vorige pagina

Een wandeling langs de historische gebouwen van Erps-Kwerps

Dr. Henri Vannoppen

We beschrijven eerst volledige gebieden, waar meerdere historische gebouwen voorkomen. Daarna komen de losse entiteiten per soort gebouw aan bod. Het gaat hier om 65 gebouwen.

De fotografie is het werk van fotograaf Jos Verhoogen uit Erps-Kwerps. Deze geeft een beeld van de historische monumenten in 2002 (Copyright Jos Verhoogen). Webmaster Staf Salens retoucheerde de foto's voor de website.

Interactieve lijst van gebouwen in Erps-Kwerps

Sint-Amanduskerk van Erps

Villa Van Roy

Sint-Pieterskerk van Kwerps

Villa Jacobs

Oude pastorie van Erps

Villa Pierrot-Jacquot

Oude pastorie van Kwerps

Villa Vinkennest

Het klooster

Villa Van Overstraeten

Oude gemeentehuis van Erps-Kwerps

Villa Meyer

Vier Heemskinderen

Villa Lindenhof

De Zwaan

Villa Marie-Louise

Het Rode Schild

Villa Les Pyramides

De Engel

Villa Desirée

Het Schavenberghof

Villa Caroline

Pachthof Ackermans

Villa Wafelaerts

Ter Camme

Villa De Backer

Hoeve Cloetens

Villa Olanda

Hof ter Brugge

Villa Marissal

Hof ter Netelen

Villa directeur van het klooster

Wijnegemhof Kapel van Sint-Rochus

Hof van de Heren van Lathem

Kapel van O. L. Vrouw van Bijstand

Rijckelenberghoeve

Kapel van O. L. Vrouw te Velde

Van Hammehuis

Kapel van O. L. Vrouw in de Vissegatstraat

Heren van Overstraeten

Kapel van O. L. Vrouw van Lourdes

Hof te Velde

Kapel van O. L. Vrouw Middelares

Pachthof van Stie

Kapel van O. L. Vrouw van Zeven Smarten

Hoeve Peeters

Kapel van O. L. Vrouw van Scherpenheuvel

Hof ten Bruul

Kapel van O. L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis

Laathof van Groenendaal

Kapel van O. L. Vrouw van H. Hart

Industrieel Complex Salens

Kapel van O. L. Vrouw van H. Hart van Jezus

Oude melkerij van de Boerenbond

Kapel van Sint-Jozef

Radermakerij Buelens

Kapel van de Moeder en Drie Gezusters

Kam van Jan van Ransem

Kapel van Kindje Jezus van Praag

V.A.G.

Ransemhoeve

Oorlogsmonument van Erps-Kwerps

Koning van Spanje

Speelgoed van Bollard

 


De kerk van Erps en omgeving

 

1.      De Sint-Amanduskerk van Erps

                                   

De Sint-Amanduskerk van Erps was oorspronkelijk een Romaans kerkgebouw met een centrale vierkante toren. Dit gebouw sloot aan bij de traditie van de Schelderomaanse stijl van het bisdom Kamerijk, waartoe Erps tot in de 16de eeuw behoorde. Waarschijnlijk was de kerk eerst toegewijd aan Sint-Jan-Baptist en kreeg eerst later de titel van Sint-Amanduskerk. In 1706 brandde de kerk af nadat de bliksem op de toren gevallen was. In 1773 werden twee nieuwe zijbeuken gebouwd volgens de plannen van de bekende architect L. B. Dewez. In 1864 kwam er een bijna volledig nieuwe kerk met een hoofdbeuk met vooraan het portaal met de toegang tot de toren, twee zijbeuken met vooraan de doopkapel langs de evangeliekant en een tweedezijkapel langs de epistelkant en met achteraan een bergplaats langs de evangeliekant en een sacristie langs de epistelkant, met het presbyterium tussen de bergplaats en de sacristie en met het koor helemaal vooraan. Het kerkgebouw is in witte steen opgetrokken met uitzondering van het koor dat in baksteen is. De Sint-Amanduskerk was een bedevaartcentrum waar vooral de H. Barbara, de H. Marcoen en de H. Cornelius vereerd werden. Tot het belangrijke kerkmeubilair behoren : de schilderijen St.-Barbara en St. Donatus van Petrus – Jozef Verhaghen uit 1785 (barok), de houten Lodewijk XV-lambrisering in het koor uit 1785, de eiken communiebank uit 1764, twee barokke zijaltaren in 1785 gekocht van de afgeschafte priorij van Groenendaal bij Brussel, het orgel van 1752, de doopvont van 1724. In het portaal vinden we links het grafmonument van Charles de Plaines (+1689) van het Hof ter Brugge en rechts het gebeeldhouwd grafmonument van Cornelis van Baussel (+1556) en Margaretha van Heylwighen, de eigenaars van het Schavenberghof. De grafstenen van de familie Peeter Van Hamme (+1736) en Ludovicus Van Hamme (+1737), die in de vloer van het kerkportaal lagen, werden geplaatst achteraan tegen de noordelijke buitenmuur van het koor. 

 

Bibliografie

A. WAUTERS. Histoire des environs de Bruxelles. 1855. Heruitgave 1973, deel 8 B, p. 369

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden.Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 33-35.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976.
Borgerhout, 1994, p. 322-331, p. 602 en p. 750.

J. JANSEN. Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Kantons Leuven I en II. Brussel, 1980, p. 21-23

F. SORBER. Margaretha van Heylwighen, een adellijke dame uit Brabant-Curtenberg,1992-1993, nrs. 1-2, p. 17-20.

 naar tabel

2.      De oude pastorie van Erps

          

 

De oude pastorie van Erps ligt op de hoek van het Dorpsplein en de Dekenijstraat tussen het Schavenberghof en De Klok en draagt het huisnummer 14 op het Dorpsplein van Erps. Hier is waarschijnlijk altijd de pastorie van Erps geweest, vooraleer de nieuwe pastorie in 1967 in gebruik genomen werd. De oude pastorie was tot in het begin van de jaren 1770 een laaghuis zonder bovenverdieping. Dit gebouw sloot aan bij de traditionele zand- en baksteenstijl. De zijtrapgevel is verlevendigd met speklagen. Het ‘pastoreel huis’ met boomgaard had een oppervlakte van een half bunder. Dit laaghuis paste niet bij de status van een pastoor op het einde van de 18de eeuw. J.B. De Ronde maakte een verslag van de toestand van het gebouw in 1770. De bovenverdieping was volgens J.B. De Ronde een zolder onder het dak. Op deze zolder waren twee of drie kamertjes afgemaakt. Er moest een nieuwe pastorie komen of men moest de oude sterk aanpassen. De kosten nl. 3.500 gulden waren ten laste van de tiendenheffer van Erps nl. de abdij van Kortenberg. Deze ging hiermee niet akkoord en er volgde een proces dat 8 jaar duurde. In 1778 moest de abdis van Kortenberg toegeven en het laaghuis werd omgebouwd tot het hooghuis dat we nu nog kennen. De kruiskozijnen werden bij de optrekking afgebroken. De deuromlijsting in Lodewijk XVI- stijl ontstond in die periode. Het typische ommuurde domein met de rondbooginrijpoort valt onmiddellijk op. Er kwam in 1778 ook een dwarse bijbouw van bak- en zandsteen bij. Deze sloot aan bij de traditionele bak- en zandsteenstijl. De zijpuntgevel van deze bijbouw is versierd met muurvlechtingen. In 1833 was de pastorie een 1ste klassenwoning volgens het kadaster. In 1873 werd Erps een dekenij en voortaan sprak men van de Dekenij van Erps. Dit bleef zo tot 1968. Toen werd de dekenij verkocht aan Baron Harold Herry. Hij restaureerde de oude pastorie op een passende wijze. Ondertussen werd het gebouw reeds tweemaal verkocht. Opvallend is de mooie rode beuk in de pastorietuin. 

 

Bibliografie

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden.Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 38.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, de parel van Midden-Brabant. p. 74-78.

A.WAUTERS. Histoire des environs de Bruxelles. 1855. Heruitgave 1973, deel 8 B, p. 370-371

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976.
Borgerhout, 1994, p. 307-308, p. 588 en p. 747.

 

 naar tabel

 

3.      De villa van de directeur van het klooster

           

Het klooster van de Dienstmaagden van Maria liet op het einde van de 19de eeuw een villa bouwen voor de directeur van hun instelling. Het was een symmetrisch opgebouwd herenhuis, dat recht tegenover de oude pastorie gelegen was. Het herenhuis was met een hoge bakstenen muur omringd. De eerste directeur die er woonde was E.H. Jozef Van de Velde. In 1967 kocht de gemeente Erps-Kwerps dit herenhuis van de Zusters Augustinessen, die ondertussen het klooster van Erps beheerden. De villa van de directeur van het klooster werd nu de nieuwe Dekenij. Ondertussen is Erps geen dekenij meer en spreekt men van de nieuwe pastorie van Erps op het Dorpsplein nr. 16. De nieuwe Dekenij diende als verblijf voor de deken en de onderpastoor. Nu is er het erfgoedhuis Kortenberg gevestigd .

 

Bibliografie

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, de parel van Midden-Brabant. p. 65.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976.
Borgerhout, 1994, p. 619-620, p. 747.

 

 naar tabel

 

4.      Het klooster van Erps

           

Op het Dorpsplein nummer 10 vinden we nu het Rusthuis O.L.Vrouw van Lourdes. In Erps sprak men van het klooster. Ferraris gaf rond 1771-78 op deze plaats een dubbelwoning. In het begin van de 19de eeuw waren dit de winkel Timmermans en de herberg Michiels. In 1816 kocht pastoor Ferdinand De Cooman van Erps het eerste huis om er een spin- en leerschool van te maken. De onderwijzeressen hadden in de Hollandse tijd heel wat problemen omdat ze niet gediplomeerd waren. In 1827 kregen twee onderwijzeressen een onderwijsakte of diploma. In 1830 kwam er naast het basisonderwijs ook een pensionaat. De tweede woning op het Dorpsplein werd aangekocht door Juffrouw Barbier. De ‘juffrouwen’ wensten een congregatie te vormen. Dit gaf aanleiding tot een splitsing. Naast het pensionaat in het centrum van Erps kwam er een tweede pensionaat in het kasteeltje langs de Leuvensesteenweg ( de latere St.-Jozefskliniek). Dit gebeurde rond 1833. De congregatie in het klooster van Erps-centrum was rond in 1834. Erps werd dan het moederhuis van de orde van de Dienstmaagden van Maria. De financiers van het nieuwe klooster waren de Juffrouwen Zeghers en hun neef E. H. Chrétien-Ambroise Lauwerijs, professor aan de oude universiteit van Leuven. De bouw van het nieuwe klooster liep niet van een leien dakje. Twee architecten volgden elkaar op : Grenaer en Bouwers. Een deel van de nieuwbouw moest afgebroken worden. In 1838 werd de kloosterkapel in neorenaisssancestijl met het typische torentje ingezegend door kardinaal Sterckx. Het klooster was U-vormig. In 1959 werd het Franstalig pensionaat opgegeven. Vanaf 1959 werd het klooster een rusthuis : ’Home O.L.Vrouw van Lourdes’. De kloosterorde van de Dienstmaagden van Maria werd opgeheven en de zusters behoorden sedert 1964 tot de Augustinessen van Halle. Opvallend is de monumentale gevel met twee medaillons, één met de letter ‘M’ van Maria en één met de cijfers 1834, het stichtingsjaar van de Dienstmaagden van Maria. Pittoresk is ook de kloostertuin met het H.Hartbeeld, het bruggetje over de Wiesbeek en de grot van O.L.Vrouw van Lourdes. In het park vinden we een Amerikaanse eik en twee taxussen.

 

Bibliografie

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 55-57.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 30-31.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976.
Borgerhout, 1994, p.353-361, p.755-757.

A. WAUTERS. Histoire des environs de Bruxelles. 1855. Heruitgave 1973, deel 8 B, p. 367.

 naar tabel


5.      Het gemeentehuis van Erps-Kwerps

Verschillende gemeentehuizen volgden elkaar op in Erps-Kwerps. Van 1830 tot 1836 vergaderde de gemeenteraad in de befaamde herberg De Vier Heemskinderen. Van 1837 tot 1875 waren de gemeentediensten gevestigd in een nieuw gemeentehuis, later ‘Het Suskeshuis’ genoemd. In 1876 werd het laatste gemeentehuis gebouwd op de hoek van de Peperstraat en de Dorenbaan. In 1872 had de gemeente Erps-Kwerps hier een stuk grond gekocht voor 4.500 BEF van de familie Cordemans. De architect van het nieuwe gemeentehuis was de provinciale architect Van Arenbergh uit Leuven. De aannemer was Guillaume Peeters. Het nieuwe gebouw omvatte het gemeentehuis, de gemeenteschool en de woning van de hoofdonderwijzer. In 1879-1884 tijdens de 1ste Schoolstrijd was hier de ‘liberale school’ van hoofdonderwijzer Wittox gevestigd. Het gemeentewapenschild (drie blauwe molenijzers op een gouden veld) werd in 1924 boven de toegang aangebracht. Na 1945 bewoonde veldwachter Leon Smets het woonhuis. In 1961 werd de school achter het gemeentehuis verkocht aan Belpac, die er een kartonfabriek van maakte. In 1977, na de fusies van gemeenten, vergaderde het schepencollege van Kortenberg op het gemeentehuis van Erps-Kwerps, waar ook het secretariaat gevestigd was. In 2000 verkocht de gemeente Kortenberg het gemeentehuis van Erps-Kwerps gelegen in de Peperstraat nr. 30 .

 

Bibliografie

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 92.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 109.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976. Borgerhout, 1994, p. 262

 naar tabel

6.      De Vier Heemskinderen

                   

Op de hoek van de Peperstraat en het Dorpsplein vinden we ‘De Vier Heemskinderen’, een populaire herbergnaam. Het was een pachthof en een herberg. In 1527 was er spraak van de woning ‘De Drije Heymskinderen’, in 1571 werd het ‘De 4 Heemskinderen ‘. In 1688 was dit pachthof de eigendom van Willem Corbeels, schepen van Erps. Het pachthof was afhankelijk van het Leenhof van de Rotchijns. Dit leenhof was in handen van de adellijke familie van der Noot van het kasteel Wijnegemhof te Erps-Kwerps. In de 18de eeuw was het pachthof met kamme of brouwerij de eigendom van de familie Van Doren en door huwelijk van de familie Huybrechts. Catharina Huybrechts huwde Peter Van Kriekingen en zo werd De Vier Heemskinderen het pachthof Van Kriekingen. Vier generaties Van Kriekingen volgden elkaar op als gemeentesecretaris van Erps-Kwerps. In 1830 kwamen de cijns- en capaciteitskiezers samen in De Vier Heemskinderen om de eerste gemeenteraad van Erps-Kwerps in de periode van het onafhankelijke België te kiezen. De eerste jaren van de Belgische onafhankelijkheid kwam de gemeenteraad van Erps-Kwerps hier ook samen. De Vier Heemskinderen vervulde toen de functie van het gemeentehuis van Erps-Kwerps. De schuur en de ingang van het pachthof werden afgebroken. Alleen de herberg en de woning bleven over tijdens het interbellum. Enkele jaren geleden werd een deel van De Vier Heemskinderen op het Dorpsplein afgebroken om de Cera te bouwen. Het huidig hoekgebouw (Dorpsplein nr. 1) dateert uit de 17de-18de eeuw. Langs het Dorpsplein vinden we op de bovenverdieping twee steekboograampjes met een korte druiplijst. In de Peperstraat vinden twee kleine steekboogvensters uit het midden van de 18de eeuw. Het kruisraam op de bovenverdieping langs de Peperstraat is verdwenen. De achtertrapgevel is bewaard gebleven.

 

Bibliografie

F. MAES.               Oude woningen onder Erps-Kwerps, 1956, p. 310-311.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 69.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 49-57.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976. Borgerhout, 1994, p. 141.

 naar tabel

7.      De Zwaan

                               

Het woonhuis Dorpsplein nr. 6 is De Zwaan. In 1437 vinden we dit huis vermeld in de archieven van de Pitantie van de Abdij van Kortenberg. De Pitantie van de abdij had recht op een jaarlijkse cijns van 3 gulden op dit goed. In de 17de en 18de eeuw was dit huis de eigendom eerst van de familie Janssens en daarna door huwelijk van de familie Arnoets. Op het goed moest men ook de Rotcijns van het Laathof van Wespelaar betalen. In 1829 was De Zwaan een dokterswoning. Heelmeester Petrus-Josephus Mertens uit Geel had er zijn verblijf. Hij was lid van de Erps-Kwerpse gemeenteraad en zette zich vooral tijdens de cholera-epidemie. In 1866 woonde er koster en organist Ludovicus Goovaerts, die gehuwd was met Catharina Boon uit het naburige Rode Schild. Hun dochter Maria-Antonia Goovaerts huwde dokter Maurits Peeters uit Nederokkerzeel. Ze vestigden zich eveneens in De zwaan. Dokter Maurits Peeters werd de hoofdgeneesheer van het krankzinnigengesticht te Kortenberg. Na W.O.I moest hij naar de nieuwe dokterswoning naast het St.-Jozefsgesticht langsheen de Leuvensesteenweg verhuizen. In de Zwaan werd de eerste Erps-Kwerpse apotheek gevestigd. Twee generaties van apothekers Görtz volgden elkaar in deze apotheek op. De apotheek Görtz is een vrij groot langshuis, een hooghuis met een zadeldak uit de 17de, 18de eeuw. De voorgevel was tot voor enkele jaren gecementeerd, maar is vrijgekomen bij de restauratie enkele jaren geleden. Ook de drie mansardevensters geven De Zwaan een sierlijk uitzicht.

 

Bibliografie

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps-Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 309-310.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 70.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 45-45.

 naar tabel

8.      Het Rode Schild

                                   

Op de hoek van de Kammestraat en het Dorpsplein ligt het Rode Schild. Dit gebouw of tenminste deze site gaat terug tot de 14de eeuw. In 1365 betaalde Geertruide Ruggier immers een cijns van 2 gulden op “den roeden scilt”. In de 18de eeuw was Het Rode schild de kosterswoning. De eigenaar Franciscus Van Bever (+1750) was meer dan 50 jaar koster van Erps. Zijnzoon Antonius Van Bever verkocht het geleeg aan notaris Willem Bols, die uit Haacht afkomstig was. Het gebouw deed nu dienst als notariaat voor de streek. Willem Bols was een notabel man : meier van Erps en Kwerps, drossaard van Meerbeek en griffier van Veltem. Zijn opvolger in deze woning was notaris Johannes Jacobus Vanderperren. In de 19de eeuw werd Het Rode Schild een herberg van de Erpse notabelen. Drie generaties Boon volgden elkaar hier op : Jozef Boon gehuwd met Barbara –Antonetta Stie, zijn zoon Paul-Joseph Boon, gehuwd met Maria Coleta Salens en zijn kleindochter Julie Boon, gehuwd met Louis Van Tricht. Het was een pachthof waar de nalaat gevierd werd voor W.O.I. De herberg heette toen ‘In de Edelen Handboog’ omdat hier het doelspel gevestigd was.

De voorgevel was gecementeerd. In 1976 werd het gebouw volledig gerestaureerd door burgemeester Felix Taes van Erps-Kwerps. De cementering verdween en een hooghuis in witte zandsteen werd zichtbaar. Hier kwam dan het restaurant ‘Rooden Scilt’. Het draagt het huisnummer 7 op het Dorpsplein.

 

Bibliografie

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps-Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 309-310.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 70.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 33-45.

 naar tabel

9.      De Engel

                           

De hoek van het Dorpsplein en de Dekenijstraat wordt gevormd door De Engel. Het komt overeen met de nummers 12 en 13 van het Dorpsplein. Deze plaats was reeds bewoond in de 17de eeuw. In 1619 werd het gebouw De Tes genoemd.In 1744 kochten Pieter Verckaeren, molenaar op de windmolen van Curegem onder Erps, en zijn echtgenote Cecilia Van Meerbeeck De Engel. Door huwelijk kwam De Engel in handen van de familie Van Doren. Daniël Van Doren vestigde hier in 1800 een bakkerij en zo kreeg de familie Van Doren de bijnaam ‘Die van Bekkes’. De oude Engel was opgetrokken in witte steen. In 1900 werd De Engel grondig vernieuwd.  Alleen de inrijpoort met de aangrenzende witte gebouwen in de Dekenijstraat bleef bewaard.Op het einde van de 19de eeuw was ‘A l’Ange’ een bloeiende herberg. De ouders van de pensionaires van het klooster van Erps, namen hier hun maal wanneer ze hun kinderen kwamen bezoeken. In 1900 werd De Engel grondig vernieuwd. De jaarsteen op het Dorpsplein herinnert hieraan. In 1911 werd hier het eerste Davidsfonds uit de streek opgericht en ‘A l’Ange’ werd ‘De Engel’. Burgemeester Vangramberen bewoonde het rechter deel van De Engel. Nu heeft men links (nr. 13) een privé-woning en rechts (nr. 12) een café. 

 

Bibliografie

F. MAES.               Oude woningen onder Erps-Kwerps-Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 229-230.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 71.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 20-38.

 naar tabel

10.    Het Schavenberghof

                           

Het Schavenberghof is het mooie gerestaureerde pachthof op het Dorpsplein nr. 15 tussen de oude pastorie en het Paddestraatje. Het goed was in de 15de en 16de eeuw achtereenvolgens de eigendom van de families van Beringhen, van Heylwighen en van Baussele. Het was een speelhuis. Dat de families nauwe banden hadden met Erps wordt bewezen door het gebeeldhouwd grafmonument van Cornelis van Baussele en zijn echtgenote Margaretha van Heylwighen in het portaal van de kerk van Erps. Aan het speelhuis was ook een pachthof verbonden. Het speelhuis en pachthof bleef in handen van adellijke families. Door huwelijk kwam het in handen van de baronnen van Dongelberghe. In 1686 omschreef men het goed als ‘het speelhuys van Dongelbergh’. In de 18de eeuw werd Schavenberghof de eigendom van Gravin Marie-Thèrese d’Argenteau d’Ochain, die eerst baron Maximilien – Emmanuel d’Overschie de Neerijse en later baron Joseph – Marie van der d’Hoogvorst huwde. Men sprak ook van het Hooghuis. Het pachthof was dan het Nederhof. In 1766 ‘la haute maison avec le grenier, écurie en remise’. Verschillende pachterfamilie volgden elkaar hier op : van der Smissen, Janssens, Ackermans, Salens en Stie. Op het erf vinden we het woonhuis met twee verdiepingen opgetrokken in bak- en zandsteenstijl. Opvallend is de Lodewijk XVI-rondboogdeur met de versierde sluitsteen en druiplijst. De schuur met de stallen zijn opgetrokken in bak- en breuksteen. Ze staan op het erf en sluiten aan bij de oude pastorie. De stal werd gebouwd in 1867, het jaartal dat we boven de staldeur vinden. Typisch is ook de ingangspoort met korfboog. Het geheel is met een zandstenen muur afgesloten. Brouwerijbestuurder Jean Vande Perre kocht het Schavenberghof en restaureerde het volledig. Zo werd een pachthof een mooie burgerwoning. 

 

Bibliografie

A. WAUTERS.       Histoire des environs de Bruxelles, 8B, p.369

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps-Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 226-229, p. 468.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 72-73.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 65-74.

H. VANNOPPEN. Het kastelendorp Erps-Kwerps –Eigen Schoon en De Brabander, 1990, p. 185-187.

 naar tabel

11.    Het pachthof Ackermans

                               

Het pachthof Ackermans vormt de hoek van de Peperstraat en de Dorenbaan. Het pachthof draagt het huisnummer 32 in de Peperstraat. In de 18de eeuw was deze hoeve de eigendom van Lambert Vandersmissen. Door erfenis ging ze over op de families Van Hamme en Ackermans. Ferraris gaf in 1771-1778 een vierledig gesloten hoeve. In 1802 werd het pachthof uitgebaat door Frans Van Bever, een pachter, die in de Franse periode agent municipal was geweest. In 1842 had Jan Salens in dit pachthof een waskaarsgieterij, die bleef bestaan tot bij zijn overlijden in 1850. Vervolgens werd dit goed het pachthof van August Van der Elst, de zoon uit de jeneverstokerij van Erps en het landbouwbedrijf van drie generaties Ackermans. De huidige gebouwen o.a. een woonhuis met één verdieping dateren uit de 18de eeuw. De gecementeerde gevel werd in 1978 afgekapt en zo werden de plint in zandsteen en de rest in Spaanse baksteen duidelijk zichtbaar. Naast de woning vinden we de inrijpoort en de schuur, die de hoek vormt met de Dorenbaan. De voorgevel van de schuur viel in kort voor W.O.II en de nieuwe gevel werd toen gebouwd. In een L met de woning vinden we de stallen en de bijgebouwen. Achteraan is het pachthof afgesloten met een bakstenen muur.

 

Bibliografie

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 65.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 105-109.

H. VANNOPPEN. Het geslacht Salens, een oude Erps-Kwerpse familie. 1983, p. 12-13.

 naar tabel

12.    De kapel van Sint-Rochus

                   

De kapel van Sint-Rochus ligt in de Dorenbaan achter de vroegere gemeenteschool van Erps-Kwerps. Voor de kapel liep een veldweg in de richting van Nederokkerzeel nl. de Billekensweg. De kapel werd opgericht in 1866, toen Erps getroffen werd door de cholera. In juli 1866 waren er 58 zieken tengevolge van deze epidemie. Carolus Rens overleed op 29 juli 1866 ten gevolge van de cholera. De parochie beloofde een kapel te bouwen als de cholera zou ophouden en men zou jaarlijks ook de Sint-Rochusprocessie organiseren. Deze processie ging jaarlijks uit na de hoogmis op de eerste zondag van juli. De Sint-Rochuskapel is een eenvoudige niskapel in baksteenbouw met een zadeldak en een klassiek fronton op twee consoles. De inscriptie vermeldt ’Erps-Divino-Rocho-1866’. In 1991 werd de Sint-Rochuskapel volledig gerestaureerd door de gemeente Kortenberg.

 

Bibliografie

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 42.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976, p. 174-175.

H. VANNOPPEN. De cholera in Erps-Kwerps in 1866 of het verhaal van de Sint-Rochus- of cholerakapel -Curtenberg, 1991-1992, nr. 3, p. 93-97

 naar tabel

13.    Ter Camme   

        

De éénledige hoeve in de Paddestraat nr. 15 dateert waarschijnlijk uit 1792 zoals de cijfers  in de zijgevel aanduiden. Dit mooie gerestaureerde gebouw kan men met de auto alleen via een privé-weg in de Peperstraat bereiken. Te voet is het bereikbaar via de Paddestraat. Het was op het einde van de 18de eeuw de woning van glazenmaker Petrus Van Doren. Zijn kleinzoon Petrus Van Inthout (+1909) hield er de bijnaam ‘Pie Gelas’ van over. Tijdens het interbellum was het de hoeve van Jozef De Koninck. Dokter Wilfried Buyck kocht dit hoevetje en liet het restaureren. Het woonhuis of de voorzijde werd verhuurd en de achterzijde deed dienst als paardenstallen. Hij noemde deze gerestaureerde hoeve ‘Ter Camme’ naar een 15de eeuwse brouwerij van Jan van Ransem, die achter het koor van de kerk van Erps lag. Opvallend is de rondboogdeur met de zandstenen omlijsting. In de voorgevel werd naast de schuur een oud kapelletje ingemetseld dat vroeger boven de deur van het afgebroken Schuttershuisje voor de kerk van Kwerps stond (het huis van Frans ‘Gareel’ Poels).

 

Bibliografie

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 74.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 228-230.

F. MAES.               Oude woningen onder Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 316-317.

 naar tabel

14.    De hoeve Cloetens 

           

Achter de parking van de sporthal van Erps-Kwerps ligt langs de Paddestraat de hoeve Cloetens of het huisnummer 20. Ferraris gaf in 1771 een drieledige U-vormige hoeve. In de 19de eeuw was deze hoeve de eigendom van de familie Gevels. Rond 1890 kocht Franciscus Van Dijck deze hoeve en baatte er een landbouwbedrijf uit. Nu is het de hoeve van Pierre Cloetens. Opvallend zijn de twee rondboogdeuren met zandstenen omlijsting in de stallen. Eén van de rondboogdeuren ligt naast de toegangsdeur tot het huis. Het hoofdgebouw staat met de zijgevel naar de Oude Baan. Achter de hoeve Cloetens ligt de Petersweg, die de Paddestraat met de Klapstraat verbindt. 

 

Bibliografie

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 74.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 226.

 naar tabel

 

Het Hof ter Brugge en omgeving

15.    Het Hof ter Brugge

              

       

Het kasteeltje Hof ter Brugge ligt op de grens van de parochies Erps en Kwerps. Het behoort tot de parochie Erps. Het draagt het adres Oude Baan nr. 43 en ligt tegenover het voetbalveld van Erps-Kwerps. Dit kasteeltje werd opgericht op een strategische plaats bij de overgang van de Oude Baan, een Romeinse heirbaan over de Wiesbeek. De naam ter Brugge verwijst naar de brug, die als overgang dienst deed. Verschillende families volgden elkaar in de Middeleeuwen in dit landgoed op : van Erps en van der Nath in de 12de eeuw, van der Brugge of de Ponte in de 13de eeuw, Godevaerts en van Grave in de 14de eeuw, de Jauche en Hinckaerts in de 15de eeuw. Vanaf 1505 tot 1842 was het kasteel de eigendom van de adellijke familie de Plaines, verbonden met Mechelen en Edingen.Van 1517 tot 1694 voerden ze de titel van heer van Quarebbe. Het huidig kasteel gaat terug tot de 17de eeuw. Joanna de Plaines bewoonde toen het Hof ter Brugge. De wapenschilden de Plaines en Rombouts werden aangebracht boven de ingangspoort van Ter Brugge. De familie de Plaines behoorde tot de ongetitelde adel. De laatste afstammeling Rutger-Théodore de Plaines kreeg van koning Willem I de titel van burggraaf. Hij liet zijn erfenis na aan verre neven, de baronnen Snoy. Baron Philippe Snoy was burgemeester van Erps-Kwerps van 1845 tot 1854 en zijn broer baron Emile Snoy was dat van 1854 tot 1867. Het kasteel is U-vormig en was oorspronkelijk met een gracht omringd. Deze werd in de 19de eeuw gedicht. De poorttoren in baksteen heeft een duiventoren. Op de rondboog van het poortgebouw langs de binnenzijde vinden we het jaartal 1643 en de tekst ‘Château de Ter Brugge’. De linkervleugel naast de ingangspoort heeft langs de waterzijde de ankers 1670. Dat was de vroegere conciergerie of het ‘domus minor’. Het kasteel zelf is een 17de eeuw gebouw met aanpassingen uit de 18de eeuw. Tegenover het eigenlijke kasteel heeft men de remises en de wagenhuizen met de opvallende arcades. In het park vinden we enkele mooie tulpenbomen en een merkwaardige beuk. 

 

Bibliografie

A. WAUTERS.        Histoire des environs de Bruxelles, 8B, p. 373-375.

F. MAES.                 Oude woningen onder Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 219-223.

F. MAES.                 Leengoederen onder Erps - Eigen Schoon en De Brabander, 1950, p. 264-269.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 58-59.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 242-273.

H. VANNOPPEN. Het kastelendorp Erps-Kwerps – Eigen Schoon en De Brabander, 1990, p. 363-367.

 naar tabel

16.    Het Hof ter Netelen

           

Eén van de belangrijke pachthoven of ‘censes’ onder Kwerps was het Hof ter Netelen op de Oude Baan nr. 34. In de 15de eeuw droeg deze hoeve de naam Guetham. In 1729 bouwde Peeter Vandenschrieck een nieuw pachthof ter vervanging van een vroegere hoeve. De datum boven de ingangspoort is een verwijzing ernaar. Het was voor het grootste deel een zandstenen hoeve. In de 18de eeuw vinden we verschillende families op het pachthof, die ook eigenaar van het geleeg waren : Janssens, Arnoeyts, Huybens en Waghemans. Tot op het einde van het Ancien Régime lag op het Hof ter Netelen de paardskeure ten voordele van het Hof ter Brugge. De kasteelheer van Ter Brugge had het recht om het beste paard uit de stal van het pachthof te halen bij het overlijden van de herenboer. Van rond 1840 tot 1927 was het Hof ter Netelen een pachthof in handen van de families Vleeracker en Van Doren-Vleeracker, in de gemeente beter gekend als ‘die van Wets’. Vanaf 1927 bewoonden drie generaties Pelgrims het Hof ter Netelen, eerst als landbouwbedrijf en daarna als vervoer-  en bouwmaterialenbedrijf. De meiboom, die voor de kapel van O.L.Vrouw van Bijstand geplant werd, bleef bewaard op het Hof ter Netelen. 

 

Bibliografie

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 224-225.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 75

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1993, p. 313-316.

 naar tabel

17.    Het Hof van de Heren van Lathem

           

Het Hof van de Heren van Lathem of het Bruggenhof was het pachthof gelegen in de Oude Baan nr. 59 bij het kasteel Hof ter Brugge. Het pachthof zou teruggaan tot het begin van de 16de eeuw, maar zou met de 80-jarige oorlog volledig verdwenen zijn. Het dankt zijn naam aan de eigenaars, de Heren van Lathem. Charles van Lathem was in het begin van de 17de eeuw heer van Court-St.-Etienne en van Bouchout. In 1681 kocht Jonker Frans Van Steenland dit pachthof. In het midden van de 18de eeuw kwam het Hof ter Netelen aan Jonker Jan-Dominicus van de Velde, heer van Melroy. Als pachters in de 18de en 19de eeuw vonden we de families Mommaerts, Wauters en Vleeracker. Zo sprak men in Kwerps ook over ‘het pachthof van Wets’ naar de toenaam van de familie Vleeracker. In 1862 kocht baron Emile Snoy het Hof ter Netelen en zo sprak men van het pachthof van het kasteel of het Bruggenhof. De familie Van Dyck - Van Doren erfde het Hof van de Heren van Lathem van de familie Vleeracker. Het Hof van de Heren van Lathem is een vierledige gesloten hoeve. Het is een bak- en zandstenen constructie. Het woonhuis met twee verdiepingen heeft en zadeldak en kruisramen. De rondboogdeur op imposten is ingeschreven in een rechthoek. Op de imposten van de voordeur vinden we het jaartal ‘Anno 1732’. Rond het pachthof is een mooie zandstenen omheiningmuur. Opvallend is de mooie notenboom.

 

Bibliografie

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps-Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 223-224.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 76

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1993, p. 323-327.

 naar tabel

18.    De kapel van O.L.Vrouw van Bijstand

                                               

De kapel van O.L.Vrouw van Bijstand uit 1655 langs de Oude Baan is de oudste kapel van de fusiegemeente Kortenberg. Ze staat op de parochie Kwerps en werd gebouwd door Jonkvrouw Joanna de Plaines, de kasteelvrouw van het Hof ter Brugge, dat achter de kapel ligt. Haar wapenschild in ruitvorm (een ongehuwde dame) met de drie belletjes van de Plaines is goed zichtbaar evenals de afkorting van haar naam Joanna de Ply. De kapel is opgetrokken in witte lediaanse zandsteen. Het is een typische barokkapel. De steekboognis is geflankeerd door twee Ionische zuilen rustend op voetstukken en consoles. De zuilen met vrouwenkrullen zijn typisch barok. Ze dragen een gekornist hoofdgestel bekroond met een gebroken fronton. De volutegevel met het wapenschild de Plaines loopt uit op een gebogen fronton. De vereniging De Meiboom plantte jaarlijks de meiboom voor deze kapel. De kapel was ook een processiehalte. In 2001 werd de kapel van O.L.Vrouw van Bijstand grondig gerestaureerd door de gemeente.

 

Bibliografie 

A. WAUTERS. Histoire des environs de Bruxelles. 1855. Heruitgave 1973, 8 B, p. 374.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 44.

  naar tabel

 

De pastorie van Kwerps en omgeving

19.    De oude pastorie van Kwerps    

                                       

De pastorie van Kwerps was van oudsher gevestigd op de rand van de parochie. Het volgende gebouw de Rijckenberghoeve was een Erps eiland. De eerste pastorie brandde in 1578 af tijdens de godsdienstoorlogen. Eerst in 1702 werd een nieuwe pastorie gebouwd op dezelfde plaats. De financiers waren pastoor Philippus Le Merchier en zijn bloedverwant Henricus Ulens. Deze laatste overleed in 1708 op de pastorie en werd achter de kerk van Kwerps begraven. De pastorie was een laaghuis. De tiendenschuur bij de pastorie werd in 1748 afgebroken. De bekende architect Claude Fisco overleed in 1825 in de pastorie bij zijn neef pastoor Antonius Josephus Fisco van Kwerps. In 1833 onder pastoor Vander Heyden werd de pastorie een hooghuis en dit volgens de plannen van architect Van Arenberg. In 1840 werd de pastorie met een muur omringd. Het was dan één van de respectabele woningen van de parochie. Het gebouw was volledig gecementeerd. Tot 1969 deed dit gebouw dienst als pastorie. Pastoor Alfons Proost was de laatste parochieherder, die daar verbleef. De gemeente Erps-Kwerps verkocht in 1975 het gebouw aan de heer Schennen, die het gebouw prachtig restaureerde. Toen werd ook de cementlaag verwijderd. Opvallend is de ingangspoort met zandstenen stijlen, uitstekende imposten, een uitlopende druiplijst, een boogrug met krulmotief en een volute sluitsteen. De oude pastorie is gelegen in de Kwerpsebaan nr. 326. Opvallend zijn de rode en de groene beuk in de oude pastorie.

 

Bibliografie 

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 447-448.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 39.

H. VANNOPPEN. 875 jaar parochie Kwerps - Eigen Schoon en de Brabander, 1986, p. 209-214.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976, p. 309-310.

 naar tabel

20.    De Rijckelenberghoeve

           

Op de hoek van de Kwerpsebaan en van de Oude Baan ligt de Rijckenberghoeve. Dit gebouw draagt het huisnummer 310 in de Kwerpsebaan. In de 16de eeuw was dit pachthof eigendom van de adellijke familie ’t Serclaes en in de 17de eeuw kwam ze in handen van de adellijke familie de Fourneau. In 1709 kocht Jan Vanderhulst dit belangrijk pachthof. In de 19de en 20ste eeuw volgden de pachterfamilies Wauters en Poels elkaar op in dit bedrijf. Guillaume Wauters (+1851) vestigde hier in de eerste helft van de 19de eeuw een olieslagmolen. De molenstenen van de smoutmolen vinden we nog terug ingemetseld in de stal. De Rijckenberghoeve is een langshuis met twee verdiepingen en een zadeldak uit de 17de eeuw. De hoeve werd opgetrokken in bak- en zandsteen. Het dagelijks leven speelde zich af op de binnenplein, dat men bereikt via een kleine toegangsdeur op de Kwerpsebaan. De hoge halfkruisvensters op de bovenverdieping zijn nog goed zichtbaar. Opvallend is ook de zonnewijzer op de muur van de bovenverdieping langs de binnenkoer. Langs de Oude Baan vinden we een haakse bijbouw met een grote schuurpoort. We vinden er een mooi muurkapelletje toegewijd aan Sint-Antonius van Padua, de patroon van de verloren voorwerpen.  

 

Bibliografie 

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 448-449.

H. VANNOPPEN. De Rijckenberghoeve - Eigen Schoon en De Brabander, 1978, p. 185-198.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 77.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976, p. 146-147.

 naar tabel

 

De herenhuizen in de Peperstraat

21.    Het Van Hammehuis     

           

In de Peperstraat vinden we onder het huisnummer 16 het Van Hammehuis. Op deze plaats stond oorspronkelijk de oude hoeve van de familie Noortbeeck. Het was een vervallen gebouw, dat waarschijnlijk werd afgebroken. In 1642 bouwde priester Jan Van Hamme, kapelaan van de O.L.Vrouwkapelanij in de kerk van Erps dit nieuwe zandstenen gebouw. Het is een volledig zandstenen dubbelhuis. De oorspronkelijke vensters waren kruisramen. Opvallend is het fraai versierde dakvenster met het rondboograam geflankeerd door pilasters met bossage. In het medaillon vinden we het bouwjaar 1642. het gebroken fronton boven het dakvenster is versierd met het wapenschild van de familie Van Hamme. In de 17de eeuw was het Van Hammehuis een privé-woning van aanzien. In de 18de en de 19de eeuw werd het een belangrijk pachthof. Men noemde het soms ook ‘Het Lindeke’ omdat het aan de ‘Groote Linde tot Erps’ stond. Verschillende pachterfamilies volgden elkaar hier op : Verheyden, Van Bever en Cordemans. Het pachthof was in 1880 ten onder gegaan met de graancrisis. In de 20ste eeuw werd het Van Hammehuis een landelijk bourgeoisieverblijf. In 1925 kocht de rentenier Frans Van Laer het pachthof. Het was toen een vierledige gesloten hoeve. Hij liet de stal, de schuur en de ‘afhang’ afbreken zodat alleen nog de herenwoning uit de 17de eeuw overbleef. De gehele 20ste eeuw bleef het Van Hammehuis een burgerijwoning.  

 

Bibliografie 

H. BAEYENS.       Het burgerhuis van de 17de, 18de eeuw in Brabant. Antwerpen, 1950, p. 34-36.

F. MAES.               Oude woningen onder Erps-Kwerps-Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 318-319.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 67.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976, p. 142-143.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 111-119.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het Van Hammehuis te Erps-Curtenberg, 2000, nr. 1, p. 3-20.

J. CRESENS. ‘Het Lindeken’ of Van Hammehuis ont(k)leed – Curtenberg, 2000, nr. 1, p. 24-38. Beide laatste artikels verschenen in een speciaal nummer van Curtenberg met als thema : ‘De geschiedenis van het Van Hammehuis te Erps-Kwerps’. 

 naar tabel

22.    Het Herenhuis Van Overstraeten of Herenhuis De France

           

In de Peperstraat vinden we een lang wit herenhuis met bovenverdieping onder het huisnummer 25. Ferraris gaf in 1771-1778 op deze plaats ‘twee huysen bij de Merckt’. Beide woningen waren eigendom van de belangrijke familie Van Bever. We veronderstellen dat beide woningen verenigd werden tot een herenhuis. In 1803 woonde in dit huis chirurgijn Jacobus Stiers. De hoeve Van Bever werd rond 1840-1850 omgevormd tot een herenhuis. Het werd een officierswoning. In 1846 woonde er de gepensioneerde majoor Henri Van Uye uit Leuven, in 1864 gepensioneerd kolonel Albert Carolus Denis, in 1870 gepensioneerd majoor Jan Frans Lecompte en in 1883 gepensioneerd kolonel Jean-Pierre-Louis De France. Deze was een heftig verdediger van de persoonlijke dienstplicht. Hij was ook de erevoorzitter van de Oud-soldaten van Erps-Kwerps. Hij overleed in 1909 in dit herenhuis en werd hier opgevolgd door zijn dochter Berthilde De France, gehuwd met majoor Romain Marissal. Rentenier Frans Van Laer kocht na W.O.I ook deze woning. Rond 1930 was dit herenhuis de woning van kolonel Raoul Van Overstraeten, de latere generaal. Het geheel is gecementeerd zoals het de mode was rond 1900.
De kern van het gebouw in 18de eeuws. Het is opgetrokken in tradiotionele stijl.
Het Monumentenplan gaf klasse 4.

 

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, p. 126-129.

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. Het Streekboek, 1989, p. 90.

 naar tabel

 

De pachthoven van de Olmenhoek

23.       Het Hof te Velde 

           

In de Haaggatstraat vinden we het  pachthof  Hof te Velde onder het huisnummer 100. Oorspronkelijk was het Hof te Velde de eigendom van de heren van Quarebbe. Wouter van Quarebbe was eigenaar van het goed in de eerste helft van de 15de eeuw. In 1692 bouwde Merten Mommaerts het huidige pachthof. Door huwelijk kwam het pachthof in handen van de families Trappeniers, Van Espen, De Coster en Feremans. Petrus Van Espen was meier van Erps-Kwerps in de Hollandse periode. De Atlas van de Buurtwegen (midden 19de eeuw) gaf nog een gesloten hoeve.  De huidige hoeve bestaat uit 18de en 19de eeuwse delen. Het woonhuis staat met de zijgevel naar de Haaggatstraat.  Het werd opgetrokken uit witte breuksteen en uit baksteen. Achter het woonhuis lag de voederij. Achteraan liggen  : de schuur, de paardenstal, de bovenpoort om de tuin te bereiken en de koestal, die dan ook aansloot bij de voederij.  Vooraan tegen de Haaggatstraat  lagen de varkenshokken en het karhuis. De vierde vleugel, loodrecht op de straat is verdwenen. Dat was de grote schuur , die afgebroken werd. De stallingen zijn voorzien van rondboogdeurtjes en rechthoekige venstertjes met vlakke zandstenen omlijstingen. In de 19de eeuw was het Hof te Velde het grootste pachthof van Kwerps.  Het woonhuis van het Hof te Velde is mooi gerestaureerd. De cementering van rond 1900 werd hierbij verwijderd. 

 

Bibliografie :

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 451- 452.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 78.

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1993, p.  235-240.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976, p. 150.

 naar tabel

24.       De kapel van O.L.Vrouw te Velde

                                       

De kapel van O.L.Vrouw te Velde staat op de plaats waar de Distelweg, de Galgenweg en de Kaasweg samenkomen. Deze kapel is verbonden met het Hof te Velde. Ze werd gebouwd rond 1820-1830 door Petrus Van Espen en zijn echtgenote Maria-Anna Trappeniers, de ‘pachters’ en eigenaars van het Hof te Velde. Hun initialen vinden we ook terug op de inscriptiesteen P.V.E. – M.A.T. Volgens de volksoverlevering werd deze kapel gebouwd na de dood van zeventig koeien op het Hof te Velde. Het cijfers lijkt een beetje overdreven. Toch kunnen we aannemen dat de kapel gebouwd werd na een koeplaag. De kapel is een veldkapel van sobere vormgeving. Vanaf de onderzijde van de nis heeft men een bakstenen voorgevel. De zijgevels zijn met cement bedekt evenals het gedeelte rond de inscriptiesteen.  Het fronton is klassiek van model. Het leien zadeldak is met een ijzeren kruis afgedekt. Het voorpaneel van de kapel bestaat uit twee trappen. De kapel is omzoomd met lindebomen. In de meimaand wordt hier de Mariahulde gehouden. Vroeger was de kapel van O.L.Vrouw te Velde  een processiehalte. Bij die processie ging men langs de Rechtestraat naar de kapel en kwam men door het Hof te Velde terug op de Haaggatstraat.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 49.

H. VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976, p. 340, p. 344.

 naar tabel

25.       Het pachthof van Stie    

               

Het 18de eeuwse pachthof Stie in de Bruulstraat draagt het nr. 22. Het pachthof bleef praktisch in zijn oorspronkelijke toestand bewaard : het woonhuis heeft een zadeldak; de voor-en achterdeur zijn versierd met zandstenen posten; de schuur met puntgevel is voorzien van een oculus; van muurvlechtingen en van een topstuk. ‘Censier’ of ‘pachter’- we zouden zeggen herenboer- Rombout Stie had een groot bedrijf van 20 bunder zaailand en 2 bunder beemden en weiden. In de 19de eeuw was het pachthof één van de rijkere woningen van Kwerps. De laatste Stie op het pachthof, een typische vierkante Brabantse hoeve nl. Theodoor trok in 1877 naar Amerika. Petrus Janssens (+1889) , bijgenaamd ‘De Oude Guit’ , kocht het pachthof. Voortaan sprak men van ‘het pachthof van de Guit’. Het pachthof werd in 1979 gerestaureerd door Simonne Janssens.

 

Bibliografie :

H.VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 47.

H.VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente  : Erps-Kwerps 1776-1976, p. 150-151.

H.VANNOPPEN. De leefgemeenschappen Olmenhoek, Lelieboomgaarden en Silsem onder Erps-Kwerps, 17de-20ste eeuw - De Brabantse Folklore, 1987, p. 336-338. 

 naar tabel

26.     Hoeve Peeters 

               

In de Bruulstraat nr. 19 vinden we de middelgrote hoeve Peeters. Ze vormt de hoek die gevormd wordt door de Bruulstraat en de Olmenhoekstraat. Opvallend zijn de twee 18de eeuwse steekboogdeuren met druiplijsten die uitlopen op kleine voluten. De site is waarschijnlijk ouder dan we denken. Dat kunnen we afleiden uit het jaargetijde van Jan van Quarebbe en Elisabeth Cardinaels, dat op dit huis rustte. De eigenaars van deze hoeve moesten jaarlijks een molenvat koren aan de kerk van Erps betalen voor dit jaargetijde op 4 augustus.  De pastoor van Erps meende dat deze hoeve een Erps eiland was, maar de bewoners deden met Kwerps mee en wonnen het pleit. In 1794 was deze hoeve de eigendom van Frans Peeters. Zijn zoon ‘Suske’ Peeters verdween spoorloos in 1862. Dat maakte veel ophef in het dorp. Zijn drie  ongehuwde kinderen  Jan, Henri en Coleta Peeters zetten het landbouwbedrijf verder. Na hun dood werd de hoeve Peeters verkocht. De landbouwersfamilie De Greef en Verbelen volgden elkaar dan op in deze hoeve.   

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 47.

H. VANNOPPEN. De leefgemeenschappen Olmenhoek, Lelieboomgaarden en Silsem onder Erps-Kwerps, 17de-20ste eeuw - De Brabantse Folklore, 1987, p. 336-338. 

 naar tabel

27.     Het Hof ten Bruul

               

De hoek van de Rechtestraat en van de Bruulstraat  wordt gevormd door Het Hof ten Bruul of het Pachthof van St.–Elisabeth, soms ook Promoteurshof genoemd. Het oude hof omvat het pachthof op de hoek met als huisnummer Rechtestraat nr.1 , en de naburige woning met het jaartal 1784 met als huisnummer Bruulstraat, nr. 35. Het Hof ten Bruul was een Erps eiland.  In 1596 was dit goed een pachthof van Jan van Velthem. In 1695 werd het Hof ten Bruul afgebrand door de Fransen. Het pachthof was eigendom van het klooster van St.-Elisabeth– op-de-Berg-Sion te Brussel. Het was een bijna vierkante hoeve met een kamme of brouwerij. Nicolaas Peeters was de pachter van het Hof ten Bruul in 1734. In 1784 schafte keizer Jozef II het klooster van St.-Elisabeth af.  Alle goederen werden verkocht ook het Hof ten Bruul. Jacobus De Winter kocht het pachthof. De families De Winter en Roeckx  volgden elkaar in dit landbouwbedrijf op. Voor 1914 werd de nalaat gevierd op dit pachthof.   De naburige woning- oorspronkelijk waren hier twee huisjes-  was voor 1914 de herberg ‘In de Pruim’ van de familie Verhoogen. Het was toen een woning met een puntgevel. In 1918 verdween de puntgevel en kreeg het huis een bovenverdieping. In het begin van de jaren 1960 kocht Robert Detheux deze woning, restaureerde het gebouw en bracht het jaartal 1784 aan.

 

Bibliografie :

A. WAUTERS.        Histoire des environs de Bruxelles. 8 B,  p. 366

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p.  452-453.

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 80-81.

H. VANNOPPEN. De leefgemeenschappen Olmenhoek, Lelieboomgaarden en Silsem onder Erps-Kwerps, 17de-20ste eeuw -
De Brabantse Folklore, 1987, p. 333-335.

H.VANNOPPEN. Van twee kerkdorpen tot stadsgewestgemeente : Erps-Kwerps 1776-1976. Borgerhout, 1994, p.150.

naar tabel

 

De villa’s en burgerhuizen in de Engerstraat

28.       De Villa Van Roy

               

Het laatste stuk van de Engerstraat draagt ook reeds de naam Mechelsesteenweg. Het huisnummer 2 is de Villa Van Roy. Het is een villa in een groot park gelegen dichtbij de spoorweg Leuven-Kortenberg-Brussel en bij het station van Kortenberg. Vroeger stond deze villa voor de spoorwegbareel van Kortenberg.
De villa werd waarschijnlijk gebouwd rond 1900 in opdracht van Professor Van Roeckhoudt van Leuven. Deze verhuurde de villa aan ingenieur Paul Ronnberg uit Elsene, een verwoed jager. In 1910 bewoonde Jules Lints, gehuwd met Anna-Victoria Van Roeckhoudt deze villa.
In 1918-1919 vinden we in deze villa componist en letterkundige Alfons Moortgat. Hij was ook kapelmeester van O.L.Vrouw van Halle. Het was in W.O.  I eerder een verlaten villa, die zowel door vluchtelingen bewoond werd als door Duitse soldaten, die in de stallen overnachten.
Na W.O. I bewoonden Charles Van Roy en Madeleine Moerinckx (+1971) deze villa. De volgende eigenaars, de families Guldentops en Van Quaethem, restaureerden deze symmetrisch opgebouwde villa.
De stijl is eclectisme; classicistisch zijn de zijkanten, de kettinglijnen (stukken natuursteen) en de raamomlijsting. Ongebruikelijk zijn de witte zijmuren. Zij laten meer licht binnen door de reflecties. Het middenste deel van de villa is Vlaamse Renaissance, een mengeling van de 19de eeuw. Voor de ramen gebruikte men de gestrekte boog en de latei. Volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 2.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 76.

 naar tabel

29.       De Villa Jacobs

               

De Engerstraat verwees naar de engers of natte weiden en beemden. De namen Engerstraat, Engelenstraat en De Inger betekenen allemaal hetzelfde. De autochtone Erpsenaren vermeden de noordkant van de Engerstraat als bouwterrein omwille van de vochtigheid. Hier lag immers het bronnengebied van de Wiesbeek. Alleen armere inwoners zagen geen andere uitweg dan daar een stulpje op te trekken.
In 1880 had men zo twee huisjes recht voor de Kwerpsebaan. Het eerste was bewoond door Henri De Clercq-Peeters (‘Hainke de Zot’) en het tweede door Pierre en Sophie Peeters-Rans (‘Pie en Sophieke Bakhuis’).
Gustave Jacobs uit Wemmel kocht de eerste woning in 1892. Hij brak het huisje af en bouwde er ‘Château Jacobs’. Dit liep niet van een leien dakje. Er volgde een proces van 7 jaar tussen eigenaar een aannemer. Jacobs wou zijn domein uitbreiden en kocht het tweede huisje van ‘Sophieke Bakhuis’. De bedoeling van Jacobs was om op de plaats van dit huisje een hovenierswoning te bouwen. Na heel wat moeilijkheden verliet ‘Sophieke Bakhuis’ met haar twee minderjarige kinderen de woning, toen het dak er reeds van verwijderd was.
De volgende bewoner was kapitein-archivaris Julien Jacobs. In Erps-Kwerps sprak men van de villa van commandant Jacobs. Later woonde er de familie Koelman. Deze villa draagt het nr. 180. 
In 2005 vonden in deze villa opnames plaats voor de film "Suspect" van Yvan Boeckmans en Guy Lee Thys met onder andere Gene Bervoets, Zoé De Rovere en Karlijn Sileghem. In de film zou Rob De Coster (Gene Bervoets) zijn 15-jarige stiefdochter seksueel misbruikt hebben. Ondanks karige bewijzen wenste een journalist en een onderzoeksrechter hem achter de tralies. Tot daar de film.
Opvallend zijn de statige rode beuken en de paardekastanje in het park.
De villa Jacobs behoort tot het eclectisme en de Cottagestijl. De daken zijn typisch cottage, maar men heeft ook de invloed van de neogotiek. De kammen of sierlijnen op het dak zijn 19de eeuws. Er zijn ook invloeden van Art Nouveau. volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 2.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN.  Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 76-77.

 naar tabel

30.       De Villa Pierrot-Jacquot

               

De Villa Pierrot-Jacquot vinden we in de Engerstraat nr. 170. Op het einde van de 19de eeuw lag daar de herberg ‘In de Vork’ van de familie Boelpaep. Deze brandde af.
Notaris Maurice De Doncker te Brussel bouwde hier rond 1900 zijn buitenverblijf. In 1911 werd de villa het buitenverblijf van dokter Paul Van Hoeck.
In W.O.  I was in deze villa fotograaf Edouard Gilkens (° Paal 1869) gevestigd, beter gekend als Pie Portret. Hij maakte de foto’s voor de Personalausweis van de Erps-Kwerpsenaren. Na W.O.  I veranderde de villa van naam. Het werd de villa ‘Bois Fleuri’.
In 1920 vestigde Guillaume Van Cauwenbergh zich in deze villa. Na W.O.  II was het de woonplaats van de familie Frans De Kerf-Smets, die een klompenfabriek had in de tuin van deze villa. 
De bouwstijlen van deze villa zijn eclectisme en cottagestijl. De kroonlijsten, die ver oversteken, zijn typisch cottage. Men heeft een piramidedak met inschuivingen. Het gebouw heeft ook elementen van een vereenvoudigd classicisme. Het gaat om baksteengevels. Vroeger waren ze okergeel geschilderd, een cottagekleur, later wit. De ondersteuningen verwijzen naar de Normandische stijl. Er is een loggia achteraan. Volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 2.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN.                    Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 78.

 naar tabel

31.       De Villa Vinkennest

               

De Villa Vinkennest (Engerstraat nr 160) dateert uit 1897. Tot aan de Heuve had men een brede strook van weiden, die een 100-tal meter breed waren. Daarachter liep een soort beekje dat omzoomd was met houtgewas. Voor W.O.  I bouwde Jean-François Minor ‘représentant de maisons de commerces étrangères’ hier de villa ‘My Home’.
Na W.O.  I vestigde de zakenman Emile Joarlette uit Sombreffe zich in deze villa.
In de jaren ’30 werd het de villa Vinkennest van de Nederlandse zakenman Jan-Baptist Vink, die Philips-België oprichtte. De Jan-Baptist Vinklaan in het bedrijvenpark Guldendelle is naar hem genoemd. Zijn zoon Frans Vink was jarenlang de grote baas van "Het Laatste Nieuws" door zijn huwelijk met de dochter van minister Julius Hoste.
Vanaf de jaren 1950 woonde er bankdirecteur Prosper Baetens (+1983). De achterzijde van de villa werd de verkaveling Sparrenhof.
Vinkennest is een symmetrische witte villa omringd door een groot park. Ze draagt het nr. 160. Vinkennest is discreet afgeschermd door een prachtige taxushaag. Er is een mooie oprijlaan met rode beuken. Ook de indrukwekkende plataan valt op.
De villa behoort qua stijl tot het eclectisme en de neogotiek. Neogotiek zijn de pinakers of obelisken op de hoek. Er zijn echter geen trapjes. De kolonnetjes zijn dan weer neogotiek. De rondbogen zijn dan weer geen neogotiek. Men gebruikt ook gestrekte bogen. De verdiepingen worden gesuggereerd door de sierlijst en de kroonlijst. Volgens het Momumentenplan behoort deze villa tot klasse 2.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 78-79.

 naar tabel

32.       De Villa Van Overstraeten (Villa Alice of Villa Castel Jalou)

               

Villa Alice vinden we in de Engerstraat nr. 150. Generaal Jean-Baptiste Meiser verbleef voor W.O.  I geregeld bij ‘Cadie’ in de Peperstraat en dineerde in de villa ‘Etoile du Matin’ van Cadie. Hij vond de streek prachtig en bouwde een nieuwe villa in de Engerstraat. Het was zijn buitenverblijf, Villa Alice genoemd, naar zijn echtgenote Alice Van Heffen.
Van 1927 tot 1938 was generaal Meiser liberaal burgemeester van Schaarbeek. Het Meiserplein in Schaarbeek aldaar herinnert aan hem. Kort voor W.O.  I woonde er Mevrouw Hemeleers.
Voor W.O.  II vestigde luitenant-kolonel, later generaal Raoul Van Overstraeten zich in deze villa. Het was zijn hoofdverblijf. Hij woonde vanaf 1930 in het herenhuis in de Peperstraat. Hij was militair adviseur van koning Leopold III, wat hem de bijnaam ‘le vice-roi des Belges’ bezorgde. Hij verbleef er tot in 1946, toen hij naar Etterbeek verhuisde.
Vervolgens werd deze villa bewoond door de families Van Audenhoven en Devos. 
De villa behoort tot het eclectisme en de cottage-stijl. Men gebruikt verschillende soorten daken. De banden zijn Vlaamse Renaissance, de omlijstingen zijn classicisme. De schoorsteen geeft de huiselijkheid weer. Bij de cottage-stijl wil men de evolutie weergeven. Het is alsof de burgerman wil zeggen: "Dit is het nu geworden, na alle veranderingen'. Volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 3.


 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 80.

 naar tabel

33.       De Villa Meyer of Villa Maria

               

De villa – nu Engerstraat, nr. 144 – werd in 1904 gebouwd door Arthur Gobbaerts uit Antwerpen. In 1910 was deze villa bewoond door handelsreiziger Joseph-Pierre Van Hoeter.
In 1916 woonde er Jules Monnoyer uit Roeulx. Deze verkocht producten voor brouwerijen.
In 1920 vestigde de Weduwe Widdershoven zich met een dochter en een zoon in deze villa. De zoon was E.H. Joseph Widdershoven, die in W.O.  I aalmoezenier van het Belgisch leger geweest was.
Later woonde er de families Meyer en Moyson.
De villa behoort tot het eclectisme en de cottage-stijl. Typisch zijn het dak met de kanten, het bandje, de tradiotionele ramen, de loggia met de houten zuilen en de geometrische ballustrade en trapleuningen. Volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 2.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 80.

 naar tabel

34.       De Villa Lindenhof

               

De hoek van de Engerstraat en de Heuve is een domein, waarin zich de villa Engerstraat nr. 140 bevindt. Deze villa heeft ooit andere namen gehad: Villa Gai Séjour en Villa Roma. Ze werd onder de naam ‘Villa Gai Séjour’ in 1906 gebouwd door Leon Monniez.
In 1910 woonde er Edouard Dorman, ‘représentant de Banque’. In 1913 bewoonde Laurent-Hubert Custers deze villa met torentje.
Tijdens het interbellum werd het de Villa Roma. De Italiaanse familie Vastapane was toen eigenaar van deze villa. Vastapane was de directeur van Martini. Aldo Vastapane was één van hun zonen. Hij werd in 2006 door koning Albert II tot baron benoemd. Zo werd Villa Gai Séjour, de Villa Roma.
In 1958 vestigde Horst Lindeman, directeur van de Duitse Toeristische Dienst zich in de Villa Roma. Hij veranderde de naam in Lindenhof naar zijn familienaam. Opvallend zijn hier de linde en de plataan.
De Villa Lindenhof is opgetrokken in eclestisme en cottagestijl. Vlaamse Renaissance zijn de banden en het kruisraam, classicistisch is de deur. Opvallend zijn ook de rechte lateien en de stenen balken. De sokkel in breuksteen en het dak zijn cottage. Opvallend zijn ook de gestrekte bogen in rode steen en de steigerdaken om aan het dak te werken. Volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 2.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN.  Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 80.

 naar tabel

35.       De Villa Marie-Louise

               

De villa nr. 149 in de Engerstraat droeg verschillende benamingen : ’Propriété de la Victoire’ en ‘Villa Marie-Louise’. In 1910 werd deze villa bewoond door de Franse barones Elisabeth d’Hangouwart, geboren de Moras. Het was een weduwe, die hier samen met haar dochter Elisabeth verbleef. De barones had twee zonen in het Franse leger en trok bij het uitbreken van W.O.  I terug naar Frankrijk. In 1920 vestigde Gerard Pirot zich in deze villa.
Tijdens het interbellum kocht de familie Delobelle deze symmetrische villa en maakte er haar hoofdverblijf van. 
De Villa Marie-Louise kan men onderbrengen bij het classicisme en eclectisme. Classicisme doet ons denken aan Lodewijk XIV en aan de Franse stijl. Typische voor het classicisme zijn de Franse voegen (lange bankjes), de symmetrie, een lijn per verdieping (druiplijsten) en het bovenlicht in de voordeur. Er is geen sluitsteen boven de deur. Toch zijn er ook invloeden van het eclectisme. Zo komt de dakkapel bij deze villa niet voor bij het classicisme. De guillotineramen doen modern aan.
Volgens het Monumenteplan behoort deze villa tot klasse 2.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 81.

 naar tabel

36.       De Villa Les Pyramides

               

Op de hoek van de Engerstraat en van de Everbergstraat bouwde Gustaaf Flament tussen 1880 en 1890 naast zijn ouderlijke hoeve de Villa Les Pyramides. De bomen voor deze villa waren gesnoeid zoals piramiden.
Hij was zoals zijn vader gemeenteontvanger van Erps-Kwerps. Hij werd ook later gemeenteontvanger van Kortenberg. Hij huwde een eerste maal Julie Honnorez, een adellijke Jonkvrouw uit het kasteel Honnorez te Korbeek-Dijle.
In 1914 vestigde Edmond De Keersmaecker zich in deze villa. Deze volgde de Duitse aanvallen van op de windmolen van Curegem. De Duitsers zagen dit als spionage en staken de windmolen in 1914 in brand.
Na W.O.  II vestigde generaal V.E.M. Raoul Beretzé (+ 1971) zich in deze villa, nu Engerstraat nr. 99. Een Christusdoorn valt op in het park.
De stijl van de villa is neoclassicisme. Bij het classicisme krijgen we de invloed van Rome en Griekenland. De brede kroonlijst met doppen als decor is opvallend. Het neoclassicisme was een uitzuivering van het classicisme. De witte muur en de symmetrie zijn tyupisch voor het neoclassicisme. Ook bij het classicisme werdne muren wit gekalkt. Volgens het Monumenteplan behoort deze villa tot klasse 3.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 84.

 naar tabel

37.       Het Laathof van Groenendaal

               

Het Laathof van het klooster van Groenendaal ligt in nu in de Engerstraat nr. 87. Rond 1400 verkocht Renier van Rosiersbos zijn leen met Laathof te Erps aan de priorij of het klooster van Groenendaal. Het Laathof was zowel een rechtbank als een pachthof. De pachter van de hoeve was dikwijls ook de meier van het Laathof.
Verschillende pachterfamilies volgden elkaar op in de 17de en 18de eeuw : Keyaerts, Van Hamme en Ackermans. In 1794 was het Laathof van Groenendaal één van de drie belangrijkste pachthoven van Erps-Kwerps.
In 1810 verkocht de Franse staat dit pachthof met 62 ha.
Het pachthof brandde af op kerstnacht 1872 toen Jan Huybrechts er pachter was. De Brusselse renteniersfamilie De Ridder had het pachthof sedert 1821 in eigendom. Ze vormde het afgebrande pachthof om tot een zomerverblijf. Door erfenis kwam het goed in handen van de familie Mainy. Tijdens het interbellum vonden we notaris Edgard Van Beneden uit Schaarbeek en later de bankiersfamilie Vigneron als eigenaar
Fernand Vigneron, directeur van de bank Crédit Anversois, gehuwd met Marie Elise Frisque, schonk in 1930, bij het 100-jarig bestaan van België, het Gulden Boek aan de gemeente Erps-Kwerps
Er was een hovernierswoning, waar het echtpaar Jules Wauters woonde in het begin van W.O. II . Jules Wauters was de hovernier van de familie Vigneron.
In 1954 vestigde advocaat Georges Dubois, een tijd de tweede man van Rex in W.O. II, zich in ’t Goet ter Rosierbosch’. Jarenlang was er ook de beveiligingsfirma N.V. Securitas gevestigd.
De arduinen steen in de voorgevel langs de Engerstraat met het opschrift ‘Laethof van het Godtshuys van Groenendael 1767’ herinnert aan één van de belangrijkste Erpse pachthoven. Een wilde paardekastanje en een acacia vallen op in het park. 
Het Laathof van Groenendaal is opgetrokken in Neo-Vlaamse-Renaissance en in cottagestijl. Vlaamse Renaissance zijn de speklagen, de gaanderij als inkom met de korfbogen, de dakkapel en de trapgevel.
De Tudor-stijl uit Engeland vinden we terug in de hoektoren met de kantelen en de schietgaten. Volgens het Monumentenplan behoort deze vill tot klasse 2.

 

Bibliografie :

A. WAUTERS.      Histoire des environs de Bruxelles. 8 B,p. 379.

F. MAES.               Oude woningen onder Erps-Kwerps, 1956,p. 466.

H.VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Winksele, 1991, p. 85-86.

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 84- 85.

 naar tabel

38.       De Villa Desirée  

              

Brouwer Louis Abeloos van de brouwerij van Erps brak het oud huis van de familie Van Vlasselaer voor 1914 af. Hij bouwde op die plaats de Villa Desirée. Hij verhuurde de villa.
In de Belle Epoque woonde hier Professor Schwarts (Antwerpen 1839 - Kortenberg 1911), die scheikunde doceerde aan de Rijksuniversiteit van Gent. De Theodoor Swartsstraat in het Bedrijvenpark Guldendelle herinnert aan hem. Hij was de schoonvader van de bekende uitvinder Leo Hendrik Baekeland (1863-1944). In 1907 nam Baekeland een patent op het eerste volledig synthetische plastic. Dit fenolformaldehyde werd nam hem bakeliet genoemd.
Deze Gentse chemicus verhuisde al op zijn 26ste naar de VS waar hij nog talrijke andere uitvindingen deed, waaronder fotopapier.
In 1914 was deze villa bewoond door de Duitse industrieel August Vierschrodt. Hij was hier toen de Duitsers Erps-Kwerps binnenvielen. Door zijn kennis van het Duits slaagde hij erin de Duitsers te overtuigen dat ze Erps-Kwerps niet zouden platbranden. Later kocht Alfons Borremans uit Nossegem deze symmetrisch opgebouwde villa. Deze villa draagt het huisnummer 67 in de Engerstraat. 
Villa Desirée behoort tot het eclectisme. Neo-Vlaamse Renaissance zijn de witte banden of speklagen en de dakkapel. Neogotiek zijn de twee kleine dakkapellen. De korfbogen verwijzen eerder naar laatromaans en barok. Classicisme zijn verticale kettinglijnen van boven naar beneden en 19de eeuws zijn de gestrekte bogen boven. Volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 2.

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 83.

 naar tabel

 

De villa’s en burgerhuizen langs de Mechelsesteenweg 

39.       De Villa Caroline

               

De Villa van Blonde Caroline langs de Mechelsesteenweg draagt het huisnummer 11. Een tijd geleden kende men hier het ijssalon Sint-Amandus. Ze ligt vrij dicht bij de spoorweg. De woningen Vanderhulst en Kinart werden afgebroken om de eerste brug over de spoorweg aan te leggen in 1952. De Villa Caroline lag vlak naast de brug. Ondertussen is deze brug ook al afgebroken en verlegd met de H.S.T.-werken. Deze villa werd gebouwd door Adolphe Bosmans (°Erps-Kwerps 1877) en zijn echtgenote Carolina Caerlens (° Brussel 1866). In Erps sprak men van de Villa van Blonde Caroline.  De Villa Caroline ligt nu naast de nieuwe straat, die naar de spoorwegparking Boogstok gaat.
Men kan de villa onderbrengen bij het eclectisme en de Art Nouveau. De villa dateert van 1909. De architect was Delmez uit Brussel. Typisch voor de Art Nouveau zijn de vloeiende lijn, merkbaar bij de deur en het raam en het ijzerwerk dat we late Art-Nouveau kunnen noemen. Volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 2. Deze villa is recent gerestaureerd.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 86-87.

 naar tabel

40.       De Villa Wafelaerts

                               

De Mechelsesteenweg werd aangelegd in 1840 als verbinding tussen de steenweg Mechelen-Waterloo (ook Mechelsesteenweg) genoemd en de steenweg Brussel-Leuven (Leuvensesteenweg). Het was een provinciale baan die door Humelgem-Steenokkerzeel, Erps en Kortenberg liep en die eindigde aan de rijkswacht van Kortenberg.
Frans Wafelaerts (+ 1917) en zijn echtgenote Elisabeth Adelia De Knoop (+ 1920) bouwden deze villa, die het huisnummer 37 draagt langs de nieuwe Mechelsesteenweg. Frans Wafelaerts was liberaal provincieraadslid van het kieskanton Leuven van 1904 tot 1917. Hij kwam op met een éénmanslijst met de gemeenteverkiezingen te Erps-Kwerps in 1903, maar werd niet verkozen. Hij was erevoorzitter van de Kortenbergse fanfare ‘Vlamingen Vooruit’ en bestuurslid van de Erpse fanfare ‘De Eendracht’. Hij stichtte in 1905 de Liberale Associatie van Kortenberg en Omstreken.
De nijveraarfamilie Symons kocht deze villa tussen de twee wereldoorlogen en bewoonde ze tot op het einde van de 20ste eeuw.
De stijl van de villa is eclectisme. Volgens het Monumentenplan klasse 3.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 86-87.

 naar tabel

41.       De Villa De Backer

                                       

Langs de Mechelsesteenweg nr. 43 vinden we de Villa De Backer of Villa ‘Les Sorbiers’, letterlijk de lijsterbesbomen. Felix Feyaerts verkocht deze grond aan de twee broers Segaert: Henri, die advocaat was, en Albert, die grondeigenaar was. Zij bouwden er een symmetrische villa rond 1900. Generaal Victor Panquin kocht deze villa in 1905. Hij overleed er in 1910. Zijn zoon kapitein Georges Panquin zou sneuvelen in 1914 in de slag bij Halen en de Kapitein Panquinkazerne te Tervuren herinnert aan hem.
De villa werd de volgende jaren verhuurd. Tot 1913 woonden er ingenieur Charles Deblon en zijn echtgenote Marie Adelaide de Menten de Horne.
In 1927 kocht de familie De Backer deze villa.
De villa behoort wat de stijl betreft tot het eclectisme. Het is klasse 3 volgens het Monumenteplan.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 86.

naar tabel

42.      De Villa Olanda

               

De Villa Olanda, gelegen langs de Mechelsesteenweg nr. 68 bijna op de grens met Steenokkerzeel, werd gebouwd in de Belle Epoque door de Brusselse goudsmedenfamilie Delheid. In de zakenwereld stonden ze bekend als ‘Delheid Frères, fabricants Orfèvres’. Henri Delheid maakte van deze villa , die toen de naam ‘White Cottage’ droeg, zijn buitenverblijf.
Aan de villa was ook een hoveniershuis verbonden. De familie Delheid stelde in 1914 de villa ter beschikking van het Belgische Rode Kruis. 
Kort voor 1940 kocht Marinus Rutgers, de consul van Nederland in België deze villa en gaf ze de naam Villa Olanda. Hij overleed te Erps-Kwerps in 1941. Zijn weduwe Marretje Vander Lee zou hem in deze villa overleven tot in 1985.  Dr. Attila Szekeres verbleef hier als gast van 1955 tot 1974. Hij was hoogleraar aan de Protestantse Theologische Faculteit te Brussel en predikant van de protestantse kerk  te Leuven.
De volgende bewoner van Villa Olanda was ridder Roland Moreau de Bellaing. De familie Demeester kocht en bewoond deze eigendom sedert 1998.
Opvallend is de witte kleur van de villa vandaar ook de benaming ‘White Cottage’. De villa is opgetrokken in Art Déco en cottagestijl. Volgens het Monumentenplan behoort de villa tot klasse 3.

 

Bibliografie :

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 88.

naar tabel
+

Het ambachtelijk en industrieel complex Salens en omgeving

43.       Het industrieel complex Salens

               

De woningen nrs. 57, 59 en 61 in de Vissegatstraat  vormden het industrieel complex Salens. Het complex werd gebouwd in 1877 door Ferdinand Salens (+ 1910). Het bedrijf omvatte vier economische functies: een bakkerij, een boerderij, een maalderij en een melkerij. Het huidig complex is niet als één geheel gebouwd. Voor 1894 werd een stockeerplaats bijgebouwd op de plaats waar nu de bakkerswinkel van Fernand Salens is.  Rond 1898-1900 werden de maalderij en de stoommelkerij bijgebouwd. Langzamerhand was het geheel rond 1900 uitgegroeid tot een vierkante hoeve. De maalderij was actief van 1898-1900 tot 1955. De stoommelkerij begon in dezelfde periode. Ze stopte in 1934. Ferdinand Salens, de stichter van de dynastie was de oppositieleider tegen burgemeester Alfons De Coster van Erps-Kwerps. Hij was ook de stichter en voorzitter van de fanfare De Vrolijke Schutters van Erps-Kwerps. Zijn zoon bakker Gustaaf Salens was ook schepen van Erps-Kwerps van 1921 tot 1926 en was eveneens voorzitter van De Vrolijke Schutters. De kruidenierswinkel verdween in 1981 en de bakkerswinkel verhuisde in 1976 van nr. 59 naar nr. 57. De ijskelder in de kelder van  woning nr. 61 herinnert aan de stoommelkerij.
Einde 2006 werd de handelsactiviteiten stopgezet.

 

Bibliografie:

H.VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 87-88.

H.VANNOPPEN. De geschiedenis van Kwerps -Eigen Schoon en De Brabander,1993,  p. 335-340.

H.VANNOPPEN. Het geslacht Salens. 1983, p. 23-24.

 naar tabel

44.       De oude melkerij van de Boerenbond

               

In 1728 verkocht Bernardus Jacobs, heer van Guillet en Hagedocht een half dagwand grond naast de dreef van zijn kasteel aan Jan Pauwels en zijn echtgenote Josina Van Vaerenbergh. Ze bouwden hier een eenledige hoeve. In 1837 werd het een dubbelwoning wanneer de kinderen uit de twee huwelijken van Joanna-Maria De Becker hun goederen delen. Achteraan had men de hoeve Grauwels en vooraan tegen de Haaggatstraat  de hoeve Feyens.  In 1875 kocht schoenmaker Ferdinand Goovaerts het huisje tegen de straat. Hij bouwde een nieuwe woning met herberg op de hoek van de Vissegatstraat. Het oude huisje tegen de Haaggatstraat werd verhuurd als handmelkerij aan de Boerenbond  tot de elektriciteit in Erps-Kwerps werd ingevoerd. De deuromlijsting en de hoekkettingen  zijn uit witte steen wat op een zekere ouderdom van deze woning wees. De oude melkerij werd door de familie Debonnet omgebouwd tot een studio. Het draagt het huisnummer Haaggatstraat nr. 3.   

 

Bibliografie:

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 89.

H. VANNOPPEN. Het kastelendorp Erps-Kwerps -Eigen Schoon en De Brabander, p. 58.

H. VANNOPPEN. Geschiedenis van de oude melkerij van de Boerenbond te Erps-Kwerps -
Curtenberg, 1994-1995, nr. 3, p. 187-199.

H. VANNOPPEN. De architectuur van de oude melkerij van de Boerenbond te Kwerps -
Curtenberg, 1994-1995, nr. 3, p. 201-206.

 naar tabel

45.       Het speelgoed van Bollard

               

Eventjes verwijderd van de Vissegatstraat lag in de 18de eeuw het speelgoed van Bollard. Eén vleugel van het gebouw bleef over en omvat nu drie woningen: Vissegatstraat nrs. 19, 21 en 23. Langs de achterzijde van het gebouw vinden we een ‘hooghuys’ of een gebouw in lediaanse zandsteen en in Spaanse baksteen met een bovenverdieping. In de 17de eeuw was dit pachthof eigendom van Jonker Charles van Heylewegen. In 1671 sprak men van een’ schoon welgelegen huys met stallingen en edificiën’. In 1688 verkocht Philippe-Charles de Landas het pachthof aan Jan De Cock en Barbara Le Bègue. In de 18de eeuw werd het pachthof een speelgoed of kasteeltje in handen van de jonkherenfamilie Bollard de Gobsacq. Het speelgoed was bereikbaar via een dreef.  Een deel van het speelgoed  was in de 18de eeuw reeds een hoeve. In de 18de eeuw was dit speelgoed en pachthof een Erps eiland in Kwerps. In 1782 kochten Guilielmus De Coster en Maria Corbeel het pachthof. Door huwelijk kwam het pachthof in handen van de pachterfamilie Stie. Rond 1900 was het een huurhoeve geworden. Later bleef slechts één vleugel van deze vierkante hoeve over en deze werd verkaveld en deze werd omgevormd tot drie woningen.   

 

Bibliografie: 

A. WAUTERS.        Histoire des environs de Bruxelles. Heruitgave  8B, p. 378. 

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps -
Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 392-393 (Nr. 29. het Verbrand hof). 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 64.

H. VANNOPPEN. Het kastelendorp Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1989, p. 193-197.

 naar tabel

46.       De kapel van O.L.Vrouw in de Vissegatstraat

In 1842 werd de kapel van O.L.Vrouw  gebouwd door Petronella Vrebos uit Meerbeek. Ze was de weduwe van Guilielmus De Coster uit het naburige pachthof, dat ooit het speelgoed van Bollard was. De kapel werd gebouwd op de rand van het pachthofdomein.  De kapel is zeer klassiek. De nis tussen twee halfverheven zuilen rust op voetstukken en loopt uit op kleine consoles, die het fronton dragen en de gehele kapel is met cement bepleisterd. Het dak is met leien bedekt en hierop staat een kruis. Op de zuilen zijn kleine lantarens aangebracht.  De kapel ligt recht voor de Haaggatstraat. De kapel is omringd door twee olmen die het gebouw overkoepelen. De kapel was een processiehalte. 

Bibliografie: 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 64.

 naar tabel

47.       De kapel van O.L.Vrouw van het H. Hart

In de Haaggatstraat voor de woning nr.  20 vinden we de kapel van O.L.Vrouw van het H. Hart ’Hoop der Hopelozen’. De kapel houdt verband met de hoeve Wauters, die voorbij de kapel ligt en met de hoeve Vleeracker, ‘het pachthof van Wets’ dat langs de andere zijde van de Haaggatstraat ligt.  De kapel werd in 1899 gebouwd.  Het is een bakstenen niskapel gebroken door lichte horizontale speklagen. De nis is geflankeerd door witstenen zuilen, bekroond door consoles, die een gewoon fronton schragen. De kapel is bedekt met een pannen zadeldak. De inscriptiesteen is bedekt met hartsteen. Als inscriptie vinden we ‘Dank aan O.L.Vrouw van het H. Hart Hoop der Hopelozen 1899’. Het voorpaneel heeft twee trappen. De toegangsweg is aangelegd in witte kassei. Langs weerszijden van de nis hangen twee lantaarns. Deze kapel was vroeger een processiehalte.

Bibliografie: 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 48.

 naar tabel

Losse entiteiten per gebouw 

48.    De Sint-Petruskerk van Kwerps  

               

De Sint-Petrus Kwerps was Kwerps was oorspronkelijk een hofkerk verbonden met het kasteel van Quarebbe of Kwerps. Rond 1500 bestond de kerk uit een centrale toren van vierkante vorm uit de 12de eeuw, uit een sacristie aan de noordflank van de toren, een koor met halfronde absis en één beuk. De toenmalige toren was hoger dan de huidige en had  langs vier kanten een galmgat met een Romaanse rondboog. Het was een Schelderomaanse kerk, die aansloot bij de tradities van het bisdom Kamerijk. In 1572 werd de kerk van Kwerps zwaar verwoest tijdens de godsdienstoorlogen. In 1586 was ze heropgebouwd. In 1644 werd het kleine koor vervangen door een vijfzijdig koor dat geflankeerd werd door steunberen van het gotisch type. Het jaartal 1644 op de steen in de koorsluiting wees op deze verbouwing. In de 17de eeuw  heeft men aan de kerk een noordelijke zijbeuk toegevoegd. De nieuwe bakstenen sacristie  werd bijgebouwd tegen de toren  langs de zuidkant in de tweede helft van de 18de eeuw.  De kerk verkeerde in een hachelijke toestand in 1853. Architect Van Arenberg maakte hier toen een rapport van. Heel wat werken werden uitgevoerd in 1854-1855. De toren werd toen aangepast aan de neogotische mode. Er kwamen toen ook neogotische galmgaten. In 1895 was de kerk te klein geworden. Kwerps telde 650 inwoners en de kerk kon slechts 300 gelovigen bevatten. Architect F. Van Roelen maakte plannen voor de uitbreiding van de Sint-Petruskerk. Dit jaartal vinden we boven de ingangspoort. De kerk kreeg een nieuwe hoofdbeuk en twee nieuwe zijbeuken in baksteen in neogotische stijl. De Sint-Petruskerk telt verschillende kunstwerken: de doopvont uit arduin gedateerd 1590; een oud orgel dat door pastoor Delvaux in 1791 van de kerk van Diegem gekocht werd en dat geklasseerd is; twee zijpanelen met Sint-Petrus en Sint-Paulus van een drieluik uit de 16de eeuw; een preekstoel uit 1904 van beeldhouwer Roemaat. Achter het koor vinden we verschillende oude grafzerken o.a. deze van architect Claude Fisco (+1825). Aan de buitenzijde van het koor vinden we onder het rozetvenster ook een houten Christus uit de 16de eeuw. De kerk van Kwerps was een bedevaartsoord van St.-Catharina. Het kerkhof rond de kerk is verdwenen evenals de eeuwfeestboom voor de kerk.

 

Bibliografie 

A. WAUTERS. Histoire des environs de Bruxelles. 8B, p. 375-376 

M. THIBAUT DE MAISIERES. Les églises brabançonnes à tour centrale, p. 176, afbeelding 18. 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 36-37. 

H. VANNOPPEN. 875 jaar parochie Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1986, p. 171-194. 

J. JANSEN. Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen kanton Leuven I en II, 1980, p. 24. 

   naar tabel

De pachthoven 

49.    De Ransemhoeve 

               

Het gebouw in de Kasteelstraat nr. 40 vinden we oorspronkelijk terug als het Hof ten Driessche en nu als de Ransemhoeve. De familie ’s Paepen was in de 14de, 15de eeuw eigenaar van het Hof ten Driessche. Van de 15de eeuw tot de 18de eeuw was dit pachthof verbonden met de eigenaars van het leen van Ransem.  Zo komt men aan de nieuwe benaming Ransemhoeve. Het kasteel van Ransem verdween in het begin van de 17de eeuw en lag meer zuidwaarts van de Ransemhoeve en meer naar het bos toe. Het Hof ten Driessche was een Erps eiland.  Dit pachthof werd in 1568 aangeslagen  omdat de eigenares Marie de Fonseca sympathie had voor het protestantisme. In de 18de eeuw was de familie Aulaerts pachter op het pachthof van de adellijke familie van Wissenkercke. In de 19de eeuw woonde er de familie Salens. Er was rond 1900 een handmelkerij gevestigd en onder Alfons Buelens-Salens was er ook nog een botermolen. Het pachthof onderging grote veranderingen toen het aangekocht werd in 1947 door Pierre Boonen, beheerder van de Kredietbank te Brussel. Hij vormde deze hoeve om tot een mooi herenhuis. In de zijgevels van het oude gebouw vinden we de ankers 1660.    

  

Bibliografie 

A. WAUTERS.       Histoire des environs de Bruxelles. 8B, p. 372-373. 

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 390-391. 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
                                Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 62-63. 

H. VANNOPPEN. Het kastelendorp Erps-Kwerps - Eigen Schoon en De Brabander, 1989, p. 187-189. 

 naar tabel  

50.        De radermakerij Buelens  - Herenhuis "La Mazure"

                   

Op de hoek van de Peperstraat en van de Keizerdellestraat vinden we het pachthof en de radermakerij Buelens. Dit gebouwd draagt in de Peperstraat het huisnummer 62. Boven de deur vinden we het jaartal 1664.
In de 18de eeuw was het pachthof bewoond door de familie Buelens. Petrus Buelens had hier in de 19de eeuw een radermakerij.
De familie A. Taverne-Verboomen kocht de radermakerij en vormde ze om tot het herenhuis ‘La Mazure’ of ‘Vieux Bruxelles’. Op de grote zolder werden mansardekamers gemaakt. Speciale dakvensters vervingen de zoldervensters. Ze geven het geheel een majestatische aanblik. Ze verhuurden deze woning. Vleeshandelaar Theophiel Buelens uit Brussel kocht dit huis en sloot daarbij terug aan bij de traditie van het pachthof Buelens. Door huwelijk kwam dit herenhuis in handen van de familie Bosqué. In 1979 restaureerde hoofdonderwijzer Paul Bosqué deze woning.
De vooruitspringende sokkel in zandsteen werd duidelijk benadrukt. Het bakstenen gedeelte van het gebouw werd versierd door hoekkettingen en speklagen. Opvallend is ook de voordeur met een zandstenen voordeuromlijsting bestaande uit geprofileerde stijlen, vlakke imposten en een sluitsteen. De zijgevel langs de Keizerdellestraat is voorzien van schouderstukken en geprofileerde consoles.  "La Mazure" is opgetrokken in tradiotionele bak- en zandsteenstijl. Het Monumentenplan gaf klasse 2.

  

Bibliografie 

H. VANNOPPEN.   Honderd Kortenbergse gebouwen.
                                  Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 66. 

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, 1979, p. 86-91. 

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. 1989, p. 90. 

   naar tabel

51.      De Kam van Jan van Ransem     

               

In de Kammestraat vinden we onder het nr. de Kam of brouwerij van Jan van Ransem. Kam komt van het Latijnse woord camba : brouwerij. De familie van Ransem had haar kasteel in de Kasteelstraat en was een van de belangrijke geslachten van Erps-Kwerps. De ingangspoort van dit pachthof lag recht voor de weg die uitgaf op de Peperstraat. Jan van Ransem betaalde in 1474 1 denier Leuvens voor zijn kam ‘Terps nevens ‘streetken gelegen’. In de 17de eeuw vinden we de families Vanderbeeken en Van Vaerenberg als pachters op deze hoeve door huwelijk kwam de familie Peeters op dit geleeg. In 1974 werd het pachthof verkocht aan Roger Vandenhoof, die het pachthof restaureerde. Hij verbouwde de muur langs de Kammestraat en de ingangspoort. In het dak werden Franse vensters aangebracht. De Kam van Jan van Ransem staat met de zijgevel naar de straat. Opvallend is ook de rondboogdeur met een zandstenen omlijsting. 

  

Bibliografie 

F. MAES.                Oude woningen onder Erps-Kwerps – Eigen Schoon en de Brabander, 1956, p. 307-308. 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
                                Op stap door tien eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 68. 

H. VANNOPPEN. De geschiedenis van het dorpscentrum van Erps, een parel van Midden-Brabant, 1979, p. 153-160. 

 naar tabel  

52.           De Koning van Spanje 

                   

De Koning van Spanje werd gebouwd als pachthof en herberg rond 1710 langs de nieuwe steenweg Brussel-Leuven, die in 1706-1709 aangelegd werd.In de 18de eeuw was het de grote hoeve van de familie Pionet. In de 19de eeuw kwam het pachthof in handen van de familie Ginis, die er een traditioneel landbouwbedrijf had voor de landbouwcrisis van 1880. In de 20ste eeuw was het achtereenvolgens herberg-boerderij onder de naam ‘A la Cour d’Espagne’ en de ‘Mekanieke Schrijnwerkerij A. Vannoppen’. Dit begin 18de eeuwse pachthof werd tussen 1979 en 1983 gerestaureerd.  De witte zandstenen plint kwam bij de restauratie tot haar recht evenals de Spaanse baksteen. Opvallend is de 18de eeuwse steekboog boven de ingangsdeur. De dakstoel met bok en bovenspant uit de 18de eeuw met pen- en gatverbindingen om de eiken balken bij elkaar te houden is goed zichtbaar in het zoldergedeelte. De Koning van Spanje draagt het huisnummer 839 op de Leuvensesteenweg. 

  

Bibliografie 

F. MAES.               Oude woningen onder Erps-Kwerps – Eigen Schoon en de Brabander, 1956, p. 457. 

H. VANNOPPEN. Het Midden-Brabants volksleven in het kader van het jaar van het dorp, p. 31-45. 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
                                 Op stap door tien eeuwen verleden, p. 82-84 (met bibliografie in detail p. 84). 

H. VANNOPPEN. De herbergnaam ‘De Koning van Spanje’ in Erps-Kwerps en in de rest van de wereld –
                                Ons Heem, 1997, p. 134-141. 

 naar tabel  

  

De villa’s en burgerhuizen 

53.           De Villa Marissal  of de Villa Etoile du Matin

                       

In de Kammestraat nr. 19 vinden we de Villa Marissal. Arcadius Vandermaelen of beenhouwer ‘Cadie’ bouwde hier de Châlet Etoile du Matin als pension voor zijn gasten in de Belle Epoque. Een van zijn bekendste gasten was generaal Meiser. De toeristen namen gewoonlijk het middagmaal in zijn woning-beenhouwerij-herberg in de Peperstraat.
Officier Romain Marissal kocht deze villa kort voor W.O.I. In W.O.II. was dit een centrum van het verzet tegen de Duitsers.
In 1954 werd deze villa verkocht aan de familie Feron. 
Men kan deze villa eclectisch noemen. Ze is opgetrokken in baksteen. De deuromkadering en de raambogen sluiten aan bij het classicisme van de 18de eeuw. De kapgevel is gotiek. De sierelementen onde de ramen zijn Art Nouveau. De smalle en brede ramen zijn burgerlijk. De villa heeft ook een klassieke kroonlijst. Volgens het Monumentenplan behoort deze villa tot klasse 3.

  

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. Het Streekboek, 1989, p. 88-89. 

  naar tabel

De monumenten 

54.           Het oorlogsmonument van Erps-Kwerps 

                       

Het oorlogsmonument van Erps-Kwerps is een H. Hartbeeld. De inscriptie ‘H. Hart van Jezus bescherm België’ benadrukt dit nog. In 1920 werd dit oorlogsmonument ingehuldigd. Het draagt de namen van de gesneuvelden, van de burgerlijke oorlogsslachtoffers en van de oud-strijders 1914-1918. Het monument stond oorspronkelijk op het dorpsplein bij de kerk van Erps. In 1964 werd het oude kerkhof rond de St.-Amanduskerk van Erps opgeruimd en enkele jaren nadien werd het oorlogsmonument verplaatst naar het nieuwe kerkhof van Erps-Kwerps dat met een dreef met de Nederokkerzeelsesteenweg verbonden is. 

  

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Kortenberg in de Belle Epoque. Het Streekboek, 1989, p. 93. 

naar tabel

De kapelletjes 

55.           De kapel van het H. Hart van Jezus
 

De kapel van het H. Hart van Jezus vinden we naast de woning gelegen op de Peperstraat nr. 4. recht voor de Oude Baan. Deze kapel werd in 1876 gebouwd door Petronella Poels, de weduwe van Petrus Wauters. Het was juist in 1876 dat de cultus van het H. Hart van Jezus een groot succes kende. Denk maar aan de bouw van de basiliek van het H. Hart te Montmartre in Parijs die in dat jaar ingehuldigd werd. De kapel is een bakstenen gebouw, een niskapel versierd met twee zware klassieke half reliëfzuilen in Franse steen. De omlijsting, de dekstenen en de inscripties zijn in hetzelfde materiaal. Het dak is met leien bedekt. De inscriptie vermeldt : ‘P. Poels weduwe van P. Wauters 1876’. De kapel werd in 1988 door de gemeente Kortenberg gerestaureerd. 

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 40. 

   naar tabel

56.           De kapel van O.L.Vrouw van Lourdes

De kapel van O.L.Vrouw van Lourdes werd in 1873 gebouwd op de hoek van de Frans Mombaersstraat en van de Curegemstraat door Petronella Poels, weduwe van Petrus Wauters. De Mariale vroomheid kende hoogtepunten in de tweede helft van de 19de eeuw. In 1858 was de H. Maagd 18 maal te Lourdes verschenen aan Bernadette Soubirous en langzamerhand werden Lourdes en de cultus van O.L.Vrouw belangrijk. Denk maar aan de Lourdesgrotten in Erps (in het park van het klooster) en in Nederokkerzeel. Het gebouw is een bakstenen niskapel, met vierkante hoekpilasters met twee topornamenten en met een klassiek fronton. De plint, de zijwanden en de achterzijde zijn met cement bezet. De inscriptie en de omlijsting van de nis zijn in witte steen. De inscriptie luidt : “Erps – P. Poels weduwe P. Wauters 1873”. Voor 1914 werd voor deze kapel de meiboom gepland. De kapel van O.L.Vrouw van Lourdes was vroeger ook een processiehalte.  Ze werd gerestaureerd door de gemeente Kortenberg in 1988. 

                                

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 41. 

  naar tabel

57.          De kapel van St.-Jozef 

In de Lelieboomgaardenstraat vinden we de kapel van St.-Jozef recht voor het huizencomplex nrs. 39-41. Deze kapel werd gebouwd in 1919 door Pauline Peeters, echtgenote van Felix De Greef als dank omdat haar zoon Petrus Désiré De Greef goed terug gekomen was uit W.O.I. en omdat het gehucht Lelieboomgaarden beschermd gebleven was van onheil in oorlogsomstandigheden. Het is dus een bedankeniskapel. Deze kapel is een eenvoudige veldkapel van het type niskapel, opgetrokken in baksteen. De rondboognis is geflankeerd door twee lantarentjes. De onderzijde van de kapel is met cement bezet. Boven de rondboognis is het jaartal 1919 aangebracht. De blauwe steen onderaan heeft de volgende inscriptie : ‘Ter eere van den H. Joseph die ons in den oorlog van 1914-1918 bewaard heeft’. 

 

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 43. 

  naar tabel

58.           De kapel van O.L.Vrouw Middelares  

In de Kouterstraat naast de woning nr. 119 vinden we de kapel van O.L.Vrouw Middelares. Ze herinnerd aan W.O.II. Frans Billast en zijn echtgenote Bertha Verhoogen woonden in het huis Kouterstraat nr. 121. Ze beloofden een kapel te bouwen wanneer hun zoon René Billast, die door de Duitsers krijgsgevangene genomen was in 1940, goed zou terugkeren uit W.O.II. Het was dus een bedankeniskapel voor een belofte. In 1947 bouwde metselaar Frans Billast de kapel naast zijn woning in de Kouterstraat. Het is een recente kapel in gevelsteen met voorportaal versierd met een deksteen. De sluitsteen, de consoles en het kruis zijn in Franse steen. De toegangsdeur is in smeedwerk. Dit kleinmonument is een gedeeltelijk toegankelijke kapel of een niskapel voorafgegaan door een portiek die men kan betreden. Vroeger was het een processiehalte. De kapel van de Kouterstraat is één van de drie symbolen van het Feestcomiteit Schoonaarde – Kouterstraat – Diestbrug. 

 

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 45. 

naar tabel   

59.    De kapel van O.L.Vrouw van de Zeven Smarten 

In 1841 bouwden Franciscus  Deckers en Catharina Huybens de kapel van O.L.Vrouw van de Zeven Smarten op de hoek van de Vissegatstraat en de Silsomstraat. In de volksmond spreekt men van de Deckerskapel. Deze bakstenen kapel kreeg bij een vroegere restauratie een classicistische vorm met zuilen. De bloot gekomen witstenen boog wijst op het oorspronkelijk aspect. De spitsboognis is afgeschermd met beglaasd hekwerk. Het zadeldak is met leien afgedekt. De kapel werd gerestaureerd door de gemeente Kortenberg in 1987. Vroeger was het een processiehalte. 

 

  

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 47. 

 naar tabel

60.    De kapel van O.L.Vrouw van Scherpenheuvel  

Op het gehucht Balkenstraat of het vroegere Borhoutens werd in 1857 de kapel van O.L.Vrouw van Scherpenheuvel gebouwd. Deze kapel ligt  naast de woning Balkenstraat nr. 34. De kapel is klassiek van opbouw met op heuphoogte gebroken zuilen, die via kleine consoles een linteel torsen. De kapel is bekroond met een pannen zadeldak. De rondboognis is geflankeerd door lantarens. Aan weerszijde van de kapel staat een lindeboom. In het fronton staat de tekst ‘O.L.Vrouw van Lourdes’. Onderaan vinden we de jaarsteen 1857. Voor 1914 werd de meiboom in Balkestraat voor deze kapel geplant. In 1957 vierde men het 100-jarig bestaan van de kapel. In 1988 restaureerde de gemeente Kortenberg dit kleinmonument. 

 

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 50. 

  naar tabel

61.           De kapel van de Moeder en Drie Gezusters    

De kapel van de Moeder en de drie Gezusters werd gebouwd op de hoek van de Leuvenstraat en van het Molenbeekplein op het gehucht Balkenstraat voorheen Borhoutens. De drie gezusters zijn de H. Bertillia (+687), die vooral te Brustem vereerd werd, de H. Eutropia (+407), die vooral te Rijkel vereerd werd en de H. Genoveva (+572) die te Zepperen vereerd werd. Deze kapel werd gebouwd door Joanna Philippina of ‘Pinke’ Tobback (+1898) de tweede echtgenote van Laurentius-Lambertus of ‘Bertel’ De Greef. Ze leed geweldig aan maagpijn en om niet altijd naar Brustem te moeten gaan waar de drie gezusters vereerd werden, bouwden ze een eigen kapel voor de Moeder en de Drie Gezusters achter haar hoeve nu, Leuvenstraat nr. 28. Michiel Janssens trad als metselaar op. Het werd een eenvoudige bakstenen kapel, die door het uitspringen van de steenlagen een niet-onelegante vorm kreeg. De nis heeft een rondboogvorm en de kapel is gewoonlijk in het rood geschilderd. Het leien zadeldak is bekroond met een fijn ijzeren kruis. Het jaartal 1894 werd aangebracht onder de rondboognis. Boven de nis vinden we de inscriptie : ‘Hier rust de Moeder met de Drie Gezusters’. De kapel werd gerestaureerd door de gemeente Kortenberg in 1994. 

 

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 51. 

H.VANNOPPEN.  De kapel van de Moeder en de Drie Gezusters te Erps-Kwerps viert haar honderdjarig bestaan -                                     Curtenberg, 1994-1995, p. 209-212. 

 naar tabel  

62.           De kapel van O.L.Vrouw Onbevlekte Ontvangenis  

In de Diestbrugstraat, even voor de Eikenstraat,  vinden we de kapel van O.L.Vrouw Onbevlekte Ontvangenis voor de woning nr. 78. Ze werd gebouwd in het Mariajaar 1954, toen de 100ste verjaardag gevierd werd van de afkondiging van het dogma van Maria Onbevlekte Ontvangenis. De architect van deze kapel was Félix Taes en de aannemer Marcel Thirionnet. De kapel is een moderne niskapel met een zeer spits zadeldak in geglazuurde pannen. De omlijsting van de nis, de sluitsteen en de consoles zijn in hardsteen. De plint is breuksteen van de Maas.  De ruitjes werden uit rood glas vervaardigd . Opvallend is het kunstig bewerkt ijzeren kruis. Boven de sluitsteen is de inscriptie ‘Onbevlekte Moeder 1954’ aangebracht. 

 

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 52. 

  naar tabel

63.           De kapel van het Kindje Jezus van Praag  

De kapel van het Kindje Jezus van Praag staat in de Frans Mombaersstraat, dicht bij de Mechelsesteenweg. Deze kapel is verbonden met de verdwenen villa Negenhoekhof  van de familie De Clercq. René De Clercq  en zijn echtgenote Eugenie Billen  bouwden deze kapel op het einde van de 19de eeuw op aanvraag van Celine De Cat, de moeder van Eugenie Billen. De cultus van het Kindje Jezus van Praag  vond zijn oorsprong in Tsjechië in de 17de eeuw. Prinses Polyxenia de Lobkowitz gaf  een wassen beeldje, dat ze als huwelijksgeschenk van haar moeder had gekregen, aan de karmelieten te Praag. Dat was het begin van een cultus, die zich op het einde van de 19de eeuw ook in België verspreidde o.a. via de Zuster van de H. Harten (Zusters Picpussen) in Tongeren. In 1937 wou men de straat verbreden  en kort daarop werd de kapel afgebroken en verplaatst.  De kapel van het Kindje Jezus van Praag in Erps-Kwerps is een bakstenen gebouw met een leien zadeldak. De deuren en de ramen hebben een spitsboog en zijn dus neogotisch. Het nokkruis, de dekstenen, de consoles en de kappen van de kleine steunberen  zijn in blauwe steen. Het gebouw is geheel wit en de plint is in het zwart bezet. In 1989 werd de kapel door de gemeente Kortenberg gerestaureerd.

Bibliografie 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 54. 

  naar tabel

 

De kastelen  

64.          Het Wijnegemhof 

               

In de Middeleeuwen was het Wijnegemhof het centrum van het leen van de heren van Wijnegem. Dit kasteel ligt langs de Wijnegemhofstraat niet zover van de Leuvensesteenweg . Verschillende adellijke familie volgden elkaar in dit kasteel op: de heren van Wijnegem, de ridders van Diegem, het geslacht ’t Serclaes en de burggraven van der Noot. In het begin van de 18de eeuw was Wijnegemhof een typisch gesloten Brabantse hoeve.  In 1764 werden nieuwe gebouwen opgericht. We kregen nu een speelgoed gecombineerd met een hoeve.Het nieuwe gebouw was opgetrokken in Regencestijl. Het geheel bestaat uit een poortgebouw met gebogen schilddak, uit een hoofdgebouw  met mansardevensters evenwijdig met de Leuvensesteenweg en uit een aanhorigheid vast aan het poortgebouw evenwijdig met de Wijnegemhofstraat. Waarschijnlijk was dit deel zonder bovenverdieping de hoeve. De schuur end e stallen zijn afgebroken. Het geheel was met grachten omringd. Boven de ingangspoort vinden we het jaartal 1764  en het wapenschild van de familie van der Noot met vijf oesterschelpen en de wapenleuze ‘Respice finem’. In de volksmond spreekt men dikwijls van het Boonespachthof naar de familie Boon, die de hoeve pachtte in het begin van de 19de eeuw. In het midden van de 19de eeuw was Wijnegemhof eigendom van Graaf Jacques Coghen, de eerste Belgische minister van financiën en een voorvader van koningin Paola. Sedert het einde van de 19de eeuw is Wijnegemhof eigendom van de Graven, later Prinsen de Merode van Everberg, die het landgoed verhuurden. 

  

Bibliografie 

A. WAUTERS. Histoire des environs de Bruxelles. 8 B, p. 379. 

F. MAES.  Oude woningen onder Erps-Kwerps – Eigen Schoon en De Brabander, 1956, p. 458-460.  

H. VANNOPPEN. Het Midden-Brabants volksleven in het kader van het jaar van het dorp, 1978, p. 156-161. 

H. VANNOPPEN. Honderd Kortenbergse gebouwen.
                                    Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 60-61. 

H. VANNOPPEN.   Het kastelendorp Erps-Kwerps- Eigen Schoon en De Brabander, 1989, p. 187-189. 

  naar tabel

De industriëlen complexen  

65.           De V.A.G. 

  

Het blok tussen de spoorweg Brussel-Leuven, de Zavelstraat, de Leuvensesteenweg en de Everbergstraat is het Middeleeuwse Noodbos.In de 15de, 16de eeuw behoorde dit gebied tot het leen De Droge Brake. In de volksmond sprak men van de Bleuk. N.V. D’Ieteren  bouwde hier vanaf 1969 haar industrieel complex (Volkswagen, Audi, Porsch). De gebouwen zijn het werk van Building Design een afdeling van N.V. D’Ieteren. in 1988 behaalden ze met het V.A.G. Contact Center de prijs voor de mooiste staalconstructie van het Centre Belgo-Luxembourgeois d’ Information de l’Acier (Het Belgisch Luxemburgs Staalvoorlichtingscentrum). Het V.A.G. Contact Center behaalde in 1989 de eerste prijs voor openbare en private gebouwen van de Belgian Architectural Award.  

 

Bibliografie 

H. VANNOPPEN.         Honderd Kortenbergse gebouwen. Op stap door 10 eeuwen verleden. Boek en Vorm Winksele, 1991, p. 90-91.

naar lijst bovenaan


Aarzel niet om informatie te vragen aan de voorzitter Doctor Henri Vannoppen of webmaster Gustaaf Salens. Elke vraag of suggestie is welkom. Dank voor uw belangstelling.
URL-adres van onze website
laatste aanpassing op 26.09.2014