|
G A N D H I een
biografe van … mensen voor mensen -
… een vrijheidsstrijder zonder geweld |
|
Mei 2001 DEEL I |
. |
Mohandas Karamchand Gandhi, geboren te Porbandar (Sudamapuri) op 02 oktober 1869, huwt op 13 jaar Kasturbai. Na voorbereidend onderwijs voor de universiteit neemt hij de boot naar London. Na drie jaar wordt hij advocaat en heeft intussen twee zonen. Gandhi krijgt na enkele mislukkingen in India een plaats in Zuid-Afrika. Hij ontdekt er de ware taak van de advocaat: het betere ik van de mens te ontdekken en hun hart binnen te gaan. Uit elkaar gedreven partijen opnieuw bijeen te brengen: dit is het geheim van succes. De gelegaliseerde slavernij in Zuid-Afrika maakt diepe indruk op hem. Elke dag gaat hij zich meer met hen identificeren. Hun lijden wordt zijn lijden. Vereenvoudiging van zijn leven, het verlenen van daadwerkelijke hulp aan zijn medemensen, onbaatzuchtige dienstbaarheid, dit bepaalt zijn definitieve levensrichting, namelijk hoe minder egocentrisch, hoe meer spiritueel bewustzijn! Door het opgeven van eigenbelang wordt de hele mensheid zijn gezin. |
|
|
||
|
Een mens kan niet juist handelen op één terrein
van zijn leven, terwijl hij bezig is verkeerd te handelen op enig ander
terrein. Het leven is een ondeelbaar geheel!
Om anderen te transformeren moet je eerst zelf transformeren. Dit spirituele vindt Gandhi
in de Bhagavad Gita, het
onfeilbaar gedragsboek: … hij leeft in wijsheid, die zichzelf in allen ziet
en allen in zichzelf … dus bezitloosheid en gelijkmoedigheid. Hoe elk ogenblik van het leven waardevol
maken, vrij van angst en onzekerheden?
De mens is geboren om te vechten, te handelen: zijn hartstochten te
transformeren in spirituele kracht.
Van waar komt die zo diep ingevreten kanker
van de onmenselijkheid van de ene mens tegen de andere, de vervolging van
hele rassen vanwege hun huidskleur of geloof?
Hij blijft een onverzoenlijke tegenstander van gewelddadige methoden
om zelfs de nobelste doeleinden te bereiken.
De ervaring leert dat het goede dat voortkomt uit onwaarheid en geweld
nooit blijvend kan zijn. Burgerlijke
ongehoorzaamheid is het onvervreembaar recht van
ieder mens. In plaats van het aan te
wakkeren door haat, geweld door geweld, kan uitsluiting overwonnen worden
door haat met liefde en verachting met achting te beantwoorden, gepaard met
vastberaden weigering zich aan onrechtvaardigheid te onderwerpen. De waarheid zetelt in ieder mensenhart, men
moet haar daar zoeken en zich door die waarheid laten leiden. Het SATYAGRAHA
is het vasthouden aan de waarheid. Waarheid
is datgene wat nooit verandert. Kwaad,
onrecht, haat, bestaan alleen door onze medewerking. Daartegenover staat de geweldloze
weerbaarheid, onbaatzuchtigheid, zonder enige gedachte van persoonlijke
genoegens of persoonlijk gewin, dus het gebruik van onbaatzuchtige middelen,
geen geweld maar liefde en eerbied. Satya en ahimsa = waarheid en
geweldloosheid, al het leven is één.
Een onvoorwaardelijk vertrouwen in de menselijke aard is de essentie
van zijn geloof. Niet kwantiteit maar
kwaliteit telt. Gewelddadige
non-coöperatie vermenigvuldigt slechts het kwaad, en dit kan slechts door
geweld worden geschraagd. Dus,
weigering om aan verder kwaad mee te werken vereist volledig afzien van
gewelddadigheid. Hieruit ontstaat de
non-coöperatie beweging (Jawaharlal Nehru, de latere eerste minister, wordt één van zijn
eerste volgelingen), m.a.w. de burgerplicht tot geweldloze coöperatie. 1930 – de Zout-Satyagraha:
het werd door de regering bij wet verboden aan Indiërs het in een tropisch
land zo levensnoodzakelijke zout zelf te winnen, dit om de mensen hierbij
afhankelijk te maken van een Brits monopolie. Er werd een zouttaks geheven, waarlijk de
zoveelste koloniale uitbuiting! Uit
protest werd er vanuit een ashram van Gandhi een protestmars gehouden naar het ongeveer Geweldloosheid is de zwaarste discipline die je
in het leven kunt aanleren t.t.z. haat met liefde
beantwoorden! Ware geweldloosheid is
onmogelijk zonder bezit van volstrekte onbevreesdheid. Wapenbezit impliceert een element van angst
en/of lafheid, dus, vechten zonder geweld!
Kracht komt niet voort uit fysieke vermogens, maar komt voort uit een
ontembare wil! Volmaakte liefde
verjaagt de vrees. Wanneer het welzijn
van iemand anders meer voor je betekent dan het jouwe, dan pas kun je zeggen
dat je liefheb. De rest is louter
zakendoen: geven en nemen! Die liefde
uitbreiden tot hen die je haten is de uiterste grens van AHIMSA,
en het verlegt tevens het bewustzijn zelf: liefde en respect voor alle
mensen, volledig vertrouwen in eigen kunnen en volstrekte onbevreesdheid van ahimsa. De
belangrijken zoeken hun kracht al te graag in de massa. De dapperen van geest scheppen er eer in
alleen te vechten. Haat wordt nimmer
tot staan gebracht, haat houdt op te bestaan door liefde, dit is een
onveranderlijke wet (Politiek kan en zal altijd veranderen!). De voldoening schuilt in de inspanning,
niet in het resultaat. Totale
inspanning is totale overwinning. “Doe
afstand, en geniet!”, om van het leven te genieten moeten we ons nergens
zelfzuchtig aan hechten, aan geld, bezit, macht of prestige of zelfs familie
of vrienden. Zodra wij er zelfzuchtig
aan gehecht zijn, worden we er de gevangene van. Onthechting betekent dat je je geen zorgen moet maken of het gewenste resultaat al
dan niet voortvloeit uit je handelingen, zolang je motieven maar zuiver zijn en
de manier waarop de juiste.
Onthechting is een “vaardigheid in handelen”. Iemand die zich niet vastklampt aan
resultaten en alleen probeert zijn best te doen, zonder te denken aan winst
of macht of prestige, wankelt niet wanneer er zich moeilijkheden voordoen. Hij zoekt zijn weg zonder aarzelen door
iedere beproeving, want zijn ogen blijven altijd op het doel gericht. Onthechting is geen apathie of
onverschilligheid. Het is een eerste
vereiste voor doelmatige betrokkenheid.
Vaak wordt hetgeen wij voor anderen als het beste beschouwen, vervormd
door onze gehechtheid aan onze mening, we willen dat anderen gelukkig zijn op
de manier die wij de juiste voor hen achten.
Pas wanneer we er zelf niets mee willen winnen, zijn we in staat ons
een duidelijk begrip te vormen van andermans behoeften, en zijn we in staat
te zien hoe we hen kunnen dienen. Wij
hebben geen toegang tot de schatkamer van creativiteit, verborgen in het
innerlijke, zolang we met eigen carrière bezig zijn. Pas wanneer we voor de anderen leven,
ontdekken we nieuwe grote krachten in onszelf, die nauwelijks zijn in te
dammen. Dit alles toepassen in het
leven van alledag, is dan geen intellectuele bezigheid van de oppervlakte van
de persoonlijkheid, hoeveel talent en kennis er ook mee gemoeid mogen
zijn. Het toepassen grijpt veel dieper
in het bewustzijn en leidt tot volledige transformatie van karakter en
handelen. Dit is de BHAGAVAD GITA
bekijken als handboek voor dagelijks leven.
Het is een religieus-filosofische tekst in
Sanskriet, en aanzien als de meest typische Hindoe-expressie. Voor Gandhi is
het een oosterse allegorie ter overweging, het verhaal over de rivaliteit
tussen twee families, welke zich culmineert in een grote oorlog, de strijd
van de mens tussen goede en kwade krachten en de noodzaak steeds opnieuw de
juiste keuze te maken, voor velen eveneens dagelijkse stof voor meditatie … Deze Bhagvadgita
(the Song of the Lord), afgekort Gita, ontstaan ca
700 v Ch., bevat een dialoog van een 660-tal
dubbelverzen, en is na de Bijbel, het meest vertaalde religieuze werk. Ook voor de westerse mens kan deze
universele boodschap inspirerend zijn.
Het zijn woorden in praktijk brengen!
Enkel te houden van hen die ons liefhebben is geen geweldloosheid,
maar geweldloosheid is pas wanneer we houden van hen die ons haten. – cfr. Bhagavad Gita en de Bergrede! – de wet van de overgave. Doe het werk dat je is toebedeeld, maar doe
afstand van de vruchten ervan; wees onthecht en werk; wens geen beloning en
werk. Hierdoor ontstaat geen teleurstelling
maar vreugde en vrede die ons verstand te boven gaan, en welke de scepticus
of hem die trots is op zijn intellect of geleerdheid niet ten deel valt, maar
alleen de nederigen van geest. Hier verwijst Gandhi
naar YOGA, de onverdeelde gerichtheid van geest als tegenpool van het
absolute tegendeel van de oorlog die onafgebroken dagelijks gaande is tussen
intellect, zintuigen, emoties en instincten.
Yoga is de volledige integratie van al de fragmenten, een proces dat
heel maakt. Wij denken één ding, voelen
een tweede, zeggen een derde en doen een vierde! Bij Gandhi is wat
hij denkt, voelt, zegt en doet allemaal hetzelfde, dus geen
inconsequenties. Wanneer men zich zo
tot het nulpunt reduceert, komt er een tijdstip waarop een individu
onweerstaanbaar wordt en zijn handelingen allesdoordringend worden in hun
uitwerking. Dan zie je het leven zoals
het werkelijk is, gezuiverd van eigen sympathieën en antipathieën,
vooroordelen, verlangens, belangen en angsten. Juist door die separatistische zienswijze
wordt ons leven gefragmenteerd, mens tegen mens, gemeenschap tegen
gemeenschap, land tegen land. |
||
|
Oktober 2001 DEEL II |
|
|
|
Via verdieping in eigen
persoon… reductief gaan handelen, een nooit
eindigende dynamiek,… het geweld op een geweldloze manier bestrijden. |
||
|
Om het leven te kunnen zien zoals het is, een
onverdeeld geheel, moeten we alle gehechtheid aan persoonlijk gewin, macht,
genoegen of prestige laten varen, achterwege laten. Zoniet kunnen we niet anders dan het leven
bezien door de bril van onze individuele conditionering, en zullen we nooit
de wereld zien zoals hij is, maar zoals hij geconditioneerd is door onze
begeerten. In de loop van al die jaren
van conditionering waarin wij steeds weer proberen de begeerte naar
persoonlijke voldoening te bevredigen, zijn we gaan geloven dat dit onze ware
persoonlijkheid is. Maar in
werkelijkheid is het een masker, waarvan we enkel zijn vergeten dat het
afgezet moet worden. Onder dit masker
schuilt al de glorie van ons ware ik: volstrekte onbevreesdheid,
onvoorwaardelijke liefde en blijvende vreugde! Dit masker afzetten is zichzelf tot het
nulpunt brengen, door vele jaren van leven voor anderen i.p.v. voor zichzelf,
het verdrijven van innerlijke verdeeldheid, egoïsme en vrees. Zo blijft er alleen ware liefde en
onbevreesdheid over, welke al die tijd verborgen zaten. Mensen kunnen niet vijandig zijn in de aanwezigheid
van iemand in wie alle vijandigheid is gestorven, en ook niet bang zijn in
aanwezigheid van iemand in wie alle vrees gestorven is. Deze kracht maakt zich los door de ware
navolging van ahimsa, de gehele wereld wordt één
familie! |
||
|
Geweldloosheid valt ons niet ten deel door
enigerlei intellectuele prestatie, het is een kwestie van het hart. Je wordt niet met onbevreesdheid
geboren. Telkens opnieuw proberen
stand te houden en niet weg te lopen bij iets wat je bedreigt, en dit door de
MANTRA in je hoofd te herhalen, dit kan vrees in onbevreesdheid
veranderen. De mantra wordt
langzamerhand een grote steun, een onfeilbare bron van geesteskrachten helpt
je door elke beproeving. Mantra = een
spirituele formule dat het negatieve in de persoonlijkheid kan transponeren
in het positieve, boosheid in mededogen, kwade wil in goede wil, haat in
liefde. Het wordt een
geestesgesteldheid die door niets kan worden verstoord. Wanneer je geest de mantra vastgrijpt, valt
alle rusteloosheid weg. Maak je geest
stabiel, dan kan niets je van je doel afhouden en word je zelf vrij. De mantra kalmeert de geest en maakt hem
gereed voor de MEDITATIE, sleutel tot de transformatie van karakter en
bewustzijn. Het is een dynamische
discipline los van welk geloof of dogma dan ook, waarin je totale concentratievermogen
wordt gericht op een allesoverheersend ideaal waar langzamerhand alle
kleinere idealen en doeleinden zich in oplossen. Door middel van deze discipline betreed je
de diepste niveaus van het bewustzijn, waar de stormen van de diepgewortelde
conflicten onafgebroken, dag en nacht, woeden. Het is deze ontzagwekkende diepte met woede
en vrees, dat de liefde de strijd aanbindt, en er uiteindelijk de
heerschappij over verwerft, over alle gevoelens. Met meditatie wordt je gelijk aan het
onderwerp van je meditatie, de hoogste bewustzijnsstaat die een mens kan
bereiken (Hst 2 v.d. B.G.). Hoe zinvol te leven in een wereld vol
gewelddadige conflicten en constante veranderingen? De mensen zouden eens minder moeten denken
aan wat zij moeten doen, en meer aan wat zij moeten zijn (cfr.
ook de Duitse mysticus, Meester Eckhart). Dit is de kunst om zinvol te leven, het
kleinste detail van zijn leven tot kunstwerk te maken, een onverzadigbare
liefde voor de mensheid … je simpel dagelijks leven is je hoogste
spiritualiteit!… |
||
|
Gandhi’s vrouw, Kasturbai, leerde Gandhi
liefhebben door zelf het voorbeeld te geven – stilzwijgend, elke dag in
praktijk brengen wat hijzelf bewonderde, als een theoretisch ideaal. Zo werden zij elkanders leermeester, door
haar geduld en zijn vurig enthousiasme.
Begin op het punt waar je bent!
Probeer het welzijn van de anderen op de eerste plaats te stellen en
de jouwe de laatste … Dit is de
discipline waardoor het vermogen tot satyagraha,
het vasthouden aan de waarheid, zich ontwikkelt. Het is de diepst menselijke motivering,
omdat het direct beantwoordt aan de diepste behoefte van de mens: de behoefte
om lief te hebben. “Liefde eist nooit,
maar geeft voortdurend. Liefde is
altijd lijdzaam, koestert nooit wrok, neemt nooit wraak” (Vinden wij dit niet terug bij Paulus (1
Kor.13,4-8 ?) |
||
|
Ahimsa is een zielskenmerk en
dient daarom op alle terreinen des levens beoefend te worden. Gandhi sticht
verschillende gemeenschappen of ashrams, waar
mensen komen leren hoe zij liefde en geweldloosheid tot grondslag van hun
leven kunnen maken. Eerst in Sabarnati, vervolgens ontstond de beweging van de handgesponnen katoen en de zout-satyagraha
van 1930. Men noemde de ashram rondom hem Sevagram, of
het dorp der dienstbaarheid. Met
meditatie begon zijn dag. Het werd er
een essentieel onderdeel van, belangrijker dan zijn maaltijden, waarbij de
meditatie elke morgen een nieuwe stroom energie losmaakte in zijn lichaam:
het geduld, de moed, de veerkracht en de onverwoestbare opgewektheid. Temidden van al die schijnbare chaos van de
dagelijkse drukte door het beladen dagprogramma, bewaarde hij de orde door
middel van een veeleisende aandacht voor tijd en detail, zeer punctueel. De maaltijden in de ashram
hadden de intimiteit van een gezinssacrament, gevolgd door een avondwandeling. |
||
|
Mei 2002 DEEL III |
|
|
|
Na
ontmaskering volgt bevrijdende authenticiteit,… verzet tegen onrecht vanuit
een doorleefde spiritualiteit Hij is voorgoed bevrijdt die losbreekt Uit de egokooi van ik en mijn. Om één te worden met de Heer der Liefde. Dit is de hoogste staat. Bereik die, En ga over van dood naar onsterfelijkheid |
||
|
De kunst van het sterven is een natuurlijk
voortvloeisel van de kunst van het leven.
Zo verging ook Gandhi’s slottragedie, toen
hij in Delhi werd neergeschoten op 30 januari 1948, amper enkele maanden na India’s onafhankelijkheid (op 14 augustus 1947 onder Mountbatten) een mens is een geweldige spirituele kracht,
ternauwernood omsloten door fysieke vorm.
Wanneer al zijn hoop, zijn begeerten, zijn totale inzet, zijn totale
wil samensmelten en één worden, komt deze kracht nog tijdens zijn leven vrij
en legt de dood van zijn lichaam deze kracht niet meer aan banden – de kracht
der geweldloosheid! Zijn leven is zijn
boodschap: hier en nu waarheid en geweldloosheid in praktijk te brengen, zo
oud als de wereld dus, midden in het dagelijks leven. Satyagraha is de techniek voor
sociale actievoering welke Gandhi gebruikte om
India te bevrijden van de Britse overheersing. Het is een wijze om conflicten te benaderen
en geweldloos op te lossen op vele niveaus van de menselijke interactie. De toepassing begint thuis bij het
individu, en breidt zich uit tot de gemeenschap enz. Het is niet alleen een techniek of theorie
maar een levenswijze welke haar potentieel pas bereikt door de toepassing –
alleen door er naar te leven. De
kracht ervan ligt dus binnen het bereik van de doorsnee man en vrouw en
vereist geen hogere opleiding of bijzondere training, vermits het gebaseerd
is op de meest fundamentele wet van de menselijke natuur, liefde, en ligt
binnen het vermogen van ieder van ons.
Gandhi reikt ons een talisman aan om telkens
wanneer je in twijfel verkeert of wanneer ons ego te machtig wordt, dit
hulpmiddel te proberen: haal het gezicht voor de geest van de armste, meest
hulpbehoevende mens die je ooit hebt gezien en vraag je af of de stap die je
overweegt te nemen voor hem van enig nut is.
Zal hij erbij kunnen winnen?
Zal hij er de macht over zijn eigen leven en bestemming door
terugkrijgen? Zal het leiden tot
onafhankelijkheid voor de lichamelijk maar ook spiritueel verhongerde
miljoenen mensen? Dan zal je bemerken
dat je twijfels en je ego wegsmelten. Satyagraha is noch een onafhankelijke beweging, noch een
techniek voor politieke actievoering, ofschoon het op verschillende
tijdstippen, beiden kan gaan betekenen.
Satyagraha is eenvoudig een spirituele
kracht en bruikbare energiebron die ons elk individueel toebehoort, hoewel we
er ons meestal niet van bewust zijn. Dus, geen “lijdzaam verzet”, maar satya is waarheid, wat liefde impliceert, en agraha is vastberadenheid, wat daaruit voortspruit als
synoniem van kracht, dus waarheid en liefde voor geweldloosheid! Satya – waarheid
– dat wat is, en wat nooit verandert en ten allen tijde en onder alle
omstandigheden blijft gelden. Waarheid
is God – maar alleen God kent de absolute waarheid en wij kunnen maar een
relatieve waarheid nastreven. Maar als
ons streven naar waarheid zuiver en onbaatzuchtig is, kan ons geen kwaad
overkomen. Bij oprechte inspanning
komt het besef bij de zoekende, dat er talloze waarheden zijn als
verschillende bladeren van een boom. Daarom is Waarheid de juiste aanduiding
van God. Daarom schuilt er ook niets
verkeerds in ieder mens bij het volgen van de Waarheid naar gelang zijn
verstand hem ingeeft. Ja, het is zelfs
een plicht dit te doen. Bij een
dergelijk onbaatzuchtig zoeken naar Waarheid kan niemand het spoor lange tijd
bijster zijn. Satyagraha:
agraha betekent “het aandringen op”, “hardnekkigheid”
– vastberaden vasthouden aan de waarheid, hoe dan ook, met een ontembare
Waarheid alleen is niet genoeg, gezien de aard van de mens. Tegengif voor onwaarheid is het
stelselmatig afzwakken van de zelfzucht; je reduceren tot het nulpunt, welke
steeds noodzakelijk blijft tot zoeken naar waarheid, om zelfvoldaanheid,
arrogantie en zelfs tirannie te voorkomen. Dan eerst komt het tijdstip waarop een individu
onweerstaanbaar wordt en zijn handelingen alles doordingend in hun
uitwerking, wanneer hij zichzelf tot het nulpunt reduceert. Eigenzinnigheid blokkeert deze stroom van
geweldige innerlijke satyagraha-kracht. Jezelf aan de kant zetten is dan de
onvervalste zielekracht. Zoals het licht enorm in kracht toeneemt
wanneer het wordt gebundeld in de laser, zo wordt de kracht van het individu
onweerstaanbaar d.m.v. zelfdiscipline, en zelfreducering
tot het nulpunt. De kracht is niet
voorbeschikt aan enkele uitverkorenen, maar is beschikbaar voor iedereen, en
heeft een universele toepasbaarheid, wat het bewijs is van haar bestendigheid
en onoverwinnelijkheid. Ahimsa: geweldloosheid – nobelste uitdrukking van de
Waarheid – de weg naar de waarheid. Ahimsa is het middel, Waarheid het doel, en zijn
onafscheidbaar met elkaar verweven. Ahimsa is het onreduceerbare
minimum waaraan satyagraha verbonden is. Ahimsa is
afgeleid van de Sanskritische werkwoordstam han = daden. Hims betekent “verlangend doden”, en het voorvoegsel a=
een ontkenning. Dus letterlijk:
“zonder enig verlangen om te doden”, wat het thema is waarop hindoe-, jain-, en
boeddhistische zedenleer gebaseerd is, de essentie zelf van de fysieke
kracht. Onze menselijke waardigheid vereist
gehoorzaamheid aan een hogere wet, de kracht van de geest. Het woord geweldloosheid impliceert een
negatieve, bijna passieve toestand terwijl de Sanskritische
term ahimsa een dynamische geestesgesteldheid
veronderstelt, waarin kracht vrijkomt, voortkomend uit een ontembare
wil. Deze innerlijke kracht, verborgen
in de diepten van ons menselijk bewustzijn kan gecultiveerd worden door
volledig naleven van het ahimsa-beginsel.
Gewelddadigheid belemmert deze energie en werkt vernietigend terwijl ahimsa onoverwinnelijk is. Wanneer satya
samengaat met ahimsa, kan deze de ganse wereld
omvatten. De ervaring is de toetssteen van de waarheid en de geweldloosheid –
dus … toepassen, het kan niet falen.
Het is juist de praktijk dat de grote waarde ervan bepaalt. Deze gedragsregel voor onze samenleving
brengt de hemel op aarde … en heeft niets te maken met verdienste verwerven
in het hiernamaals of zo. Geweld levert slechts schijnoplossingen en zaait
verbittering en vijandschap met uiteindelijke desastreuze uitwerking. Het begint in je persoonlijke relatie met
anderen, in je eigen huis, en eist een nooit aflatende waakzaamheid over je
totale levenswijze, omdat het niet alleen daden, maar ook woorden en
gedachten omvat. Ahimsa
is een veel subtieler aangelegenheid dan men wel eens wil voorstellen, door
geen enkel levend wezen kwaad te doen.
Het hoort er ongetwijfeld ook bij, maar is wel de geringste
uitdrukkingsvorm ervan. Het ahimsa-beginsel wordt geschaad door slechte gedachte,
door overhaasting, door liegen, door haat, door iemand kwaad toe te wensen. Ook wordt er geweld aangedaan wanneer wij ons
vastklampen aan hetgeen anderen nodig hebben.
Op juiste wijze ahimsa naleven, verandert de
structuur van het leven. Het kan een
leven lang duren voor men de ware geest van ahimsa
leert verwerkelijken. Dus, geen
kortstondig vermaak of tijdverdrijf, maar het veranderen van het aangezicht
van de wereld. In haar dynamische
toestand betekent geweldloosheid bewust lijden en geen gedwee onderwerping
aan de wil van de boosdoener. Ahimsa is niet deemoedig, dit is een algemene
misvatting. Ahimsa
staat met vriendelijkheid en sympathie tegenover de tegenstander, maar met de
rotsvaste overtuiging stand te houden, ongeacht de mate van verzet. Juist omwille van de doordringende
subtiliteit is ahimsa zeer doeltreffend en wordt
het juist moeilijker je ertegen te verweren.
Het werkt voortdurend, geruisloos en onafgebroken tot de hele
samenleving ervan is doordrongen. De hele
wereld eert Gandhi als het levende symbool van de
geweldloosheid, zijn naam is synoniem van ‘verzet tegen onrecht vanuit een
doorleefde geweldloosheid, het streven naar waarheid. Satyagraha: westerlingen zijn
ondernemend, ongeduldig, in beslag genomen door het vermenigvuldigen van hun
materiele behoeften en het bevredigen ervan, dol op vertier, verlangend zich
fysieke arbeid te besparen en verkwistend in hun gewoonten. Oosterlingen hebben eenvoud als hoogste
belang, geduld, volharding, soberheid en onmaterialistische instelling. Traditioneel wordt een conflict tussen twee
partijen slechts “opgelost” door
erkenning van het machtsoverwicht van de ene tegenstander tegen de
andere. Het veronderstelt dat de ene
partij slechts ten koste van de andere kan slagen. Dus, bij een winnaar hoort een
verliezer. Zelfs het compromis stoelt
op dit uitgangspunt. Satyagraha vecht dit uitgangspunt aan en probeert het
ontstaan van het conflict te voorkomen (Denken we hier even aan de ‘geen
verlies’-methode van Dr. Gordon, via inzichten van Rogers
en Jung.).
Dus, de vijandschap trachten uit de weg te ruimen door beide partijen
te overtuigen van de gemeenschappelijke visie namelijk dat wij veel meer
hebben te winnen bij harmonie dan bij tweedracht. De tegenstander blijft geen te overwinnen vijand
maar wordt een medestander bij het zoeken naar een waarachtige
oplossing. Dit is geweldloze
non-coöperatie. Het doel mag niet zijn,
de tegenstander te straffen of schade te berokkenen. Wat voor mezelf geldt, gaat in gelijke mate
op voor de hele wereld. Het trachten
de vijandelijke relatie te veranderen in een van achting en vertrouwen en het
zuiveren van wantrouwen en kwaadwilligheid door vertrouwen, steun, medeleven
en zelfs bereidheid om te lijden, om de tegenstander te openen en te
ontwapenen. Dit wijst op samenwerking! Satyagraha is geen methode maar
een houding, een innerlijke toestand van geweldloze liefde als relatie met de
rest van de mensheid en komt van binnenuit.
Zij heeft dus een persoonlijk karakter en begint in het hart en
behoeft geen volgelingen om zich voelbaar te maken. Zij is niet afhankelijk van aantallen. Het hoeft alleen maar stevig verankert te
liggen in het hart. Het is echter niet voldoende te begrijpen, maar het komt
voort uit een discipline om eigenbelang weg te nemen. De basis van geweldloosheid dient in eigen
bewustzijn gelegd. Dit omvat veel
studie, geweldig uitzettingsvermogen en grondige innerlijke reiniging. De eerste tegenstander in geweldloze
weerbaarheid is ons eigen zelf.
Geduld, medeleven, de bereidheid om vol te houden, en de nodige
flexibiliteit zijn de fundamentele criteria voor een nagestreefde satyagraha! |
||
|
Enkele
waardevolle werken hiermee in verband : “GANDHI
” door Eknath
Easwaran Uitg. Sirius en Siderius – 1983 – Den Haag “MAHATMA
GANDHI – Vrijheidsstrijder zonder geweld”
Mike Nicholson Uitg. Infodok –
Leuven – 1989 – Vert.: Detty Verreydt “GANDHI
- Die nacht kwam de vrijheid” L.Collins en D.Lapierre - Uitg.Elsevier –
1983 “MAHATMA
GANDHI, zijn leven en zijn boodschap” Louis Fischer – Uitg. Miranda, Wassenaar 1983 “MAHATMA
GANDHI”
Louis Fischer – Uitg.
Sirius en Siderius – 1984
– Den Haag “HINDOEISME
- Goden, goeroes en gezangen” Winand Callewaert – Uitg. Davidsfonds-Leuven 1994 “INDIA
- Betoverende verscheidenheid” Winand Callewaert – Uitg. Davidsfonds-Leuven 1996 “INDIA
- Goden als mensen” Winand Callewaert – Uitg.Davidsfonds-Leuven 1991 “SOURCES OF INDIAN TRADITION” by Wm. Theodore de Bary,
Stephen Hay, Royal Weiler, Andrew Yarrow - Uitg. Motilala Banarsidass, Delhi-Varanasi-Patna “LES CLEFS DE L’HIMALAYA - Hindouisme et
Bouddhisme” Jean Denis Les éditions de Cerf, 1986. |
||