Het Charter van Kortenberg, een eerste grondwet voor het hertogdom Brabant.


De abdij van Kortenberg werd vooral bekend door het Charter van Kortenberg, dat getekend werd door Hertog Jan II van Brabant die aan graveel leed en zijn hertogdom in rust na zijn dood wilde doen overgaan op zijn zoon.

De abdij van Kortenberg was een geschikte plaats omdat ze halfweg tussen Brussel en Leuven lag. De gemoderniseerde tekst van het charter volgt hierbij:

Charter van Kortenberg

Wij hertog Jan II van Brabant, gaan akkoord

1) om geen andere beden of belastingen te vragen dan die welke bekend zijn als de drie feodale gevallen: (bij het ridderschap van mijn zoon, bij het huwelijk van mijn dochter en bij mijn gevangenneming). De belastingen zullen redelijk zijn: (financieel voorrecht)

2) om een eerlijke rechtspraak te geven aan rijk en arm (rechterlijk voorrecht)

3) om de vrijheden van onze goede steden te erkennen (stedelijk voorrecht)

4) om een Raad op te richten die zal bestaan uit:

5) om die raad te laten vergaderen te Kortenberg in de abdij. Dit zal gebeuren om de drie weken om na te gaan of de financiële, rechterlijke en stedelijke voorrechten nageleefd werden;

6) om in de toekomst verbeteringen aan te brengen aan het beheer van het land via de raad

7) om bij overlijden van de leden van de Raad van Kortenberg nieuwe leden aan te duiden

8) dat de leden van de raad de eed afleggen op het Heilig Evangelie en dat ze het algemeen welzijn zullen nastreven

9) dat het volk het weerstandsrecht heeft wanneer de hertog of zijn nakomelingen weigeren het Charter van Kortenberg na te leven.

 

Op 27 september 1312 kreeg Brabant een charter dat we best een grondwet zouden kunnen noemen. Het was geldig voor het gehele hertogdom. Er ontstond uit dit charter een soort "Parlement van Cortenbergh" of een "Raad van Cortenbergh" of wat men noemde een bijeenkomst van "De Heren van Cortenbergh".

Dit controleorgaan, een voorloper van de latere standenvergaderingen. nl 1ste stand (=geestelijkheid), 2de stand (=adel), 3de stand (=steden) vergaderde in de abdij te Kortenberg en op andere plaatsen met ups and downs tot in 1375.

Vanaf 1332 was de raad uitgebreid met twee leden, zodat men tot 16 "Heren" kwam: Antwerpen kreeg een lid bij en had er dus twee en de Waals-Brabantse stad Nijvel kreeg eveneens een lid. In 1340 zegelde men de stukken met een speciaal zegel waarop een boom op een bergje geplant stond ('de korte' of 'scherpe berg'?). Het zegel droeg als legende: SIGILUM COMMUNE: CONSILII: DE CORTENBERGHE (het gemeen of gewoon zegel van de Raad van Kortenberg).


Aarzel niet om informatie te vragen aan de voorzitter Doctor Henri Vannoppen of webmaster Gustaaf Salens. Elke vraag of suggestie is welkom. Dank voor uw belangstelling.
URL-adres van onze website
laatste aanpassing op 26.09.2014