Oktober 2006

De alomtegenwoordigheid van de godsdienst in India

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een voorbeeld van een huistempeltje

Voor de hindoe is er geen scheiding tussen een "werkdag" en een religieuze "feestdag".  Elke dag, iedere levensfase, is doordesemd van religiositeit.  Talloze Hindoes bidden dagelijks het "OM" en de gyatri-mantra, een Vedische tekst die de zon als bron van licht en leven huldigt.  Daarbij wat wierookgeur, wat water sprenkelen, wat bloemen en rijst offeren in hun klein stemmig huistempeltje, meestal volgestouwd met talloze afbeeldingen van goden en wijze mannen.  Zo leeft de hindoegodsdienst dagelijks vooral in huis en gezinskring.  Ook de natuur steekt vol goddelijke krachten.  Rivieren en bergen zijn heilig, omdat zij door de goden zijn geschapen.  De schoonheid van een bloem weerspiegelt de heerlijkheid van de goddelijke scheppingskracht, en daarom omkranst men overal de beelden in de tempels met kleurrijke bloemen.  Zo zijn voor de hindoe levensmiddelen zoals rijst en vruchten, meer dan agrarische producten, nodig om te leven of om geld te verdienen.  Hij ziet er een synthese in van goddelijke gave en menselijke arbeid, en zo zijn het waardige offers voor de goden.  Ook water en licht, water als zuivering en licht als symbool van vreugde en wijsheid, uiteindelijk van God zelf.  Daarom spelen olielampen en kaarsen tijdens de hindoeďstische feesten een belangrijke rol.  Ook nu treft men in India overal afbeeldingen van allerlei goden aan in tempels, huizen, winkels, fabrieken, rickshaws, auto's, treinen, enz

 

 

 

Maar ook zoals bij ons zijn deze massaproducten zelden toonbeelden van goede smaak en viert meestal de felgekleurde kitsch daarbij hoogtij …  Toch heeft het hindoeďsme ook zeer hoogstaande kunst geschapen en dit niet alleen in steden en dorpen, maar ook bij rivieren, soms erg afgezonderd in bossen en bergen bouwden zij waardige woningen voor hun goden.  Zo bezit India dan ook ontelbare tempels en bidplaatsen, tot zelfs weergaloze tempelsteden.  Het zijn letterlijk woningen waarin de goden wonen en er zo worden behandeld.

 

Voor de hindoe bestaan er ook door de traditie bepaalde tijdstippen waarop het goddelijke speciaal moet worden vereerd.  Er bestaan vele kleine en grotere feesten met lokale of regionale kleur of betekenis.  Slechts aan enkele daarvan wordt grote waarde gehecht, en deze feesten (pudja's), duren dan ook tot een volle week, worden met onvoorstelbare ijver voorbereid en vervolgens met veel luister omgeven om ze toch maar onvergetelijk te maken.  Schitterende optochten, muziek, veel lawaai, dans en uitbundige uitingen van vreugde brengen de gelovige massa uit de grauwe alledaagse realiteit tot een extatische roes.  Zo is één van de bekendste feesten het "divali", het feest van het licht, waarmee het jaar wordt afgesloten.  In de schemering, voor " volle nacht voor de nieuwe maan " (steeds ergens in oktober of november) ontspint zich dit buitengewoon sfeervolle gebeuren. Onder een met sterren doorfonkelde duisternis worden duizenden flakkerende olielampjes en kaarsjes ontstoken en sieren alle huizen, zowel binnen als buiten, ja, alle huizen in steden en dorpjes worden met lichtjes versierd, en onophoudelijk barst er ergens vuurwerk los, en weerklinken eindeloos hevige knallen …  Overal worden lichten ontstoken en zelfs op de rivieren laat men kleine lichtjes stroomafwaarts wegdrijven. Urenlang staart een gefascineerde massa dit toverachtig schouwspel na … tot de lichtjes door de duisternis worden opgeslokt.  Die orgie moet de kwade demonen verdrijven en de goede goden gunstig stemmen, en na een week feesten worden de mooi opgetooide goden in processie met overdonderend lawaai naar de rivier gebracht waar men de beelden in het water laat wegzinken … wat meteen het einde van het feest betekent en de onstuimige en hysterische begeleiders opnieuw tot bedaren brengt. 

Het symbool van het hindoeďsme is een cirkel rond de lettergreep “OM”, aan het begin en aan het einde van religieuze teksten ge-plaatst, als symbool van de oer-kracht, het Absolute dat het leven bepaalt, een verre benadering van het Onzegbare

 

 

Indra, de god van regen en donder, steeds afgebeeld op zijn rijdier, de olifant

 

 

 

 

 

 

Levensmiddelen zoals rijst en vruchten zijn waardige offers voor de goden

 

 

Dit jaarlijks gebeuren is de steeds terugkerende uiting van enkele van de zes essentiële en onverwisselbare kenmerken, specifiek voor het hindoeďsme: het geloof in de eigen heilige schriften, in de incarnaties van de godheid, in de wedergeboorte, in het kastewezen, in de heilige koe, in de beelden-verering. Deze eenheid in verscheidenheid, in veelvormigheid, in vele gezichten, als verschillende verschijningen, vormt de ene waarheid, ondanks soms aanzienlijke ver-schillen en tegenstrijdigheden binnen hun opvattingen met betrekking tot het godsbegrip, de menselijke ziel, de visie op de wereld, op de verlossing en de ethiek.;

 

 

Bibliografie :

"Graven naar God"  Milan Ryzl  -  Hadewijch-Ten Have / Baarn  1992

"De religie van de mens"  Rabindranath Tagore  -  Werelbibl.  -  Amsterdam  1989

"Mythen en Legenden"  Arthur Cotterell  -  1990