Een
wandeling langs de historische gebouwen van Everberg
Dr. Henri Vannoppen
We
beschrijven eerst volledige gebieden, waar meerdere historische gebouwen
voorkomen. Daarna komen de losse entiteiten per soort gebouw aan bod. Het gaat
hier om 32 gebouwen.
De
fotografie is het werk van fotograaf Jos Verhoogen uit Erps-Kwerps. Deze geeft
een beeld van de historische monumenten in 2003 (Copyright Jos Verhoogen). Webmaster Gustaaf Salens retoucheerde de foto's voor het internet.
De
kerk van Everberg en omgeving
1.
De Sint-Martinus- en Sint-Ludovicuskerk
 |
De
kerk van Everberg is oorspronkelijk een Romaanse kerk. Het onderste
gedeelte van de toren herinnert hieraan. In de 16de eeuw kwamen er het
koor bij in laatgotiek met de Brabantse steunberen en de noordelijke
kruisbeuk met de O.L.Vrouwkapel.In de 17de eeuw werd het bovenste gedeelte
van de toren herbouwd. In 1714 kwam er een nieuwe sacristie bij. De
Sint-Hubertuskapel of de zuidelijke kruisbeuk werd in 1720 gebouwd door de
2de Prins de Rubempré. Hij was ‘grand veneur’ of erfelijk
opperjachtmeester van Brabant vandaar ook de devotie voor Sint-Hubertus,
patroon van de jagers. De Opperjachtmeestersstraat te Vrebos herinnert aan
deze functie. In 1773 waren er plannen van J.B. De Ronde voor de
vergroting van de kerk, maar van uitvoering was er geen sprake. De
kerk was in de 19de eeuw in een rampzalige toestand. Gravin Louis de
Merode, de schoonzuster van Graaf Amaury de Merode stelde in
1881 71.000 BEF ter beschikking om de kerkrestauratie mogelijk te maken.
In 1893 was de nieuwe kerk klaar. De werken werden uitgevoerd o.l.v.
architect Hendrik Beyaert (de man van het briefje van 100 BEF) en
architect Paul Hankar. De titel van Sint-Martinuskerk verwijst naar de
oudste kerken in de streek. De aanvulling met St.-Ludovicus werd
toegestaan door kardinaal Goossens in 1890 omwille van de financiële
tussenkomst van de familie de Merode bij de bouw van de kerk en als
herinnering aan graaf Louis de Merode. In het koor vinden we de grafsteen
van de 1ste Prins de Rubempré (+1707) ridder van het Gulden Vlies en
opperjachtmeester van Brabant. We vinden hier ook glasramen van J.
Capronnier met de wapenschilden van de Merode en Arenberg. De
voorbehouden plaats voor de Prinsen de Merode in de kerk van
Everberg kan rechtstreeks van buiten uit bereikt worden en geeft zicht op
het hoofdaltaar. We vinden er ook de schoorsteenmantel met het wapenschild
de Merode. De Prinsen de Rubempré hadden ook het recht van het eerste
wijwater, wat tot processen aanleiding gaf..Na Vaticaan II werd de
Sint-Hubertuskapel of de leeuwenkuil de voorbehouden plaats. Hier vinden
we de grafsteen van de 2de Prins de Rubempré (+ 1743), ridder van de Orde
van het Gulden Vlies en bouwer van deze kapel.Opvallend is de leuze
‘Hongrie et pour cause Rubempré’. Zowel de families de Croy als
de Rubempré beweerden af te stammen van de koningen van Hongarije,
vandaar de leuze. Wit en rood zijn zowel de kleuren van de koningen van
Hongarije, als van de families de Croy en de Rubempré. Antoine de Rubempré
huwde in de 15de eeuw Jacqueline de Croy. Rubempré is een dorp en een
heerlijkheid in Picardië in Noord-Frankrijk. Tegen de muur hangen de
rouwborden of obiïts van de Graven later Prinsen de Merode vanaf Graaf
Werner de Merode . Achteraan in de kerk vinden we een gedenkplaat, die
herinnert aan de financiële tussenkomst van de families de Merode, Monaco
en Savoie-Aoste bij de bouw van de kerk.
Opvallend is ook het
reliekschrijn van Sint-Martinus in de Sint-Hubertuskapel. Het bustebeeld
is in 1598 geschonken door Geraert Van Berum.
|
Bibliografie:
F.MAES. Meerbeek en zijn verleden
- Eigen Schoon en De Brabander, 1960.
H. VANNOPPEN. De geschiedenis van
Meerbeek, de baronie tussen de Tomme en de Burcht. 1979, p. 47, p.
175-178.
H. VANNOPPEN. Het pachthof van de
Zeven Slapers te Meerbeek, het Wijnegemhof en De Koning van Spanje te
Schoonaarde -De Autotoerist, 1980, p. 424.
H. VANNOPPEN.
Honderd Kortenbergse gebouwen. Op
stap door tien eeuwen verleden.
Boek en Vorm. Winksele, 1999, p. 142-143.
|
naar tabel
2.
Het gemeentehuis van Everberg
|
In 1869 werd het
gemeentehuis van Everberg gebouwd op grond, geschonken door graaf Amaury
de Merode, de ongehuwde zoon van graaf Werner de Merode. De Graven
de Merode en later hun rentmeesters waren burgemeesters van Everberg:
graaf Werner de Merode van 1825 tot 1840 en zijn zoon graaf Amaury de
Merode van 1854 tot 1861, rentmeester Gustaaf Van Roey van 1904 tot 1916
en zijn zoon rentmeester Vital Van Roey van 1921 tot 1938. Graaf
Werner de Merode was lid van het Nationaal Congres of de Constituante,
die de Belgische grondwet opstelde in 1831. Hij was
volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Leuven. Hij was ook
burgemeester van het naburige Meerbeek van 1825 tot 1836. De Gemeentewet
van 1836 verbood om tegelijkertijd burgemeester te zijn van twee
gemeenten. Graaf Amaury de Merode was katholiek provincieraadslid. Graaf
Amaury de Merode viel te Leefdaal van zijn paard en liep een
schedelbreuk op. Tengevolge daarvan had hij sporen van krankzinnigheid .
Tot zijn dood in 1884 verbleef hij in Versailles. Het gemeentehuis van
Everberg werd gebouwd toen Jan-Frans Vrebos burgemeester van Everberg
was. Hij bestuurde de gemeente van 1861 tot 1885. Tot in 1971 was aan
het gemeentehuis ook de gemeenteschool voor de jongens verbonden. Het
gemeentehuis was dan decennia lang ook het schoolhuis van Everberg, waar
de hoofdonderwijzer zijn woning had. In 1981 werd de feestzaal van
Everberg op de plaats van de gemeenteschool ingehuldigd. In 2003 heeft
men hier vergaderlokalen voor de verenigingen en het
parochiesecretariaat van Everberg. Het gebouw is eigendom van de
gemeente Kortenberg. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p. 22.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 102.
naar tabel
|
3.
Het pachthof De Drie Linden
|
Dit pachthof vinden we
op de hoek van de Gemeentehuisstraat en van de Blokstraat. Het jaartal
1628 vinden we in de Blokstraat. Het gebouw bestaat uit Spaanse baksteen
en witte lediaanse zandsteen. De Drie Linden was in de 17de eeuw een
groot pachthof met een kamme of brouwerij. In 1755 woonde er pachter
Louis Thielemans, schepen van het Prinsdom Everberg. De drossaard, de
meier, de schepenen en de griffier van het Prinsdom Everberg werden
benoemd door de Prinsen de Rubempré. De familie Thielemans werd
er opgevolgd door de familie Abeloos, toen Elisabeth Thielemans huwde
met Jan –Baptist Abeloos.In de 19de eeuw was in dit gebouw de smidse
van de familie De Coster gevestigd. Isabella Abeloos huwde smid Frans De
Coster. Later werd het café. De gemeente Kortenberg kocht het gebouw in
1986. Nu is de jeugdclub Den Uyl er gevestigd. Het gebouw is mooi
gerestaureerd en vooral de kelders zijn prachtig. |
Bibliografie:
F. MAES. Oude
woningen onder Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1953, p. 235-236.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p. 47.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 122.
H. VANNOPPEN.De
Drie Linden te Everberg, een oude hoeve langs de oude weg van Brussel
naar Leuven - Midden-Brabant, 1993, zomernummer, p. 63-67.
D. HENDRICKX. De
Drie Linden, jeugdclub ‘Den Uyl’ in een historisch gebouw -
Curtenberg, 1993-1994, p. 155-158.
naar tabel
|
4.
De Villa Poets
|
Onderwijzer Petrus
Franciscus Poets bouwde een villa recht voor het gemeentehuis op de
eigendom Craessaerts. Poets was afkomstig uit Lommel in Limburg. Hij was
gemeenteonderwijzer in Kortenberg en gaf zijn ontslag met de
Schoolstrijd van 1879.Hij begon dan een katholieke lagere school in het
Biesthof te Everberg. Later werd hij gemeenteonderwijzer van Everberg.
Petrus Franciscus Poets huwde Eugenie Van Langendonck (Tervuren
1857-Everberg 1945). Het huwelijk was kinderloos. E.H. Leo Laurent,
pastoor van Kerkom ging hier op rust in 1914. Hij woonde bij zijn
tante in de Villa Poets. Ida Poets (Lommel 1979-Everberg 1962) was de
laatste van de familie die de villa bewoonde.De gemeente Everberg kocht
deze villa in 1966en vormde ze om tot de pastorie. E.H.Raymond Van Doren
was de enige pastoor van Everberg, die er gewoond heeft. De gemeente
Kortenberg verkocht deze villa in 1999 en nu is er een architectenbureau
gevestigd.
We vinden er invloeden
van het eclecticisme en van de cottagestijl.
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.
H. VANNOPPEN. Kortenberg
in de Belle Epoque .1989, p. 94.
naar tabel
|
5.
De oorlogsmonumenten
|
De
Oudstrijdersvereniging van Everberg, die in 1919 opgericht was, ijverde
voor een oorlogsmonument. Dit kwam er in 1920 op het kerkhof van
Everberg, dat toen rond de Sint-Martinuskerk lag. Het monument
stelt een rechtstaande soldaat met een geweer met bajonet voor. Hij
waakt bij het graf van een gesneuvelde soldaat nl. een kruis
bedekt met een helm. De namen van de gesneuvelden van W.O.I zijn op dit
monument aangebracht. Dit monument is duidelijk opgericht voor W.O.I
(1914-1918).
Een
tweede monument versierd met het kruis, de Belgische leeuw en het
Everbergse wapenschild met de drie lelies en het everzwijn herinnert aan
de oorlogsslachtoffers van W.O.II. Hun namen vinden we ook op dit
monument terug Dit monument is duidelijk opgericht voor W.O.II
(1940-1945).
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 103.
naar tabel
|
6.
De grafkapel van de Prinsen de Merode
 |
Oorspronkelijk
hadden de Prinsen de Rubempré hun grafkelder in het koor van de
kerk. In 1720 bouwde de tweede Prins de Rubempré zijn grafkelder onder
de Sint-Hubertuskapel. De opening van de grafkelder gebeurde langs de
binnenzijde van de kerk via de marmeren sluitsteen met twee koperen
handvatten en draagt als opschrift ‘Ostium Monumenti’. Er kwamen
problemen met het begraven in de kerk door het Edict van 26 juni 1784
van keizer Jozef II. In de praktijk veranderde er weinig. In 1840
werd een 3de grafkelder gebouwd tegen de Sint-Hubertuskapel aan langs de
buitenzijde. Dat was ter gelegenheid van het overlijden van Graaf Werner
de Merode in 1840. In de overlijdensregisters sprak men van de nieuwe
grafkelder gebouwd op het kerkhof. |
De gedenksteen tegen de muur van de
Sint-Hubertuskapel en voor de huidige grafkelder herinnert
hieraan. Ook de beide zonen van
Graaf Werner nl. Graaf Louis (+1876) en Graaf Amaury
(+1884) werden hier
begraven. Ook het
doodgeboren mannelijk kind (+1847) van Prins Charles III van Monaco
en van Gravin Antoinette de Merode, de dochter van Graaf Werner werd
hier begraven. Deze vier kisten kwamen later in de grafkelder van 1891
terecht.
In
1891 gaf de gemeenteraad van Everberg de toelating aan de Graven de
Merode om een grafkelder op te richten op het kerkhof te Everberg voor
de kerk. Het plan van deze grafkelder werd opgesteld door Hendrik
Beyaert. Boven de grafkapel vinden we het beeld van O.L.Vrouw van Fourvières
in Frankrijk. Hier liggen de leden van de familie de Merode begraven uit
de takken Everberg en Loverval. Hier werd ook tijdelijk Victor
Emmanuel de Savoie d’Aosta , graaf van Turijn (+1946) begraven.De
begrafenis op 19 oktober 1946 werd bijgewoond door zijn neef Tomislav
II, koning van Kroatië van 1941 tot 1943.
Prins
Amaury de Merode schonk in 1955 de grond voor het nieuwe kerkhof van
Everberg langs de Tervuursesteenweg.. Tegelijkertijd werd de nieuwe
grafkelder voor de leden van de prinselijke familie de Merode achteraan
op het kerkhof gebouwd. Deze wordt eerst gebruikt wanneer de grafkelder
bij de kerk vol is.
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p. 47.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 105-106.
naar tabel
|
7.
De vrijheidsboom van 1930
 |
Langs
de andere zijde van de Annonciadenstraat tegenover de kerk staat de
vrijheidsboom of de eeuwfeestboom van Everberg. Het is een beuk. Hij
werd geplant in 1930 bij de viering van het honderdjarig bestaan van
België. De boom werd geplant door Prins Jan de Merode, Grootmaarschalk
van het Hof. Een gedenksteen in de grond herinnert hieraan. Het is de
enige eeuwfeestboom in de fusiegemeente, die bewaard bleef. De
eeuwfeestbomen van Erps-Kwerps (bij de kerk van Kwerps), van Kortenberg
(op de Leuvensesteenweg voor de gemeenteschool) en in Meerbeek (voor de
kerk) zijn verdwenen. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 103.
naar tabel
|
Het
domein de Merode
8.
Het kasteel Hof van Montenaken of kasteel de Merode
|
De
oudste heren van Everberg hadden hun burcht op de gelijknamige berg. Het
waren de heren van Rotselaar Ze beheerden zowel Everberg als
Meerbeek. De drie lelies van Rotselaar vinden we terug in het
wapenschild van de gemeente Everberg en nu van de fusiegemeente
Kortenberg. De Everberg geeft zijn naam aan de gemeente. Het is één
van de Diestiaanheuvels in ijzerzandsteen zoals we die ook te Kortenberg
(Curtenberg of Eikelenberg) en te Winksele (IJzerenberg) vinden. De oude
weg van Brussel naar Leuven over Sterrebeek (Oude Baan, Voskapel),
Everberg en Meerbeek liep in de omgeving van de Everberg, zodat een
burcht op deze plaats ook een belangrijk controlepunt was voor de heren
van Rotselaar.
In de
14de eeuw werd de Everberg verlaten en vestigde de familie van
Kerstbeke zich in het Broek of letterlijk het moeras. Door huwelijken
kwam het kasteel in handen van de families van Montenaken, de Rubempré
en de Merode.In 1686 kregen de Rubemprés de titel van Prins van Rubempré
en Everberg. De hoofdburcht had een renaissance uitzicht. Vooraan had
men de voorburg of het neerhof. Prins Leopold-Joseph de Rubempré deed
een beroep op de Franse architect Neuville om het U-vormig kasteel om te
vormen tot een classicistisch gebouw in Lodewijk XVI-stijl. De oude
muren bleven bewaard en er kwamen nieuwe muren voor in Franse steen.
Opvallend zijn: de Ionische zuilen, het driehoekig fronton en de
mansardevensters in het dak. Graaf Charles-Guillaume de Mérode (+1830)
bewoonde het kasteel. Hij bleef als enige van zijn geslacht over en werd
de stamvader van alle nog bestaande de Mérode’s . Hij was maire van
Brussel van 1805 tot 1809. Hij huwde de laatste Prinses van Grimbergen.
In 1848-1849 werden de grachten rond het kasteel gedempt.De nieuwe
vijver achter het kasteel werd aangelegd en er kwam een Engels park. De
werken werden uitgevoerd door de bevolking van Everberg in een periode
van zware economische crisis. In 1884 verkreeg Prins Albert I van
Monaco het kasteel de Merode, maar deze wisselde het uit met Graaf
Jean de Merode.Het terras en de monumentale
trap aan de achterzijde werd op het einde van de 19de eeuw
aangebracht.De Graven de Merode werden Prinsen op 25 april 1930. Zowel
Prins Jean de Merode als zijn zoon Prins Amaury de Merode waren
Grootmaarschalken van het Hof, de eerste van 1910 tot 1929 en de 2de van
1950 tot juni 1951 in de moeilijke jaren van de Koningskwestie.
Montgomery was in het kasteeldomein gelegerd in 1940 en in 1944 en
bereidde van hieruit de slag bij Arnhem uit. Prins Amaury de Merode werd
in 1972 ridder van het Gulden Vlies van de Oostenrijkse tak. Zijn
echtgenote bleef het kasteel bewonen tot bij haar overlijden.
Neuville
bouwde niet alleen het kasteel maar ook de twee zijpaviljoenen.
Daardoor verdween in de 2de helft van de 18de eeuw het neerhof. Het
rechterzijpaviljoen is U-vormig. De erfprins bewoont gewoonlijk dit
paviljoen. Zo woonde hier Prins en Prinses Amaury de Merode vooraleer
naar het kasteel te verhuizen en later Prins en Prinses Jean de Merode.
Hier waren ook de woning van de rentmeester, de veestallen en de
melkerij Graaf Jean de Merode richtte op het einde van de 19de
eeuw de melkerij Sint-Martinus op. Ze bleef bestaan tot in 1910.De
stallen zijn versierd met ossenkoppen. In de volksmond spreekt men ook
nog van ‘De ossenkop’. Hier werd de mis opgedragen tussen 1888 en
1893 toen men de kerk van Everberg herbouwde.
Het
linker paviljoen is een gesloten vierledig gebouw.Het linkerzijpaviljoen
omvat de kapel, de paardenstallen, de koetshuizen en de garages. Rond
1908-1909 werd de schrijnwerkerij omgevormd tot de kapel van het kasteel
toegewijd aan O.L.Vrouw van Scherpenheuvel.
In
het park vinden we een reusachtige zwarte walnoot met een
stamomtrek van 5 m, een plataan met een omtrek van 4, 7 m en een
zomereik van 3, 7 m. Heel mooi is ook de lindendreef die van het kasteel
naar de Wolvestraat, naar de kerk van Everberg gaat.
Het
kasteel van de Prinsen de Merode met het omliggende groen blijft één
van de parels van het Everbergs kunstpatrimonium, dankzij de niet
aflatende inzet van de adellijke familie, die het domein bewoont. |
Bibliografie:
A.WAUTERS.Histoire
des environs de Bruxelles. 1855. Heruitgave 1973, deel 8B, p.
413-419.
F.MAES. Oude
woningen te Everberg - Eigen Schoon en De Brabander, 1953, p. 140-150.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.12-24, p. 43, p. 45.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 107-109.
naar tabel
|
9.
Het pachthof Het Biesthof
|
Een
biest is een dorpsplein. Oorspronkelijk was het de plaats waar de
biezen groeien. Een biestpoel is een gemeenschappelijke drinkpoel voor
het vee. Het Biesthof staat op de hoek van de Bankstraat en van de
Steenhofstraat. In 1474 had men hier twee woningen. In 1647 werd
het woonhuis gebouwd door Jan Creytsaerts.De steen boven de ingangsdeur
geeft dit jaartal aan. Zijn zoon eveneens Jan Creytsaerts verkocht in
1679 het Biesthof aan de 1ste Prins de Rubempré . Op het einde van de
17de , begin van de 18de eeuw werd het Biesthof uitgebreid met de
aanpalende paardenstal en met een koestal, die een L vormde met het
woonhuis. Aan dit pachthof was ook een brouwerij verbonden. In 1723 was
er ook een kamme of brouwerij. Op het einde van de 18de eeuw werd een
nieuwe schuur gebouwd parallel met het woonhuis. De Graven de Merode
verhuurden het pachthof. In 1857 werd de fanfare De Vrede gesticht. Ze
draagt nu de naam De Eendracht. De Graven later Prinsen de Merode waren
erevoorzitter van deze fanfare, die haar repetities hield in het
Biesthof. De pachter van het Biesthof, Daniël Vander Haeghen, ‘Den
Ouden Boer’ was ook de 1ste voorzitter van de fanfare. In 1880 werd
hier de vrije katholieke school gevestigd in de paardenstal. In 1909 was
het een pachthof met wat meer dan 50 ha land. Het Biesthof werd door de
Prinsen de Merode verkocht in 1984. Het woonhuis uit de 17de eeuw bleef
bewaard. De paardenstal langs de Bankstraat en de wagenberging met de
ingangspoort langs de Steenhofstraat werden afgebroken. Nieuwe gebouwen
werden opgericht. Het Biesthof kreeg een semi-gesloten karakter met een
ingangspoort in de richting van de Lodderhoekstraat.
Langs de andere zijde
van het Biesthof vinden we de Friese melkerij met de grote zomereik. |
Bibliografie:
F.MAES. Oude
woningen te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1953.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p. 36, p. 45.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 119.
Over
het Biesthof werden twee thesissen gemaakt door
landbouwingenieurs:
V.VAN ROEY. Monographie
de la ferme Biesthof à Everberg KUL , 1909, 30 p.
L.DE COSTER. Het
Biesthof (Everberg). Onderzoek naar de mogelijkheden tot agrarische
functierenovatie. Eindwerk KUL, 1983, 236 p.
naar tabel
|
10.
Het boswachtershuis in de Prinsendreef
|
In de kleine boomgaard
van het kasteel werd rond 1770 een woning gebouwd bekend als de
‘Nieuwe herbergh’. Dit huis werd verhuurd. Kunsthistorici
omschreven het als een mooi 18de eeuws huisje in provinciale
regencestijl. Op het einde van de 19de eeuw evolueerde deze woning tot
het boswachtershuis van het kasteel de Merode. Deze laatste familie is
er ook eigenaar van.In Everberg kent men het als de vroegere
woning van ‘Jef van Vinus’ of boswachter Jozef Meersman. |
Bibliografie:
F.MAES. Oude
woningen te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1953, p.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p. 36, p. 45.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 114.
naar tabel
|
11.
Monument Werner de Merode
|
In de
Warande vinden we naast de Aderbeek een monument ter ere van Graaf Werner
de Merode. We nemen hiervoor de Prinsendreef en vervolgens de Helleweg, de
scheiding van Everberg en Kortenberg.Graaf Werner de Merode werd in 1797
te Brunswijk geboren. Hij stierf op 2 augustus 1840. hij voelde zich onwel
toen hij ’s morgens na de mis de maandelijkse processie omheen de kerk
van Everberg volgde. In de namiddag wou hij gaan jagen met zijn zoon
Louis. Hij voelde zich opnieuw onwel, steunde op zijn zoon en stierf op de
plaats waar het monument opgericht werd in diens armen. De tekst van
het herdenkingsmonument luidt als volgt:”En pieux souvenir de
Jean-Baptiste-Werner-Ghislain Comte de Mérode, frappé ici de mort le 2 aôut
dans les bras de son fils le Comte Louis de Mérode. Notre premier devoir
est celui de l’exemple dernières paroles du défunt”.
|
Bibliografie
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 104.
naar tabel
|
12.
De ijskelder
|
De ijskelder ligt in de
Prinsendreef langs de noordzijde van een droge beboste heuvel. In de
19de eeuw was de beste bewaringsmethode het gebruik van ijs, dat in de
winter uitgehakt en opgeslagen werd in de ijskelder. We vinden de
ijskelder op de kaart van Vandermaelen van 1830 en in de erfenisaangifte
van 1841 van graaf Werner de Merode. Dit is mogelijk een eerste
ijskelder. De huidige zou gebouwd zijn tussen 1840 en 1850 door Graaf
Amaury de Merode. Het is een cilindervormig metselwerk van bij de 6 m
diep met een doormeter die aan de bovenzijde evenveel bedraagt .
Bovenaan is de ijskelder overkoepeld . Onderaan is de ijskelder conisch
. Een gang van 5 m biedt de toegang. Daarin zijn twee deuren als sas
aangebracht In deze ijskelder kan men 80 stortkarren of ongeveer
70 kubieke meter ijs opslagen. Het ijs werd rond 1900 gebruikt voor
dranken en gerechten op het kasteel en voor geneeskundige zorgen die
toegediend werden door de zusters Annunciaden van Everberg. De gemeente
restaureerde de ijskelder in 1989. De ijskelder is eigendom van de
prinselijke familie de Merode. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p. 45.
J.CRESENS. De
ijskelder van het Prinsenkasteel de Merode te Everberg - Tussen Brussel
en Leuven,nr. 3, 1987.
J.CRESENS.
De ijskelder van het Prinsenkasteel te Everberg - Midden-Brabant, 1987,
zomernummer, p. 22-30.
J.CRESENS. Sorbets,
ijs en ijskelders - De Brabantse Folklore, 1990, p. 345-351
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 124-125.
naar tabel
|
13.
De kapel van O.L.Vrouw van Scherpenheuvel
 |
In
de Warande stond in de 17de eeuw een kluis en een kapel van
Sint-Antonius. Prins de Rubempré had het recht om de kluizenaar
te benoemen. In 1783 schafte keizer Jozef II de nutteloze kloosters af
en zo verdwenen ook de kluizen . De naam ‘L’Ermitage’ vinden we
nog op de kaart van Vandermaelen. Op dezelfde ijzerzandstenen heuvel
bouwde Graaf Charles de Merode –Westerloo, voorzitter van de Belgische
Senaat tussen 1855 en 1860 de nieuwe kapel van O.L.Vrouw van
Scherpenheuvel. Zijn vader Graaf Henri de Merode-Westerloo was de broer
van Graaf Werner de Merode (+1840). Graaf Charles beloofde in zijn
geboortedorp Everberg een kapel te bouwen indien uit het huwelijk met
zijn echtgenote Prinses Marie van Arenberg een zoon werd geboren.
|
Een
jaar na de belofte werd zijn zoon Graaf Henri de Merode -Westerloo in
1856 geboren en kort daarop werd de bedankeniskapel gebouwd. Tussen 1887 en 1908
werd ze een eerste maal gerestaureerd in dezelfde
omstandigheden. Graaf
Henri de Merode-Westerloo beloofde de restauratie indien zijn echtgenote
Prinses Nathalie de Croy van een zoon zou bevallen. In 1887 werd Graaf
later Prins Charles de Merode-Westerloo geboren en de kapel te Everberg
werd gerestaureerd. Deze prins was de laatste van de oudste familietak
de Merode-Westerloo. |
Bibliografie:
A.WAUTERS.Histoire
des environs de Bruxelles. 1855. Heruitgave 1973, deel 8B, p. 419.
F.MAES. Oude
fundatiën te Everberg en te Meerbeek - Eigen Schoon en De Brabander,
1948, p. 160-164.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p. 43-46.
PRINS JEAN DE MERODE. De
kapel van O.L.Vrouw van Scherpenheuvel te Everberg - Tussen Brussel en
Leuven, nr. 5, 1990.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 94-95
naar tabel
|
Het
kasteel van Grave en omgeving
14. Hof van Grave
|
In de
Kwikstraat stond in 1564 een speelhuis of klein kasteeltje het Hof van
Grave. De familie van Grave of de Grez was reeds sedert de middeleeuwen
een belangrijke adellijke familie. Maria-Anna van Grave huwde
Juste-Philibert de Spangen, baron van Herent. Door erfenis
ging het kasteel over op de graven de Gage en op de familie van der
Linden, baronnen d’Hoogvorst. De familie Spangen was ook geen onbekende
voor de graven de Merode. Graaf Werner de Merode (+1840) huwde Gravin
Louise Victoire de Spangen d’Uytternesse uit Loverval, één van de
rijkste erfgenamen van België. Pastoor Merten Wuyts woonde wegens gebrek
aan pastorie van 1698 tot 1718 op het Hof van Grave . Zijn meid gaf in dit
gebouw les aan de meisjes van Everberg. Op het einde van de 18de eeuw was
dit gebouw de eigendom van Nicolas Blairon uit Frameries in Henegouwen.
Hij vestigde er een school. In 1886 vestigde Jan-Baptist Jossa ‘Tiske de
Scheper zich op deze hoeve Hij hoedde zijn eigen schapen en de
schapen van het kasteel de Merode . De schapen met zwarte plekken waren
deze van het kasteel . Het 17de eeuws speelhuis werd gerestaureerd en
omgevormd tot een tweegezinswoning.
|
Bibliografie
F.MAES. Oude
woningen te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1953, p.374-375.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave gemeentebestuur
van Everberg, 1973, p.46.
H. VANNOPPEN. Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 110-111.
E.GILLIOEN. Geschiedenis
van het Hof van Grave, of de hoeve en schaapstal Jossa - Curtenberg,
1994-1995, p. 239-248. |
naar tabel
15.
De Villa Pauwels (villa, poortgebouw en oranjerie)
|
Op het einde van de
19de eeuw stond tussen de Kwikstraat en de Twee Leeuwenstraat de kleine
witte villa Moedbeck.Rond 1909 kocht Robert Pauwels deze witte villa.
Hij liet ze afbreken en kocht meteen de helft van de Kwikstraat .
Achteraan bouwde hij de villa ‘Le Carillon’ en vooraan was de
conciergerie met de twee leeuwen, waarschijnlijk een poortgebouw
van een Brussels hotel dat naar Everberg gebracht werd. In de tuin
tegen het wegeltje bouwde hij een oranjerie . Deze oranjerie liet hij te
Brussel in het Hotel van de Prinsen van Arenberg afbreken. Prinses
Amaury de Merode, geboren Prinses Marie-Claire de Croy was de dochter
van Prinses Salvatrix van Arenberg. De Prinsen van Arenberg waren
eigenaar van het Kasteel van Arenberg in Heverlee en van het
Egmontpaleis in Brussel. Robert Pauwels legde in zijn domein een Engelse
tuin aan. Hij lag aan de basis van de Everbergse krielhaan en van de
Grubbese krielhaan. De villa ‘Le Carillon’ is nu de vestigingsplaats
van de firma Kembo. Het domein heeft een prachtige linde. We vinden hier
de invloeden van het eclecticisme en van de cottagestijl. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.46.
H. VANNOPPEN. Kortenberg
in de Belle Epoque .1989, p. 92-93.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 112-113.
H. VANNOPPEN. De
Grubbese en de Everbergse Baardkrielen, creaties van Robert Pauwels, een
zonderling figuur in Everberg – Curtenberg, 1997, p. 210-215.
naar tabel
|
Het
Gasthuishof en omgeving
16.
Het Gasthuishof
|
Het grootste pachthof
van Everberg was het Gasthuishof, in Everberg beter bekend als het
pachthof van Ackermans. Everberg werd in Brabant ‘de schapraai van het
Gasthuis van Leuven genoemd’. Het Groot Gasthuis van Leuven was sedert
1112 de tiendenheffer van Everberg. Ze hadden er ook het pachthof
Gasthuishof op de hoek van de Dalemstraat en de Wolvestraat. Aan het
pachthof was de tiendenschuur verbonden, die jammer genoeg afgebroken
is. In 1537 was het Gasthuishof een helftwinning. De helft van de
inkomsten en van de uitgaven was voor de pachter (huurder) en de andere
helft voor het Groot Gasthuis. De tienden bestonden voornamelijk uit 10
% belasting op het graan. Dit graan werd bewaard in de tiendenschuur en
het vervoer ervan gebeurde via de pachter van het Gasthuishof. Het
Gasthuishof had een stier en een beer (mannelijk varken) voor eigen
gerief en voor dat van de andere dorpsgenoten. Vanaf het begin van de
17de eeuw vinden we als pachters de familie Ackermans. In 1672 en in
1734 brandde het Gasthuishof af. Deze hoeve was het belangrijkste
pachthof van Everberg met in de 18de eeuw 66 bunder land en 11
bunder weiden. In 1830 was er een brouwerij aan het Gasthuishof
verbonden. Met de Franse periode kwam het pachthof in handen van de
Commissie der Burgerlijke Godshuizen in Leuven. Deze verkocht in
1892 het pachthof aan ‘Belo’ of Barbara Ackermans. Via de familie
Ackermans werd dit pachthof de eigendom van de familie De Coster. Tot
voor enkele jaren was het een vierledige gesloten hoeve. Nu blijven nog
alleen de woning en de stallen over. |
Bibliografie:
F.MAES. Oude
woningen te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1953, p.308-311.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.46-47.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 116-117.
naar tabel
|
17.
Het Huis van de Vroegmis
|
In de Dalemstraat sprak
men in 1545 van ‘der Vroemisse Huys’. Oorspronkelijk had
Everberg slechts één zondagse mis. Er kwam een tweede zondagse mis de
vroegmis door de stichting van de Zielenkapelanij of de kapelanij van
O.L.Vrouw in de 14de eeuw. De kapelaan had een aantal misverplichtingen,
maar voor de rest geen zielzorg. Hij kreeg de inkomsten van de kapelanij
en een woning ter beschikking. De kapelaan van de Zielenmis werd benoemd
door de Overste van het Groot Gasthuis te Leuven. De kapelanijen werden
afgeschaft met de Franse Revolutie. Het is niet zeker volgens het
meest recente bouwhistorisch onderzoek dat het huidige pachthof
overeenkwam met het Huis van de Vroegmis. Dit kan misschien wat verder
gelegen hebben. Gemakshalve behouden we de benaming Het Huis van de
Vroegmis, die Frans Maes ingevoerd heeft, en dit om het gemakkelijk te
identificeren. In de 19de eeuw was het Huis van de Vroegmis een
pachthof, dat twee burgemeesters aan Everberg leverde: Jan-Frans
Vanderhaeghen, meier van Everberg van 1810 tot 1825 en Daniël Cappuyns
burgemeester van Everberg van 1885 tot 1903. Het was de typische pachter
, die met zijn eregaffeltje als wandelstok de velden controleerde. De
familie stierf volledig uit en de knecht Felix De Kelver erfde het
pachthof en de gronden werden verdeeld onder zijn kinderen. De schuur
verdween, alleen het hoofdgebouw en de muur met de toegangspoort bleven
over. |
Bibliografie:
F.MAES. Oude
woningen te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1953, p.311-312.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.47.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 118.
Bouwhistorica
Birgit De Vries stelde in 2002 het Bouwhistorisch onderzoek
Dalemstraat,9, 3078 Everberg op. Het document telde 74 p.
naar tabel
|
18.
De Villa Wielemans
|
Karel Stallaert kocht
in 1874 grond in de Dalemstraat van de familie Ferdinand Hermans
–Vanhoegaerden. Hij bouwde er kort daarop een herenhuis. Karel
Stallaert was een bekend filoloog en voorzitter van de Koninklijke
Vlaamse Academie voor Taal - en Letterkunde. Hij kwam om
gezondheidsredenen in Everberg wonen. Hij was gemeenteraadslid van
Everberg en voorzitter van de fanfare ‘De Eendracht’ van Everberg.
Hij verschafte Hendrik Conscience documenten voor zijn roman ‘De
Boerenkrijg’. De volgende eigenaar kolonel Gustave Wielemans
vormde het herenhuis rond 1910 om tot een villa met toren en stallen. De
Duitsers bezetten deze villa in W.O.I. De familie Wielemans werd in deze
villa, die de naam ‘Les Mélèzes’ (de lorken) droeg opgevolgd door
de families Debaisieux en Van Goethem. In het park vinden we een
Libanonceder uit 1898, een Ginkgo en een Sequoia
sempervirens van meer dan 6 m dik. De stijl van deze villa is
eclecticisme. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.47.
H. VANNOPPEN.
Kortenberg in de Belle Epoque .1989, p. 92.
naar tabel
|
De
pachthoven van Kettekeshoek
19.
Het pachthof Het Henneken
|
We zitten op
Kettekeshoek met zijn grote pachthoven Het Henneken en Het Haantje. Het
Henneken ligt op de hoek van de Twee Leeuwenstraat en van de
Hollestraat. Het pachthof werd in het begin van de 16de eeuw reeds
vermeld.Willem Scheers, een burger uit Brussel kocht in 1677 twee
naburige huizen nl. Het Henneken en De Vos. Ze werden één pachthof. In
1712 kocht de familie Ackermans Het Henneken. In 1718 brandde het
pachthof af. Verschillende mensen bleven in de brand en er was een
onderzoek naar brandstichting. In de Franse Tijd werd hier in het geheim
de mis opgedragen. Via huwelijk ging het pachthof van de familie
Ackermans op de familie Vrebos. In Everberg spreekt men van de boerderij
van Cal’ naar de eigenaar Pascal Vrebos. Het pachthof paste in de
fermocratie of de macht van de grote pachthoven van de 19de eeuw. Rond
1920 werd de vleug boven de inrijpoort afgebroken. Een vleug was typisch
voor kastelen, pastorieën en grote pachthoven in het Ancien Régime en
paste bij het duifrecht. Van het pachthof bleef alleen het mooi
gerestaureerd 17de eeuws, begin 18de eeuwse hooghuis met de zandstenen
rondboogdeur over. In 1978 werd de koestal naast het 17de eeuwse
pachthof omgevormd tot een woning. |
Bibliografie:
F.MAES. De
wijk Overveld te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1940,
p.298-301.
F.MAES. Een
brand te Everberg in 1718-Eigen Schoon en de Brabander, 1951, p.
306-309.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 120.
naar tabel
|
20.
Het pachthof Het Haantje
|
Het pachthof Het
Haantje ligt op de hoek van de Hollestraat en van de Ballingstraat op de
wijk Overveld of Kettekeshoek. Voor de 17de eeuw kreeg dit pachthof er
ook een kamme of brouwerij bij.Deze stond langs de overzijde van de
Ballingstraat naast de Zoo. In de 17de eeuw was de familie Bosmans
eigenaar van dit pachthof. Sedert het begin van de 18de eeuw was dit
pachthof in handen van de familie Van der Haeghen. Anna-Elisabeth Van
der Haeghen huwde in 1797 Jan-Frans Vrebos uit Meerbeek en zo kwam de
familie Vrebos op het pachthof. Remigius Vrebos of ‘Remiekes’ was de
laatste van zijn familie op dit pachthof. Hij overleed in 1885. Het
pachthof kwam dan door erfenis in handen van Ferdinand Vangramberen - De
Coster. Zijn zoon Victor Vangramberen was in W.O.I één van de leiders
van de Frontbeweging en werd later deken van Zaventem. In de 20ste eeuw
was dit pachthof een gewone landbouwuitbating. Op kaarten vinden we de
benaming ‘Het Hondeken’, wat te verklaren is door de
dialectuitspraak voor een haantje nl. ‘een Hoinke’.De Everbergenaren
spreken van ‘het pachthof van Remiekes’. De toegangspoort tot het
pachthof ligt langs de Ballingstraat. Het geheel is met muren omsloten. |
Bibliografie:
F.MAES. De
wijk Overveld te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1940,
p.294-297.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.46.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 120.
M.VANGRAMBEREN. Het
pachthof ‘Het Haantje’ te Everberg en de familie Vangramberen -
Curtenberg, 1997, p. 246-256, 1998, p.38-46, p. 70-76
naar tabel
|
21.
De olieslagmolen Vandervorst
|
De olieslagmolen stond
op de hoek van de Boeiendaalstraat en de Twee Leeuwenstraat.
Hij dateert van 1830.
Hij werd gebouwd door smoutmulder Philippus-Josephus Vandervorst.
Zijn vader Engelbert Vandervorst was in 1773 pachter op het Biesthof,
het pachthof van de Prinsen de Rubempré. Philippus-Josephus Vandervorst
kon de landerijen, die hij huurde van graaf de Merode niet meer behouden
en was verplicht om over te schakelen op een olieslagmolen. In 1831 vond
men daar een oliemolen met een paar molenstenen en een pers met twee
stampers. Het geheel werd door een paard bewogen. De olieslagmolen
was een vierledig pachthof . De oudste zoon Jan –Baptist Vandervorst
nam de olieslagmolen. De olieslagmolen bleef in werking tot 1892.
Het geleeg werd langzamerhand verkaveld en is nu omgevormd tot zes
woonhuizen.
|
Bibliografie:
F.MAES. De
wijk Overveld te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1940, p.301.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.46.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 128.
H. VANNOPPEN. De
olieslagmolen van Vandervorst te Everberg - Tussen Brussel en Leuven,
nr. 2, september 1986.
naar tabel
|
22.
De kapel van O.L.Vrouw der Zeven Weeën

|
In
1863 bouwde Jan-Baptist Vandervorst het kapelletje van O.L.Vrouw der
Zeven Weeën op de hoek van de olieslagerij ter ere van zijn overleden
zoon Pertrus-Ludovicus Vandervorst. In de ruitinscriptie in witte steen
vinden we het bouwjaar en de familie: “J.B. VANDERVORST PLV
MTTP 1863”. PLV is de jonge gestorven zoon Petrus-Ludovicus
Vandervorst en MTTP is zijn moeder Maria-Theresia Tempier. De kapel
stond oorspronkelijk afzonderlijk langs de Boeyendaalstraat dicht bij de
woning van August De Coninck. Ze stond in de weg en belemmerde het
zicht van hun woonkamer. In 1967 werd de kapel herplaatst tegen de
zijgevel van de schuur op het einde de Twee Leeuwenstraat.
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 97.
naar tabel
23.
Kruisborrekapel
|
|
Langs
de Boeyendaalstraat vinden we de Kruisborrekapel. Jan Verbesselt zag hier
een litteken in van een vroegere hofkerk , de borchtkerk bij de Everberg.
De naam Kruisborre verwijst in elk geval naar een H. Kruiskapel. In de
kerk van Everberg werd een reliek van het H. Kruis bewaard. In 1649
betaalde men in Everberg 14 stuivers voor 100 vaantjes van het H. Kruis.
Rond de kapel hing de legende van de Spaanse soldaat:” In de Spaanse
tijd rond 1600 deed een Spaanse soldaat een heiligschennende communie. Hij
nam de H. Hostie uit zijn mond, wikkelde ze in een doek en stak ze in zijn
zak. |
Gekomen
aan de plaats waar nu het kapelletje staat, plakte hij de H. Hostie op een
boom.Op hetzelfde ogenblik werd zijn rechterarm verlamd. Om
eerherstel te doen
voor deze heiligschennis werd een boetprocessie ingericht waaraan alle
dorpen van de omtrek meededen. De boom zelf groeide voort in kruisvorm”.
Ferraris gaf in 1771-78 een kruis bij de Everberg. Vandermaelen gaf rond
1830 een kapel. Bij de kapel was een bornput, die rond 1880 dicht gemaakt
werd. De H. Kruisprocessie verdween in 1964. In 1973 werd de kapel
gerestaureerd. De Everbergenaren zullen U vertellen dat boven het kruis
van de kapel de bliksem en donder splitst en dat zo Everberg beschermd
wordt tegen onweer en onheil.
|
Bibliografie
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave gemeentebestuur
van Everberg, 1973, p.46.
H. VANNOPPEN. Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 98.
J.VERBESSELT. Het
parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13de eeuw. Deel XIV, p.
314-315.
naar tabel
|
24.
Villa De Grubbe

|
Robert
Pauwels kocht rond 1906-1907 een zandsteengroef aan de Grubbe in de
Hollestraat. Hij was de bouwer van de eerste villa ‘Le Carillon’ in
Everberg-centrum (De Twee Leeuwen). Hier bouwde hij een tweede villa . Hij
kweekte er de Grubbese en Everbergse baardkriel. De officiële kwekerij van
Robert Pauwels was de villa De Grubbe.
|
In W.O.II was hier de Corporatie
gevestigd. De Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie had er een
studiecentrum voor controleurs.. Na de oorlog werd het een militair
domein, eerst het Psychotechnisch Instituut voor aspirant officieren,
gekend bij alle reserveofficieren, en later het hoofdkwartier van de
Paracommando’s. In 2002
werd er de Federale Jeugdgevangenis gevestigd. Deze villa onderging
verschillende invloeden: eclecticisme, cottagestijl en Art Deco.
Bibliografie
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave gemeentebestuur van
Everberg, 1973, p.46.
H. VANNOPPEN. Kortenberg
in de Belle Epoque. 1989, p. 94.
naar tabel
Losse
entiteiten
Villa’s
25.
De Villa Rosita

|
De
Villa Rosita ligt op de hoek van de Kruisstraat en de Dorpelstraat. Deze
villa werd gebouwd kort na 1900. Ze deed dienst als buitenverblijf en
rentenierswoonst. In 1923 kocht de Brusselse industrieel Constant
–Albert Jenatzy deze villa als buitengoed.In 1927 daagde een nieuwe
koper op nl. de Brusselse wisselagent Marcel-Julien Dejean. Hij
vergrootte de villa en bouwde boven het nieuw gedeelte een toren. Er
kwamen ook enkele afhankelijkheden bij. In 1936 kocht de Luxemburgse
landbouwingenieur Camille Rockenbrod dit landgoed. Nu is het een privé-woning.
De villa is eclecticisme.
|
Bibliografie
H. VANNOPPEN. Kortenberg
in de Belle Epoque. 1989, p. 94.
naar tabel
|
26.
De Villa de la Kethulle

|
Op de plaats
van de Villa de la Kethulle stond in de 15de eeuw de woonstede van Joos
Parijs. Rond 1700 sprak men van het Piephuisken en in het midden van de
18de eeuw van het Piephuys. In het midden van de 19de eeuw stond
er geen gebouw meer. Rond 1890-1900 bouwde men deze villa op de
Lodderhoek. Hier woonde Mevrouw Vanderheyden - Deprez met haar zuster
Clara Deprez en haar dochter Renée Vanderheyden.
|
De dame was de weduwe
van dokter Vanderheyden , geneesheer te Herent . Deze dokter
verongelukte met zijn paard. De familie De Wolf kocht de villa na het
huwelijk van Renée Vanderheyden en woonde er in W.O.I . Deze familie
was actief in het Comiteit te Everberg. Na W.O.I kocht Vandendriessche,
de bestuurder van de verzekeringsmaatschappij ‘Le Soleil’ dit
landgoed. Zijn zoon had deze villa nog een tijdlang als buitenverblijf.
Jonkheer Ignace de la Kethulle de Ryhove , die in 1971 baron werd, was
de volgende eigenaar. Hij wijzigde de villanaam ‘La Sapinière’(De
Dennen) in Eversteen. De villa is eclecticisme en cottagestijl.
Bibliografie:
F.MAES. Oude
woningen te Everberg -Eigen Schoon en De Brabander, 1953, p.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.46
H. VANNOPPEN. Kortenberg
in de Belle Epoque. 1989, p. 95.
naar tabel
|
Boswachterwoningen
27.
Boswachterswoning op de Troost
|
De
Troost was een bosrijk gebied waar men in 1716 nog herten en ‘wilde
verckens’ (everzwijnen) voorkwamen. Ferraris gaf dit gebied als ‘Den
Hassenwinckelbosch’ met geen enkele bewoning. In de 19de eeuw ontstond
hier het gehucht de Troost met huizen op erfpacht en met het nog
bestaand boswachtershuis van de Troost. Het jachthuis is symmetrisch
opgevat met de deur in het vooruitstekend stuk met puntdak en met langs
iedere zijde een raam. De deur gaf toegang tot de plaats voor de
jagers met de kelder, waarin men het wild bewaarde.
Prins
Albert , de latere koning Albert I kwam hier op jacht op het einde van
de 19de eeuw. Dit jachthuis was de eigendom van de Graven later Prinsen
de Merode. Verscheidene leden van de familie Hermans waren er
boswachter. Boswachter Louis Hermans bleef er wonen tot in 1965. Het
boswachtershuis op de Troost blijft als enige van de 12 huizen in de
19de eeuw op de Troost over. Het is nu eigendom van Prinses
Marie-Salvatrix de Merode, weduwe van Burggraaf Gerard Le Hardy de
Beaulieu, uit Gosselies. Ze is de zuster van Prins Jean de Merode.
|
Bibliografie
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.48
H. VANNOPPEN. Boswachterwoningen
te Everberg - Ons Heem, 1989, p. 184-185.
H. VANNOPPEN. Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 114-115.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van de Troost, het bosgehucht van Everberg -
Curtenberg,1998, p. 58-69
naar tabel
|
Kapellen
28.
De kapel van O.L.Vrouw Troosteres der Bedrukten te Vrebos

|
Het
kapelletje van de Bosberg in Vrebos werd in 1881 gebouwd door Guilielmus
Penninckx, die de grote hoeve Het Haviksdal of het’ pachthof van
Lemmekes’ in de Lozendaalstraat bewoonde. Zijn echtgenote Anna Maria
Berckmans (+1880) kreeg een ‘geraaktheid’, en verscheidene kinderen
werden ziek. Lemmeke Penninckx beloofde een kapelletje te bouwen wanneer
zijn familie zou gered worden. De zieken overleden, maar toch liet
Lemmeke Penninckx het kapelletje ‘O.L.Vrouw Troosteres der
bedrukten’ in 1881 bouwen. De kapel werd grondig gerestaureerd in 1981
bij de 100ste verjaardag. De halve cirkeltop werd vernieuwd en
opgetrokken tot een puntgevel.. Op zondag 31 mei 1981 had de
herinwijding plaats.
|
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 99.
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van de familie Penninckx in Midden-Brabant - Vlaamse Stam,
1980, p. 245-247.
naar tabel
|
29.
De kapel van de H. Familie in de Zipt
 |
De eerste
kapel op de Zipt was de kapel van O.L.Vrouw van Scherpenheuvel. In
de kerkrekening van 1685-91 was er sprake van ‘de capelle van
O.L.Vrouw bij den Anthonis’. Rond 1900 sprak men van O.L.Vrouw der
Zeven Smarten in de Zipt.. De kapel was bouwvallig en werd afgebroken.
In 1907 kwam er een nieuwe kapel op initiatief van onderpastoor
Clement Van Berchem.. Deze werd gebouwd op een nieuwe plaats, op een
stukje grond van de Graven de Merode op de hoek van de Molenstraat en
van de Sint-Hubertuswegel. Architect Langerock maakte het plan voor deze
kapel . Het beeld van de H.Familie was het werk van L.G.
Francesconi uit Sint-Joost-ten-Node.
|
De kapel van de H. Familie iseen
gebouwtje in baksteen met rugplint, hoekstenen en inscriptie in
hardsteen. Het zadeldak is met pannen belegd. De inscriptie van de kapel
luidt ‘Ter ere der H. Familie’.
Bibliografie:
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 100.
naar tabel
|
30.
Kapel O. L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis
 |
De
kapel van O.L.Vrouw Onbevlekte Ontvangenis dateert van 1954 toen
de Katholieke Kerk de 100ste verjaardag van het dogma van de Onbevlekte
Ontvangenis vierde. De kapel werd gebouwd op de verbindingsweg tussen de
Steenhofstraat en de Annonciadenstraat. Deze kapel is een niskapel in
natuursteen met randen in baksteen met een scherphellend pannendak. De
kapel werd op 15 augustus van het Mariajaar 1954 ingewijd door Pastoor
De Cleyn van Everberg. |
Bibliografie
H. VANNOPPEN.
Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p. 101.
naar tabel
|
Ambachtelijke
en industriële complexen
31.
De windmolen van Everberg
|
In de meeste
heerlijkheden had de heer een windmolen, die meestal ook een banmolen
was. De eerste windmolen was een houten standaardmolen. In 1820
verhuurde graaf Charles-Guillaume de Merode deze windmolen en het
molenhuis voor 12 jaar aan bakker Petrus De Coster. De windmolen stond
rechts van de Tervuursesteenweg wanneer men van het centrum naar Vrebos
gaat, en het molenhuis links op de hoek van de Tervuursesteenweg en de
Kruisborrestraat. De Molenstraat in Everberg leidde rechtstreeks naar de
eerste windmolen.Op het einde van de 19de eeuw waren er reeds twee
molenaars op deze molen failliet gegaan. Felix Lambrechts kocht in 1882
de oude windmolen. Het molenhuis huurde hij van de graven de Merode. Hij
brak de standaardmolen af om geen concurrentie in het vak te hebben en
hij bouwde in 1896 een nieuwe stenen stellingmolen van 9 stenen
dik. Deze werd gebouwd op de plaats Zevenbunder. Hij ligt nu langs de
Annonciadenstraat. Henri Coenaerts was de volgende molenaar en verkocht
in 1923 de stenen windmolen aan Clement Noppen Van 1918 tot 1925 werd
hier de eerste elektriciteit van Everberg-centrum gemaakt. Het dak en de
wieken van de windmolen werden later bevestigd op de nog bestaande
‘Witte Molen ‘ van Aarschot. De kinderen van Clement Noppen
verkochten in 1989-90 de molen en de maalderij, die omgevormd werden tot
woning en appartementen. Het geheel werd wit geschilderd en zo bleef een
stukje industriële archeologie van Everberg bewaard. |
Bibliografie:
H. VANNOPPEN. De
geschiedenis van Everberg. Preslekkers en prinsen. Uitgave
gemeentebestuur van Everberg, 1973, p.36-37, p. 46.
H. VANNOPPEN.Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p.123.
H.
VANNOPPEN. De
windmolens van Everberg - Curtenberg, 2002, p. 28-32.
naar tabel
|
32.
ICI
|
In 1973 besliste ICI
zijn Europees coördinatiecentrum naar Everberg over te brengen. Zo kwam
ICI in Everberg terecht bij de nieuw aangelegde E5. In Everberg werden
twee juridische entiteiten overgebracht: ICI Belgium NV en ICI Europe
Limited. ICI was vooral bekend om polyurethanen. Het schuim dat men
bekomt dient voor isolaties, voor vulling van zetels, voor de fabricage
van koelkasten, voor schoenzolen, voor het vervaardigen van een
instrumentenbord en van een schokdemper , voor namaakbalken.Het
ICI-complex werd ingeplant tussen een groene en bosrijke omgeving. De
gebouwen werden ontworpen door architect Marchand uit Brussel en gebouwd
door de onderneming Sprangers - Van Rijswijck N.V. te Antwerpen. Aan de
Everbergse ICI-site aan de Everslaan is een mooi park met vijver en
fit-o-meter verbonden . Dit park is toegankelijk voor het publiek. ICI
is overgenomen door Huntsman. |
Bibliografie
H. VANNOPPEN. Honderd
Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm.
Winksele, 1999, p.126-127.
naar tabel
|
33.
De Friese melkerij of de Engelse winkel
Met de landbouwcrisis van 1880-1890 ging de graanteelt sterk achteruit. Onze grote pachthoven konden niet langer concurreren met het Amerikaanse graan. De mechanisering was doorgevoerd in de USA en het vervoer was veel goedkoper geworden (stoomtreinen en stoomschepen). Onze landbouw schakelde dan maar over op veeteelt en naar de plattelandsindustrie met brouwerijen en melkerijen. In Everberg waren er 4 melkerijen: de melkerij van de Graven de Merode, de melkerij Crépin naast de kerk, de melkerij Van Lint in de Kwikstraat en de melkerij in Friese stijl op het Steenhof.
De melkerij in Friese stijl was een privé melkerij en dus geen coöperatieve. Van in het begin maakte ze gebruik van stoom. Het ging hier dus over een moderne vorm van plattelandsindustrie. Het uitzicht verwijst naar Nederland of eerder nog naar Friesland. In Vlaanderen heeft men immers langgevelhoeves, met de deur en de ramen in de lange kant, nooit in de zijgevel. In Friesland staat de deur en de ramen echter wel in de zijgevel zoals ook hier het geval is.
De reden voor deze Friese bouwstijl is omdat de melkerij gebouwd is door Nederlanders, de familie Bakker Bayer die eerst de melkerij van Crépin hadden overgekocht maar daarna vonden dat deze te klein was. In 1912 werd de melkerij Bakker-Bayer vermeld. In W.O.I kocht Louis Storms de melkerij voor zijn zoon Julien Storms. De melkerij Storms werkte eerst met stoom en later met elektriciteit. De melkerij werkte tot het Duitse besluit van 17 augustus 1940. Daardoor werd de verplichte pasteurisatie van de melk opgelegd. Er kwam een nieuwe indeling in melkwinningsgebieden. Men streefde naar concentratie en dus grootschaligere melkbedrijven. Dat betekende het einde voor de meeste kleine melkerijen. Dit gebouw is één van de laatste sporen van de melkerijcultuur in Midden-Brabant. Het is een stuk industriële archeologie. De familie Storms verkocht de Friese melkerij en Stone Manor vestigde hier een winkel van Engelse producten, de grootste in de rand van Brussel.
|
|
naar tabel |
|