I

VOEREN SINDS DE FUSIE:
een 'happart' verhaal

I

2000: DE VLAMINGEN NEMEN DE MACHT OVER

Klacht tegen het verloop van de verkiezingen

hspace=15 vspace=15Het zetelende gemeentebestuur (Retour à Liège) stelde de installatie van de nieuwe gemeenteraad zo lang mogelijk uit — tot eind januari 2001. En zelfs dan kon Huub Broers zich voorlopig nog maar ‘waarnemend burgemeester’ noemen. Een raadslid van de oude raad (Georges Stassen) en een van de nieuwe (Grégory Happart) dienden namelijk klacht tegen de Vlaamse partij in.

Een Vlaamse vereniging — de ‘Marnixring’ — had in Voeren een actie georganiseerd die de inwoners met Nederlandse nationaliteit beter hun ‘nieuwe vaderland’ moest leren kennen. De actie hield onder meer een kennismakingsabonnement op een Limburgse krant in en de mogelijkheid om deel te nemen aan een bezoek aan het Provinciehuis in Hasselt.

Huub BroersRetour à Liège beschouwde die actie als verkiezingspropaganda voor Voerbelangen. Vermits het abonnement pas afliep in de sperperiode vóór de verkiezingen, wilde RàL op grond daarvan de verkiezingen ongeldig laten verklaren — of op zijn minst bekomen dat de lijsttrekker, Huub Broers, uit de gemeenteraad ontslag zou moeten nemen en dus ook geen burgemeester zou kunnen worden.

Het College van Gouverneurs gaf de klagers ongelijk, maar die trokken daarop naar de Raad van State. In april pas deed die een uitspraak, ook nu in het voordeel van Broers. Pas eind juni ondertekende minister Duquesne het benoemingsbesluit van Broers tot burgemeester van Voeren.

Doordat voor de OCMW-raad alleen de Voerenaars van Belgische nationaliteit stemgerechtigd waren, behield Retour à Liège daar de meerderheid, met Nico Droeven als voorzitter.

Non à la vente

Het nieuwe gemeentebestuur erfde een zwaar met schulden belaste gemeente. Broers maakte van het delgen van die put een prioriteit en wilde daarom gemeentelijk onroerend goed verkopen. In eerste instantie kwamen daarvoor enkele bossen in aanmerking. Maar de bevoegde Vlaamse minister, Vera Dua, stelde haar veto. Ook bij de groene fractie van de Voerbelangen-achterban kon het voorstel op weinig meeval rekenen. Een tiental gebouwen, bijvoorbeeld de oude gemeentehuizen van Teuven en Sint-Pietersvoeren, kwamen wel in de verkoop.

Retour à Liège greep dat aan als een ‘casus belli’, die overigens grotendeels buiten de gemeenteraad werd uitgevochten. Hun standpunt was dat de verkoop de woongelegenheid van uitsluitend Franstaligen bedreigde. Voerbelangen stelde dat dat hun eigen schuld was vermits het vorige, Luiksgezinde gemeentebestuur die huizen uitsluitend aan Franstaligen — vaak van buiten Voeren — ter beschikking had willen stellen.

Tweemaal werd een openbare verkoop georganiseerd, maar die liep telkens in het honderd door acties van Luiksgezinde manifestanten. Vlaams minister Van Grembergen (op dat ogenblik bevoegd voor huisvesting) deed daarop het aanbod de huizen te laten aankopen door Vlaamse organisaties voor sociale huisvesting.

In manifestaties en nachtelijke kladacties (rechts: voetbaltribune in ’s-Gravenvoeren) protesteerden de Luiksgezinden tegen de verkoop van door Franstaligen bewoonde huizen.

Schulden wegwerken

Uiteindelijk ging de verkoop van de huizen toch door. Ook voor de bossen werd een compromis getroffen: minister Vera Dua liet de Vlaamse Gemeenschap de Voerense gemeentebossen aankopen. Voeren raakte zo van zijn schuldenlast verlost en Broers voornaamste doel werd: Voeren als een ‘normale gemeente’ besturen, in de hoop daar bij de volgende verkiezingen voor beloond te worden.

Vanuit Luiksgezinde hoek bleef men aanvankelijk proberen communautaire incidenten uit te lokken. In de lente van 2002 bood zich daar opnieuw de gelegenheid toe. Een Franstalige had in zijn woning een schrijnwerkersatelier uitgebouwd zonder daarvoor over de nodige vergunningen te beschikken. Toen Broers na een klacht van de buurman optrad, beschuldigde de oppositie hem opnieuw van het dicrimineren van Franstaligen.

Plannen maken

Op dit ogenblik — we schrijven juli 2005 — is Voeren een rustige gemeente die nog maar zelden in het nieuws komt. Zowat het enige wat een buitenstaander merkt van communautaire spanningen, zijn enkele overschilderde borden aan de rand van de bebouwde kom. Het gemeentebestuur vermijdt bewust aanleidingen voor incidenten te creëren. Zo hangen er nu permanent vlaggen aan het gemeentehuis, zodat de vroeger traditionele herrie op 11 juli — het uithangen van de Vlaamse Leeuw aan openbare gebouwen — uitblijft.

De gewone Voerenaar stelt vast dat zijn gemeente zonder veel uiterlijk vertoon maar efficiënt wordt bestuurd. Ook de meeste Franstaligen geven dat toe en voelen zich door de gemeentelijke overheid niet gediscrimineerd. Grootschalige realisaties steken nog grotendeels in de planfase, maar de gemeente probeert er wel al met de inwoners over te communiceren. Zo verschenen in juni 2005 op diverse plaatsen borden met mededelingen over wat daar allemaal stond te gebeuren: inrichting van woonzones, parkeertplaatsen, fietspaden en een wachtbekken dat moet voorkomen dat ’s-Gravenvoeren overstroomt.

   


Terug naar hoofdpagina

 

© Rik Palmans, 2002-2005