|
Niet wij kozen India, maar India koos ons
Bert & An |
|
|
|
|
We schrijven 1988. Een van onze dochters komt
verontwaardigd naar huis van een parochiale werking waar Jeanine, die in Haïti pastoraal werk verricht, verteld had over
het 12 jarig jongetje Sadrak dat niet naar school
kan gaan omdat zijn ouders geen schoenen kunnen kopen die noodzakelijk zijn
om dagelijks de weg over de puntige rotsen te trotseren. Al het geld gaat naar zijn zusje dat zwaar
ziek is. Onze
dochter vindt dat zo onrechtvaardig dat ze besluit zelf voor schoenen voor Sadrak te zorgen. Zij bakt koekjes die ze in de buurt
verkoopt, ze haalt oude spullen van de zolder en maakt die op de rommelmarkt
te gelde, enz. En
ze slaagt erin om regelmatig wat geld op te sturen zodat Sadrak
toch naar school kan gaan.
Na haar humaniora wil ze dan ook naar Haïti trekken om Sadrak en zijn familie te ontmoeten. Dat jaar, 1994, is er een
staatsgreep gepleegd en het is helemaal niet veilig Haïti te bezoeken. En toch
wil ze naar een ontwikkelingsland gaan om haar verlof nuttig te besteden! In onze
kennissenkring is er ook een verpleegster die in Rwanda werkt en het volgende
verlof zou trouwen met een Rwandees. “Kom maar af” zegt Kaat, de verpleegster, Rwanda is een tof land en je kunt
mij helpen. Maar
oh wé, tijdens het Paasverlof begint daar de
genocide, en ook dit plan valt in ’t water. |
|
|
|
|
Tot vrienden ons
vertellen over een Indische dokter in Calcutta. Hij heeft in België zijn
specialisatie pediatrie behaald. Zij
zou hem kunnen helpen bij het bouwen van zijn kliniekje. En daar trekt ze naartoe. In 1995 trekt zij samen met enkele
vriendinnen een tweede maal naar Calcutta. Een jaar later volgt onze jongste
dochter In het najaar 1996
worden we uitgenodigd in Moorslede wanneer dr. Sujit
België bezoekt en over zijn werk komt spreken, Van het een komt het ander en wanneer hij
hoort dat An in een labo werkzaam is vraagt hij op
de man af of zij niet een labootje kan opstarten in
zijn kliniekje. Tja, … wat moet
je antwoorden op zo’n onverwachte vraag. We overleggen met de bioloog van het labo
van het ziekenhuis en ja, waarom ook niet? Met een paar eenvoudige proeven voor
bloed en urine kan men al heel wat ontdekken. We krijgen wat reagentia en een
kleine centrifuge, die niet meer werd gebruikt, mee. En zo trekken we op onze beurt in
1997 naar Calcutta waar we geconfronteerd worden met de armoede en de
onwetendheid van de arme mensen op het platteland. Samen met het IIMK brainstormden we
over hoe we dr. Sujit konden helpen. Niet enkel met praktische zaken als
het uitbreiden van gebouwen en het leveren van geneesmiddelen, ook het zoeken
naar sponsoring en het brengen van structuur in zijn organisatie vinden we belangrijk. Een
hele uitdaging. Waarom
zou je het niet doen als je tijd hebt (of er voor maakt) en wat zin voor
avontuur? Tijdens onze bezoeken
ter plaatste trachten we steeds oog te hebben voor het organisatorische en
boekhoudkundige aspect van onze hulp. Regelmatig staat er dan ook een
training op het programma over planning en budgettering, projectbeheer, het
opstellen van een projectaanvraag met doelstellingen en te verwachten
resultaten, de activiteiten om de doelstellingen uit te werken en het daarbij
horende budget. En
ook aan de rapportering wordt gesleuteld via een kwartaalverslag over
activiteiten en uitgaven. |
Eva
legt de ‘final touch’ aan een deel van het kliniekje De eerste labo proeven Oog
voor organisatie en boekhouding |
|
|
|
Zo begon onze India periode. Jaarlijks
trokken we naar het kliniekje
(en later naar de andere projectgebieden) en leerden we ook India met zijn
rijke oude cultuur ontdekken: Varanasi met zijn rituele baden en lijkverbrandingen aan
de Ganges, de gouden driehoek rond Dehli met de Tasj Mahal en de Muur der
Winden, het zakencentrum Bombay, de prachtige woestijndorpen in Rasjastan, zuid India met zijn authentieke Hindoe
tempels, Sikkim met zijn Boeddhistische kloosters, enz. We hadden nooit gedacht dat we ooit in
India met onze rugzak zouden rondtrekken. We maakten nieuwe vrienden. We ervaren dat onze partner ngo’s professioneel werk leveren. Het doet deugd om te zien dat onze
hulp echt ten goede komt aan de minstbedeelden die met een duwtje in de rug
een hogere levenskwaliteit leren opbouwen. Dit alles maakt ons India avontuur
de moeite waard. We
staken er veel energie in, we kregen er heel veel voor terug. We hopen dan nog lang te mogen
meehelpen aan de ontwikkeling van deze mensen op het platteland. |
|
|
|