Mei 2004

Het kaste - systeem in India

 

 

 

De oorsprong van het systeem is te vinden in de Arische maatschappij: het gaat om de Indogermaanse volksstammen uit de oergeschiedenis van het Euro-Aziatische vasteland.  Deze volksgemeenschap was verdeeld in drie groepen: de eerste omvatte de Indische brahmanen, de Europese druïden en de Iraanse wijzen.  De tweede groep is die van de soldaten en de derde die van de boeren.

 

Aan de basis van het systeem vinden we dus een hiërarchische en professionele structuur van de gemeenschap.  Maar wat het Indische kaste systeem verschillend maakt van die welke elders bestaan of bestonden in de wereld, is enerzijds dat er in India een verband werd gelegd tussen godheid en kaste en anderzijds is er de verstarring, die alle overgang van een kaste naar een andere onmogelijk maakt: een kind, geboren als lid van één kaste, behoort onherroepelijk tot die kaste.  Het kind van een boer zal nooit Brahmaan kunnen worden, noch een Brahmaan afdalen tot een lagere kaste.  Als de Ariërs zich in India kwamen vestigen, integreerden ze zich langzaam aan in de toenmalige bevolking.  Zo ontstonden vier traditionele kasten in India.

 

-          de Brahmanen of de priesters waren ontsproten uit het hoofd van de godheid, want zij hielden zich bezig met de eredienst en alle intellectuele aktiviteiten.

-          de Ksatriyas of koningen, krijgers, soldaten, kwamen uit de hand van de godheid, want zij verdedigden de maatschappij, ze vochten met het zwaard, vandaar de verwijzing naar de hand.

-          de Vaishyas of handelaars die hun waren op de wegen aan de man brachten  kwamen uit de benen.

-          de Shoedras  of landbouwers, die met hun voeten op het land stonden, kwamen uiteraard uit de voeten van de godheid.

 

Wat in zijn oorsprong slechts een werkverdeling was, een indeling van de maatschappij in de vedische tijd, dus op religieuze en op beroepsbasis, is stilaan weggezakt in een systeem van kasten, die zich van elkaar afsloten en die alle overgang van een kaste naar een andere totaal onmogelijk maakte.  Die visie op de gemeenschap werd aangemoedigd door de brahmanen, want zij hadden er alle belang bij het stelsel, dat in hun voordeel was, te handhaven, en konden zo hun eigen waardigheid en belangrijkheid bij de mensen gemakkelijk doen aanvaarden.  Alles werd geregeld volgens het peil van 'zuiverheid' in de beroepen.  Mensen die zich bezig hielden met wassen, opruimen van vuil of die in contact kwamen met bevuilde zaken omwille van hun werk, waren de 'onaanraakbaren', de 'untouchables' of ' harijans '. Deze kastelozen en tribalen, de Paria's, omvatten samen met de Shoedras ongeveer de helft van de Indiase bevolking, zij behoren tot geen kaste en werden door geen enkele wet beschermd.  En aan het andere einde van de reeks, bovenaan, stonden de brahmanen: hun activiteiten waren 'rein' per definitie.  Daartussen waren al de andere klassen, al naargelang de reinheid van hun werk.  Deze nog steeds bruikbare basisstructuur blijft bruikbaar, maar vertekent toch de realiteit, die bestaat uit honderden kasten.

 

Omwille van de zovele subkasten kan de associatie met een beroep niet meer strikt geduid en de status van een individu en de kaste waartoe hij of zij behoort is niet hetzelfde maar kan heel verschillend zijn van de kaste waarin men geboren is.  De interactie tussen kasten vermeerderen snel door de modernisering en groeiende mobiliteit.  Kasten overstijgen elke classificatie die we ons kunnen indenken: beroep, familieband, religie …  Essentieel blijft natuurlijk het huwen binnen de kaste.

 

Met de tijd hebben dus de vier hoofdkasten geleid tot het opbouwen van de huidige talrijke kasten, volgens verschillende beroepen.  In India noemt men ze de 'jati': de jati van de schoenmakers, de jati van de kappers, enz.  In elk van de deelstaten, die de Indische federatie uitmaken, heeft elk van die kasten zijn eigen naam en wetten en ze staan helemaal los van de kasten die in de naburige deelstaat dezelfde aktiviteit uitoefenen.  Om zijn eigen identiteit te beveiligen gaat men zelfs tot het beperken van huwelijken: dat moet gebeuren binnen de kaste.  De solidariteit op moreel, sociaal en economisch vlak binnen de kaste is een werkelijkheid, behalve in de grote steden, waar het individualisme, 'ieder voor zich', vaak hoogtij viert.  De leden van de kaste oefenen hun traditionele activiteit uit, alhoewel de mogelijkheid om over te schakelen naar een andere beroepsaktiviteit meer en meer aanvaard wordt, wat echter voor de persoon geen verandering van kaste meebrengt.  Het is interessant te weten dat de jati's, die laagst geplaatst zijn op de sociale ladder, ook economisch onderaan staan op de welvaartsladder. Het zijn de laagste kasten, die van de 'untouchables' , de armen, die het gewone werkvolk leveren aan de gemeenschap.  En toch! …  Eén van de 'untouchables' werd vice-eerste minister van India, en andersom gebeurt het ook dat sommige brahmanen van de hoogste kaste uit werken gaan om economische redenen.  Maar ieder blijft echter deel uitmaken van zijn eigen kaste …

 

Hoewel sinds de onafhankelijkheid in 1947 wettelijk verboden, speelt het kastenstelsel nog steeds een belangrijke rol in het hedendaagse India.  Vooral op het platteland blijft het nog steeds een belangrijk maatschappelijk ordenend systeem.  Ondanks alle voorspellingen, dat het kastesysteem zich niet zou handhaven in een verwesterd en gedemocratiseerd India, blijkt het in de praktijk nog zeer sterk gehandhaafd.

 

Enkele waardevolle werken hiermee in verband:

-          'Het Hindoeisme'   A.Nugteren - Uitg. Garant 1992.

-          'Brahmanisme of Hindoeïsme'  uit: Die fünf Weltreligionen - Eugen Diederichs - Verlag, Düsseldorf/Köln.

-          'India' betoverende verscheidenheid - Winand Callewaert - Davidsfonds/leuven  1996

-          'Hindoeisme' goden, goeroes en gezangen - Winand Callewaert - Davidsfonds/Leuven

-          'Een wereld van religies'   John Wobker

-          'Oosterse wijsheid'   Anthos-Standaard