Fréderique Pascal

Gedichten

Fantasmagorieën

ONDERSTAANDE TEKST BESCHRIJFT EXPLICIET SEXUELE EN SADOMASOCHISTISCHE HANDELINGEN EN LEZER BEVESTIGT HIERBIJ 16+ TE ZIJN. INDIEN U JONGER BENT DAN 16, KLIK OP DEZE LINK.

 

Sex & Cops

 

Sex & Cops

 

       

Achtergrond: Martin Brass


 

Sex & Cops

 

Sex & Cops

 

Sex & Cops

 

Sex & Cops

 

Sex & Cops

 

Sex & Cops

 

Sex & Cops

 


         Cape Corpus
         
Ik zing van het leven,
Ik zing van de dood,
Van de man die fraudeerde,
En stierf in de goot,
Van diens zoon die hoereerde,
En genoemd werd: een poot,
Van diens vrouw die verkracht werd,
In het bed van haar echtgenoot.
Van de flik die kwam melden,
Het slechte nieuws,
Het verdwijnen, overlijden van dochterlief,
Ze had nog geschreven, een afscheidsbrief,
Van de aankomst ter plaatse,
Van de lijkengeur,
Onderzoek van de foetus,
Was nu ook gebeurd,
't Was een kind van de vader,
Incestueus,
't Was een schreeuw in het donker…
Eigen dood.
Z'ad geen keus
Van de man die vroeg:
Waarom de politie?
Leef tolerant
En vrij van justitie,
Doch scheidde en flipte
Toen ie geen bezoekrecht kreeg,
De bom die ontplofte,
Vernielde het huis,
Vermoordde zijn dochter,
Zijn vrouw bleek niet thuis,
Was bij haar geliefde,
De vriend van haar man
En noppes vermoedde,
Tot 't parket bij haar kwam.
De dochter was zestien
En leek op haar pa,
Geloofde in 't goede
Was kwaad op haar ma,
En kon niet bevroeden,
Haar einde weldra.
Ik zing van het leven,
Ik zing van de dood,
Ik zing van agressie
En roof om den brood'.
Vermiste personen, cel DJP,
Handel in mensen, transactie van vee,
Beroving der vrijheid,
Huisjesmelkerij,
Smokkel van mensen,
Knevelarij.
Proxenitisme of koppelarij,
Schenden der zeden,
Mensen onvrij,
Om zelf te kiezen:
Mijn lijf is van mij.
Homejacking, carjacking, winkeldiefstal,
Afperspraktijken, verkeersongeval.
Heling en woeker,
Valsmunterij,
Ja, vals in geschrifte,
Afzetterij.
Sommen verduisterd,
Oplichterij
Ramkraak en doodslag,
Witwasserij,
Ik zing van het leven,
Ik zing van de dood,
Automutilatie,
Met een kind in haar schoot.
Poging tot zelfmoord,
Proces verbaal,
Grafschennis, eerroof,
Alweer een verhaal,
Voor de gazetten, voor iedereen,
Tot 't weer wordt vergeten,
Door nieuw geween
Nu in de straat,
Diefstal in woning,
Door middel van braak,
Door inklim, met sleutels,
Ze zinnen op wraak.
Gijzelen, stelen, gewapenderhand,
Bommelding dreiging,
Verstikking door brand.
Verdacht overlijden,
Verkrachtingsset,
Foltertoestellen,
Geboeid aan het bed. Ik zing van het leven,
Ik zing van de dood,
Ik zing maar voor even,
Maar open en bloot.
Een verhaaltje
Der zijn stukken van waar, der zijn stukken verzonnen.
Ik ga nu beginnen, ik ben al begonnen.
't Was in de vakantie,
Ik ging naar La Roche,
Met het lief van mijn zuster,
't was in de sjakosj:
Ze zou dan gaan huwen,
Met mijne maat,
Ik kend' 'em al jaren,
Hij woond' in ons straat.
We reden naar ginder,
In zijne golf,
Schuifdak open,
Muziek vollenbak,
Bier drinken, roken,
Eén hand op het dak.
Op camping gekomen
Kochten we 'n flesse wijn
Bijna schoonbroer maakte z'open
En we dronken op zijn
Gezondheid en die van mijn zuster
't was een goed jaar
Hij heette Bert Custer
Droeg militair haar
We zetten de tent op
't Was legermateriaal,
Met twee in een tentje,
Het leek heel banaal,
Maar we konden niet zitten
In ons slaapvertrek
We begonnen te vitten
Hadden inspiratiegebrek
Toen diende 'n idee zich
plots bij me aan
Er was hier 'n café
Waar we naar toe konden gaan
Het lag op de camping,
En heette 'Le Cure'
Daar gingen we zuipen
Tot 't sluitingsuur.
We waren strontzat
En kregen embras
We vonden de tent niet
We vochten op 't gras
Zijn legertechnieken
Die hielpen niet veel
Ik wurgde de adem
Dicht in zijn keel
Toen liet ik hem los
Verdween uit het zicht
Vond toen een tent
Heel dicht bij het bos
Ik open de sluiting en kruip erin
Een koppel lag daar, ik middenin,
Ik werd niet meer wakker
Was veel te zat
De één panikeerde
De ander riep 'What
The fuck is hier gaande?
Wat doet die hier?
Wie is die verdwaalde?
Hij stinkt naar het bier!'
Den baas van 't spel werd geroepen,
Dit hielp wel geen fluit,
Aan mijn benen getrokken,
Toch kreeg men der mij niet uit.
En toen schrok ik wakker,
Handboeien in mijn vel,
Snijdend in mijn polsen,
't ging redelijk snel.
Een vrouw was 't, een flik,
Die sleurde me mee,
Wat verder naar de combi,
En 't volk dat zei: Hé!
Da's één van die gasten,
Ze leken al verdacht,
Ze de'en niets dan zuipen,
Gelukkig niemand verkracht.
Ik strompelde verder,
Op ene schoen,
'k Riep: hé die heb ik nodig,
Die heb ik vandoen!
De man ging hem halen,
De flik, haar kompaan,
Bracht hem naar de combi,
En deed hem me aan.
De combi vertrok,
Over 't hobbelig pad,
Ze vroeg waar mijn vriend was,
En hoe dat nou zat? Hij staat op de camping,
't is een kleine tent,
Naast een golf, kom er net van,
Wa's me dat voor een vent?
Gaat met mijn zus trouwen,
Laat me nu in de steek,
we moeten terug,
't is over een week.
En wat deed j'in de tent
Van dat jong lesbisch paar?
Dat zou ik willen horen,
Vertel het nou maar!
Ik viel uit de lucht:
De tent van een paar,
En lesbisch, wat zeg je,
Dat verzin je maar!
Je viel hen lastig,
Lag tussen hen in,
Ze krege' je niet wakker,
Je verroerde geen vin.
De schrik van hun leven,
Hebben z'opgedaan,
Wat was je van zin?
Waar is je kompaan?
Wou je hen bekeren?
Tot 't andere geslacht?
Wat wou je hen leren?
Waaraan had je gedacht?
't Was een vergissing,
Een grote fout,
'k had 't niet gezien,
Met mijn kop van hout.
Wat ga je doen?
Nu ik hier zit,
In jullie combi
Dorstig en wit,
Van de emotie
En van den drank,
Zet mij maar af,
Daar bij die bank.
Wij gaan je voeren,
Naar het station,
Je keert terug,
Als ze opkomt de zon.
Heb je wel geld?
Portefeuille is leeg.
Ze keek me aan,
En ik die toen zweeg,
Keek tussen mijn benen,
En wees met mijn neus,
Hoe zit 't met die boeien?
Die spannen serieus!
Je geld,
Waar zit het?
Wat is dat gebaar?
Moet je 't nog verdienen,
Of zit het al klaar?
Daar tussen je benen,
Kijk je steeds,
Ze ritste me open
En pakte hem beet,
In mijn onderbroekje,
Werd het nu heet.
Ze bekeek me lachend
En voelde het geld,
Dat zat in een zakje
Met een toe'ne speld,
En Fons die groeide,
Met kloppend geweld,
En toen deed ze open,
Haar blauwe bloes,
Ik zag al een stukje
Van een melkwitte loes;
Ik hield het niet uit,
Ze lachte maar,
Maar werd toen serieus;
En zei, hé bedaar!
Als je in mijn hand schiet,
Is 't naar het cachot,
Je houdt je maar in,
Je zweet als een zot,
Weet je te bedwingen,
Of wij doen het wel,
Haar bloes stond nu open,
En ik zag haar stel
Melkwitte borsten,
Lachen naar mij,
Het kwijl liep mijn kin af,
En toen stopten wij,
Voor het station,
En weg was haar hand,
Het zaad spoot er uit,
Tot over de rand,
Van mijn onderbroekje
Gevuld met geld,
Dat plakte van 't vocht
Hoe dat nou geteld?
Ze loste de boeien
En zette me 'r uit,
't was pikkedonker,
Je zag echt geen fluit,
Behalve de lichten,
Van 't flikkenpaar,
Die nu wegreden,
Ik wreef in mijn haar,
Dat nu ook plakte,
Van 't kleverig spul,
Ik was net achttien en had geen benul.
Bukowski
Lieve vieze vuile luie zuipschuit van een schrijversvloed
Tussen haar benen, opgedroogd
Drank likkend met schurende stoppels
Tegen haar dijen plakkende waterende tong.
Hé wat doe je, zalig teringwijf? Ik krijg geen adem meer. Spreid die benen!
Nee, wacht, ik voel hem kloppen in mijn broek, doe open, Jezus. Godverdomme,
doe open die rits!
Aai, godverdomme, al mijn bloed passeert boven mijn kloten. Ik weet het,
ik voel het!
Het gaat me lukken deze keer, alvorens weg te draaien zonder woorden
en wakker te worden
Terwijl de zon L.A. en je poesje verlicht en ik naar de badkamer strompel
Om die beerputadem weg te poetsen,
Fluor kotsend in de bruingerande wasbak zonder spiegel
Voor mijn nicotinewitte tanden.
Catullus
Hij zal je pakken, Catullus, dat is,
Van voren en van achter,
Hij zal je rammen, slappen tisj, gewis
Jij vuile nichtenpachter.

Je wipkont draait steeds in het rond
Je adem maakt me ongezond
Nog valser dan een gore kat,
Ben jij met boter in je gat
Je arrogantie maakt me ziek
Je nazi-houding frenetiek
Jij weken tengel, slappe lul,
Je oordeel steunt op flauwe kul

Hij zal je pakken, Catullus, dat is,
Van voren en van achter,
Hij zal je rammen, slappen tisj, gewis
Jij vuile nichtenpachter.

120 dagen van Sodom
De Sade Sodom Sodomie Sadomasochisme
Een nieuwe vorm van eten:
Z'n stukje stokbrood drenkend in haar natte vagina
Het sap opzuigend als was het soep
De lippen aflikkend al was het een bord vol mosselsaus
De Sade Sodom Sodomie Sadomasochisme
In borsten knijpen, krabben, bijten
Spuiten op haar borsten,
Penis tussen borsten mikken
Tepels klemmen naalden prikken
Darmen op haar borsten legen
Met één borst zijn gat afvegen
De Sade Sodom Sodomie Sadomasochisme
Mond zoekt kut zoekt sap zoekt mond
Zoekt neus zoekt slijm zoekt tong zoekt kont
Pruimensap boerend, scheten inhalerend
vrouw met dildo zijn aarsgat penetrerend
De Sade Sodom Sodomie Sadomasochisme
Ezelinnen neukend terwijl men wordt gepakt door een ezel.
Een muis kruipt door een buis in haar doos
En haar gleuf naait men dicht
Zodat het dolletje zich een weg
Door de ingewanden knaagt
Van het arme wicht.
De Sade Sodom Sodomie Sadomasochisme
Kaarsen dovend op haar tepels,
In haar kut en in haar kont
Haar met cognac overgieten
Dit gebruikend als een lont
Zie haar branden
De Sade Sodom Sodomie Sadomasochisme
Hij aborteert die kind moet kopen
Door op bolle buik te lopen
De Sade Sodom Sodomie Sadomasochisme
Met voorbedachte rade. Ik werd geboren in een regenton. Dat is niet zo ongewoon voor een zwarte vrouwtjesmug. Hoewel sommigen van ons drijvend worden achtergelaten in een septische put,een vervuilde sloot of een of andere stinkende waterpartij. Vervuiling deert ons muggen niet. Ikzelf denk met heimwee terug aan de tijd dat ik larve was en herinner me vooral de goorzoete geur van het regentonwater. Ik wist toen al dat ik anders was dan mijn soortgenoten. Het anders zijn doordrong me van kop tot adembuis. Bij het verpoppen kon ik nauwelijks wachten tot ik boven zou komen drijven en eenmaal in dit laatste stadium stond alles in het teken van mijn ontsnapping uit mijn poppenhuid. Een hekel moment is dit, wanneer je op het water moet gaan staan en je vleugels nog aan je lichaam plakken en nog vol bloed moeten worden gepompt. Vele muggen verdrinken zo bij de geboorte alvorens hun skelet is uitgehard. Niettemin beter zo dan te worden geboren als een lid van de muggensoort, ik ben de naam kwijt, waarbij eerst de mannetjesmuggen als volwassene uit hun pop kruipen om dan te gaan wachten bij de vrouwtjespoppen die de eerste dertig minuten van hun volwassen leven worden verwelkomd op een brutale verkrachting. Soit. Ik kwam heelhuids uit mijn goorzoete waterwieg en toen mijn poppenrug openbrak, wurmde ik me naar buiten, ging op het water staan en enkele minuten later vleugelde ik mezelf de lucht in. Ik schoot van links naar rechts, tegen soortgenoten opbotsend, rondcirkelend, duikend, steil de hoogte inschietend en plots uitwijkend met de zomerzon in de rug op weg naar een eerste bloedmaaltijd. Als pop wordt er namelijk niet meer gegeten en dus is een bloedmaaltijd de eerste dag en nacht heel belangrijk om te overleven. De meeste van mijn soortgenoten konden zich tevreden stellen met nectar waarna ze bloed zoeken bij een viervoeter of een vogel, maar de geur van bloemen en beesten stootte mij af. Ik wou per se een mens, en ik zou al gauw begrijpen waarom. Het was valavond toen ik een slachtoffer vond. Achter een open raam zat een bebrilde man te lezen aan zijn bureau. Ik vloog naar binnen en ging op de muur tegenover de man zitten. Ik verging bijna van de honger, maar wachtte geduldig af tot het donker werd. Toen de bureaulamp werd aangestoken, sloeg ik toe. Ik nam plaats op de zijkant van zijn hals, naast zijn slokdarm en beet doorheen zijn huid en prikte een gaatje in zijn arteria carotis. Een seconde later, zoog ik niet enkel bloed, maar ook de kennis van de man naar binnen. Het zuurstofrijke bloed uit de halsslagader verdoofde me even. Ik duizelde, Ik had het bloed en de kennis van een filosoof opgenomen. Ik trok mijn steeksnuit terug. Ik moest me haasten, want in tegenstelling tot mijn soortgenoten, hield ik me niet bezig met haarvaten, maar met de halsslagaders en de jeuk zou dus niet alleen groter zijn, maar ook sneller de hersenen bereiken. Tijdens het wegvliegen zag ik de hand van de filosoof tegen diens hals slaan. Ik duizelde van geluk en was het niet eens met Locke's bewering dat iemands kennis diens ervaring niet kan overstijgen. Ik was dronken van kennis en wou er meer van. Ik vloog peinzend over koele weiden naar een volgend huis en was de natuur dankbaar voor mijn speciale gave. Maar zoals Aristoteles al zei: 'dankbaarheid veroudert snel' en dat zou ik spoedig ondervinden. Mijn volgende bloedmaaltijd nam ik namelijk bij een kindertherapeute die was gespecialiseerd in kindermishandeling. Muggen mogen dan geen broedzorg kennen, ik had op een of andere manier samen met de kennis, ook emoties naar binnen gezogen. De verhalen en theorieën die in mijn microkopje zaten deden mijn maag draaien. Ik was wellicht de eerste depressieve mug. Ik ontsnapte door het open raam en zocht naar een huis om wat te bekomen. Een klein tot woning omgebouwd boerderijtje trok mijn aandacht. Er aangekomen zag ik door een door televisiestralen verlicht venster het achterhoofd van een man die in zijn zetel naar een erotische film zat te kijken. Er stond op het eerste zicht geen raam open dus ik begon een tocht omheen de woning. Aan de achterkant stond een klein raampje half opengeklapt. Ik vloog naar binnen en het bleek een badkamer. Het was er donker, koel en vochtig. Ik nam plaats op een muurtegel nabij twee gebogen chromen buizen waartussen twee douchekoppen zaten. Dit was een heel moderne douche. Het maanlicht scheen naar binnen en verspreidde een lichte glans over de chroom en email van de koele ruimte. Ik zat er zo op mijn gemak dat ik me op een bepaald moment afvroeg of ik nu was ingedommeld of niet. Plotseling ging het licht aan. Doorheen het ronde glas zag ik een man en een kind binnenkomen. De man deed de deur dicht. "Vooruit Lies, kleed je maar uit, dan gaan we ons lekker wassen." Het meisje begon zich te ontkleden en ook de man deed hetzelfde. "Moet je niet eerst pissen Lies?" vroeg de man. "Ik heb honger, papa. We hebben deze middag nog niets gegeten." "We moeten ons eerst proper maken. Moet je nu pissen of niet?" "Ok, papa." Zei het meisje en ze draaide zich om en liep naar het toilet. De man keek toe hoe zijn dochtertje zat te urineren. "Allé vooruit grote madam, nu gaan we ons eens goed afschrobben hé?" Het meisje lachte. "Ja, alle vieze dingen van ons lijf wrijven." De man liet zijn dochtertje voorgaan en stapte daarna ook zelf in de douchecabine, waarna hij de ronde deur dichtschoof. Ik was bang dat ze me zouden zien dus vloog ik langs het plafond naar de glazen deur. De wanden waren dicht tot het plafond dus ik kon niet weg, maar hier had ik minder kans dat ze me zouden opmerken. Ik kon niet anders dan wachten tot de deur zou opengaan om me in veiligheid te brengen. Het hele gebeuren ging tergend traag. Eerst waste de man de haren van zijn dochtertje, spoelde ze af en ging toen op de grond zitten, waarna zijn dochtertje zijn haren begon in te zepen. Dat vond ze blijkbaar heel fijn. "Wat kan jij dat goed, Lies, net een coiffeuse." Zei de man. Het meisje glunderde. Nadat de haren waren gewassen begonnen ze beurtelings elkaars bovenlijf in te zepen en af te spoelen. Daarna waren de voeten en de benen aan de beurt. Als dat was gebeurd, wasten ze elkaars achterwerk. "Dit moeten we goed wassen." Zei de man. "Al die vieze stront die hier vlekken maakt op onze kont." Het meisje trok een vies gezicht wanneer ze het achterwerk van haar papa waste en schrobde stevig met het washandje. "Bah, vieze strontkont!" zei het meisje. De man lachte en herhaalde haar woorden en het meisje lachte ook en zei opnieuw: "Bah, vieze strontkont!" terwijl ze stevig doorschrobde. "Ja, wrijf maar goed door." Zei de man. Het meisje deed extra haar best en hield even daarna vermoeid op. De man legde zijn hand op zijn achterwerk. "Hm," zei hij,"dat voelt proper. Zeer goed Lies." Het meisje glunderde opnieuw. "En dan nu de pis verwijderen." Zei de man. Hij zeepte het washandje eens extra in, ging op zijn knieën zitten en het meisje dat het scenario blijkbaar al kende, ging in lichte spreidstand staan. "We gaan die vuile pis eens weg wrijven." Zei de man terwijl hij zacht met gestrekte wijsvinger in het washandje tussen de buitenste schaamlippen van zijn dochtertje wreef. Vervolgens draaide hij zijn hand en wreef met zijn handpalm langdurig tussen haar benen. "Zo," zei de man "ik denk dat je proper bent. Nu eens afspoelen. Voilà. Voel eens. Voelt dat niet lekker? Ja hé, zo proper dat je er kan van eten, als een pas gewassen bord." Het meisje zette grote ogen op en keek verward naar haar vader. De vader glimlachte. "En nu mijn pisser schoonmaken." Hij wrong het washandje uit en gaf het aan zijn dochter. Hij zette de sproeiers terug aan en het meisje begon in te zepen. "Goed wrijven," zei de man, zodat de pis allemaal weg is." "Bah, vieze pis." Zei het meisje. Ze wreef stevig over het geslachtsdeel van haar vader en zag de opkomende erectie. "Hij is weer blij hé, papa?" "Inderdaad Lies, als hij blij is gaat hij fier rechtop staan. Heel goed Lies. Wrijf maar weg die vuile pis." "Bah, vuile pis." Zei het meisje. "Ik denk dat ik wat veel pis gemorst heb deze keer," zei de man "je zal wat harder moeten wrijven." Het meisje deed haar uiterste best en schrobde met overtuiging. Wanneer haar hand en arm moe waren geworden, keek ze hoopvol op naar haar vader. Haar kin kwam nauwelijks tot aan de navel van haar vader dus ik schatte dat ze hooguit zes of zeven jaar was. Het kind verwachtte te horen dat ze het goed gedaan had, dat ze al die vieze pis had weg geschrobd maar tot mijn verbazing zag ik dat de man huilde. Ik kon mijn facetogen niet geloven. "Wat scheelt er papa?" zei het meisje. "Ik vrees dat je wat te hard geschrobd hebt Lies." Spoel maar gauw af." De man zette de sproeier eventjes aan. "Hij is heel proper, maar kijk eens hoe rood hij is. Ik denk dat hij wat verbrand is. Voel eens." Onzeker raakte het meisje de penis van haar vader met haar vinger even aan. "Warm." Zei ze. "Heet." Zei de man."Je hebt een beetje te veel je best gedaan Lies. Hij doet erg veel pijn." Het meisje liet haar ogen zakken en begon te wenen. "Sorry papa." "Ik zou er een kusje op geven, maar kan er niet bij." Zei de man. Dit ging de verkeerde kant uit. Ik wou weg uit deze douche. Waarom had ik nou net dit huis gekozen? Het meisje was nu totaal in de war. "Sorry papa." Zei het meisje en kuste vlug de penis van haar papa. "Dat is ietsje beter." Zei de man. Het meisje kuste nogmaals. Vlug en met duidelijke verbijstering. "Het helpt niet." Zei de man nu. Het enige wat helpt bij een dergelijke brandwonde zijn bosbessen. Maar ik vrees dat we geen bosbessen in huis hebben." Het gezicht van het meisje klaarde op. "We hebben wel bosbessenconfituur, hé papa?" "Da's waar ook." zei de man. "Maar Lies, je bent fantastisch. Dat kunnen we eraan wrijven! Maar nee, dat kunnen we niet doen. Je lievelingsconfituur. Wat een verspilling zou dat zijn. Die is zo duur die confituur. Dat kunnen we er niet aansmeren. Ik zie nog liever pijn af." Toen begon de man opnieuw te wenen. Het was ongelofelijk. Hoe deed ie het? Het meisje keek naar de rode gezwollen penis van haar vader. "Ik ga de confituur halen." Riep ze uit. "Breng een lepeltje mee, zei de man, zodat we niet te veel verspillen." Het meisje schoof de ronde douchedeur open en stapte uit de douche. Ik wist wat er ging gebeuren. Hij had het meisje uitgehongerd. Dit kon ik niet meer aanzien. Ik bedacht dat Locke toch gelijk had en dat ervaring inderdaad kennis te boven gaat. Ik wist hoe kinderverkrachters te werk gaan. Ze introduceren de kinderen in een verknipte volwassen wereld en brengen hen volledig in de war. Ze laten hen geloven dat alles wat ze doen hun eigen keuze, hun eigen idee en dus hun eigen schuld is. Ik wou het verdere verloop niet meer zien. Ik voelde de nood om die verschrikkelijke ervaring van me af te werpen. Ik wist dat er maar een manier was om dit te doen en dat was al het bloed dat ik in mij had in te spuiten bij iemand anders. Ik wist dat dit mijn dood zou betekenen, maar ik wou geen menselijke kennis meer in mijn muggenkop, ik wou die ervaring wissen. Ik had me nog nooit zo slecht gevoeld in mijn muggenbestaan. Het meisje was nu teruggekeerd met een potje confituur en een lepeltje. Het dekseltje had ze al verwijderd. "Wil jij het er aanwrijven?" vroeg de man. De douchedeur stond open. Ik zoemde weg. Geen van beiden merkte me op. Ik vloog vlug de badkamer uit op zoek naar een laatste rustplaats, naar een mens die ik met mijn verschrikkelijke kennis kon opzadelen... Tussen het imaginaire en het symbolische Ars erotica en tantrische zelfbeheersing, Berekend genot met hoge pieken, Gehuld in ascetische berusting, Via een monastieke context verglijdend In een modern vertoog van betekenis En associatieve sexpectaties en sextremen. Scientia sexualis, voorbijgaand aan vergane glorie Van elitaire lustoptimalisatie En hedonistische maat Aan Victoriaanse driftcultivatie En diëtetische spagaat. Incestueus verlangen Neuropressieve cultuur, Lacaniaanse gangen doorheen tekorten Van een negatieve machtsstructuur. Waarheidsspel van beproeving, Hoofse liefde van velours. Subliminale sublimatie Van verbod en van censuur. Frustrerende zuchtigheid naar een fantasmatisch object Tactiele zwijgzaamheid van likkende lichamen. Vogelperspectief Voorvocht en plakkerige restanten vanuit vogelperspectief. Holle vrouwenrug en zwevende brede heupen Kronkelende schouders, grijpende, klauwende vingers; Zich naar het plafond uitstrekkende benen, Naar de diepte zuigende liefdesgrot. Schommelen en wiegen, plooien en strekken van benen en armen, Lichaamsdelen naar elkaar toetrekkend, Ver achteruit buigende hoofden, Gekruiste voeten, vrouwelijke liefdestang; Schootje zitten, dansen maar, Stierenrijdster, rode kloten, duwen stoten, Vingertoppen natter wrijvend. Smakkende geluiden, clitoriskapje, urinebuis. Rozerode blikken tussen opengesperde schaamlippen. Voorvocht en plakkerige restanten vanuit vogelperspectief Op fluistertoon en steeds luider herhalend. Love has changed. It has become something else. Something new, with something left of the old. Love has changed. It became aware of itself and started looking at something else, than itself, something new, still containing some of the old, but still, love. Love has changed.