I

EEN LANDSCHAPSWANDELING
TUSSEN ’s-GRAVENVOEREN EN HET HOOGBOS (2b)

 

In de onderstaande beschrijving heb ik in een groen aangegeven hoe je moet lopen. Voor wandelingen in de Voerstreek gebruik je best de topografische kaart (schaal 1:25000) die door de VVV Voerstreek wordt uitgegeven. (Voor meer informatie: VVV Voerstreek, Kerkplein 216, 3798 ’s-Gravenvoeren, tel. [++] 4 381 07 36, e-mail toerismevoeren@toerismelimburg.be.) Klik hier om het gedeelte te zien met de hieronder beschreven wandeling.


Droogdalen

Ga rechtdoor. Na ongeveer 100 meter kom je aan de rand van het Hoogbos.

Neem de eerste weg linksaf.

We lopen hier door de bedding van een IJstijdrivier. In het barre klimaat dat toen heerste, was dit gebied een toendra — zoals in het huidige Siberië. Regen en smeltwater konden niet in de bodem wegsijpelen want zelfs in de zomer was die bevroren. Enorme massa’s water en modder zochten zich dus een weg en zorgden voor veel meer erosie dan de huidige waterlopen. Nu stroomt er door deze vallei — de Grub in de lokale toponomie — zelfs helemaal geen water meer en daarom spreken we van een ‘droogdal’. Na zware regenval ontstaat er toch wel weer eens even een waterloop. Enkele jaren geleden stond het water hier na een onweer zelfs eens 1,5 meter hoog! Dat is natuurlijk wel heel uitzonderlijk. Maar als je deze wandelroute kiest, moet je alleszins zorgen dat je aangepast schoeisel — laarzen of waterdichte wandelschoenen — aanhebt.

Het eerste stuk is de wandelweg erg smal. Op een gegeven ogenblik wordt hij een stuk breder. Op dat punt gaat er een smal pad naar rechts. Let op dat je er niet voorbijloopt. We gaan namelijk langs dat pad rechtsaf.

Het komt na een paar honderd meter uit op een wat bredere veldweg. Hier gaan we linksaf.

Neem, als je over het smalle pad wandelt, even de tijd om achterom te kijken. Op de andere helling van de Grub zie je wellicht nog de sporen van een oud huisvuilstort. Tot in de jaren ’90 dumpte het gemeentebestuur van Voeren hier huishoudelijk afval, maar waarschijnlijk is er door illegaal storten ook allerlei ander, gevaarlijker, spul terechtgekomen. Ze gebruikten als stortplaats gewoon een zijdal van de Grub, de Slowie.

Langs de veldweg dalen we verder af in de richting van de Voervallei, waar we van hieruit een prachtig zicht op hebben.

De weg komt uit bij het Trichterbeeldje. Het kruisbeeld dat er nu hangt is niet meer het origineel — dat bevindt zich in het gemeentehuis. Het is je wellicht intussen al opgevallen dat aan nagenoeg elk kruispunt zo’n beeldje is te vinden. Op die manier beschermden onze voorouders dergelijke plekken tegen weerwolven, heksen en ander gevaarlijk tuig dat je hier op een donkere avond wel eens durfde opwachten.

De naam van dit beeldje geeft aan dat de mensen vroeger, toen reizen nog meestal te voet gebeurde, langs hier naar Maastricht gingen.

Van bij het Trichterbeeldje leiden twee wegen naar de vallei beneden. We nemen die rechts. (Eigenlijk maakt het niet zo heel veel uit. Ze komen beneden weer dicht bij elkaar uit.)


In de wegberm groeit marjolein, een typische kalk- en warmteminnende plant die dus op deze naar het zuiden gekeerde hellingen uitstekend gedijt. Ze verspreidt een zoete nectargeur en trekt massaal insecten aan.

Vroeger werd marjolein verwerkt in de ‘kroetwusj’. Dat was een ruiker met diverse soorten planten — welke precies hing af van de lokale traditie; ieder dorp had wat dat betreft zijn eigen regels. In Voeren zat er altijd marjolein en boerenwormkruid in, maar elders konden dat ook graanstengels en takken van een notenboom zijn. De kroetwusj werd in de kerk gewijd en in huis geplaatst om het te beschermen tegen blikseminslag en ander onheil.

De rechterweg komt uit op enkele tientallen meters van een lindeboom (links); de andere holle weg komt daar meteen bij uit.

Aan die lindeboom gaan we rechtsaf (of rechtdoor als je de andere holle weg had genomen). Zo kom je weer in de bebouwde kom.

Je kunt hier mooi zien dat het dorp zich als een lang lint langs de Voer heeft ontwikkeld. Dit is het lager gelegen deel van het dorp een heet daarom ook het ‘Onderdorp’. De plek waar bovenstaande foto van de Voer is genomen, is de Dries. Die naam geeft meestal een lager gelegen, wat drassig terrein aan. Eigenlijk is het de monding van de oude IJstijdrivier waar we doorheen zijn gewandeld. Je kunt je dus voorstellen dat — als door de Grub toch nog eens veel water stroomt — dat hier voor problemen zorgt, temeer daar de bebouwing de laatste decennia een stuk meer aangesloten is geworden.

In de jaren ’30 van de vorige eeuw is de bedding van de Voer een stuk uitgediept, om overstromingen te voorkomen. Maar bij heel zware regenval — zelfs in de hoger gelegen delen van het stroomgebied van de Voer — kan de watermassa hier dermate aanzwellen dat de waterloop buiten haar oevers treedt.

We steken de Voer en de weg die er parallel mee loopt over. Even naar rechts en dan meteen weer naar links (langs de ‘Hoffert’).

 

 

De weg komt uit bij een driehoekig pleintje, dat nu herschapen is in een berkenbosje. Er komen diverse wegen op uit. Om terug te gaan naar het dorpscentrum kunnen we

  1. de eerste weg naar links nemen: die gaat rechtstreeks naar het centrum;
  2. tot op de verharde weg achter het berkenbosje lopen en dan meteen weer naar links: deze weg is mooier maar kan soms wat drassig zijn.
Ik wil verder wandelen langs ...
>>> Keuze 1 >>>
>>> Keuze 2 >>>
<<< terug naar vorig deel <<<

© Rik Palmans, 2002 (Rik.Palmans@pi.be)