CRISISCENTRUM
Lijst van de wetgeving die
aan de basis ligt van de organisatie en die de werking ervan beheert
Het Coördinatie- en Crisiscentrum van de Regering is
opgericht bij koninklijk besluit van 18 april 1988 (B.S, 4 mei 1998).
De opdrachten en werking ervan zijn beschreven in of
gebaseerd op de volgende teksten.
Algemene teksten
-
Krachtens artikel 3 van voornoemd koninklijk besluit heeft het Crisiscentrum tot opdracht een
algemene wachtdienst ten behoeve van de Regering te verzekeren, op bestendige
wijze de informatie die betrekking heeft op zijn bevoegdheden, te verzamelen en
te analyseren, en de verantwoordelijke personen en diensten in te lichten over
nationale crisissituaties of over gebeurtenissen die tot dergelijke toestand kunnen
leiden, de nodige infrastructuur en middelen ter beschikking te stellen van de
bevoegde overheden voor de beheersing van een nationale crisis, meer bepaald de
coördinatie, de voorbereiding van beslissingen, de eventuele uitvoering en de
opvolging ervan te verzekeren en in voorkomend geval, de in de nood- en
hulpplannen voorziene onmiddellijke maatregelen te nemen of uit te lokken, het
behandelen van de oproepen van het publiek en, in voorkomend geval, het
verzekeren van een eensluidende en samenhangende informatie;
-
Krachtens het koninklijk besluit van 29 juli 1991 tot
oprichting van een hoger instituut voor de noodplanning (B.S., 14 september 1991), zoals gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 5 december 2011, leidt en beheert de directeur-generaal van het
Crisiscentrum een entiteit die specifiek belast is met de organisatie van opleidings- en informatieactiviteiten, met de
bevordering van ideeënuitwisselingen, met de ontwikkeling en bevordering van
didactische methodes en hulpmiddelen voor de noodplanning en met de coördinatie
van deze activiteiten via een platform voor uitwisseling van ervaringen en
ideeën op nationaal en internationaal vlak;
-
Het koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot
vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en -situaties die
een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen (B.S., 21 februari 2003) belast het
Crisiscentrum met de inzameling van de
informatie erover en met het plaatsen in (voor)alarm van de leden van de
provinciale en federale crisiscellen. Die cellen vergaderen in het
Crisiscentrum, dat ook het contactpunt is voor verschillende internationale
notificatie- en alarmeringsprocedures;
-
Het koninklijk besluit van 17 oktober 2003 tot
vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch
grondgebied (B.S., 20 november 2003)
belast het Crisiscentrum met de
praktische implementatie van het plan, de informatie en het (voor)alarm van de
betrokken overheden en diensten, het onthaal van de crisiscellen in zijn
lokalen, de logistieke ondersteuning en de functie van nationaal contactpunt in
het kader van de overeenkomsten met het Internationaal Atoomagentschap en met
de Europese Commissie of in het kader van bilaterale ad hoc-akkoorden;
-
Op basis van het koninklijk besluit van 16 februari
2006 betreffende de nood- en interventieplannen (B.S., 15 maart 2006) en van de ministeriële omzendbrief NPU-3 van
30 maart 2009 betreffende de goedkeuring van de provinciale nood- en
interventieplannen (B.S., 9 september
2009) analyseert het Crisiscentrum de
nood- en interventieplannen van de gouverneurs en stelt het aan de Minister van
Binnenlandse Zaken een beslissing voor om een bepaald plan al dan niet goed te
keuren.
Teksten die een samenwerking met de gewesten vereisen
- Op
basis van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat,
het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij
gevaarlijke stoffen zijn betrokken (B.S.,
12 oktober 2000, goedkeuringswet van 22 mei 2001, B.S., 16 juni 2001), verwezenlijkt
het Crisiscentrum tal van opdrachten m.b.t. het Seveso-risico voor rekening van
de Minister bevoegd voor de civiele veiligheid;
-
Bij het Samenwerkingsakkoord van 8 juli 2005 tussen de Federale
Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de oprichting van en de samenwerking in
een structuur Kustwacht (B.S., 23 oktober 2006), wordt de
vertegenwoordiger van de FOD Binnenlandse Zaken (lees: de Directeur-generaal
van de Algemene Directie Crisiscentrum) aangewezen als federale voorzitter van het Beleidsorgaan (art. 8), wordt het
Crisiscentrum aangewezen als federale
vergaderlocatie (art. 9) en wordt een vertegenwoordiger van het
Crisiscentrum aangewezen als lid van het
Overlegorgaan (art. 14).
Andere teksten
-
Op basis van het koninklijk besluit van 20 juli 1971
betreffende de oprichting van een Nationaal Comité voor de veiligheid der
burgerlijke luchtvaart en van plaatselijke comités voor de veiligheid der
luchthavens (B.S., 17 augustus 1991),
wordt “de inspecteur-generaal die de Algemene Rijkspolitie onder zijn
bevoegdheid heeft” (lees vandaag: de Directeur-generaal van de Algemene
Directie Crisiscentrum) aanwezen als lid
van het Nationaal Comité voor de veiligheid van de burgerluchtvaart (NAVECO);
-
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 juni 1996
houdende oprichting van het College voor inlichting en veiligheid (B.S., 5 september 1996), wijst de
directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum aan als lid van het College voor Inlichting en
Veiligheid;
-
In het koninklijk besluit van 28 november 1997
houdende de reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of
sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg
plaatshebben (B.S., 5 december 1997), wordt het voorzitterschap en het secretariaat van de “Commissie voor de
veiligheid bij sportwedstrijden of sportcompetities voor auto’s” toegewezen aan
de Algemene Directie Crisiscentrum;
-
Artikel 21 van het Koninklijk besluit van 24 maart 2000
tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en
de veiligheidsmachtigingen, wijst “de directeur-generaal van de Algemene
Rijkspolitie of een door hem gemachtigde ambtenaar van niveau 1 “ (lees
vandaag: de directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum of zijn
adjunct) aan als lid van de Nationale
Veiligheidsoverheid;
-
Artikel 103, §1, van de wet van 7 juli 2002 houdende
een regeling voor de bescherming van bedreigde getuigen en andere bepalingen (B.SS, 10 augustus 2002), voorziet dat
een vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken (lees: de
Directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum) wordt aangewezen als
lid met adviserende bevoegdheid in de
Getuigenbeschermingscommissie;
-
Krachtens artikel 2, 3° van het ministerieel besluit
van 22 april 2003 tot bepaling van de administratieve behandelingsprocedure van
de aangelegenheden bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van
een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (B.S., 23 mei 2003) bereidt het Crisiscentrum de beslissingen voor van de Minister van
Binnenlandse zaken en legt hem voorstellen voor in het kader van zijn
verantwoordelijkheden m.b.t. het beheer van evenementen en crisisbeheersing in
het algemeen en m.b.t. de planning, de coördinatie en de opvolging van de
veiligheid bij gebeurtenissen die een voorbereiding en coördinatie vereisen
tussen verschillende diensten;
-
In toepassing van de ministeriële richtlijn MFO-5 van
23 december 2002 houdende de opdrachten van federale aard uit te oefenen door
de lokale politie, wat betreft de opdrachten van bijzondere bescherming van
personen en roerende en onroerende goederen (B.S., 27 januari 2003), genomen in uitvoering van artikel 62, 5° en
9° van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde
politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (B.S., 5 januari 1999), en de omzendbrief COL 6/2004 van 1 maart
2004 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep, oefent de Algemene Directie Crisiscentrum
de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken uit op het vlak van de
bijzondere bescherming van personen en goederen;
-
Het Ministerieel besluit van 19 april 2005 tot
vaststelling van het “Nood- en
interventieplan (NIP) Noordzee” (B.S.,
25 mei 2005), kent bepaalde opdrachten toe aan het Coördinatie- en
crisiscentrum van de Regering;
-
Bij het koninklijk besluit van 26 januari 2006 tot
oprichting van een Federaal Comité voor de
Beveiliging van het Spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de
beveiliging van het intermodaal vervoer (B.S.,
28 februari 2006), wordt de
directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum aangewezen als lid
van dit Comité;
-
Artikel 10 van de wet van 10 juli 2006 betreffende de
analyse van de dreiging (B.S., 20
juli 2006), bepaalt dat de Algemene Directie Crisiscentrum bestemmeling is van de dreigingsevaluaties van het Coördinatieorgaan
voor de Analyse van de Dreiging;
-
Artikel 14, eerste lid, van het Koninklijk besluit van
28 november 2006 tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de
analyse van de dreiging (B.S., 1
december 2006), voorziet dat de nodige beschermingsmaatregelen
die in functie van de evaluatie van de dreiging noodzakelijk blijken worden
beslist in de schoot van de Algemene Directie Crisiscentrum;
-
Overeenkomstig de wet van 5 februari 2007 betreffende
de maritieme beveiliging (B.S., 27
april 2007), bepaalt de Algemene
Directie Crisiscentrum het in een haven of in een havenbeveiligingszone van
kracht zijnde beveiligingsniveau (art. 13, §2); dezelfde wet wijst de
Directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum of zijn vaste
plaatsvervanger aan als lid van de
Nationale Autoriteit voor Maritieme Beveiliging (art. 3, 2°);
-
Op basis van de wet van 1 juli 2011 betreffende de
beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren (B.S., 15 juli 2011), worden bepaalde opdrachten toevertrouwd aan
de Algemene Directie Crisiscentrum als coördinator voor de beveiliging en de
bescherming van de nationale en de Europese kritieke infrastructuren;
-
In artikel 2 van het Koninklijk besluit van 26
september 2011 betreffende de bevoegde instantie voor de opvang van schepen die
bijstand behoeven (B.S., 6 oktober
2011), wordt de Directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum aangewezen
als vertegenwoordiger van de FOD
Binnenlandse Zaken met bevoegdheid op zee zoals bedoeld in artikel 5, §1,
derde lid, van de wet van 27 juli 2011 betreffende de bevoegde instantie voor
de opvang van schepen die bijstand behoeven[1].
Structuur en opdrachten
Het Crisiscentrum is sedert 2003 een Algemene Directie
van de FOD Binnenlandse Zaken. Het bestaat uit de volgende diensten:
-
Geïntegreerde permanentie (Permanentie, Openbare Orde
en Kritieke Infrastructuur)
-
Noodplanning
-
Crisiscommunicatie, inbegrepen de alarmering
-
Ondersteunende diensten en management: Juridische
dienst, P&O, Vertalingen, Begroting, ICT, Regetel
De voornaamste opdrachten van het Crisiscentrum zijn de
volgende:
-
Actieve waakzaamheid 24u/24 – 7d/7
-
Planning, coördinatie en opvolging van
(risico-)gebeurtenissen die een belangrijke impact op de openbare orde kunnen
hebben
-
Bijzondere bescherming van personen en goederen
-
Noodplanning
-
Crisisbeheer
--------------------------------
Maatregelen
tot bescherming van personen en roererende en
onroerende goederen, in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken.
Ministeriële richtlijn MFO-5 van 23 december 2002 houdende
de opdrachten van federale aard uit te oefenen door de lokale politie, wat
betreft de opdrachten van bijzondere bescherming van personen en roerende en
onroerende goederen (B.S., 27 januari
2003), genomen in uitvoering van artikel 62, 5° (opdrachten van bewaking,
toezicht of
bijzondere bescherming van personen en van
roerende of onroerende goederen) en artikel 62, 9° (bepaalde specifieke
bewakings- en toezichtopdrachten bij ernstige of nakende bedreiging van de
openbare orde, met inbegrip van risico’s van zware aantastingen van personen en
goederen) van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde
politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (B.S., 5 januari 1999)
Directive ministériel MFO-5 du 23 décembre
2002 relative aux missions a` caractère fédéral à exécuter par la police locale
lors des missions de protection spéciale des personnes et des biens mobiliers
et immobiliers, M.B., 27 janvier
2003.
Artikel 10 van de wet van 10 juli 2006
betreffende de analyse van de dreiging (B.S.,
20 juli 2006), volgens hetwelke de Algemene Directie Crisiscentrum bestemmeling
is van de dreigingsevaluaties van het Coördinatieorgaan voor de
dreigingsanalyse.
L. du 10 juillet 2006 relative à l’analyse
de la menace, M.B., 20 juillet 2006.
Artikel 14, eerste lid, van het Koninklijk besluit van 28 november 2006
tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de
dreiging (B.S., 1 december 2006),
volgens hetwelke de nodige beschermingsmaatregelen die in functie van de
evaluatie van de dreiging noodzakelijk blijken worden beslist in de schoot van de Algemene Directie
Crisiscentrum.
A.R. du 28 novembre 2006 portant exécution
de la loi du 10 juillet 2006 relative à l’analyse de la menace, M.B., 1 décembre 2006.
College
voor Inlichting en Veiligheid
Artikel 2 van het Koninklijk
besluit van 21 juni 1996 houdende oprichting van het College voor inlichting en
veiligheid (B.S., 5 september 1996),
waarin de directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum wordt
aangewezen als lid van het College voor Inlichting en Veiligheid.
Arrêté royal du 21 juin 1996 portant création du Collège du renseignement et de la sécurité,
M.B., 5 septembre
1996..
Bescherming van getuigen
Artikel 103, §1, van de wet van 7 juli 2002
houdende een regeling voor de
bescherming van bedreigde getuigen en andere bepalingen (B.S., 10 augustus 2002), waarin een vertegenwoordiger van de
Minister van Binnenlandse Zaken (lees: de Directeur-generaal van de Algemene
Directie Crisiscentrum) wordt aangewezen als lid met adviserende bevoegdheid in
de Getuigenbeschermingscommissie.
Nationale
Veiligheidsoverheid
Artikel 21 van het Koninklijk besluit van 24
maart 2000 tot uitvoering van de wet
van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen,
waarin “de directeur-generaal van de Algemene Rijkspolitie of een door
hem gemachtigde ambtenaar van niveau 1 “ (lees vandaag: de directeur-generaal
van de Algemene Directie Crisiscentrum of zijn adjunct) wordt aangewezen als lid van de Nationale
Veiligheidsoverheid.
Kritieke infrastructuren
Wet van 1 juli 2011
betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren (B.S., 15 juli 2011), waarin bepaalde
opdrachten worden toevertrouwd aan de Algemene Directie Crisiscentrum als
coördinator voor de beveiliging en de bescherming van de nationale en de Europese
kritieke infrastructuren.
Veiligheid bij rallywedstrijden
Koninklijk besluit van 28 november 1997
houdende de reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of
sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg
plaatshebben (B.S., 5 december 1997),
waarin het voorzitterschap en het secretariaat van de “Commissie voor de
veiligheid bij sportwedstrijden of sportcompetities voor auto’s” wordt
toegewezen aan de Algemene Directie Crisiscentrum.
Maritieme veiligheid
De wet van 5 februari
2007 betreffende de maritieme beveiliging (B.S.,
27 april 2007), volgens dewelke de Algemene Directie Crisiscentrum het in een
haven of in een havenbeveiligingszone van kracht zijnde beveiligingsniveau
bepaalt (art. 13, §2) en waarin de Directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum of zijn
vaste plaatsvervanger wordt aangewezen als lid van de nationale autoriteit voor
maritieme beveiliging.
Het
Samenwerkingsakkoord van 8 juli 2005 tussen de Federale Staat en het Vlaamse
Gewest betreffende de oprichting van en de samenwerking in een structuur
kustwacht (B.S., 23 oktober 2006), waarin de vertegenwoordiger van de FOD
Binnenlandse Zaken (lees: de Directeur-generaal van de Algemene Directie
Crisiscentrum) wordt aangewezen als federale voorzitter van het Beleidsorgaan
(art. 8), het Crisiscentrum wordt aangewezen als federale vergaderlocatie (art.
9) en een vertegenwoordiger van het Crisiscentrum wordt aangewezen als lid van
het Overlegorgaan (art. 14).
Ministerieel besluit
van 19 april 2005 tot vaststelling van het « Rampenplan Noordzee » (B.S., 25 mei 2005), waarin bepaalde
opdrachten worden toegekend aan het Coördinatie-
en crisiscentrum van de Regering
Luchtvaartveiligheid
Koninklijk besluit
van 20 juli 1971 betreffende de oprichting van een Nationaal Comité voor de
veiligheid der burgerlijke luchtvaart en van plaatselijke comités voor de
veiligheid der luchthavens (B.S., 17
augustus 1991), waarin “de inspecteur-generaal die de Algemene Rijkspolitie
onder zijn bevoegdheid heeft” (lees vandaag: de Directeur-generaal van de
Algemene Directie Crisiscentrum) wordt aanwezen als lid van het Nationaal
Comité voor de veiligheid van de burgerluchtvaart (NAVECO).
Spoorwegveiligheid
Koninklijk besluit
van 26 januari 2006 tot oprichting van een Federaal Comité voor de Beveiliging
van het Spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de beveiliging van
het intermodaal vervoer (B.S., 28
februari 2006), waarin de directeur-generaal van de Algemene Directie
Crisiscentrum wordt aangewezen als lid van dit Comité
--------------------------------
Bismarck: "Je weniger die Leute darüber wissen, wie Würste und Gesetze gemacht
werden, desto bessen schlafen
sie nachts."
PROVINCIES EN GEMEENTEN
ADMINISTRATIEVE OVERHEDEN
Artikel 135, §2 van de Nieuwe
Gemeentewet
Artikel 128 van de provinciewet
(art. 226 WGP)
Wet van 4 mei 1999 betreffende de
burgerrechtelijke aansprakelijkheid van burgemeesters, schepenen en leden van
de bestendige deputatie, B.S., 28
juli 1999
Wet van 10 februari 2003 betreffende de
aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare
rechtspersonen, B.S., 27 februari
2003
Wet van 6
maart 1818 betreffende de straffen uit te spreken tegen de overtreders van
algemene verordeningen of te stellen bij provinciale of plaatselijke
reglementen (B.S., 6 maart
1818), met name de artikelen 1 en 2, gewijzigd bij wet van 5 juni 1934 (B.S., 20 juni 1934) en bij wet van 14 juni 1963 (B.S., 26 juni 1963)
Omzendbrief
BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe lokale politie, eengemeentezones en meergemeentezones
: administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht , B.S., 09 oktober 2001
Bijzondere
wet van 9 maart 2003 tot wijziging van de Bijzondere Wet van 6 januari 1989 op
het Arbitragehof, B.S.,
11 april 2003, eerste uitgave
Omzendbrief
van 20 december 2002 van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende de
taken die de provinciale overheden voor de Federale Overheidsdienst
Binnenlandse Zaken uitoefenen, B.S.,
23 mei 2003
ADMINISTRATIEVE SANCTIES
Wet van 13 mei 1999 tot invoering van
gemeentelijke administratieve sancties, B.S.,
10 juni 1999.
Koninlijk besluit van 7 januari 2001 tot
vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van
de boetes in uitvoering van de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van
gemeentelijke administratieve sancties, B.S.,
2 februari 2001.
Ministeriële
omzendbrief OOP 30 van 2 mei 2001 aangaande de uitvoering van de wet van 13 mei
1999 betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties, B.S., 23 mei 2001.
OPENBARE ORDE (algemeen)
Wetgeving
Arrêté du Gouvernement
de la Communauté française du 10 avril 1995 modifiant l'arrêté royal du 21 août
1967 réglementant les courses cyclistes et les épreuves de cyclo-cross, M.B., 27.09.1995, p. 27430.
K.B. van 10 april 1990 houdende de
algemene regels van het vijfhoeksoverleg, B.S., 20
juni 1995, blz. 17620.
Wet van 13
juli 2001 tot wijziging van de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van
het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen , B.S., 4
augustus 2001
Omzendbrief
van de Minister van Leefmilieu en Openbare Netheid van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest betreffende de rol van de gemeenten in de bestraffing van
inbreuken op de openbare netheid, B.S.,
24 oktober 2001.
Bijzondere
wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de
gewesten en de gemeenschappen, B.S.,
3 augustus 2001
Koninklijk
besluit van 20 september 1991 tot uitvoering van de wet van 3 januari 1933 op
de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in
munitie., B.S., 21 september 1991
Omzendbrieven OOP en Art. 11
Ministeriële Omzendbrief van 10 december
1987 Ordehandhaving. – Gecoördineerde algemene onderrichtingen, B.S., 19 december 1987
Omzendbrief OOP 13 van 26 april 1990
houdende de algemene richtlijnen betreffende de coördinatie van het optreden
van de gemeentepolitie en de rijkswacht in het kader
van de bestuurlijke politie, B.S., 27
april 1990.
Omzendbrief van 14 juli 1994
betreffende de evaluatie van de omzendbrief OOP 13 dd. 26 april 1990 houdende
de algemene richtlijnen betreffende de coördinatie van het optreden van de
gemeentepolitie en de rijkswacht in het kader van de
bestuurlijke politie (niet gepubliceerd).
Omzendbrief van 29 mei 1997 van de
Minister van Binnenlandse Zaken betreffende de relatie tussen de burgemeester
en de rijkswacht, B.S.,
6 juni 1997
Omzendbrief OOP 19 – Richtlijnen aan de
rijkswacht en de gemeentepolitie betreffende de
samenwerking met en het leveren van bijstand aan de ambtenaren van de diverse
ministeries en directies belast met bepaalde controletaken, B.S., 7 juli 1994.
Omzendbrief 2 mei 1995 openbare orde -
ultimate fighting; niet gepubliceerd
Omzendbrief van 22 mei 1995 inzake het vijfhoeksoverleg, B.S.,
20 juni 1995, blz. 17646.
Omzendbrief POL 21quater van 7
september 1995 tot aanvulling van de omzendbrief POL 21ter houdende commentaar
over de bepalingen van titel IV, hoofdstuk III, van de Nieuwe Gemeentewet, B.S., 05 oktober 1995, p. 28390.
Omzendbrief van 10 oktober
1995 betreffende de relatie politiediensten en pers, B.S., 31 oktober 1995
Omzendbrief
van 29 mei 1997 van de Minsters van Binnenlandse
Zaken en Justitie betreffende de relatie tussen de burgemeester en de rijkswacht, B.S.,
6 juni 1999.
Interministeriële omzendbrief van 10
december 1998 over de gevolgen van de Schengenovereenkomst in het domein van de
grenscontrole en de politiële en gerechtelijke samenwerking, B.S., 29 januari 1999
Omzendbrief OOP21ter van 8 november
1999 betreffende de veiligheid van de Navo, de Raad
van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschap, ter
vervanging van de omzendbrief OOP21 bis van 3 juni 1997 (niet gepubliceerd).
Omzendbrief
van 17 december 2001 van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende de verantwoordelijkheid van de bestuurlijke
overheden met betrekking de veiligheid in de stations, B.S., 13 februari 2002.
Omzendbrief
van 15 april 2002 van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende de verantwoordelijkheid van de bestuurlijke
overheid en de taakverdeling tussen de politiediensten inzake veiligheid bij de
spoorwegen (niet gepubliceerd).
Ministeriële
omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken van 18 juli 2002 betreffende
gebeurtenissen die met de openbare orde samenhangen en die op de autosnelwegen
plaatsvinden (B.S., 14 augustus
2002).
Ministeriële Omzendbrief OOP 37 van de Minister van
Binnenlandse Zaken van 10 september 2002 betreffende de rave-party’s,
B.S., 14 december 2002.
SPOORWEGEN
Omzendbrief
van 15 april 2002 van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende de verantwoordelijkheid van de bestuurlijke
overheid en de taakverdeling tussen de politiediensten inzake veiligheid bij de
spoorwegen (niet gepubliceerd).
Omzendbrief van 17 december 2001 van de Minister van
Binnenlandse Zaken betreffende de verantwoordelijkheid
van de bestuurlijke overheden met betrekking de veiligheid in de stations, B.S., 13 februari 2002
Koninklijk
besluit van 26 januari 2006 tot oprichting van een Federaal Comité voor de
Beveiliging van het Spoorwegvervoer en houdende diverse maatregelen voor de
beveiliging van het intermodaal vervoer, B.S.,
28 februari 2006.
LUCHTVAART
Koninklijk besluit van 3 mei 1991
houdende regeling van de beveiliging van de burgerluchtvaart, B.S., 28 mei 1991.
Koninklijk besluit van 17 maart 1994
houdende wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 houdende regeling
van de beveiliging van de burgerluchtvaart, B.S.,
24 juni 1994
Koninklijk
besluit van 20 juli 1971 betreffende de oprichting van een Nationaal Comité
voor de veiligheid der burgerlijke luchtvaart en van plaatselijke comités voor
de veiligheid der luchthavens, B.S.,
17 augustus 1971.
WATERWEGEN - ZEEVAART – HAVENS -
KUSTWACHT
Koninklijk besluit van 15 juni 2004 tot oprichting van
een Federaal comite en lokale comités voor de
beveiliging van de havenfaciliteiten, B.S.,
18 juni 2004.
Wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der
havenkapiteins, B.S., 8 juni 1936
DOUANE
Wet van 22 april 2003 houdende toekenning van de
hoedanigheid van officier van
gerechtelijke politie aan bepaalde ambtenaren van de Administratie der
douane en accijnzen, B.S., 8 mei
2003.
Omzendbrief
OOP 20 van 29 februari 1996 betreffende de organisatie van rally's of
gelijkgestelde wedstrijden, B.S., 6 april
1996
Koninklijk
besluit van 28 november 1997 houdende de reglementering van de organisatie van
sportwedstijden of sportcompetities voor auto’s die geheel of gedeeltelijk op
de openbare weg plaatshebben (B.S., 5
december 1997), gewijzigd bij Koninklijk besluit van 28 maart 2003 (B.S., 15 mei 2003).
Koninklijk
besluit van 28 maart 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28
november 1997 houdende de reglementering van de organisatie van
sportwedstrijden of sportcompetities voor auto’s die geheel of gedeeltelijk op
de openbare weg plaatshebben, B.S.,
15 mei 2003.
Koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende de
reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor
auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben (B.S., 5
december 1997), gewijzigd bij Koninklijk besluit van 28 maart 2003 (B.S., 15 mei 2003).
Ministerieel besluit van 19 november 1998 houdende
de voorwaarden tot het afleveren van de bewijzen van bekwaamheid voor stewards,
baancommissarissen en veiligheidschefs bij sportwedstrijden of sportcompetities
voor auto’s die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben, B.S., 8 december 1998.
Omzendbrief OOP 25ter ter begeleiding van de
gecoördineerde versie van de koninklijke besluiten van 28 november 1997 (B.S.,
05.12.1997) en van 28 maart 2003 (B.S., 15.05.2003) houdende de reglementering
van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die
geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben, B.S., 11 mei 2006.
Wet van 30 november 1998 houdende
regeling van de inlichten-en veiligheidsdiensten, B.S., 18 december 1998.
Koninklijk besluit van 17 oktober 1991
over de Antiterroristische Gemengde Groep, B.S.,
8 november 1991, gewijzigd bij KB van 8 januari 1992, B.S., 30 januari 1992.
Wet
van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en Adviescentrum inzake
schadelijke sektarische organisaties en houdende oprichting van een
Administratieve Coördinatiecel inzake de strijd tegen
schadelijke sektarische organisaties, B.S., 25 november 1998.
Koninklijk
besluit van 8 november 1998 houdende samenstelling, werking en organisatie van
de Administratieve Coördinatiecel inzake de strijd tegen
schadelijke sektarische organisaties, B.S.,
9 december 1998
Wet van 11 december 1998 betreffende de
classificatie en de veiligheidsmachtigingen, B.S., 7 mei 1999
Koninklijk besluit van 24 maart 2000
tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en
de veiligheidsmachtigingen, B.S., 31
maart 2000.
Koninklijk
besluit van 16 november 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24
maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de
classificatie en de veiligheidsmachtigingen, B.S., 04 december 2001
Koninklijk besluit van 16 januari 2003 tot wijziging van
het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11
december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, B.S., 22 januari 2003 (ADCC ipv ARP)
Aanbeveling
van de Raad van 6 december 2001 houdende vaststelling van een
gemeenschappelijke schaal voor de evaluatie van risico's in verband met
bezoeken van prominenten aan de Europese Unie,
Publicatieblad Nr. C 356 van 14/12/2001 blz. 0001 - 0002
Verordening
(EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke
beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de
strijd tegen het terrorisme, Publicatieblad
Nr. L 344 van 28/12/2001 blz. 0070 - 0075
Wet van 11 december 1998 betreffende de
classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en
veiligheidsadviezen, B.S., 7 mei
1999, gewijzigd bij wet van 3 mei 2005, B.S.,
27 mei 2005
Loi du 3 mai 2005 modifiant la loi du 11 décembre 1998
relative à la classification et aux habilitations de sécurité, M.B., 27 mai 2005
Loi du 11 décembre 1998 relative à la classification
et aux habilitations, attestations et avis de sécurité (M.B., 7 mai 1999), modifiée par la loi du 3 mai 2005, M.B., 27 mai 2005
Wet
van 3 mei 2005 houdende wijziging van de wet van 11 december 1998 tot
oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen, B.S., 27 mei 2005
Wet
van 11 december 1998 tot oprichting van een beroepsorgaan inzake
veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (B.S., 7 mei 1999), gewijzigd bij wet van
3 mei 2005, B.S., 27 mei 2005
Loi du 3 mai 2005 modifiant la loi du 11 décembre 1998 portant
création d’un organe de recours en matière d’habilitations de sécurité, M.B., 27 mai 2005
Loi du 11 décembre 1998 portant création d’un organe de
recours en matière d’habilitations, d’attestations et d’avis de sécurité (M.B., 7 mai 1999), modifiée par la loi
du 3 mai 2005, M.B., 27 mai 2005
Koninklijk besluit van 3 juni 2005 tot
wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de
wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de
veiligheidsmachtigingen, B.S., 7 juni
2005
Koninklijk besluit van 24 maart 2000
tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en
de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (B.S.,
31 maart 2000), gewijzigd bij K.B. van 3 juni 2005 (B.S., 7 juni 2005).
Arrêté royal du 24 mars 2000 portant exécution de la loi
du 11 décembre 1998 relative
à la classification et aux habilitations, attestations et
avis de sécurité (M.B., 7 mai 1999),
modifiée par la loi du 3 mai 2005, M.B.,
27 mai 2005.
Koninklijk besluit van 3 juni 2005 tot wijziging van het
Koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot regeling van de rechtspleging voor het
beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen, B.S., 7 juni 2005.
Koninklijk besluit tot
regeling van de rechtspleging voor het beroepsorgaan inzake
veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (B.S., 31 maart 2000), gewijzigd bij K.B.
van 3 juni 2005, B.S., 7 juni 2005.
Arrêté royal du 24
mars 2000 déterminant la procédure à suivre devant l’organe de recours en
matière d’habilitations, d’attestations et d’avis de sécurité (M.B., 31 mars 2000), modifié par l’ AR
du 3 juin 2005, M.B., 7 juin 2005.
Omzendbrief
nr. COL 11/2005 van 5 oktober 2005 van het College van Procureurs-generaal bij
de Hoven van Beroep betreffende Classificatie en veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten
en veiligheidsadviezen – Informatieverstrekking door de gerechtelijke
overheden.
Gemeenschappelijke omzendbrief nr. COL 9/2005
van 23 juni 2005 van de Minister van
Justitie en het College van Procuceurs-generaal
betreffende de gerechtelijke aanpak inzake terrorisme (gepubliceerd op de
politieportal op 15 juli 2005).
Richtlijn van 1 juli 2005 van het Ministerieel
Comité voor Inlichting en Veiligheid betreffende de gerechtelijke aanpak inzake
terrorisme (niet gepubliceerd).
Deze richtlijn herneemt integraal de tekst van de
Gemeenschappelijke omzendbrief nr. COL 9/2005 van 23 juni 2005 van de Minister
van Justitie en het College van Procuceurs-generaal
betreffende de gerechtelijke aanpak inzake terrorisme
Het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid heeft
tijdens zijn vergadering van 1 juli 2005 de Richtlijn betreffende de
gerechtelijke aanpak in zaken van terrorisme goedgekeurd.
Wet
van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging, B.S., 20 juli 2006. (OCAD)
Coördinatieorgaan
voor de dreigingsanalyse (OCAD)
L. du 10 juillet
2006 relative à l’analyse de la menace, M.B.,
20 juillet 2006. (OCAM)
Organe de coordination pour l’analyse de la menace (OCAM)
Koninklijk
besluit van 28 november 2006 tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006
betreffende de analyse van de dreiging, B.S.,
1 december 2006.
A.R. du 28 novembre 2006 portant exécution de la loi du
10 juillet 2006 relative à l’analyse de la menace, M.B., 1 décembre 2006.
Gemeenschappelijke
Omzendbrief nr. COL 2/2007 van de Minister van Justitie en het College van
Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep betreffende het Coördinatieorgaan
voor de dreigingsanalyse – Addendum COL 9/2005.
Wet van 10 juli
2006 tot wijziging van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op
de politie- en inlichtingendiensten en van de artikelen 323bis en 327bis van het
Gerechtelijk Wetboek, B.S., 20 juli 2006.
Koninklijk besluit van 21 juni 1996 houdende
oprichting van het College voor inlichting en veiligheid, B.S., 5 september 1996.
Arrêté royal
du 21 juin 1996 portant création
du Collège du renseignement et de la sécurité, M.B., 5
septembre 1996.
Koninklijk
besluit van 21 juni 1996 houdende oprichting van een Ministerieel Comité voor inlichting
en veiligheid, B.S., 5 september
1996.
Arrêté royal du 21 juin 1996 portant création d'un Comité ministériel du
renseignement et de la sécurité, M.B.,
5 septembre 1996.
NOODPLANNING – CIVIELE VEILIGHEID –
SEVESO – VOLKSGEZONDHEID
Overeenkomstig
artikel 1 van het Koninklijk besluit van 23 juni 1971 houdende organisatie van
de opdrachten van de civiele bescherming en coördinatie van de operaties bij
rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen of
schadegevallen (B.S., 24 juli 1971), wordt onder een “schadegeval”
verstaan: een brand, een ontploffing, een instorting, een breuk in de leiding
of reservoir of een verkeersongeval dat het inzetten van speciale middelen
vereist.
Koninklijk
besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor de
crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op
nationaal niveau vereisen , B.S., 21
februari 2003
Koninklijk
besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, B.S., 15 maart 2006
Koninklijk
besluit van 23 mei 2001 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst
Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu, B.S., 29 mei 2001.
Koninklijk
besluit van 22 april 1988 tot vaststelling van het type, de modaliteiten en de
procedure van de informatie die moet verstrekt worden wanneer een zwaar ongeval
zich voordoet bij bepaalde industriële activiteiten, B.S., 3 mei 1998
Informatienota
van de Algemene Directie Crisiscentrum van 23 februari 2006 betreffende de
beschermingsmaatregelen voor de hulpdiensten en voor de politie (http://crisis.ibz.be).
Ministeriële
Omzendbrief VGA1 van 6 april 2006 betreffende de besmettelijke dierenziekte
vogelgriep of de dreiging van de vogelgriep in België: voorschriften voor de
lokale overheden, de hulpdiensten en de politie (http://crisis.ibz.be).
Ministerieel
besluit van 3 april 2006 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding
van aviaire influenza, B.S.,
VOETBAL
Wetten, besluiten
Wet van 18 april
1989 houdende goedkeuring van de Europese Overeenkomst inzake gewelddadigheden gepleegd
door en wangedrag van toeschouwers rond sportevenementen en in het bijzonder
rond voetbalwedstrijden, opgemaakt te Straatsburg op 19 augustus 1985, B.S., 7 december 1990;
Koninklijk
besluit van 4 september 1996 houdende oprichting van een commissie voor de
veiligheid van Euro 2000, B.S., 1
oktober 1996.
Wet
van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden (B.S., 3 februari 1999), gewijzigd door
de wet van 10 maart 2003 (B.S., 31
maart 2003).
Wet
van 10 maart 2003 tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de
veiligheid bij voetbalwedstrijden , B.S.,
31 maart 2003
Koninklijk besluit van 17 juli
1989 houdende de normen betreffende de bescherming van de toeschouwers tegen
brand en paniek bij manifestaties in openluchtinrichtingen (B.S., 20 juli 1989, errata B.S. 31 augustus 1989 ),
achtereenvolgens gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 mei 1990 (B.S., 19 mei 1990), dat onder meer de term “openluchtinrichtingen” verving
door de term “stadions”, en door dat van 8 september 1997 (B.S., 15 oktober 1997)
en uiteindelijk opgeheven door het Koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende
de in voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen, B.S., 10 juli 1999.
Koninklijk besluit van 8
september 1997 tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 juli 1989
houdende de normen betreffende de bescherming van de toeschouwers tegen brand
en paniek bij manifestaties in stadions, B.S., 15 oktober 1997.
Koninklijk besluit van 11 maart 1999 tot
vaststelling van de regels voor de administratieve procedure ingevoegd bij wet
21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, B.S., 26 maart 1999.
Koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling
van de regels voor de onmiddellijke inning van een geldsom ingevoerd bij de wet
van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, B.S.,
20 mei 1999.
Koninklijk besluit
van 2 juni 1999 houdende de in voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen, B.S., 10 juli 1999.
Koninklijk besluit van 3 juni 1999
houdende de regels voor het ticketbeheer ter gelegenheid van
voetbalwedstrijden, B.S., 23 juni
1999.
Koninklijk besluit van 15 juni 1999
betreffende het veiligheids- en coördinatiebeleid naar aanleiding van
voetbalwedstrijden, B.S., 2 juli
1999.
Koninklijk besluit van 30 juni 1999
houdende oprichting van een bestand van administratieve sancties welke zijn
opgelegd ter uitvoering van de wet van 21 december 1998 betreffende de
veiligheid bij voetbalwedstrijden, B.S.,
19 augustus 1999; Erratum, B.S., 30
augustus 1999.
Koninklijk besluit van 22 februari 2006
betreffende de installatie en de werking van bewakingscamera's in de
voetbalstadions, B.S., 3 maart 2006.
Koninklijk
besluit van 3 november 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni
1999 houdende de regels voor het ticketbeheer ter gelegenheid van
voetbalwedstrijden, B.S., 22 november
2001
Ministerieel besluit van 3 mei 2000 tot
aanwijzing van de ambtenaren die gemachtigd zijn krachtens artikelen 25 en 34
van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij
voetbalwedstrijden om de feiten zoals gesanctioneerd in artikel 18 vast te
stellen en om de onmiddellijke heffing voorzien in artikel 34 van de wet op te
leggen, B.S., 31 mei 2000
(herhaaldelijk gewijzigd).
Wet van 28 april 2000 houdende
instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der
Nederlanden inzake grensoverschrijdend politieoptreden ter handhaving van de
openbare orde en veiligheid tijdens het Europees kampioenschap voetbal voor
landenteams in het jaar 2000, ondertekend te Bergen-op-Zoom op 26 april 1999, B.S., 26 mei 2000.
Koninklijk besluit van 22 mei 2000 ter
aanduiding van de bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van het het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk
der Nederlanden inzake grensoverschrijdend politieoptreden ter handhaving van
de openbare orde en veiligheid tijdens het Europees Kampioenschap voetbal voor
landenteams, ondertekend te Bergen-op-Zoom op 26 april 1999, B.S., 31 mei 2000
Omzendbrieven
Omzendbrief OOP 7 van 9 augustus 1988 betreffende
de handhaving van de openbare orde n.a.v. voetbalwedstrijden (niet
gepubliceerd);
Omzendbrief van 31 juli 1990 betreffende de
regeling van de ticketverkoop bij voetbalwedstrijden (niet gepubliceerd);
Omzendbrief OOP 22 van 8 juli 1996 betreffende het
algemeen statuut van de voetbalstewards, B.S., 25 juli 1996;
Omzendbrief OOP 23
van 8 juli 1996 betreffende de
uitsluiting van toeschouwers bij voetbalwedstrijden, B.S., 25 juli 1996;
Omzendbrief OOP 7bis van 8 juli 1996 tot aanvulling
van de Ministeriële Omzendbrief OOP 7 van 9 augustus 1988 betreffende de
handhaving van de openbare orde n.a.v. voetbalwedstrijden, B.S., 25 juli 1996;
Omzendbrief OOP 7ter van 5 augustus 1997 tot
wijziging en aanvulling van de ministeriële omzendbrieven OOP 7 van 9 augustus
1988 en OOP 7bis van 8 juli 1996 betreffende de handhaving van de openbare orde
n.a.v. voetbalwedstrijden (niet gepubliceerd);
Omzendbrief OOP 24 van 30 september 1997
betreffende de handhaving van de openbare orde naar aanleiding van voetbalwedstrijden
(niet gepubliceerd);
Omzendbrief van 19 januari 1998 betreffende de
toepassing van het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit
van 17 juli 1989 houdende de normen betreffende de bescherming van de
toeschouwers tegen brand en paniek bij manifestaties in stadions (niet
gepubliceerd).
Omzendbrief OOP 27 van 30 juli 1998 betreffende de
handhaving van de openbare orde naar aanleiding van voetbalwedstrijden, B.S., 16 oktober 1998.
Omzendbrief OOP 27bis van 30 september 1998 tot
wijziging van de omzendbrief OOP27 van 30 juli 1998 betreffende de handhaving
van de openbare orde naar aanleiding van voetbalwedstrijden, B.S., 2
december 1998.
Omzendbrief OOP27ter van 15 januari 1999 tot wijziging
van de omzendbrief OOP27 van 30 juli 1998 betreffende de handhaving van de
openbare orde naar aanleiding van voetbalwedstrijden, B.S., 25 februari
1999.
Omzendbrief OOP27quater van 8 juni 1999 tot wijziging
van de omzendbrief OOP27 van 30 juli 1998 betreffende de handhaving van de
openbare orde naar aanleiding van voetbalwedstrijden, B.S ., 24 juli 1999.
Ministeriële omzendbrief OOP28 van 4 mei 1999
aangaande de uitvoering van de wet van 21 december 1998 betreffende de
veiligheid bij voetbalwedstrijden, B.S., 8 juli 1999.
Omzendbrief OOP 29 van 13 oktober 1999 houdende
richtlijnen aan de politiediensten naar aanleiding van Euro 2000 (niet
gepubliceerd).
Omzendbrief
OOP 34 van 13 november 2001 houdende specificaties bij de uitvoering van het
koninklijk besluit van 3 november 2001 tot wijziging van het koninklijk besluit
van 3 juni 1999 houdende de regels voor het ticketbeheer ter gelegenheid van
voetbalwedstrijden, B.S., 22 november
2001.
Omzendbrief
van 1 augustus 2001 van de Minister van Binnenlandse Zaken betreffende het ambt
van veiligheidsschepen, B.S., 21
augustus 2001
Ministeriële omzendbrief OOP 38 van 24
oktober 2002 betreffende de efficiënte inzet van de ordediensten naar
aanleiding van voetbalwedstrijden en betreffende de informatiehuishouding en de
taken van de spotters, B.S., 13
november 2002
Internationale
aanbevelingen
Verslag dd. 26 april 1996 van de Commissie Openbare
Vrijheden en Binnenlandse Zaken van het Europees parlement over het vandalisme
en het vrije verkeer van voetbalsupporters
Resolutie van het Europees Parlement over het vandalisme en het vrije verkeer van voetbalsupporters (1996) – Résolution sur le problème du
hooliganisme et de la libre circulation des supporters de football (1996)
Recommandation du conseil du 22 avril 1996 concernant des
orientations visant à prévenir et à endiguer les troubles susceptibles de se
produire lors de matches de football (Enfopol 61)
Resolution du conseil du 9 juin 1997 sur la prévention et la maïtrise
du hooliganisme par l’échange d’expériences, l’interdiction de stade et la
politique médiatique (Enfopol 121)
Document
T-RV (97) 4 van 19 juni 1997.
Document
T-RV (99) 6 van 15 juni 1999:
· Recommandation n°
1/99 relative à l’assistance stadiare
· Recommandation n°
2/99 sur la suppression des grillages dans les stades + annexe à la
recommandation: déclaration sur les pallissades et
les barrières adoptée par le Comité permanent lors de sa 17e réunion
les 5 et 6 juin 1997 à Strasbourg
Document T-RV (99) 4 rév. 1:
Recommandation n° 3/99 relative à l’identification et au traitement des
contrevenants et à l’échange de renseignements lors du Championnat européen de
Football (EURO 2000).
Resolutie van de Raad van 21 juni 1999 concernant
un manuel pour la mise en place, à l’échelle internationale, d’une coopération
policière et de mesures visant à prévenir et à maitriser la violence et les
troubles liés aux matches de football internationaux (Enfopol
37).
Recommandation
1434 (1999) de l’Assemblée parlementaire (Hooliganisme dans le football) van de
Raad van Europa
-
Recommandation n° 1/87 sur la vente et la consommation
d’alcool
-
Recommandation n° 2/87 sur la fouille des spectateurs
-
Recommandation n° 3/87 sur la coopération avec la police
-
Recommandation n° 1/88 sur le recours aux services
consultatifs de policiers “observateurs”
-
Recommandation n° 2/88 sur la préparation des grandes
manifestations
-
Recommandation n° 1/89 concernant les directives pour la
vente des billets. De
fabricage van de tickets moet het toezicht op en de controle van de
toeschouwers toelaten, het aantal tickets per persoon moet worden beperkt en
het is aanbevolen om geen tickets te verkopen gedurende een bepaalde periode
voor de wedstrijd.
-
Recommandation n° 2/89 sur le rapport d’ensemble sur les
mesures de lutter contre le hooliganisme
-
Recommandation n° 1/90 sur l’identification et le
traitement des contrevenants
-
Recommandation n° 1/91 relative au renforcement de la
sécurité dans les stades
-
Recommandation n° 2/91 sur la coopération internationale
de la police en vue des maches et championnats de
football internationaux
-
Recommandation n° 1/93 aux Parties concernant les mesures
à prendre par les organisateurs de matches de football et les pouvoirs publics
-
Recommandation n° 1/94 aux Parties concernant les mesures
à prendre par les organisateurs et les pouvoirs publics en vue de
manifestations sportives à haut risque en salle
-
Recommandation n° 1/97 concernant l’utilisation de
formulaires types pour l’échange de renseignements de police en vue de manifestations
sportives à haut risque
-
Résolution n° 1/97 relative à l’utilisation de termes non
discriminatoires
-
Recommandation n° 1/99 relative relative
à l’assistance stadiare
-
Recommandation n° 2/99 sur la suppression des grillages
dans les stades
-
Recommandation n° 3/99 relative à l’identification et au
traitement des contrevenants et à l’échange de renseignements lors du
Championnat européen de Football (EURO 2000)
Resolutie van de Raad van 6 december
2001 betreffende een handboek met aanbevelingen voor de internationale
politiesamenwerking en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van geweld en
ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden met een internationale dimensie waarbij
ten minste één lidstaat is betrokken, Publicatieblad
Nr. C 022 van 24/01/2002 blz. 0001 – 0025.
Brochures
en handleidingen
Brochure “Rol en taak van de
Veiligheidsafgevaardigde”, Ministerie van Binnenlandse Zaken, Uitgave 1994;
Veiligheidshandleiding voor voetbalstadions,
edities 1986 en 1991;
PAULUS, E. (ed.), “Stewards. Met beide voeten
op de grond. Handleiding voor voetbalstewards ”, Politeia, Brussel, 1997, 15 p.
Buitenlandse wetgeving
Engeland en
Sportings Events Act 1985 (alcohol) ; Public Order Act
1986 (strafbaarstelling van “disorderly
conduct”) ; Football Spectators Act 1989 (stadionverboden) ;
Football Offences Act van 1991 (“throwing of missiles”, “indecent or racialist
chanting”, “going onto the playing area”) ; Criminal Justice and Public
Order Act van 1994 (« ticket touts »).
Loi n° 93-1282 du 6 décembre 1993
relative à la sécurité des manifestations sportives, Journal Officiel, 7 décembre 1993;
Loi n°95-73 du 21 janvier 1995 d’orientation et de programmation relative
à la sécurité, notamment l’article 23, Journal Officiel, 24 janvier 1995
(de mogelijkheid om de organisator
te verplichten om zelf “un
service d’ordre” te verzekeren en om de “dépenses
supplémentaires” van politie en/of rijkswacht voor buitengewone prestaties, te vergoeden); Décret n°97-646 du 31 mai 1997 relatif à la
mise en place de services d’ordre par les organisateurs de manifestations
sportives, récréatives ou culturelles à but lucratif, Journal Officiel, 1er juin 1997 (verplichting
voor de organisator om de maatregelen die hij zal nemen op voorhand
bekend te maken, waarop de politieoverheid de organisator kan verplichten om te
voorzien in “un service d’ordre ou ke renforcement du service d’ordre prévu”).
Wetsontwerp tot wijziging van de wet
van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en
de interne bewakingsdiensten:
·
Memorie
van Toelichting, Parl. St., Kamer, 2027/1 – 98/99, p. 1-16;
·
Voorontwerp
van wet onderworpen aan het advies van de Raad van State, Parl.
St., Kamer, 2027/1 – 98/99, p. 17-22;
·
Tekst
aangenomen door de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en
het Openbaar Ambt, Parl. St., Kamer, 2027/4 – 98/99, p.
1-9;
·
Tekst
aangenomen door de Commissie voor de Binnenlandse en de Administratieve
Aangelegenheden, Parl.
St., Senaat, 1–1330/5 – 1998/1999, p. 1-9.
Wet van 10 april 1990 op de
bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne
bewakingsdiensten (B.S.,
29 mei 1990), gewijzigd door de wet van 18 juli 1997 (B.S., 28 augustus 1997), door de wet van 9 juni 1999 (B.S., 29 juli 1999) en door de wet van
10 juni 2001 (B.S., 19 juli 2001).
Wet van 9 juni 1999 tot wijziging van
de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de
beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, B.S., 29 juli 1999.
Wet van 10
juni 2001 tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de
bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne
bewakingsdiensten, B.S., 19 juli 2001
Wet van 19 juli 1991 tot regeling van
het beroep van privé-detective, (B.S. 02 oktober 1991, err. B.S., 11
februari 1993), gewijzigd door de wet
van 30 december 1996, B.S., 14
februari 1997.
Koninklijk besluit van 26 mei 1998 tot
wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de
vergunning om het beroep van privé-detective uit te
oefenen, B.S., 19 juni 1998
Koninklijk besluit van 29 oktober 1998
tot vastlegging van de voorwaarden voor installatie, onderhoud en gebruik van
alarmsystemen en beheer van alarmcentrales,
B.S., 1 december 1998
M.O.-06 van 07 augustus 1995
betreffende problemen inzake wapenbezit en -dracht en het uitvoeren van bewakingsopdrachten
door personen zonder bijzonder statuut, bij supranationale instellingen (niet
gepubliceerd)
Omzendbrief 4 juli 1995 art. 61
veldwetboek - bijzondere wachters; niet gepubliceerd
Omzendbrief van 13 oktober
1995 betreffende de burgerwachtinitiatieven, B.S., 14 november 1995
(vervangen door de omzendbrief van 9 april 1998 betreffende georganiseerde
reacties van niet-politiemensen tegen onveiligheidsgevoelens)
Omzendbrief van 9
april 1998 betreffende georganiseerde reacties van niet-politiemensen tegen
onveiligheidsgevoelens (niet-gepubliceerd)
“alle terreinbrigades”
Koninklijk besluit van 19 maart 2003
tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering
van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden, ter ondersteuning van
extra-aanwervingen door de gemeenten voor het lokaal veiligheidsbeleid, B.S., 4 april 2003
Omzendbrief SPV-03 van 27 oktober 2003 betreffende de
methodes gebruikt bij de uitoefening van bewakingsactiviteiten, B.S., 1 december 2003
Waardentransporten
GEPUB. OP 1996-12-19 (BLZ 31702) (AANTAL BLDZ. : 003)
(1996-12-12) OMZENDBRIEF SE-BE-04bis betreffende richtlijnen bij de controleo p het verloop van waardenvervoer
Koninklijk besluit van 4 maart 1996 ter
vervanging van het koninklijk besluit van 27 februari 1992 houdende regeling
van bepaalde methodes voor waardevervoer, B.S., 15 maart 1996.
Koninklijk besluit van 4 maart 1996 ter
wijziging van het koninklijk besluit van 27 februari 1992 houdende de
technische specificaties en de homologatie van de voertuigen voor waardetransport door de bewakingsondernemingen en interne
bewakingsdiensten, B.S., 15 maart
1996.
Koninklijk besluit van 25 april 1997 tot wijziging van het
koninklijk besluit van 28 februari 1997 houdende regeling van bepaalde methodes
ter beveiliging van het waardenvervoer, B.S.,
30 mei 1995 (= waardoor de betaalde rijkswachtescortes van intercitytransporten
mogelijk werden gemaakt)
Ministerieel besluit van 12 mei 1997 betreffende de
beveiliging door de rijkswacht van waardenvervoer, B.S., 23 mei 1997.
Omzendbrief van 22
januari 1998. Veiligheidsmaatregelen
detailtransport waardevervoer (niet gepubliceerd).
Brief van 30 januari
1998 aan de voorzitter van de APSD betreffende de Omzendbrief van 22 januari
1998. Veiligheidsmaatregelen detailtransport waardevervoer
(niet gepubliceerd).= verzoek om erover te waken dat er inzake het toezicht op
de waardentransporten een zeer concrete taakverdeling zou worden uitgewerkt in
het kader van de interpolitiezones en het vijfhoeksoverleg;
Omzendbrief
van 6 februari 1998 houdende richtlijnen betreffende het beveiligd
waardenvervoer – aanvulling (niet gepubliceerd)
Akkoord
van 25 februari 1998 met het oog op het vinden van een oplossing voor het
conflict van de geld-en waardentransporteurs (niet
gepubliceerd).
Omzendbrief
van 23 december 1998 houdende richtlijnen betreffende het beveiligd
waardenvervoer (niet gepubliceerd).
Koninklijk
besluit van 15 februari 1999 houdende regeling van bepaalde bepaalde
methodes ter beveiliging van waardevervoer, B.S., 1 mei 1999, dat het KB van 28
februari vervangt; op 28 februari 1997 werden de koninklijke besluiten m.b.t. waardetransport vervangen ingevolge opmerkingen van de
Europese Commissie m.b.t. richtlijn 83/189/EEG – B.S. 7 maart 1997; dit KB van
1999 werd vervangen door het KB van 2001
Omzendbrief
van 21 December 1999 houdende richtlijnen betreffende het beveiligd
waardenvervoer (niet gepubliceerd).
Koninklijk
besluit van 21 juni 2001 houdende regeling van bepaalde methodes ter
beveiliging van waardevervoer , B.S., 07 juli 2001.
Koninklijk
besluit van 9 oktober 2001 houdende politiemaatregelen in het kader van de
euro-omwisselingsoperatie, B.S., 20
oktober 2001
VAN HOORICK, G., “Boswetgeving en privé
bos in het Vlaamse Gewest”, R.W., 6
januari 1996, p. 625.
Vr. en Antw., Senaat, 1998-1999, 9 februari 1999, nr. 1-92, p. 4850
(Vr. nr. 1538/1 BOUTMANS)
PRIVACY
Wet
van 21 maart 2005 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van
bewakingscamera’s, B.S., 31 mei 2007.
LINERS, A., “De
legitimiteit van foto’s en beeldopnamen, door de politiediensten gemaakt in het
raam van hun opdrachten van bestuurlijke politie”, Vigiles, 2006, nr. 1, p. 13 – 21.
MACGEE, D., "Britten juichen
observatie van de openbare weg toe", Beveiliging, 1995, vol 8, n°
6, p. 34-35
DUMORTIER J. en ROBBEN, F.,
“Persoonsgegevens en privacybescherming: commentaar op de wet tot bescherming
van de persoonlijke levenssfee”r, Die Keure,
1995.
LEURIS, Els, "Efficient
maar onwettig: buitenwippers en camerabewaking in megadancings",
Pretekst - E, 1995, nr. 8, p. 26-29.
HOUKENS Paul, "Politiecomputers:
verboden toegang voor onbevoegden", Algemeen
Politieblad, 1995, vol. 144, nr. 15, p. 14-16.
Antwerpen, 27 september 1995, R.W., 27
januari 1996, , p. 750 (persoonlijke levenssfeer, wet van 8 december 1992 -
bestand- begrip - persoonlijk dossier
Kortgeding Brussel, 9de kamer, 21 december 1995, J.T., 20
januari 1996, p. 47 (droits de la personnalité -
liberté d'expression - juge des référés - compétence - respect de la vie privée
- film - droit à l'image
Advies nr. 34/1999 van 13 december 1999
van de Commissie voor de persoonlijke levenssfeer, betreffende de verwerkingen
van beelden, in het bijzonder verricht door middel van systemen van
videotoezicht, Vigiles,
2000, nr. 2, met noot van DE HERT, P., l.c.,
p. 68-69.
Wet van 11 december 1998 tot omzetting
van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de
Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die
gegevens, B.S., 3 februari 1999.
Koninklijk
besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot
bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van
persoonsgegevens, B.S., 13 maart
2001.
Wet van 26 februari 2003 tot wijziging
van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer
ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en van de wet van 15
januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de
Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en tot
uitbreiding van haar bevoegdheden, B.S.,
26 juni 2003
Koninklijk besluit van 9 juli 2001 tot
regeling van de vernietiging van de gegevensbanken van de Kruispuntbank van de
sociale zekerheid en de sociale gegevensbanken of de sociale gegevens van
persoonlijke aard die erin worden bewaard, in uitvoering van artikel 29 van de
wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een
Kruispuntbank van de sociale zekerheid, B.S.,
17 augustus 2003.
Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting
en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, B.S., 22 februari 2003
Wet op
het politieambt
Wet
van 5 augustus 1992 op het politieambt, B.S.
, 22 december 1992, herhaaldelijk gewijzigd.
Omzendbrief van de Minister van
Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken en van de Minister van Justitie van 2 februari 1993 met betrekking
tot de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, B.S., 20 maart 2003.
Bijzondere
politiediensten
Wet
van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 November 1919,
betreffende de regeling der Luchtvaart, B.S.,
26 juli 1937.
Art.
44 van de Wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 November
1919, betreffende de regeling der Luchtvaart (B.S., 26 juli 1937), zoals daar ingevoegd door de wet van 3 mei
1999 (B.S., 29 mei 1999): “De
ministers belast met het bestuur van de luchtvaart, Justitie en Binnenlandse
Zaken werken gezamenlijk, in overleg met de overheden die bevoegd zijn inzake
de exploitatie van de luchthavens en de luchtvaartterreinen, een crisisplan uit
voor de gevallen van onwettige overmeestering van vliegtuigen,
luchtvaartongevallen op het grondgebied van België en bomdreigingen gericht
tegen luchthaveninfrastructuur gelegen op het grondgebied van België.”
Spoorwegpolitie: Crime on Line, 1995,
vol 3, n° 3, p. 2-4
Zeevaart- en Luchtvaartpolitie: idem, n°
2
Wet van 17 november 1998 houdende
integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie
in de rijkswacht, B.S.,
11 december 1998.
Wet van 3 mei 1999 tot regeling van de
bevoegdheidsverdeling ingevolge de integratie
van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de
federale politie, B.S., 29
mei 1999.
Koninklijk besluit van 26 januari 1999
tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige artikelen van de
wet van 17 november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de
Rijkswacht en tot organisatie van de modaliteiten van overdracht voor sommige
personeelsleden van de luchtvaartpolitie naar de Rijkswacht, B.S., 30 januari
1999.
Koninklijk besluit van 26 januari 1999
tot vaststelling van de inwerkingtreding van sommige artikelen van de wet van 17
november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie
en de spoorwegpolitie in de rijkswacht en houdende de
regeling van de integratie van de zeevaartpolitie, de luchtvaartpolitie en de
spoorwegpolitie in de rijkswacht, B.S., 30 januari
1999.
Koninklijk besluit van 29 januari 1999
tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige artikelen van de
wet van 17 november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de
luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de Rijkswacht en tot organisatie van
de modaliteiten van overdracht voor sommige personeelsleden van het Ministerie
van Verkeer en Infrastructuur naar de Rijkswacht, B.S., 13 februari 1999. (zeevaartpolitie)
Koninklijk besluit van 1 februari 1999
tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige artikelen van de
wet van 17 november 1998 houdende integratie van de zeevaartpolitie, de
luchtvaartpolitie en de spoorwegpolitie in de Rijkswacht en tot organisatie van
de nadere regels van overdracht voor sommige personeelsleden van de Nationale
Maatschappij der Belgische Spoorwegen naar de Rijkswacht, B.S., 13 februari
1999. (spoorwegpolitie)
Koninklijk bestluit
van 29 april 1999 houdende oprichting van de gradenstructuur van de categorie
bijzonder politiepersoneel, dienst luchtvaartpolitie,
en houdende de loopbaan van dat personeel, B.S., 26 mei 1999.
Koninklijk besluit van 29 april 1999
tot vaststelling van de gelijkwaardigheid van de graden van bepaalde
personeelsleden van de categorie bijzonder politiepersoneel, dienst luchtvaartpolitie van de rijkswacht, met die van het personeel van het operationeel
korps van de rijkswacht, B.S., 26 mei 1999.
Koninklijk bestluit
van 29 april 1999 houdende oprichting van de gradenstructuur van de categorie
bijzonder politiepersoneel, dienst zeevaartpolitie,
en houdende de loopbaan van dat personeel, B.S., 26 mei 1999.
Koninklijk besluit van 29 april 1999
tot vaststelling van de gelijkwaardigheid van de graden van bepaalde
personeelsleden van de categorie bijzonder politiepersoneel, dienst zeevaartpolitie van de rijkswacht met die van het personeel van het operationeel
korps van de rijkswacht, B.S., 26 mei 1999.
Koninklijk besluit van 4 mei 1999
houdende regeling van de opleidings-en certificatievoorwaarden van de inspecteurs
en van de adjunct-hoofdinspecteurs van de luchthaveninspectie,
B.S., 11 juli 1999.
Koninklijk besluit van 4 mei 1999
houdende regeling van de opleidings-en certificatievoorwaarden van de
hulpagenten en agenten van de luchthaveninspectie,
B.S., 11 juli 1999.
Geïntegreerde
politiedienst, gestructureerd op twee niveaus
Wet van 27 december 2005 houdende
diverse bepalingen, B.S., 30 december
2005.
Wet van 7 december 1998 tot organisatie
van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, B.S., 5 januari 1999, gewijzigd
bij wet van 24 maart 1999, 19 april 1999 en 13 mei 1999
Bij titel VI van deze wet wordt de wet
van 5 augustus 1992 op het politieambt
ingrijpend gewijzigd. Deze wet wijzigt bovendien de Nieuwe Gemeentewet, de Wet
van 7 april 1919 tot instelling van rechterlijke officieren en agenenten bij de parketten, het Wetboek van strafvordering,
de organieke wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie-en
inlichtingendiensten, de Provinciewet, de wet van 22 juli 1993 houdende
maatregelen inzake ambtenarenzaken. De wet van 2 december 1957 op de rijkswacht wordt opgeheven.
Koninklijk besluit van 23 december 1998
tot uitvoering van artikel 126 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie
van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, B.S.,
5 januari 1999. (stakingsaanzegging)
Koninklijk besluit van 23 december 1998
tot uitvoering van artikel 125 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie
van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, op de
leden van het operationeel kader, en de categorie bijzonder politiepersoneel
van de rijkswacht alsmede de officieren en agenten
van de gerechtelijke politie bij de parketten, B.S., 5 januari 1998. (meer dan
tien dagen onregelmatige afwezigheid)
Ministerieel besluit van 5 januari 1999
tot bepaling van de opdrachten door de rijkswacht uit
te voeren met toepassing van artikel 126, §2, van de wet van 7 december 1998
tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee
niveaus, B.S., 8 januari 1999. (minimale dienstverlening aan de bevolking)
Omzendbrief POL 1999/1 van 12 januari
1999 – Stakingsrecht. – Minimum uit te voeren opdrachten, B.S., 20 januari 1999.
Ministerieel besluit van 23 februari
1999 tot bepaling van de opdrachten door de gerechtelijke politie bij de
parketten uit te voeren met toepassing van artikel 126, §2, van de wet van 7
december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,
gestructureerd op twee niveaus, B.S., 24 februari 1999.
Wet van 24 maart 1999 tot regeling van
de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van
de politiediensten, B.S., 8 mei 1999.
Koninklijk
besluit van 6 april 2000 betreffende de Adviesraad van burgemeesters, B.S., 29 april 2000.
Wet van 19 april 1999 tot wijziging van
het Wetboek van strafvordering, het Veldwetboek, de provinciewet, de nieuwe
gemeentewet, de wet op het politieambt, de wet van 10 april 1990 op de
bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne
bewakingsdiensten, de wet op de riviervisserij, de jachtwet en de wet van 7
december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,
gestructureerd op twee niveaus, B.S., 13 mei 1999.
Wet van 13 mei 1999 houdende het
tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, B.S., 16 juni 1999.
Ministeriële omzendbrief GPI 1 van 20
maart 2000 – Politiehervorming. Materieel en uitrusting van de gemeentepolitie,
B.S., 22 april 2000.
Ministeriële omzendbrief PZ 1 van 10
april 2000 – Opstart van lokale politie – Verdere uitwerking geïntegreerde
politie gestructureerd op twee niveaus, B.S.,
16 mei 2000.
Ministeriële omzendbrief PZ 2 van 4 mei
2000 – Syndicale overlegstructuur binnen de pilootpolitiezones. – Verdere
uitwerking geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus, B.S., 9 mei 2000.
Ministeriële omzendbrief PZ 3 van 10
mei 2000 – Politiehervorming – Pilootprojecten – Gebruik van het logo van de
nieuwe geïntegreerde politie, gestructureerd op 2 niveaus, B.S., 27 mei 2000
Ministeriële omzendbrief PZ 4 van 4
juli 2000 betreffende de aansprakelijkheidregeling
naar aanleiding van de geïntegreerde werking in politiezones, B.S., 25 juli 2000.
Ministeriële omzendbrief PZ5 van 4 juli
2000 betreffende de financiële hulp voor de ondersteuning van
pilootpolitiezones, B.S., 25 juli 2000.
Ministeriële omzendbrief PZ6 van 29 augustus
2000. De voortgangsrapportering van de pilootpolitiezones, Vademecum Politiezones
Ministeriële omzendbrief PZ7 van 6
september 2000. Politiehervorming – gebouwen en infrastructuur van de politie
van gemeenten die behoren tot meergemeentenzones van
de lokale politie, Vademecum Politiezones
Ministeriële omzendbrief PZ8 van 18
oktober 2000. Politiehervorming – richtlijnen inzake de gemeentebegroting en
–boekhouding m.b.t. de politiehervorming, Vademecum
Politiezones
Koninklijk besluit van 23 mei 2000 tot
instelling van een werkstructuur met het oog op de uitvoering van de
politiehervorming, B.S., 25 juli
2000.
Ministerieel besluit van 3 juli 2000
tot instelling van de werkgroepen belast met de uitvoering van de
politiehervorming en tot aanstelling van de voorzitters ervan, B.S., 25 juli 2000.
Koninklijk
besluit van 9 juli 2000 betreffende het logo van de federale en lokale politie,
B.S., 22 augustus 2000.
Koninklijk
besluit van 1 augustus 2000 tot aanwijzing van de leden van de Adviesraad van
burgemeesters, B.S., 5 augustus 2000.
Ministerieel besluit van 29 september
2000 tot bepaling van de administratieve behandelingsprocedure van de
aangelegenheden bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst op twee niveaus, B.S., 12 oktober 2000.
Koninklijk besluit van 3 september 2000
met betrekking tot de commissaris-generaal en de algemene directies van de
federale politie, B.S., 23 september
2000.
Richtlijn van 9 november 2000 van de
Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie met betrekking tot de organisatie
van de federale politie – Vaststelling van de directies en uitvoerende diensten
binnen de diensten van de commissaris-generaal en de algemene directies van de
federale politie, B.S., 9 december 2000.
Koninklijk
besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en de
modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de federale
politie en van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale
politie, B.S., 04 november 2000.
Koninklijk
besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en de
modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de lokale
politie, B.S., 04 november 2000.
Omzendbrief
PLP 1 van 4 oktober 2000 betreffende het enig informaticasysteem, B.S., 01 november 2000.
Omzendbrief
PLP 5 van 12 maart 2001– radioscopie van de politiezones, B.S., …
Beslissing
van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie van 16 november 2000 met
betrekking tot de integratie van de gerechtelijke politie en de rijkswacht in de algemene directie van de gerechtelijke
politie (niet gepubliceerd – wel weergave in Politiejournaal, nr. 1, 15 januari
2001, p. 3-4.)
Omzendbrief
ZPZ 9 van 7 november 2000 - Politiehervorming.
Richtlijnen inzake de verdere fasering van de start van de lokale politie , B.S.,
25 november 2000.
Omzencbrief ZPZ 10 van 6 december 2000 betreffende
het uniform van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, B.S.,
22 december 2000.
Omzendbrief ZPZ 11 van 21 december 2000
betreffende de instelling van de lokale politie – bestuurlijke aspecten, B.S.,
29 december 2000.
Ministeriële
Omzendbrief ZPZ 12 van 22 december 2000 betreffende het algemeen raam- en
werkingskader van de politiezones, B.S., 25 januari 2001
Omzendbrief
ZPZ 13 van 24 januari 2001 betreffende de assessmentprocedure in het kader van
de eerste aanstelling in de betrekkingen van korpschef van de lokale politie, B.S.,
13 februari 2001
Omzendbrief
ZPZ 14 van 26 februari 2001 - Aanduiding van een tweede externe expert in de
lokale selectiecommissies voor de eerste aanstelling van een zonechef, B.S., 10 maart 2001.
Omzendbrief ZPZ 15 van 21 maart 2001 – Réforme des p olices
– questions statutaires – temps de travail et grilles de service – mesures
transitoires… ?
Omzendbrief
ZPZ 17 van 6 april 2001 met betrekking tot de verdere inplaatsstelling
van de lokale politie, B.S., 26 april 2001.
Omzendbrief
ZPZ 19 betreffende de politieovereenkomst, niet gepubliceerd.
Omzendbrief
ZPZ 20 van 1 augustus 2001 betreffende de transitie van lokaal vijfhoeksoverleg en veiligheidscharter naar zonale
veiligheidsraad en zonaal veiligheidsplan, B.S.,
07 september 2001
Circulaire GP4-
Réforme de la police – Identité visuelle des services de police intégrée, structuréé à deux niveax –
utilisation du logo avec ou sans texte, …?
Richtlijn van de ministers van
Binnenlandse Zaken en Justitie van 29 december 2000 met betrekking tot de
organisatie en werking van de coördinatie- en steundiensten en van de
gedeconcentreerde gerechtelijke diensten van de federale politie (niet
gepubliceerd)
Wet van 27
december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie
van het personeel van de politiediensten, B.S., 06 januari 2001 = mozaiekwet
Koninklijk
besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel
van de politiediensten, B.S., 31 maart
2001 = mammoetbesluit
Koninklijk besluit
van 15 januari 2001 tot instelling bij het departement van Binnenlandse Zaken
van een Administratief-Technisch Secretariaat, B.S., 26 januari 2001
Koninklijk
besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de
algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, B.S., 18
augustus 2001.
Protocol van
29 december 2000 inzake het gezamenlijk beheer van de federale politie door de
Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie, B.S., 10
februari 2001
Wet van 2
april 2001 tot wijziging van de wet op het politieambt, de wet van 7 december
1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op
twee niveaus, en tot wijziging van overige wetten inzake de inplaatsstelling
van de nieuwe politiestructuren, B.S., 14 april 2001. = frescowet
Wet van 2
april 2001 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus en tot wijziging
van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, B.S.,
18 april 2001 = bicamerale wet
Wet van 26 april 2002 houdende de
essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de
politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de
politiediensten, B.S., 30 april 2002.
=
exoduswet
Koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie-en
werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale
dienstverlening aan de bevolking te verzekeren, B.S., 12 oktober 2001
Ministeriële
Omzendbrief PLP 10 van 9 oktober 2001 inzake de organisatie- en werkingsnormen
van de lokale politie met het oog op het waarborgen van een minimale
gelijkwaardige dienstverlening aan de bevolking, B.S., 16 oktober 2001
Koninklijk besluit van 5 september 2001
houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief
en logistiek personeel van de lokale politie, B.S., 12 oktober 2001.
Omzendbrief PLP
16 van 28 november 2001 betreffende de
overgang naar het administratief en logistiek kader (CALOG) van de lokale
politie krachtens artikel 235, tweede, derde en vierde lid, WGP, B.S., 11 december 2001.
Ministerieel
besluit van 28 november 2001 tot vaststelling van de opdrachten en diensten
waarvan de uitoefening onverenigbaar is met de hoedanigheid van personeelslid
van het operationeel kader van de politiediensten, B.S., 20 december 2001
Ministeriële
Omzendbrief PLP 19 van 29 november 2001 inzake de aanwijzing van de leden van
de federale politie die worden toegewezen aan de politiezones, B.S., 12 december 2001.
Koninklijk
besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de formatienormen van de
personeelsleden van de lokale politie, B.S.,
11 december 2001
Omzendbrief
PLP 17 van 6 december 2001 - Tussenkomst van de federale overheid in de
financiering van de lokale politiekorpsen - Federale toelage, B.S., 24
januari 2002
mfo
Dwingende richtlijn MFO-1 van de
Minister van Justitie van 13 december 2001 inzake het verzekeren van de openbare
orde in hoven en rechtbanken, het overbrengen van gevangenen en het handhaven
van de orde en de veiligheid in de gevangenissen in geval van oproer of
onlusten (niet gepubliceerd).
Ministeriële richtlijn MFO-2 van de Minister
van Binnenlandse Zaken van 3 april 2002 betreffende het personeel
capaciteitsbeheer en het verlenen van versterking door de lokale politie bij
opdrachten van bestuurlijke politie (B.S.,
25 mei 02)
Ministeriële richtlijn MFO-2bis van 28
januari 2003 betreffende het personeel capaciteitsbeheer en het verlenen van
versterking door de lokale politie bij opdrachten van bestuurlijke politie (niet gepubliceerd).
Ministeriële omzendbrief van 8
september 2003 m.b.t. de Ministeriële richtlijn MFO-2bis betreffende het
personeel capaciteitsbeheer en het verlenen van versterking door de lokale
politie bij opdrachten van bestuurlijke politie – Interpretatie, B.S.,
10 oktober 2003.
Officieel
bericht van de Minister van Binnenlandse Zaken - MFO2-bis - Gehypothekeerde
capaciteit – Kredietlijn, B.S., 5
februari 2004 (verhoging van de kredietlijn voor operationele noden);
Officieel
bericht van de Minister van Binnenlandse Zaken - MFO2-bis - Gehypothekeerde capaciteit – Kredietlijn, B.S., 23 april 2004 (vervanging van
bijlage 2 van de MFO-2bis).
Ministeriële
richtlijn MFO-2 van 30 juli 2004 betreffende het solidariteitsmechanisme tussen
de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke politie, B.S., 17 augustus 2004.
Ministeriële
richtlijn MFO-2 van 2 augustus 2005 betreffende het solidariteitsmechanisme
tussen de politiezones inzake versterkingen voor opdrachten van bestuurlijke
politie, B.S., 17 augustus 2005.
Ministeriële richtlijn MFO-4 van 4
november 2002 betreffende de federale opdrachten van beveiliging, toezicht en
controle door de politiediensten in het kader van de regelgeving inzake private
veiligheid.
Ministeriële
richtlijn MFO-5 van 23 december 2002 houdende de opdrachten van federale aard
uit te oefenen door de lokale politie, wat betreft de opdrachten van bijzondere
bescherming van personen en roerende en onroerende goederen, B.S., 27 januari 2003.
Directive ministériel MFO-5 du 23 décembre 2002 relative aux missions a` caractère fédéral à exécuter
par la police locale lors des missions de protection spéciale des personnes et
des biens mobiliers et immobiliers, M.B.,
27 janvier 2003.
Décision du
conseil du 28-11-2002 relative à la création d’un réseau européen de protection
de personnalités
Tijdelijke
dwingende richtlijn van 22 februari 2003 van de Minister van Binnenlandse Zaken
betreffende: Iraakse Crisis – Beschermingsmaatregelen in België (niet
gepubliceerd)
Omzendbrief van de Minister van
Binnenlandse Zaken van 15 januari 2004 betreffende: Transit van militaire transporten
– Beschermingsmaatregelen in België (niet gepubliceerd)
Koninklijk
besluit van 17 oktober 2002 houdende organisatie van de federale politie, B.S., 14 november 2002
Koninklijk besluit van 3 juni 2002 betreffende het
statuut van de leden van het controleorgaan bedoeld in artikel 44/7 van
de wet op het politieambt, B.S., 13
juni 2002.
de
opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken aan de gouverneurs tot het
nemen van politieverordeningen houdende het verbod aan elke eigenaar of houder
van landbouwtractoren, landbouwmaterieel of andere in de landbouw gebruikte
voertuigen, om vanaf 14 maart 2002 om 00.00 uur tot 14 maart 2002 om 24.00 uur
zich met het oog op een betoging met het vermelde materieel in een afstand van
meer dan 10 km van de plaats van de exploitatie te bevinden (protestacties
tegen het voorstel van toenmalig Vlaams Minister van Landbouw Dua tot uitbreiding van de kwetsbare gebieden).
Omzendbrief van de
Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie van 01 mei 2005
inzake de afkondiging en de organisatie van het politiealarm (niet
gepubliceerd)
Circulaire du
Ministre de l’Interieur et du Ministre de la Justice
du 01 mai 2005 relative à la déclaration et à l’organisation de l’alerte de
police (non publiée)
JUSTITIE
Omzendbrief van het College van
Procureurs-generaal nr. Col 9/2005 van 15 juli 2005 betreffende de
gerechtelijke aanpak inzake terrorisme (niet
gepubliceerd)
Omzendbrief nr. COL 6/99 van het
College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep van 16 april 1999
betreffende de Ministeriële richtlijn van 16 maart 1999 tot regeling van de
samenwerking, de coördinatie en de taakverdeling tussen de lokale politie en de
federale politie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie; deze richtlijn
van de Minister van Justitie is in werking getreden op 20 april 1999.
Richtlijn [van de Minister van
Justitie] tot regeling van de taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en
de integratie tussen de lokale en de federale politie inzake de opdrachten van
gerechtelijke politie, B.S., 01 maart
2002 [vervangt de Col 6/99]
Wet van 22 december 1998 betreffende de
verticale integratie van het openbaar ministerie, het federaal parket en de
raad van procureurs des Konings, B.S., 10 februari 1999
Wet van 21
juni 2001 tot wijziging van verscheidene bepalingen inzake het federaal parket,
B.S., 20 juli 2001
Wet van 8 april 2002 betreffende de
anonimiteit van de getuigen, B.S., 31
mei 2002
Wet van 7 juli 2002 houdende een
regeling voor de bescherming van bedreigde getuigen en andere bepalingen, B.S., 10 augustus 2002.
Omzendbrief nr. Col 6/2004 van 1 maart
2004 van het college van de procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep,
betreffende de bescherming van de bedreigde personaliteiten,
overheidsfunctionarissen en privé-personen.
Omzendbrief van de
Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie van 01 mei 2005
inzake de afkondiging en de organisatie van het politiealarm (niet
gepubliceerd)
Circulaire du Ministre de l’Interieur
et du Ministre de la Justice du 01 mai 2005 relative à la déclaration et à l’organisation
de l’alerte de police (non publiée)
Omzendbrief nr. Col 9/2005 van 15 juli 2005
betreffende de gerechtelijke aanpak inzake terrorisme (niet gepubliceerd).
ADMINISTRATIEVE TAKEN
Omzendbrief van 7 april 1995 van de Minister van
Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie
- Administratieve taken van de politiediensten. Toepassing van
artikel 25 van de wet op het politieambt, B.S., 21 april 1995
(opgeheven en vervangen door …)
Omzendbrief van 16 februari 1999 van de Minister van
Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie
- Administratieve taken van de politiediensten. Toepassing van
artikel 25 van de wet op het politieambt. - Opheffing en vervanging van de
omzendbrief van 7 april 1995 over hetzelfde onderwerp, B.S.,
14 april 1999.
Rechtsleer
PALMER, T., Het gebruik van het
vuurwapen en kogelwerende materialen bij de rijkswacht
en de gemeentepolitie, 1995, Universiteit Gent. (o.m. statistieken ivm de evolutie schietincidenten, wetgeving, opleiding)
VAN DEN BRINK W., KOETER M., DERKS,
"Gokje wagen of gewaagd gokken", Tijdschrift voor alcohol, drugs
en andere psychotrope ..., 1994, vol 20 n°3, p. 137-147.
X., “Wielerwedstrijden en wielerproeven
voor jongeren (nieuwe wetgeving)”, R.W., 1994-95, p. 621
WIERSMA, Eric, "Overbodig of
broodnodig?: daders over beveiliging en preventie van inbraak in
bedrijven", 1995, 9, nr. 3, p. 15-17.
Wet van 11 april 1999 houdende
goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Vlaamse
Gemeenschap inzake slachtofferzorg, B.S., 13 juli 1999.
Art. 46 WPA
Omzendbrief OOP15ter van 9 juli 1999
betreffende de politiële slachtofferbejegening, B.S., 21 augustus 1999
RACISME
K.B. van 16 juni 1995 betreffende de
opdracht en de bevoegdheid van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor
Racismebestrijding inzake de bestrijding van de internationale mensenhandel,
alsook tot uitvoering van artikel 11§5 van de wet van 13 april houdende
bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie, B.S.,
14 juli 1995.
VERKEER
Wet van 7 februari
2003 houdende verschillende bepalingen
inzake verkeersveiligheid, B.S.,
25 februari 2003
Corr. Antwerpen, 3 juni 1993 (met noot),
R.W., 9 maart 1996, p. 956 (openbare weg - begrip - alleen voor bezoekers van
een domein openstaande parkeerruimte)
VERGOEDING BESTUURLIJKE POLITIE
(retributies)
Artikel 223 bis van de Nieuwe Gemeentewet werd
ingevoegd door artikel 9 van de wet van 15 juli 1992 tot wijziging van de
nieuwe gemeentewet (B.S., 22 december 1992)
Koninklijk besluit van 25 april 1997 tot wijziging
van het koninklijk besluit van 28 februari 1997 houdende regeling van bepaalde
methodes ter beveiliging van het waardenvervoer (B.S., 30 mei 1995)
Ministerieel besluit van 12 mei 1997 betreffende de
beveiliging door de rijkswacht van waardenvervoer (B.S.,
23 mei 1997).
Koninklijk
besluit van 19 augustus tot 1997 vaststelling van de nadere regels betreffende
het aanvragen en de betaling van door de rijkswacht
uitgevoerde uitzonderlijke taken van bestuurlijke politie, B.S., 17 september
1997
Koninklijk
besluit van 19 augustus 1997 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder
de Minister van Binnenlandse Zaken wordt gemachtigd om de rijkswacht
tijdelijk tegen betaling prestaties te laten leveren ten behoeve van gemeenten,
B.S., 17 september 1997
Koninklijk
besluit van 19 augustus 1997 tot vaststelling van de nadere regels betreffende
de betaling van door de rijkswacht uitgevoerde
prestaties van openbaar nut, B.S., 17
september 1997
Ministerieel
besluit van 19 december 2001 tot bepaling van de tarieven voor uitzonderlijke
opdrachten van bestuurlijke politie in het kader van het beveiligd waardevervoer, B.S.,
5 januari 2002.
NOODPLANNING (NPU)
Koninklijk
besluit van 18 april 1988 tot oprichting van het Coördinatie- en Crisiscentrum
van de Regering, B.S., 4 mei 1988),
gewijzigd bij K.B. van 11 mei 1990, B.S.,
1 juni 1990.
Ministeriële
omzendbrief van 11 juli 1990 betreffende
de rampenplannen voor hulpverlening tot uitvoering van de wet van 21 januari 1987 betreffende de
risico’s van zware werkongevallen in bepaalde industriële activiteiten, B.S., 05 september 1990
[1] Dit artikel 5, §1, derde lid, bepaalt: “De bevoegde instantie voor de opvang van schepen die bijstand behoeven wordt bijgestaan door de door de Koning aan te wijzen vertegenwoordigers van de federale overheidsdiensten met bevoegdheid op zee.”