeling van de goederen Matthieu mogelijk te maken. Paul
Salkin was de zoon van Mathilde Matthieu en aldus de kleinzoon van Jean-Amand
Matthieu. Paul Salkin was raadsheer bij het Hof van Beroep in Elisabethstad
(Kongo). Hij schreef het boek ‘Afrique Centrale dans cent ans’. Marie
Lambiotte was kunstschilderes. De villa werd genoemd naar haar zoon Jacques
Salkin (1897-1947). Na de familie Salkin woonde hier de families Kluyskens.
Opvallend was dat het landhuis een badkamer had in de jaren ’20. Het water
werd op de zolder opgevangen in een houten vergaarbak, de welke binnen bekleed
was met zinken platen. Van hieruit werd het water via leidingen afgetakt. De
familie Vander Elst volgde de familie Kluyskens op en nu bewonen Raymond De Wil
en dokter Rika Van Overmeire deze villa. |
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle
Epoque,1989 p. 27.
|
naar tabel
12.
Villa’s L’Abri en L’Ermitage
|
Deze beide
villa’s in de Abdijdreef werden gebouwd in 1914 als elementen van het bedrijf
van Marie Salkin, weduwe van Joseph Chantraine. Zij bewoonde sedert 1907 de
villa Aéro-Cottage, die in 1942 afgebroken werd en die langs de andere zijde
van de Abdijdreef lag . Het eerste deel van de villa was de nieuwe melkerij van
Marie Salkin en het tweede deel was de moderne koestal. In 1925 stopte Marie
Salkin met haar melkerij ‘La Laiterie de l’Abbaye de Cortenberg’. De beide
bedrijfsgebouwen werden omgevormd tot villa’s:
de melkerij tot de villa ‘L’Abri’(nr. 20) (de schuilplaats) en de veestal
tot de villa ‘L’Ermitage ‘(nr. 18) (de kluis). Nr. 18 werd jarenlang
bewoond door de familie Pierre Angelroth - Chantraine. Nr. 20 werd jarenlang als
villa verhuurd. Beide villa’s kan men omschrijven als cottagestijl. |
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. Het abdijkasteel van
Kortenberg in het Nieuwe Regime - De Brabantse Folklore, 1977, p. 138-142.
H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle
Epoque,1989 p. 28-29..
|
naar tabel
13. Villa
Eikelenhof
|
Op de
Eikelenberg of de oude Curtenberg werd in 1841 een ‘maison de campagne’ of
een villa gebouwd voor Henri-Joseph Verheyden (+1857). De architect was niemand
minder dan Jean-Pierre Cluysenaer (1811-1880), één van de bekendste 19de-eeuwse
architecten. Hij was de architect van de Sint-Hubertusgalerij te Brussel. Het
gebouw werd opgetrokken in neo - Italiaanse renaissance. Het Kortenbergs
landhuis bestond uit een hoofdgebouw en twee zijgebouwen (de paardenstallen en
de koetshuizen) symmetrisch opgesteld rond het binnenplein. Het landhuis was op
een heuvel gelegen zodat het goed zichtbaar was. Opvallend zijn de bepleisterde gevel, de 5 traveeën, de
benadrukte middenrisaliet met rondboogvensters en het belvédère. Het
grootste deel van het landgoed lag onder Everberg, maar de ingangspoort lag op
Kortenberg. Isabelle-Françoise Verheyden, de dochter van de bouwheer, huwde
Antoine Lemonnier. Victor Lemonnier verkocht het landhuis in 1879 aan de familie
Leclercq. August Leclercq was rijk geworden als marmerbewerker en via
stratenaanleg. Kortenberg was zijn buitenverblijf. Zijn zoon Jules Leclercq
(+1928) was raadsheer bij het Hof van Beroep en voorzitter van de Koninklijke
Vereniging voor Aardrijkskunde. Hij
kocht in 1913 de overblijvende gronden Lemonnier en kreeg de toelating van de
Kortenbergse gemeenteraad om de wegeltjes af te schaffen, die uitkwamen aan de
bergkerk. Hij verving deze wegeltjes door een nieuwe weg rond zijn domein. Zijn
dochter Suzanne Leclercq huwde Albert Hocedez, voorzitter van de Mijnraad. Het
landgoed ‘La Chênaie’ was voor dit echtpaar het buitenverblijf van mei-juni
tot september. Albert Hocedez kocht de ingangspoort van het kasteel Houtart en
voegde dit toe aan ‘La Chënaie’. Zijn dochter Geneviève Hocedez, weduwe
van ingenieur René Laneau is de huidige bewoonster van dit landgoed.
In het park
vinden we een mooie ceder, een rode beuk met een diameter van meer dan 6 m
en voor de ingang van het domein een wintereik.
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle
Epoque,1989 p. 30-31.
H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse
gebouwen. Winksele, 1991, p. 30 (
Nr. 11. De villa Eikelenhof).
J.P.CLUYSENAER.
Maisons de campagnes, châteaux, fermes, maisons de jardinier, garde-chasse et
d’ouvriers etc. Brussel, 1859 (plan La Chênaie Kortenberg).
|
naar tabel
14.Villa
Op den Berg
Deze villa
in de Achterenbergstraat 31 was oorspronkelijk een kleine hoeve. In 1903
vestigde accountant Edmond Jacobs zich op dit buitengoed. In 1926-27 woonde er
wisselagent Jacques De Meuse, die er opgevolgd werd door ridder Hubert de Harven,
een advocaat van beroep. Verschillende eigenaars volgden elkaar op tot de
Vilvoordse industrieel Edgard De Bock in 1942 het domein kocht. Hij vestigde
zich in 1947 definitief ‘Op den Berg’. Zijn dochter Adrienne De Bock gehuwd
met advocaat Edouard Taveirne hebben hier nu hun buitenverblijf. Het is een mooi
domein van bijna 8 ha met een vijver en een conciergerie. De conciergerie in
Cottagestijl ligt in de Achterenbergstraat nr. 29. |
|
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle
Epoque,1989 p. 31.
|
naar tabel
15.De
kapel van O.L.Vrouw van Halle
|
De ruïnes van
de kapel van O.L.Vrouw van Halle vinden we in het domein Eikelenhof. Historisch
is deze plaats het begin van Kortenberg Op deze plaats stond de bergkerk, de
eerste parochiekerk van Kortenberg. In 1095 hadden de ‘reclusae’, de eerste religieuze gemeenschap hier hun verblijf en hun kerk. De
kloostergemeenschap verplaatste zich in de 13de eeuw naar het
Minneveld. De bergkerk bleef bestaan tot 1771, toen ze afgebroken werd.
Op de plaats
van de bergkerk kwam een nieuwe kapel. Deze werd in 1799 door de Fransen
vernield. In 1821 liet pastoor Gaethofs op dezelfde plaats een kapel herbouwen.
Ze was nu toegewijd aan O.L.Vrouw van Halle. De steen met de twee jaarschriften
(1799, 1821), die in 1883 door pastoor Verbeeck vermeld werd, is verdwenen. De
kapel van O.L.Vrouw van Halle werd in baksteen opgetrokken en met cement bezet.
De deur was geflankeerd met twee ronde stijlen die overlopen in een spitsboog.
Het fronton werd later uitgewerkt als mijter. In de rug van de kapel was er een
ingemetselde zandsteen met inscriptie. Het was de grafsteen van pastoor
Rutgherus Minne. De tekst luidde als volgt: “ Hic jacet Rutgherus Minne,
presbyter, curatus hujus ecclesiae, qui obiït 26 aprilis anno Domini 1461. Ora
pro eo’ (Hier ligt Rutgeer Minne, priester, pastoor van deze kerk die overleed
op 26 april van het jaar des Heren 1461. Bid voor hem) . In 1913 omheinde Jules
Leclercq zijn buitenverblijf ‘La Chênaie’ en de kapel was dan ook niet meer
toegankelijk voor het publiek. Er werd in deze kapel een huwelijk van de familie Laneau
ingezegend.
Ondertussen is de kapel erg vervallen. Het dak is reeds verdwenen.
|
|
Bibliografie:
F.DENIS. Kortenberg, onze parochie.
1981, p. 51-55.
H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse
gebouwen. Winksele, 1991, p. 19 (
Nr. 5. De kapel op de Eikelenberg’).
|
naar tabel
16. De
kapel van onze Lieve Vrouw Onbevlekte Ontvangenis
|
Jules Leclercq
bouwde in 1913 een nieuwe kapel rechts langs het nieuwe wegeltje dat vanuit de
Vogelzangstraat buiten zijn domein werd aangelegd. Dit kapelletje kwam ook in
verval en werd afgebroken. Een nieuwe kapel werd in 1954 langs de linkerzijde
van dit wegeltje gebouwd en toegewijd aan O.L.Vrouw Onbevlekte Ontvangenis.
Pastoor De Clerck was de initiatiefnemer, Albert
Neys de architect en de firma Aenspeck zorgde voor de uitvoering. Het is een
kapel in breuksteen met omlijstingen, dakstenen en nokkruis in blauwe hardsteen.
De voor- en zijramen hebben een spitsboog. Het zadeldak is met leien bedekt. Als
inscriptie vinden we ‘1954 Mariajaar’. In 1978 werd de kapel gerestaureerd
door Pastoor Gijsbrechts. |
Bibliografie:
F.DENIS. Kortenberg, onze parochie.
1981, p. 169-171.
H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse
gebouwen. Winksele, 1991, p. 19 (
Nr. 5. De kapel op de Eikelenberg’).
naar tabel
|
De villa’s
en burgerhuizen langs de Leuvensesteenweg te Kortenberg
17. Villa
De Keyzer
De Villa
Marie-Louise werd voor 1914 gebouwd in eclecticistische stijl.
Tijdens het interbellum kwamen er veranderingen met Art Deco-invloeden. In
W.O.I was deze villa eigendom van Alice Chabeau, een rentenierster, die de
weduwe was van Emile Alexandre Brassine. In 1924 kocht Joseph De Keyzer
(+1957), directeur van de verzekeringsmaatschappij ‘Minerve’ en
liberaal gemeenteraadslid van Kortenberg. Hij was voorzitter van de
Liberale Associatie van Kortenberg. De villa werd genoemd naar zijn
echtgenote Marie-Louise Bocken (+1960). Na de dood van dit echtpaar kocht
Pierre Hubert Hons (+ 1985) deze villa, nu Leuvensesteenweg nr. 404.
|
|
|
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 34.
|
naar tabel
18. Villa
La Manoir
|
De
Villa ‘Le Manoir’ werd gebouwd in 1925 door Notaris Jonkheer Alfred de
Creeft in neo-Vlaamse renaissancestijl. Typisch hierbij zijn de afwisseling van
baksteen en natuursteen, de trapgevels, de torentjes en de geprononceerde
schoorsteenelementen. Notaris Alfred de Creeft werd op 28 juni 1930 vereerd met
de adelstitel van ridder met recht van overgang op zijn oudste zoon. Hij was
katholiek eerste schepen van Kortenberg van 1921 tot 1938. Hij was voorzitter
van de kerkfabriek en van het Sint-Vincentius à Paulo Genootschap. Hij was ook
erevoorzitter van het Rode Kruis. Na de dood van Ridder Alfred de Creeft in 1954
werd de villa verkocht aan Roger Van Cauwenbergh. In 1965 werd het goed eigendom
van de V.Z.W. ‘Maison de l’Enfant Jésus’ met zetel te Schaarbeek. Deze
V.Z.W. maakte er een kinderkolonie van. In 1986 kocht de gemeente Kortenberg de
villa om er een gemeentehuis van te maken. Zover kwam het niet. In 1999 werd de
villa verkocht aan Art Villa, die voor de restauratie zorgde.
De
villa Leuvensesteenweg nr. 336 werd opgenomen in een wettelijk beschermd
dorpsgezicht op 3 februari 2000.
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 34-35.
naar tabel
19. Villa
Schaar
|
Kort
voor 1914 werd deze villa in cottagestijl gebouwd. In 1914 werd ze bewoond door
handelsvertegenwoordiger Frederik - Frans Coomans. Kort na W.O.I woonde er
Paul-Frederik Schaar, een opticien, die zijn zaak had in de Nieuwstraat te
Brussel. De familie Coomans verkocht in 1924 het goed aan wisselagent Auguste-Célestin
Ardies. Deze laatste verkocht zijn villa in 1929 aan Georges Lancel, directeur
van het Grand Hotel en wisselagent. De volgende bewoner was de gepensioneerde
majoor Moiny, die op zijn beurt het goed verkocht aan de familie Goossens.
De villa Leuvensesteenweg nr. 334 werd opgenomen in een wettelijk
beschermd dorpsgezicht op 3 februari 2000. |
|
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 36.
|
naar tabel
20.
Het notariaat de Creeft
|
De
Duitse handelaar Lurmann bouwde deze villa kort voor W.O.I. De architect was
Emiel Van Averbeke. Het werd een villa in Cottagestijl. Lurmann verhuurde in
1909 deze villa aan Professor Théodore Swartz (+ Kortenberg 1911). Voor zijn
emeritaat was hij gewoon hoogleraar scheikunde aan de Gentse Rijksuniversiteit.
Hij was de schoonvader van Leo Baekelant, de uitvinder van bakeliet. Notaris
Jonkheer Eugène de Creeft vestigde hier zijn notariaat in 1913 en bleef hier
notaris tot 1914. Hij huurde de villa. Ook zijn zoon notaris Jonkheer Alfred de
Creeft had hier zijn notariaat van 1914 tot in 1925, toen hij verhuisde naar
‘Le Manoir’. Tijdens het interbellum was de villa bewoond door
schoenfabrikant Smeesters. Notaris Ridder Clement de Creeft kocht deze villa na
de dood van zijn vader en vestigde hier zijn notariaat van 1957 tot. De
voorgevel is in 1974-1975 ingrijpend verbouwd. De villa Leuvensesteenweg
nr. 332 werd opgenomen in een wettelijk beschermd dorpsgezicht op 3 februari
2000.
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 36-37
E.WILLEMS.
Het notariaat –in H.VANNOPPEN. Kortenberg 1095-1995. Borgerhout,1995,p.
197-202.
|
naar tabel
21.
Villa Lurmann
De
Duitse handelaar Hendrik-Emiel Lurmann liet voor zich deze villa in 1903 in
Art-Nouveau bouwen door de Antwerpse architect Emiel Van Averbeke. De villa
behoorde tot de geometrische richting van de Art-Nouveau met een strakke
geometrische lijnvoering en ook een zekere soberheid. Opvallend is ook het
verticaliserend profiel met de leien bedaking en de verschillende puntgevels.
Een kleurrijk figuratief paneel in de voorgevel is vervaardigd uit
kunstkeramiek. In 1912 verliet Lurmann Kortenberg en werd in de villa opgevolgd
door textielhandelaar Paul Dujardin. Lurmann en Dujardin waren als Kortenbergse
dorpsnotabelen lid van de Hopsclub. In W.O.I bewoonde de familie Lafosse een
tijd deze mooie villa. Ze kocht later een deel van de abdij van Kortenberg. N
W.O.I kocht industrieel Camille Doyen deze villa. Zijn echtgenote Anna-Maria
Gysel overleed op deze villa op 25 december 1988. Men noemde deze villa in
Kortenberg ook ‘Château Blanc’ en ‘Villa Doyen’. De villa
Leuvensesteenweg nr. 330 werd als monument beschermd en opgenomen in een
wettelijk beschermd dorpsgezicht op 3 februari 2000. De Villa Lurmann past in
een samenleving met typische achtergronden zoals rationaliteit, pragmatisme en
universalisme. Opvallend is ook de smeedijzeren ingangspoort in Art-Nouveau, ook
een plan van architect Emiel Van Haverbeke. Zoals verschillende villa’s langs
de Leuvensesteenweg, heeft ook deze villa een grote tuin eerder een park, dat
tot tegen de Minneveldstraat komt.
|
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 40-41.
H.
VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden.
Winksele, 1991, p. 30 (Nr. 12 De villa Lurmann).
naar tabel
22.
Villa De Venkel
|
Rond
1900 liet brouwer Camille Schuermans (+1944) deze villa bouwen. Hij woonde er
met zijn echtgenote Elisabeth Coenegracht (+ 1913) en naar haar werd de villa
Villa Elisabeth genoemd. De stijl van de villa kan men omschrijven als een
mengsel van eclecticisme en neogotiek. In 1930 bij de viering van 100 jaar België
werden hier de personaliteiten ontvangen door Camille Schuermans, die
burgemeester van Kortenberg was van 1921 tot 1944. Na W.O.II bewoonde
Catherine-Louise Peters (+ 1965), de weduwe van Baron Gaëtan-Alfred Paul van
Hoobroeck de Mooreghem (+ Kortenberg 1939) deze villa. Ze schonk na haar dood
deze villa aan de Parochiale Werken van de Dekenij Erps. De schenking was
bestemd voor de Parochiale Werken van Kortenberg. De zalen en de keuken werden
verhuurd voor feesten. Men vond snel een naam voor de feestzaal nl. Senorab
het omgekeerde van Barones. De Meisjesgidsen kregen er hun lokalen en de
onderpastoor had er zijn verblijf. Het speelplein en de wandeltuin werden
opengesteld voor het publiek. De dekenij Erps verkocht het goed in 1988 en
Senorab werd omgevormd tot de feestzaal ‘De Venkel’.
De
villa Leuvensesteenweg nr. 326 werd opgenomen in een wettelijk beschermd
dorpsgezicht op 3 februari 2000.
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 38, p.40-41.
naar tabel
23.
Villa Baras
Rond
1900 werd de villa recht voor de Hertog Jan II-laan gebouwd in eclecticisme en
neogotiek. Voor W.O.II woonde hier Barras, apotheker te Sint-Jans-Molenbeek. Na
hem bewoonde Cresonnier deze villa . Deze villa werd in het midden van de jaren
1960 opgedeeld in appartement en verhuurd. In de volksmond kende men het gebouw
als ‘De Kazerne’. Nu is er een computerbedrijf gevestigd.
De
villa Leuvensesteenweg nr. 320 werd opgenomen in een wettelijk beschermd
dorpsgezicht op 3 februari 2000.
|
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 38-39.
|
naar tabel
24.
Dubbelvilla Sans-Souci
|
De
dubbelvilla werd in 1914 gebouwd voor de familie Borckmans door aannemer
Aenspeck in Cottagestijl. Opvallend is het overkragend wolfsdak, dat ondersteund
is door een houten structuur met balkonnetjes. Joris Borckmans was een bekend
operazanger onder de naam Georges Villier. In het Kortenbergs bevolkingsregister
vinden we hem als lyrisch kunstenaar. De linkervilla werd in 1919 bewoond door
René Verdeyen, die datzelfde jaar tot professor Germaanse filologie
aan de universiteit van Luik benoemd werd. Na hem woonden hier verschillende
geneesheren zoals dokter Cupper en dokter Michaux. Het rechtergedeelte werd
bewoond door Alfred Delatour, gehuwd met Aline Borckmans. Dit gedeelte werd
later bewoond door verzekeraar Jozef Van Grunderbeek. De dubbelvilla draagt het
adres Leuvensesteenweg nrs. 308 en 306. |
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 44.
naar tabel
25.
De Ark van Noë
|
|
|
|
De
Ark van Noë werd gebouwd in 1755 door bareelwachter Joannes Vander Meiren
en door zijn echtgenote Joanna Fobelets, die in 1748 een erfpacht hadden
afgesloten met de abdij van Kortenberg voor de grond waarop de Ark van Noë zou
gebouwd worden. Vander Meiren bleef bareelwachter tot 1755. Het nieuwe huis
heette ‘d’Arke van Noë’, een typische naam voor een afspanning. In de
19de eeuw werd deze afspanning omgebouwd tot een herenwoning. In 1830 was de Ark
van Noë de eigendom van Jan-Frans Hensmans uit het pachthof ‘De Drie
Koningen’.Zijn dochter Joanna-Catharina Hensmans (+1872) huwde dokter
Jan-Frans Vrebos(+1888), die uit Meerbeek afkomstig was. Hij behaalde het
doktersgetuigschrift te Brussel op 30 augustus 1835. Hij was buiten dorpsarts
ook de hoofdgeneesheer van het Sint-Jozefsgesticht van 1852 tot 1888. Drie van
zijn kinderen werden dokter en hij schatte de studies van dokter op 12.000 BEF.
Dokter Jan-Frans Vrebos werd in De Ark van Noë’ opgevolgd door zijn ongehuwde
zoon Felix Vrebos of ‘Feke van den Doktoor’. Hij was burgemeester van
Kortenberg van 1901 tot 1921. Bij de Duitse inval werd de burgemeester als
gijzelaar meegenomen. Tijdens het interbellum bewoonde bankbediende
Hippolyte Bruweer deze woning. In 1962 vestigde Maurits Fannes een
kledijwinkel in de Ark van Noë. De Ark van Noë komt overeen met de huizen
278-284.Het is een gebouw in traditionele stijl. Op het gebouw vinden we
de muurankers 1751. Een gedenkplaat op de voorgevel herinnert aan de aanhouding
van Josette Oblin-Haesaerts op deze plaats in W.O II. |
Bibliografie:
F.MAES.
Kortenberg, zijn abdij, zijn oude woningen –
Eigen Schoon en De Brabander, 1955
(Nr. 35. De Ark van Noë)
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 46-47.
naar tabel
26.
Villa Normande
|
In
1866 vinden we naast de Ark van Noë de woning van Engelbert Ackermans (+1874),
de zoon van een gekende Everbergse pachterfamilie en zijn echtgenote Antoinette
Van Hove (+1880). Voor W.O.I woonde in deze villa kandidaat-notaris Georges
Huygens, die later notaris te Oudergem werd.Deze villa werd door de Duitsers in
1914 in brand gestoken. Na W.O.I werd ze heropgebouwd en ze kreeg de naam
‘Villa Normande’ omwille van het vlechtwerk dat men op de gevels wilde
suggereren. De familie Supli vestigde zich in deze villa. Simone Supli huwde
Henri Kluyskens en zij werden de volgende bewoners van deze villa. Na W.O.II
vestigde dokter Henri Michaux (+ 1980) zich in deze villa , waar hij ook zijn
dokterspraktijk had. De villa werd daarna omgevormd tot een handelshuis, waar
verschillende firma’s elkaar opvolgden in het nummer 272.
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 46-47.
naar tabel
27.
De Drie Koningen met het geboortehuis van Felicien Marceau
|
|
Het
pachthof ‘De Drie Koningen werd voor het eerst vermeld in 1477. Het pachthof
bestond reeds lang voor de aanleg van de Leuvensesteenweg in 1706-1709. Het lag
toen aan een veldweg, die nu verdwenen is. In 1673 kocht Erasmus Gieles-Hujoel,
heer van Borghgravenbroeck en Zedelgem het pachthof van Lambrecht van der
Merck. Clara-Johanna Gielis-Hujoel huwde Jan-Frans Cuypers, heet van
Rijmenam. Hun kinderen verkochten het pachthof in 1762 aan de familie
Hensmans. Deze familie pachtte ‘De Drie Koningen’ reeds sedert de 17de
eeuw. In de 18de eeuw werd het pachthof een ‘relais’ of wisselplaats van de
postkoets de relaisfunctie kon men gemakkelijk combineren met de afspanning en
met de pachterij. In1813 stond de Kortenbergse postmeester in voor het
vervoer van brieven van keizerin Marie-Louise, de tweede echtgenote van Napoleon
I, naar Hoei. In 1818 hield keizerin Sophia Dorothea van Rusland,de schoonmoeder
van de later Nederlandse koning Willem II halte aan deze relais. Bij Koninklijk
Besluit van 25 februari 1861 werden 63 wisselplaatsen ontmanteld o.a. deze van
Kortenberg in ‘de Drie Koningen’. Felix Hensmans was de laatste
paardenpostmeester van Kortenberg. Hij was burgemeester van de gemeente van 1852
tot 1878. Leo Hensmans vormde de schuur om tot een erwtenkloverij, later de
brouwerij Van Doren. In 1904 vormde groothandelaar in textiel Deckers het geheel
om tot een villa met toren. Er kwam ook een conciergerie. In de bediendewoning
tussen de brouwerij Van Doren en de villa werd in 1913 de bekende Franstalige
schrijver Félicien Marceau (Louis Carette) geboren. Hij schreef zijn
herinneringen op in het boek ‘Les Années Courtes’. Dokter Roger Carpentier
bewoonde de villa De Drie Koningen van 1949 tot 1981. Het conciërgehuis , dat
nog bestaat werd nog lange tijd bewoond door Mevrouw Carpentier. |
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 50-51.
naar tabel
28.
In Voscapel
In
1719 bouwden Gelaude Ermens en zijn echtgenote Joanna Van Hamme de afspanning
‘In Voscapel’.
Gelaude
of Claudius Ermens was meier van Kortenberg van 1728 tot 1732. Zijn zoon Petrus
Ermens
was eveneens meier van Kortenberg van 1734 tot 1777.Zijn broer Lambertus
Ermens was de
volgende eigenaar van ‘In Voscapel’, waar hij opgevolgd werd
door zijn zoon Judocus Ermens.
Het kadaster duidde deze afspanning met een
mooie herberg in 1830 aan als de meest belaste woning
van Kortenberg. Het was de
enige woning die tot de 1ste klasse behoorde. Catharina Ermens, dochter
van
Judocus, huwde Joannes-Jacobus Vanbeneden. Deze was burgemeester van Kortenberg
van 1879
tot 1884. Met hem verdween het pachthof Vanbeneden. De hoek met de St.-Catahrinastraat
werd omgevormd tot het buitenverblijf van notaris Edgard Vanbeneden , die zijn
notariaat had
te Schaarbeek. Het tweede deel werd de woning en de
varkenskwekerij van zijn broer
Firmin Vanbeneden.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 51.
naar tabel
29.
De villa ‘La Tourelle’
|
Deze
villa werd gebouwd in 1897 door de Heer Dellens. De gevelankers geven de
bouwdatum ‘Anno 1897’aan. Het torentje was opvallend en zo sprak men
van ‘La Tourelle’. De villa werd in 1921 verkocht als buitengoed aan
de 5 zusters Vander Reydt. Er was toen een vijver. Na korte tijd werd het
buitengoed verkocht. Het echtpaar Van den Haute kocht het buitengoed kort
voor de jaren ’30. De familie Dohet vormde La Tourelle om tot een
restaurant en baatten dit uit tot na de 2de W.O. Ze voegden aan de villa
achter aan een grote zaal met restaurantfunctie en een modern uitgeruste
keuken toe.Vervolgens werd La Tourelle een doodgewoon café. De tuin werd
een camping voor caravans. In 1978 begon hier het Italiaans
restaurant Firenze.
Het
gebouw in eclecticisme draagt het huisnummer 150.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 52.
M.J.DAXHELET
- VAN DER REYDT. De villa La Tourelle te Kortenberg - Curtenberg, 2001, p.
19-22. |
|
|
naar tabel
30.
De villa Clément de Cléty
Deze
villa werd gebouwd rond 1900 door Ridder Emile Clément de Cléty. De
architect van deze villa was Eugène Janssens, die in Kortenberg
woonde. Het werd een villa met een prachtige tuin en een vijver
langs de Bosstraat. Na W.O.I kocht het echtpaar Longini de villa. Ze
lietten een 2de vijver graven. Voor W.O.II werd de villa verhuurd als de
bar met de naam ‘Là’. Deze bar werd gesloten. Rond 1935
huurde Jacques de Baets (1898-1969), directeur van Eau de Javel - La
Croix deze villa, die hij kocht rond 1955. Na het overlijden van zijn
echtgenote Mevrouw Maria-Theresia de Baets (1901-1985) werd deze villa
bewoond door professor Stanislas Haumont, decaan geneeskunde aan de UCL.
De villa opgetrokken in eclecticisme en cottagestijl draagt het huisnummer
146. De conciergerie in cottagestijl werd gebouwd in 1924 volgens de
plannen van architect G. Dhaeyer uit Brussel. De conciergerie draagt het
huisnummer 144.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 52-53.
M.J.DAXHELET
- VAN DER REYDT. De villa Clément de Cléty langs de Leuvensesteenweg te
Kortenberg - Curtenberg, 2001, p. 91-96. |
|
|
|
naar tabel
31.
De villa Maertens
|
Eugène
Beaujean, staatsbeamte te Brussel, liet deze villa bouwen kort na
1900. Het werd een villa met drie verdiepingen, een torentje en een
typische inrijpoort. In 1919 vestigde ingenieur Ferdinand Maertens(+1957)
zich in deze villa. Hij was schepen van Kortenberg van 1939 tot 1946. Hij
was ondervoorzitter van het Davidsfonds nationaal en hij stichtte de
Kortenbergse Davidsfondsafdeling. Ferdinand Maertens huwde Maria Delbaere,
die voorzitster was van het Kinderheil in Kortenberg.De villa Maertens
onderging de invloeden van het eclecticisme, de Art Déco en de
cottagestijl. Deze villa draagt het huisnummer 142.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 54.
M.J.DAXHELET
- VAN DER REYDT. De villa Beaujean langs de Leuvensesteenweg te Kortenberg
- Curtenberg, 2001, p. 236-242. |
|
|
naar tabel
32.
De villa Coosemans
Albert
Coosemans was leraar te Elsene. Hij huwde Maria-Ludovica Vanhamme. Hij was
voorzitter van de Koninklijke Fanfare ‘Vlamingen vooruit van 1911 tot
1931. Hij was liberaal gemeenteraadslid van Kortenberg van 1921 tot 1932.
Hij overleed in 1932 en werd burgerlijk begraven. Zijn zoon Robert
Coosemans (1907-1987) en zijn kleinzoon Jean Coosemans werden de volgende
bewoners van dit goed. De villa Coosemans onderging de invloeden van de
traditionele stijl en van het eclecticisme. Deze villa draagt het
huisnummer 138.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 54.
|
|
|
|
naar tabel
33.
Huis De Wandelaer of ‘Auberge des Princes’
|
‘Auberge
des Princes’ is het restaurant gelegen langs de Leuvensesteenweg met als
huisnummer 571. het gebouw werd opgetrokken in traditionele bak- en
zandsteenstijl. Het gebouw werd kort na 1814 opgetrokken door landbouwer
Petrus De Wandelaer uit Everberg. Het was in de 19de eeuw een herberg
eerst naast het pensionaat Barbier en daarna naast het
krankzinnigengesticht. Petrus De Wandelaer(+1837) werd hier opgevolgd door
zijn zoon Guilielmus De Wandelaer (+1862)en door zijn kleinzoon Petrus De
Wandelaer of ‘Pikke Profijt’. Hij was in 1914 door de Duitsers
gijzelaar genomen. Hij verbleef in de woning De Wandelaer tot 1919.
Tijdens het interbellum en onder W.O.II was het gebouw een café onder de
naam ‘Châlet d’Erps’. In 1963 opende Pierre Den Ruijter (‘Den
Bob’) een restaurant met de naam ‘Auberge des Princes’ wat een
verwijzing was naar de Prinsendreef, die in de omgeving ligt. Hij liet
verkeerdelijk de gevelsteen 1711 aanbrengen op het gebouw. De dokters
vergaderden in ‘Auberge des Princes’ bij de beruchte dokterstaking van
1963. In 1986 kochten Guy Verheyden en Thérèse Verhelle de ‘Auberge
des Princes’, waar ze in 1998 een restaurant openden. Het gebouw werd
prachtig gerestaureerd in 1986. Zo kreeg men een goed beeld van de witte
zandsteen en van de kareelsteen. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Het huis De Wandelaer of ‘Auberge des Princes’ op de Leuvensesteenweg te
Kortenberg - Curtenberg, 2002, nr. 1, p. 21-25.
naar tabel
34.
De doktersvilla van Sint-Jozef
|
In
1912 bouwde het Sint-Jozefsgesticht de villa van de geneesheer. De eerste
bewoner was dokter Maurits Peeters. Hij was hoofdgeneesheer van de
instelling van 1912 tot 1936. In 1914 hadden de Duitsers hun kamp
opgeslagen tussen de Hertog Jan II-laan en de villa van de geneesheer van
Sint-Jozef. In 1946 vestigde Professor Etienne De Greeff zich in de
doktersvilla. Hij was hoofdgeneesheer van Sint-Jozef van 1946 tot 1961.
Hij was psychiater en een vrij belangrijk Franstalig romanschrijver met
o.a. de roman ‘La juge Maury’ uit 1955. Van 1961 tot 1978 bewoonde
Professor Roland Pierloot als hoofdgeneesheer deze villa.
Deze
villa in Beaux-Arts - stijl , typisch voor de periode 1905-1930 heeft als
huisnummer 487. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 58-59.
naar tabel
35.
De herenhuizen Maes
|
|
Jozef Maes
bouwde in 1910 5 huurhuizen op het erf van de hoeve Maes: drie in blok tegen de
oude woning en een afzonderlijke dubbelwoning naar de afgebroken villa De Bruyne
toe. De woningen met de huisnummers 423-425-427 vormen een eenheidsbebouwing met
eclectische invloeden. De dubbelwoning met de huisnummers 433-435 onderging de
invloed van het eclecticisme en van de Art Nouveau.
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 62.
naar tabel
36.
Het Huis Schillebeeckx
|
In 1783 kreeg
Armand Joostens een dagwand van de abdij van Kortenberg in jaarschaar. In 1784
bouwde Peter Corbeels, bareelwachter te Kortenberg , een stenen huis op deze
grond. De bareel stond op het kruispunt va de Leuvensesteenweg met de
Stationsstraat - Karterstraat. Het complex van Peter Corbeel, die uit Sterrebeek
afkomstig was, omvatte zowel een pachthof als een herberg. Engelbert
Ackermans was pachter van dit pachthof in het midden van de 19de eeuw.
Lodewijk Maes werd in 1866 de volgende eigenaar. Hij kwam uit Leefdaal, waar hij
pachter was op het pachthof Raffelberg, een grote hoeve tussen Leefdaal en
Neerijse. Van 1884 tot 1900 was hij burgemeester van Kortenberg. Men noemde zijn
pachthof ook ‘In den Ouden Bareel’. Zijn zoon Jozef Maes zette de
hoeve verder tot 1910. Hij was landbouwer en kolenhandelaar. Het pachthof werd
in twee verdeeld: het gedeelte tegen de Stationsstraat werd een hotel in de
Belle Epoque nl. ‘Ferme de Cortenbergh Hôtel’ en het tweede deel werd een
statig herenhuis. Het eerste gedeelte, in 1920 de hoeve Spruyt, is afgebroken in
1959 en werd ‘De Rembrandt’. |
Het tweede deel werd het herenhuis
Schillebeeckx. De bekende theoloog Professor Dr. Magister Edward Schillebeeckx
blijft verbonden met deze woning. Edward Schillebeeckx is ereburger van
Kortenberg.Het herenhuis Schillebeeckx werd in 1979 de feestzaal ‘Salons
Rubens’. Het is een gebouw (huisnummer 421)met invloeden van het classicisme
en het eclecticisme. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 62-63.
H. VANNOPPEN.
Van het pachthof van Peter Corbeel over het huis ‘Schillebeeckx’ naar de
Salons Rubens -
Midden-Brabant, 1992, zomernummer, p. 2-49.
M.J.DAXHELET_VANDER
REYDT. De Keizer, De Keizerin en het Pachthof van Peter Corbeel- in H.
VANNOPPEN. Kortenberg 1095-1995. Borgerhout, 1995, p. 515-520.
naar tabel
37.
De villa Misotten
|
|
In 1890
kochten Louis Van Nes en Maria De Voghel, een Schaarbeeks echtpaar een grond van
de erfgenamen Vanbeneden. Maria De Voghel was een nichtje van pastoor De Voghel
van Everberg, die ook een groot deel van deze villa in 1893 financierde. In 1905
verkocht het echtpaar Van Nes de villa met paardenstal en wagenhuis voor twee
koetsen aan Arthur Roger Coland. De Duitsers bezetten de villa in W.O.I. In 1919
kochten de broer en de zusters Misotten deze villa. In 1932 werd de broer Ernest
Misotten de enige eigenaar van het domein. Hij was journalist van ‘La Bourse
de Bruxelles’. Hij huwde Maria Van Heuverzwijn. In november 1940 verdween de
opvallende campanile of toren bij een storm. In december 1944 werd de
villa zwaar getroffen door een V1. De stallingen werd tot woningen omgevormd
volgens de plannen van architect H. Duym uit 1946. Zoon Max Misotten bewoont de
conciergerie (huisnummer 255). De villa zelf (huisnummer 257) wordt in delen
verhuurd.
Qua stijl kan
men hier spreken van eclecticisme en cottagestijl.
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 66.
naar tabel
38.
De villa De Wals
In 1907
bouwde dokter Victor De Wals (+ 1951) volgens de plannen van Prof. Lemaire de
villa Eikenhof. Victor De Wals was katholiek schepen van Kortenberg van 1921 tot
1944. Daarna werd hij burgemeester van Kortenberg wat hij bleef tot zijn
overlijden in 1951. Hij was ook katholiek senator van 1936 tot 1946. Zijn
dochter Helena De Wals, die deze villa nu nog bewoont, huwde dokter Michel
Outtier (+ 2004). Hij was C.V.P.-schepen van Kortenberg van 1953 tot 1976 en van
1980 tot 1981 en voorzitter van het OCMW van 1989 tot 1994. Deze villa met het
huisnummer 235 onderging de invloeden van het eclecticisme en van de
cottagestijl.
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 66.
|
|
|
|
naar tabel
39.
De Sint-Jozefskapel
|
Voor 1914
vonden we op de hoek van de Hofstraat en van de Leuvensesteenweg een zeshoekige
glazen Sint-Jozefskapel. De Hofstraat was oorspronkelijk een aarden weg en werd
vervangen door straatstenen. Bij die gelegenheid werd de eerste glazen kapel
afgebroken. In 1921 bouwde het gemeentebestuur van Kortenberg een nieuwe
neogotische kapel in Franse steen. Ze heeft een subtiele vorm door de
doorlopende consoles onder de dakrand, door de halfgotische boog van de nis en
door het door pilasters ondersteunde kleine vooraltaar. Het dak is bedekt met
witte steen. Onder de nis werd de plaat ‘H. Jozef b.v.o.’ aangebracht. In de
onderbouw van de kapel staat de inscriptie ’Eere, hulde, glorie den Heiligen
Jozef 1921’. Op 16 september 1921 werd de nieuwe kapel plechtig ingezegend
door de deken van Erps. Met de kermisprocessie was er ook een halte aan deze
kapel.
Bibliografie:
F. DENIS.
Kortenberg, onze parochie. 1981, P. 165,p. 167
H. VANNOPPEN.
Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Winksele,
1991, p. 18. (Nr.4.De St.-Jozefskapel).
|
|
|
naar tabel
De villa’s
en burgerhuizen in de Stationsstraat te Kortenberg
40.
Villa Josephine
Deze
villa werd gebouwd rond 1900 door Willem Jacobs (+ 1913). Deze
woonde hier met zijn zuster Josephine naar wie de villa genoemd werd.
Marie-Josèphe Delwiche erfde de villa van Willem Jacobs. Leopold Mormal
was de zoon van de zuster van Juffrouw Delwiche en woonde te
Kortenberg bij zijn tante in. Juffrouw Delwiche verkocht de villa aan Paul
Corthals, een bretellenfabrikant , die met Emma Schuermans , de zuster van
burgemeester Justin Schuermans gehuwd was. De familie Corthals verkocht in
1964 de villa aan baron Albert de Vleeschouwer (+ Kortenberg 1974). Hij
was katholiek minister van koloniën in de regering in ballingschap in
Londen onder W.O.II. Bij K.B. van 8 februari 1956 kreeg hij de
baronstitel. De familie de Vleeschouwer verkocht in 1979 de villa aan
dokter Marc Thienpont, die er zijn woning en zijn praktijk vestigde . |
|
In
1987 kocht de gemeente Kortenberg deze villa, die de zetel werd van het
OCMW. In 2000 werd deze villa door de gemeente Kortenberg openbaar
verkocht. Nu is er een apotheek gevestigd. Deze villa in traditionele
stijl draagt het huisnummer 8. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 68-69.
naar tabel
41.
Villa Houben
|
De villa
La Feuillé werd tegen de nieuwe post aangebouwd in opdracht van
rijksontvanger Willem Loyen (o Mopertingen 1865). Hij woonde tevoren op de
Leuvensesteenweg in één van de twee huizen op de hoek van de
Blockmanstraat en van de Leuvensesteenweg naast het kasteel Houtart. De
naam ‘La Feuillé’ betekent het gebladerte. De bekendste bewoner van
deze villa is staatsminister Robert Houben. Vanaf 1952 was hij provinciaal
senator van Brabant voor de C.V.P. In 1958 was hij C.V.P.-minister van
volksgezondheid en gezin. Hij was ook één van de opstellers van het
Schoolpact. Van 1966 tot 1972 was hij voorzitter van de C.V.P., die toen
nog niet gesplitst was. In 1969 werd hij minister van state. Na de dood
van staatsminister Houben werd de villa de zetel van een commercieel
bedrijf. Deze villa in eclectische stijl draagt het huisnummer 24. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 70.
naar tabel
42.
Villa Mormal
Deze
villa werd gebouwd rond 1900 in eclectische stijl. Juffrouw Delwiche
kocht deze villa nadat ze de villa Josephine aan Corthals verkocht had.
Haar neef Leopold Mormal erfde deze villa. Hij huwde
Theresia-Maria-Camilla Schuermans, de zuster van burgemeester Justin
Schuermans.
Leopold
Mormal was eerst wisselagent en daarna brouwerijbestuurder door zijn
huwelijk in de brouwersfamilie Schuermans. Hij was C.V.P.-schepen van
Kortenberg van 1946 tot 1952. Hij was voorzitter van de fanfare De
Eendracht van 1946 tot 1947. Later werd de villa bewoond door de familie
Carl Severijns-Grutman. Nu is er het schoonheidssalon Pepermans gevestigd.
Deze villa draagt het huisnummer 28.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989,p. 70. |
|
naar tabel
De villa’s
en burgerhuizen in de Hertog Jan II-laan
43.
Herenhuis Haesaerts
Dit
herenhuis in eclectische stijl werd gebouwd rond 1900. Rentenier
Hendrik-Jozef Haesaerts (Meerbeek 1846-Kortenberg 1914) vestigde zich in
deze villa in 1906. Zijn zoon Leo Haesaerts (o Sint-Gillis 1892) was
griffier van het Rekenhof. Hij huwde Hélène Vrebos (o Kortenberg 1891),
een dochter van Jozef Vrebos uit de Flèche d’Or. Hun dochter
Josette Oblin-Haesaerts kwam om in W.O.II. Ook gepensioneerd commandant
Dunstan de l’Escaille, een edelman (Muizen 1853- Kortenberg 1922) huurde
hier een appartement rond 1900. Deze villa draagt het huisnummer 7.
Bibliografie:
H.VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 72-73. |
naar tabel
44.
Herenhuis Eycken
|
Dit
herenhuis stond vast aan het herenhuis Haesaerts en werd gebouwd rond
1900. Het herenhuis dankt haar naam aan de bewoners de familie Eycken. Het
herenhuis draagt nu het huisnummer 9.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 72-73.
|
|
|
naar tabel
45.
Herenhuis Verdeyen
Dit
herenhuis werd gebouwd begin 1900 door Felix Verdeyen (Kampenhout
1854-Kortenberg 1929), toen hij op pensioen ging als hoofdonderwijzer van de
gemeenteschool van Zoutleeuw. Hij bleef in Zoutleeuw in dienst als liberaal
onderwijzer tijdens de Schoolstrijd 1879-1884. Hij was de vader van de bekende
Professor René Verdeyen, verbonden aan de Luikse rijksuniversiteit Felix
Verdeyen werd in dit herenhuis opgevolgd door zijn kinderen Maria Verdeyen,
Raymond Verdeyen (1891-1977) en Jeanne Verdeyen. Raymond Verdeyen was
belastingsinspecteur en voorzitter van de toneelmaatschappij De Verbroedering te
Kortenberg. Na het overlijden van de drie ongehuwde kinderen Verdeyen werd dit
herenhuis verkocht. Dit herenhuis draagt het huisnummer 13.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 72-73.
naar tabel
46.
Villa Carré
De
Villa Carré werd gebouwd voor 1910. Ze was in 1990 bewoond door
Mevrouw Tits. Deze villa met het huisnummer 31 onderging de invloed van
het eclecticisme en van de cottagestijl.
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. Kortenberg in
de Belle Epoque, 1989, p. 72-73.
|
naar tabel
47.
Villa Henneman
|
De Villa
Henneman is een slechte kopie van de villa Aéro-Cottage in
het abdijdomein van Kortenberg. De Aéro-Cottage is voor W.O.II
afgebroken. In 1904 werd de villa op de Hertog Jan II-laan bewoond door
Leo –Niklaas Henneman (o Sprimont 1856. In 1919 vestigde Professor
Hendrik-Jozef Vande Weyer zich in deze villa. Na W.O.I werd hij professor
aan de Leuvense universiteit. Hij stichtte als germanist in 1925 de
Vlaamse Toponymische Vereniging. Hij stichtte aan de Leuvense Universiteit
het Instituut voor Vlaamse Toponymie. In 1967 werd hij geadeld met de
persoonlijke titel van ridder. Hij lag ook aan de basis van het
tijdschrift Nieuw Vlaanderen dat de concentratiegedachte verdedigde.
Professor Hendrik-Jozef Vande Weyer woonde tot in 1928 in Kortenberg. In
1990 bewoonde de familie Meulemans deze villa met het huisnummer 33. Naast
de villa was er een paviljoen voorzien voor paardenstallen en garages. De
villa onderging de invloeden van de cottagestijl en van de Art Déco.
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 72-74.
naar tabel
48.
Villa Coenen
|
Generaal-majoor
Alfons-Joseph Ledoseray bouwde deze villa in 1921 De initialen van hem en
van zijn vrouw vinden we in de poort terug. Hij werd er opgevolgd door
beeldhouwer Carleer en in 1938 door apotheker Van Speybroeck. In 1955 werd het
de villa van de familie Coenen uit Geetbets.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 74.
|
|
|
naar tabel
49.
Villa Aline
Villa Aline
werd gebouwd rond 1900 op de berg en sluit aan het de volgende villa. Voor 1914
woonde hier Adelaïde Anthonis. Later woonde in deze villa eerst de familie Van
Camp en daarna de familie Vannetelbosch. Deze villa draagt het huisnummer 49. De
stijl is eclecticisme.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 74.
|
|
|
|
naar tabel
50.
Villa Marguerite
|
Deze villa
werd gebouwd rond 1900 op de berg en sluit aan bij de vorige. Hier woonde Robert
Nijs en zijn echtgenote Marguerite Anthonis. Dit laatste echtpaar had een
papierzaak in Brussel. De villa diende als buitenverblijf. Deze villa draagt het
huisnummer 51. De villa onderging de invloed van eclecticisme en
cottagestijl.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 74.
M.VANNOPPEN
- VAN TILT. Egodocumenten uit Erps-Kwerps en Kortenberg -
Curtenberg, 1997, nr. 1, p. 16-17.
|
|
|
naar tabel
51. Villa
Les Peupliers
De villa
‘Les Peupliers’ behoort tot de Belle Epoque. Ze dankt haar naam aan de
aanwezige populieren. De gevelsteen duidt de benaming aan. Tot 1955 behoorde
deze zijde van de Hertog Jan II-laan tot de gemeente Erps-Kwerps en tot de
parochie Erps. Rond 1920 bewoonde de familie Goovaerts deze villa. Later werd
het de villa van de familie Colette. Deze familie had een verffabriek tegen de
spoorweg. Deze fabriek is volledig opgedoekt en hier rijst de verkaveling Hof
van Parcé op. Aan de villa is een conciergerie - hovenierswoning verbonden. De
villa opgetrokken in cottagestijl draagt het huisnummer 34.
|
|
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 74.
|
naar tabel
52. Villa
Welcome
|
De villa
Welcome werd gebouwd in de Belle Epoque. Ze behoorde tot 1955 ook
tot de gemeente Erps-Kwerps en de parochie Erps. De gevelsteen duidt de benaming
aan. Hier woonde de familie Imbrechts. De villa in eclecticisme en cottagestijl
draagt het huisnummer 36.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 74.
|
|
|
naar tabel
53. Villa
Dock
De villa Dock
werd gebouwd in de Belle Epoque. Ze behoorde tot 1955 ook tot de gemeente
Erps-Kwerps en de parochie Erps. Hier woonde de familie Dock. Nicolas Joseph
Dock was geboren te Lixhe in de provincie Luik in 1851. Hij was gepensioneerd
inspecteur van de normaalscholen. Zijn zoon Paul Dock was officier bij het
leger. De villa in eclecticisme draagt het huisnummer 40.
Bibliografie:
H.
VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque, 1989, p. 74.
|
|
|
|
naar tabel
Losse
entiteiten per soort gebouw
Pachthoven
54. De
Vierwegenscheden
|
Het pachthof
De Vierwegenscheden stond op de scheiding van 4 wegen of straten: de
Karterstraat, de Kiewitstraat, de Brouwerijstraat en de Minneveldstraat. Het
gebouw draagt het huisnummer 4 op de Kiewitstraat. In de 15de eeuw was het de
woning van wijngaardier Jan Tymerman. De meeste wijngaardiers stonden in
dienst van de abdij. Het gebouw de Vierwegenscheden was oorspronkelijk het
pachthof van de abdij van Kortenberg. In 1471 was er een smidse. In de 17de eeuw
was het pachthof de eigendom van de familie De Pauw. Amandus De Pauw was meier
van Kortenberg van 1639 tot 1650. Er was toen een kamme of een kleine brouwerij.
In 1715 kochten Petrus Hensmans en Clara Van Wesembeeck het goed. Op 15 november
1725 kwam de woning in handen van Guillaume Gansemans, notaris en
griffier. Deze was gehuwd met Maria Hensmans, dochter van Petrus Hensmans-Van
Wesembeeck. De eigenaar verfraaide het huis en bouwde het om tot een herenhuis.
In 1746 was hier een smoutmolen gevestigd. Het geslacht Gansemans verdween met
grote financiële problemen uit Kortenberg. In de 19de eeuw evolueerde het
herenhuis tot het pachthof Schuermans. Lambert-Joseph Schuermans was
burgemeester van Kortenberg van 1830 tot 1851. Hij had ook een olieslagmolen in
de Vierwegenscheden. Zijn zoon Justin Schuermans was schepen van Kortenberg en
voorzitter van de fanfare ‘De Eendracht’. In 1858 werd het pachthof
uitgebreid met een grote schuur. Deze werd afgebroken in 1973. In 1896 stichtten
Eugène en Camille Schuermans samen het hun moeder de weduwe Justin
Schuermans-Symons de brouwerij St.-Amand. Camille Schuermans werd burgemeester
van Kortenberg. Eugène Schuermans werd als brouwer opgevolgd door zijn zoon
Justin Schuermans, burgemeester van Kortenberg van 1953 tot 1976. De brouwerij
Schuermans stopte haar activiteiten in 1958. In 1973 werden de brouwerijgebouwen
langs de Brouwerijstraat afgebroken. Justin Schuermans verkocht rond 1980 de
woning aan het echtpaar Jacques Bom, die de restauratie doorvoerden. De
Vierwegenscheden is een boerenburgerhuis in traditionele zand- en baksteenstijl
met twee verdiepingen, zadeldak en dakkapel. Er is een zandstenen rondboogdeur.
Het latere bijgebouw was voorzien van een rondbooginrijpoort. |
Bibliografie:
F.MAES.
Kortenberg, zijn abdij, zijn oude woningen- Eigen Schoon en De Brabander, 1955,
p. 296-297.
F.MAES. De
Vierwegenscheden te Kortenberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1939, p. 358-368.
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 70-71.
H. VANNOPPEN.
Honderd Kortenbergse gebouwen, 1991, p. 26-27 ( Nr. 9 De Vierwegenscheden)
H. VANNOPPEN.
De Vierwegenscheden of de vroegere brouwerij Schuermans in Kortenberg -
Zoeklicht
op Kortenberg, december 2002.
naar tabel
Monumenten
55. Het
oorlogsmonument op het kerkhof
|
Het
oorlogsmonument van Kortenberg ligt op het nieuwe kerkhof langs de Kerkhoflaan.
Burgemeester Felix Vrebos wenste een kalvariekruis in de middenlaan van het
kerkhof. Een aantal Kortenbergse verenigingen dienden hiertegen protest in en
opteerden voor een burgerlijk monument. Het werd ondanks alle protesten toch een
kalvariekruis. De gedenkzuil werd gebouwd door aannemer L. Cordemans
volgens het plan van Architect E. Janssens Het heldenmonument of de
gedenkzuil werd ingehuldigd door burgemeester Camille Schuermans op 10 augustus
1924. Raymond Verdeyen, de voorzitter van de toneelmaatschappij ’De
Verbroedering’ hield de gelegenheidstoespraak Rond het monument werden
de oorlogsslachtoffers van W.O.I begraven. Traditioneel had hier de 11
novemberplechtigheid van Kortenberg plaats.
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.
Honderd Kortenbergse gebouwen, 1991, p. 31 ( Nr. 13 De oorlogsmonumenten
van Kortenberg)
H. VANNOPPEN.
Het dagelijks leven in Kortenberg in W.O.I -Curtenberg, 1998, nrs. 3-4, p. 136.
|
|
|
naar tabel
Kapellen
56. De
kapel O.L.Vrouw Sedes Sapientiae van 1661
In de
Kapellestraat op de hoek met de Hofstraat vinden we midden in de straat het
‘kapelleke’ van de Negenhoek. De kapel staat voor de huizen Kapellestraat
nrs. 43 en 45. Hier heeft men de oude grens van Erps en Kortenberg. Het jaartal
1661 verwijst naar de overlijdensdatum van Joanna de Plaines, de kasteelvrouwe
van het Hof ter Brugge te Erps-Kwerps. De kapel O.L.Vrouw Sedes Sapientiae
is een getrouwe kopie van de kapel van O.L.Vrouw van Bijstand uit 1655 aan haar
kasteel te Erps. De barokke kapel is opgericht in witte zandsteen. Twee Ionische
zuiltjes of kolonetten met krullen schragen een barok, kromlijnig fronton met de
cartouche ’Ter Eren van de H. Maghet Maria 1661’. De dakbedekking is
eveneens in witte steen en er is een voorstoep. Op het voetstuk van het
O.L.Vrouw beeld vinden we ‘H. Maegd, sedes sapientiae ’Sedes sapientiae is
het Latijn voor zetel van de wijsheid.. Voor 1914 werd de meiboom voor de
kapel geplant. In de tijd van de kermisprocessie werd een rustaltaar opgetimmerd
voor de kapel en toen zorgden de omwonenden voor een zandtapijt. In 1958 werd
deze kapel nagebouwd in het dorp Oud-België op de wereldtentoonstelling.
|
|
Bibliografie:
F. DENIS.
Kortenberg, onze parochie. 1981, p. 162-167.
H. VANNOPPEN.
Honderd Kortenbergse gebouwen, 1991, p. 17 ( Nr. 3 De kapel van O.l.Vrouw
‘Sedes Sapientiae’.
H. VANNOPPEN.
Kapel van O.L.Vrouw Kapellestraat -Zoeklicht op Kortenberg, mei 2002.
|
naar tabel
57. De
kapel van Sint-Antonius
|
De kapel van
Sint-Antonius op de Vier Huisjes werd in 1948 gebouwd door K.W.B.-Kortenberg.
Louis Lebrun trad als metselaar op. Onderpastoor marcel Verboven was de grote
stimulator van deze kapel. Het is een typische veldkapel met puntgevel.
Opgetrokken in baksteen met een kleine klokkentoren. De klok werd geschonken
door de St-Jozefskliniek. De deurnis en het galmgat zijn van een gotische boog
voorzien. Het dak is bekleed met leien. Op het torentje staat een ijzeren kruis
waarin de letters KWB aangebracht zijn. De Sint-Antoniuskapel is geflankeerd
door twee lindebomen. De kapel is qua stijl zowel traditioneel als neogotisch.
De kapel werd in 1948 plechtig ingewijd. Karel Poels hield toen de
gelegenheidstoespraak. Op het kleine altaar vinden we het beeld van
Sint-Antonius Abt of Sint-Antonius met zijn varken. Toen de Sacramentsprocessie
nog uitging was er hier een halte voorzien.
Bibliografie:
F. DENIS.Kortenberg,
onze parochie. Kortenberg, 1981, p. 165-167.
H. VANNOPPEN.
Honderd Kortenbergse gebouwen, 1991, p. 20 ( Nr. 6 De Sint-Antoniuskapel
in de Vier Huisjes).
|
|
|
naar tabel
|