Achttien jaar bezoek aan Kolkata – een overzicht

                       Willy & Marie Louise

 

 

 

 

Toen wij 18 jaar geleden voor het eerst op werkbezoek gingen naar Kolkata – India,  kon niemand vermoeden dat we dit zo lang zouden uithouden.  Ik herinner mij nog de eerste brieven die we schreven, de tijd van de e-mails lag nog niet in het verschiet.  In die brieven schreven we toen nog van het mysterieuze, geheimzinnige India, alles was nieuw en voor een westerling onbegrijpelijk en vreemd.  Wij hadden moeite met zowat alles, eten, slapen, transport en ook de taal.

 

Het eerste wat we daar deden was het bouwen van een sanitair blok naast de kliniek in Sonarpur.  De buren stonden stomverbaasd toe te kijken hoe twee blanke mannen daar aan het  delven waren en een gebouwke metsten, zij hadden waarschijnlijk nog nooit een blanke zien werken, want werken is voor de laagste kasten en wij waren de heren, zij noemden ons zelfs Sahip, wat betekent blanke heer.  Toen we de plaatselijke overste ontmoetten, was die danig onder de indruk van wat wij van plan waren. Als jullie van zover komen om hier de mensen te helpen, zo sprak hij, dan kan ik niet anders dan de bakstenen cadeau doen, dit is het minste wat ik kan doen.

 



Het jaar daarop was ik volop bezig met het bouwen van de nieuwe kinderkliniek.  Op een dag verscheen er op de werf plots een jeep van de politie.  Ik dacht bij mijzelf, hier komen de problemen, want tenslotte was ik daar illegaal bezig met werken, terwijl ik slechts een toeristenvisa had.  De commissaris stapte uit, bekeek mij en de werken, toen schudde hij mij de hand en feliciteerde mij voor de inzet en hoopte, zo zei hij, dat ik nog terug zou komen, want de nood is groot, zo sprak hij en hulp is gering.  Spontaan moest ik denken aan de woorden van Jezus, die zei, de oogst is groot maar arbeiders zijn er weinig.

 

Een andere anekdote, die ik nooit zal vergeten, is die keer dat ik een schooltje zou bouwen in een dorpje niet ver van Sonarpur aan de rand van Kolkata.  We waren er al een paar keer geweest met de autorickshaw, maar deze keer zou ik er met de fiets naar toe gaan.  Helaas verloor ik er de weg en moest die vragen aan de mensen.  Waarschijnlijk sprak ik de naam verkeerd uit, of misschien kenden de mensen onvoldoende Engels om mij te verstaan, in ieder geval heeft het mij de ganse voormiddag gekost om daar te geraken.  De man die verantwoordelijk was voor de bouw kon amper een paar woorden Engels en het was met gebarentaal dat we elkaar verstonden.  Toen ik hem vroeg hoe dat het kwam dat de muur van de school schuin gemetst was, maakte hij mij duidelijk dat de metsers die in het donker gebouwd hadden zodat ze niet konden zien dat hij scheef stond.  Achteraf heeft de arrondissementeel voorzitter van het onderwijs mij toch gefeliciteerd met de prestatie, zonder mijn hulp had de bouw van de school zeker twee jaar geduurd, zo zei hij bij de opening, ik had het gerealiseerd in twee maanden.

 

 

 

 

Vreemd genoeg dateren de mooiste herinneringen uit de eerste jaren van onze bezoeken.  Zo zijn er de onvergetelijke avonden die we doorbrachten in Dukherpol, een kleine gemeenschap in Sunderbans aan de kust van de Golf van Bengalen.  We hadden er veel ontmoetingen met het dorpscomité en maakten allerhande plannen om het leven in het dorp te verbeteren en de meeste realiseerden we dan ook nog.  Zo hebben we er het schooltje vernieuwd en uitgebreid en ook onze eerste waterput geboord voor de bevloeiing van de velden.  De pomp draait nog altijd als noodpomp voor het kweken van groenten en het zaaien van de rijstplantjes.  Voor de bevloeiing van rijstvelden is ondertussen de diesel te duur geworden.  ’s Avonds hadden we na de vergaderingen prachtige momenten van samenzijn met de bevolking.  We vertelden verhalen en zongen liederen tot laat in de nacht, momenten om nooit meer te vergeten.  Wij waren toen de eerste blanken die ze daar ooit op bezoek hadden en vele kinderen waren bang van ons. 

 

Andere indrukken die bijblijven zijn die keer dat we, ook in de Sunderbans, getuige waren van een rituele slachting van twee geiten.  We hoorden niet ver van waar we verbleven nogal wat lawaai en we zagen licht en gingen er op af.  Een priester stond in volle trance te bidden en twee geitjes stonden er gebonden naast de tempel.  Plots hield het gebed op en de priester sloeg met één hak van een kromzwaard de kop af van een van de geitjes.  We werden uitgenodigd om mee te eten maar hebben beleefd bedankt.  Ook in de Sunderbans, gingen we eens op bezoek naar Mudipara waar we een nieuw project zouden opstarten.  Om niet te ver te voet te moeten gaan, namen we een bootje dat ons dicht tegen het dorp zou brengen.  Dit bootje was een soort bus die aan ieder dorp langs de oever stopte om mensen of goederen af te zetten.  Het bootje echter was zo lek als een zeef en continu was een man bezig om met een emmer water te ruimen.  Toen wij moesten uitstappen was er geen kaai en we moesten onze schoenen en sokken uitdoen om via de glibberige oever naar boven te klauteren en dan maar een plas vinden om onze besmeurde benen te wassen.

 

In die achttien jaar hebben we veel zien veranderen in India. Vroeger waren er in Kolkata enkel oude geblutste auto’s te zien, nu zie je er zeer veel mooie recente wagens, met propere uitlaat.  Recent zijn ook bijna alle autorickshaws vervangen door moderne wagentjes op LPG, een hele verbetering wat luchtbezoedeling betreft.  Ook is men nu bezig met alle oude bussen te vervangen door nieuwe met een properder uitlaat.  Nog altijd lopen zeer veel honden langs de straat, maar de heilige koeien zijn een uitzondering geworden.  Toen we ooit schuilden in een wachthuisje aan de busstand voor een regenbui, kwam er een heilige stier gewoon bij ons schuilen, ongelooflijk maar waar.  De grote bouwwoede en infrastructuurwerken die nu bezig zijn de laatste jaren zijn wel het meest opvallend.  Overal worden grote appartementsblokken gebouwd, viaducten en grote autowegen worden geconstrueerd en enorme industriezones worden aangelegd.  Op de rand van Kolkata is men zelfs bezig een totaal nieuwe stad te bouwen, volledig omheind en bewaakt, zodat niemand er binnen kan zonder pas, je zou gaan denken dat de rijke Indiërs bang zijn voor een revolutie.  Ook de wegen zijn duidelijk aan het verbeteren, overal is men bezig met modernisering van het wegennet niet alleen rond de steden maar ook verderop naar het platteland.  Wat nog altijd niet is veranderd, dat is de drukte op de treinen.  Alhoewel er meer en langere treinen rijden is het nog altijd drummen om een plaatsje te bemachtigen en meestal moet je vooraf goed weten waar je moet uitstappen, anders geraak je niet tijdig van de trein.

Herinneringen aan Dukherpol: de eerste waterput

 

Uitbreiding van de BSJrHS in 2007, een 2de verdiep

 

 

 

 

 

 

 

Alle autorickshaws rijden nu op gas in Kolkata

 

 

 

 

 

Alles wel beschouwd is de sfeer toch heel wat veranderd, alles is afstandelijker geworden, vooral in de steden.  Iedereen is druk bezig en gehaast of aan het telefoneren.  De communicatie is veel gemakkelijker geworden maar er wordt minder gesproken van mens tot mens, kortom, de verwestering is toegeslagen en dit in een razend tempo.  Waar vroeger bijna niemand een telefoon had, heeft nu bijna iedereen een GSM, zelfs in de dorpen is nu communicatie mogelijk en via zonnepanelen is men in staat die toestellen op te laden zelfs daar waar geen elektriciteit beschikbaar is.  Ook televisie doet zijn intrede in de meest afgelegen dorpen door de betaalbaarheid van zonnepanelen.  Dit is vooruitgang, maar ten koste van wat?  De industrie boomt, de werkloosheid daalt maar het verschil tussen arm en rijk neemt toe, zoals overal ter wereld.