|
Mei
2008 Op het boeddhistische pad – Een religie zonder waarheid |
|
|
|
|
|
Het boeddhisme is een van de grote oude tradities
van de wereldreligies van de mensheid.
In de landen van het Aziatisch continent, zoals China, Japan en India,
is boeddhisme van cruciaal belang, zowel op cultureel als op spiritueel
gebied. De basis van het boeddhisme
werd door Boeddha gelegd ongeveer 2500 jaar geleden. Het leven van de Boeddha, Siddharta Gautama, ook wel Shakyamuni genoemd, situeert zich omstreeks 506 v. Chr.
tot 486 v. Chr., als zoon van een Indische koning. Niet alleen komen we via onze Indische IIMK-projecten in aanraking met hindoeïsme en islam, maar
eveneens met het boeddhisme. Het
boeddhisme is gekenmerkt door eenheid in verscheidenheid van verschillende
tradities, maar de fundamentele boodschap van de Boeddha blijft overal identiek:
“de mens kan zich van het lijden bevrijden
en losmaken uit de verwarring die hem aan de kringloop van de bestaansvorm
bindt”; Geïnspireerd door de
lessen van Boeddha verspreidde het
boeddhisme zich vanuit India naar Sri Lanka en vandaar naar grote delen van
zuidoost Azië. In de 1ste
en 2de eeuw kwam het via de Zijderoute in China terecht en van
daaruit in Korea, Japan en Vietnam. In
de 7de eeuw reisden boeddhistische onderwijzers naar de Himalaya
en brachten het geloof naar Tibet. Tegenwoordig is boeddhisme niet meer weg
te denken uit de wereldbeschaving. |
|
|
|
|||
|
Wat we van de Boeddha
weten is dat hij verkondigde de werkelijkheid van de verschijnselen te hebben
gezien en ervaren en diepgaand inzicht te hebben gekregen in de ware aard van
het leven van de mens. Hij verkondigde
niet dat hij de incarnatie van een hoger wezen of een bepaalde boodschapper
was, maar zei een gewoon menselijk wezen te zijn, iemand die zich toelegde op
meditatie en daardoor in staat was zijn geest te zuiveren. Daardoor ontstond in hem het inzicht dat
het mogelijk maakt om de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn. Volgens de Boeddha kan dit vermogen door
iedereen worden ontwikkeld mits aanhoudende inspanning. Het verwerven van dit inzicht in de ware
aard der dingen staat gelijk aan verlicht worden. |
|
|
|
|
|
|
||
|
Wij allen zijn niet volledig ontwaakt, omdat
onze gedachten en gedragingen geconditioneerd zijn door onze onwetendheid,
verwarring, onbegrip en gebrek aan het nodige inzicht. Op het moment dat de geest gezuiverd is van
al deze vertroebelingen of verontreinigingen, en het bewustzijn volstrekt
zuiver en helder wordt, is men in staat om te beseffen wat de aard van de
dingen is. Daarmee bedoelt men
hetzelfde als met het bereiken van Boeddhaschap, met de nadruk op het belang
van zelfbeheersing en matiging. Dit alles ligt vervat in de vier edele waarheden, waarvan de
zienswijze omvat hoe men de weg van het midden kan beoefenen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Dus, die van het lijden (duhkha). Ook als we op zoek zijn naar geluk en er
soms in slagen een tijdelijke vorm van geluk te vinden, blijft onvrede nu
eenmaal deel uitmaken van het leven.
Zo wordt de onbestendigheid tot uitdrukking gebracht. De sleutel tot de waarheid van lijden wordt
geduid door de “drie kenmerken” van alle bestaan: de kenmerken van vergankelijkheid (anitya)
of van onvolmaaktheid of lijden (duhkha)
en van zelfloosheid of niet zelf (anatman). Zonder het inzien van deze kenmerken zullen
we de eerste edele waarheid niet kunnen begrijpen en zal het bovendien niet
in ons opkomen iets aan zelfbeheersing te doen en gaan we ons te buiten aan
zinnelijke genoegens waardoor we uit evenwicht geraken en overspoeld worden
door wereldse bezorgdheden, en worden we geregeerd door hebzucht, begeerte en
gehechtheid. Dit alles brengt de geest
in verwarring. De tweede edele
waarheid betreft de oorsprong van het
lijden. Wanneer we eenmaal
beseffen dat er lijden of onvrede is, en aan zelfonderzoek doen, zullen we
ons realiseren, aldus Boeddha, dat de oorzaak van lijden dat ons het meest
aangrijpt in onszelf huist. Zo zullen
we moeten leren omgaan met onze eigen excessieve en overtrokken vormen van
verlangen welke zich manifesteren als begeerte en hebzucht, afkeer, haat,
rancune. Deze obsessieve soorten
verlangens moeten we zien te overwinnen.
De derde edele waarheid richt zich op het doel: het beëindigen van het lijden, het bereiken van nirvana. Dit is geen absolute werkelijkheid, welke
boven ons staat en tot een andere wereld behoort. Het nirvana kan
in ons gewoon menselijk leven op deze wereld bereikt worden. Potentieel is het in ieder mens aanwezig,
de energie om de real Reality,
de oceaan van het Mysterie te ervaren.
Dit bereiken betekent dat je geest niet langer aangetast wordt door
misleidende denkbeelden of verstorende emoties. Er ontstaat innerlijke rust. Dan heeft men de drie primaire misvattingen
overwonnen, te weten die van bekoring, afkeer en onwetendheid, en behouden we
een gevoel van meer standvastigheid.
Om dit duurzame geluk te vinden moeten we zien te achterhalen waar we
ons op moeten toeleggen. Dit vinden we
in de vierde edele waarheid, het pad,
de weg die leidt naar het beëindigen van lijden. Deze waarheid vormt de essentie van het
boeddhisme en wordt ook wel aangeduid als het edele achtvoudige pad dat erop gericht is bij de mens drie
dingen te ontwikkelen: morele
ontvankelijkheid, meditatie of eenpuntigheid van
geest en wijsheid. Hierbij
overwinnen we onze te egocentrische neigingen en ervaren we meer mededogen en
worden gevoeliger voor de behoeften van anderen. Door beoefening van meditatie zal onze
geest geconcentreerder en scherpzinniger worden, wat tot meer wijsheid zal
leiden. |
|
|
|
|
|
|
||
|
Dit 8-voudige pad bestaat uit juist inzicht, juist denken, juist
spreken, juist handelen, de juiste vorm van levensonderhoud, de juiste
inspanning, juiste opmerkzaamheid en juiste concentratie. Zo komen we tot meer inzicht in de werking
van onze geest en de manier waarop die in het dagelijkse leven ons
functioneren beïnvloedt. Dit edele
8-voudige pad met de bijhorende training voert de mens uit de toestand van “samsara”, de eindeloze
cyclus van dood en wedergeboorte, naar de vrijheid van “nirvana”
of verlichting. Voor een boeddhist
blijven de vier edele waarheden de essentie van alles en elke vorm van
beoefening is gebouwd op elementaire boeddhistische leer, de basisprincipes,
of van een uitwerking ervan. Hier ontdekken wij westerlingen de grote tolerantie van het boeddhisme,
een levensfilosofie welke wij misschien beter integreren in onze aloude
westerse denkwereld?... Toch steeds
een boeiende ontmoeting met deze oosterse levenswijze met een grote ruimte
voor mededogen en liefde. Is christelijke redding vergelijkbaar met
boeddhistische bevrijding? Om mani padme hum...
Hoe verhouden agape (liefde) en karuna (mededogen) zich? ... op het boeddhistische pad... een religie zonder waarheid ! |
|
|
|
|
|
|
|