I

VOEREN SINDS DE FUSIE:
een 'happart' verhaal

I

1977: FUSIE TOT EEN ENKELE GEMEENTE

Retour à Liège wint verkiezingen

In 1977 ontstond de gemeente Voeren. Voordien werd meestal naar de zes dorpen samen verwezen als 'de Voerstreek'. De fusie, waarbij de zes dorpen tot één gemeente werden samengevoegd, zou daar niet veel aan veranderen. De Luiksgezinde respectievelijk Vlaamse Voerenaars bundelden allebei hun krachten in eenheidslijsten: Retour à Liège respectievelijk Voerbelangen, omdat ze beseften dat scheurlijsten alleen maar in het voordeel van de tegenstrever zouden spelen. Die polarisatie bleef tot op de dag van vandaag bestaan.

De gemeenteraadsverkiezingen van 1976 leverden voor Retour à Liège tien zetels op en voor Voerbelangen vijf. Een teleurstellend resultaat voor de Vlamingen, die op een zesde zetel hadden gerekend. Eén van de factoren die in de kaart van de Luiksgezinden had gespeeld, was een recente uitspraak van de Raad van State, die ook bij gematigde Luiksgezinden kwaad bloed had gezet.

De regering Leburton had namelijk in 1973 door enkele Koninklijke Besluiten het Franstalig onderwijs in Voeren volledig gelegaliseerd. De Raad van State vernietigde die in augustus 1976, op een ogenblik dat het kalf al rijkelijk verdronken was. Het Franstalig onderwijs in Voeren bleef gewoon zoals het was, maar door de uitspraak werd de sfeer in Voeren toch wel wat meer gespannen. Na de verkiezingen keerde de rust weer, al waren er duidelijke signalen dat de onderhuidse spanningen toenamen.

Militante Franstalige jongeren

Een interne factor die daarbij een rol speelde was het groeiende militantisme bij de Franstalige jongeren. Zij waren de eerste generatie die in het Frans naar school waren geweest. Anders dan bij hun ouders, die onder elkaar meestal het plaatselijke dialect gebruikten, was voor hen het Frans het eerste communicatiemiddel. Eind 1977 richtten ze de Action fouronnaise (AF) op, die in september 1977 het eerste 'Fête du peuple fouronnais' organiseerde. De AF was in de beginfase een relatief gematigde drukkingsgroep, die ijverde voor de rechten van de Franstaligen in Voeren en zich vooral de verdere uitbouw van de Franstalige lagere school aantrok. Een meer militante groep jongeren vond elkaar in de 'Groupe Hérisson'.

Misschien zou die jeugdige energie wel vanzelf zijn gekanaliseerd of weggeëbt, als er niet tegelijkertijd ook een externe factor een rol was beginnen spelen. Het Taal Aktie Komitee (TAK), dat al jaren ijverde voor de afschaffing van de faciliteiten en de opmars van het Frans in de taalgrensgemeenten met diverse acties bestreed, wilde met 'wandelingen' in de Voerstreek een 'Vlaams aanwezigheidsrecht' demonstreren. Ze werkten op de leden van Hérisson als een rode lap op een stier.

Vlaamse reactie

Vanaf april 1978 escaleerde binnen de kortste keren de hele zaak. Als antwoord op de protestacties van Franstaligen tegenover zijn 'wandelingen' mobiliseerde TAK - gesteund door het VMO en andere radicale Vlaamse groeperingen - nog meer manifestanten, wat aan Franstalige kant meteen weer meer agressiviteit uitlokte. Vlaamse Voerenaars werden steeds vaker het slachtoffer van divere vormen van vandalisme door Luiksgezinden: auto's beschadigen, ruiten ingooien, plantgoed vernielen, gevels bekladden, ... Aan Vlaamse kant werd de 'Harde Vlaamse Voerkern' opgericht, om die plagerijen met gelijke munt te vergelden.

Happart neemt de teugels in handen

In José Happart hadden de militante jongeren van Hérisson intussen een krachtig leider gevonden. Happart, die een fruitkwekerij bezat aan de rand van de Voerstreek, had voordien eigenlijk nooit veel interesse getoond voor wat er zich in Voeren afspeelde. Hij probeerde veeleer carrière te maken in de UPA, de Waalse landbouwersorganisatie. Maar de confrontaties tussen Vlaamse 'wandelaars' en Franstalige tegenmanifestanten, waar binnen- en buitenlandse pers uitgebreid aandacht aan besteedden, deden hem steeds meer op de voorgrond treden en maakten een nationaal figuur van hem. In november 1978 zette hij de gematigden in de AF-leiding aan de kant en werd tot nieuwe voorzitter gekozen.

Geweld escaleert

De Voerstreek werd intussen steeds meer het toneel van geweld. Machtsontplooiingen met soms honderden rijkswachters moesten op de zondagen van de TAK-manifestaties de twee partijen van elkaar gescheiden houden. De deelnemers kwamen met bussen via Nederland - zodat ze niet op Voerens of Waals grondgebied konden worden tegengehouden - en drongen dan vanuit een van de Nederlandse buurdorpen de Voerstreek binnen. Ze konden altijd rekenen op Vlaamse Voerenaars om hen de weg te wijzen door bossen, weilanden en veldwegen. In die veldwegen ontsponnen zich dan kleine veldslagen tussen rijkswachters, al dan niet te paard, en Vlaamse manifestanten die het cordon trachtten te doorbreken. Zowel bij de Vlaamse manifestanten als bij de Franstalige tegenbetogers liepen trouwens heel wat lieden mee die precies uit waren op een goede knokpartij. Eén keer, op 11 maart 1979, was de situatie trouwens omgekeerd: toen hielden enkele duizenden Franstaligen een manifestatie in Voeren onder het protest van Vlaamse tegenbetogers.

De zwaarste confrontratie greep plaats op 9 maart 1980. Via Remersdaal, waar in de voormiddag al schermutselingen waren geweest, gingen de Vlaamse 'wandelaars' richting 's-Gravenvoeren. De rijkswacht had zich daar verzameld, omdat er in dat Voerdorp opnieuw problemen werden verwacht. De zaak liep echter al uit de hand in Sint-Pietersvoeren. Joseph Snoeck, een Luiksgezinde die ook buiten Voeren bekend was als uitbater van de plaatselijke forellenkwekerij, had aan zijn gevel een vlag van de Action fouronnaise hangen. Toen enkele manifestanten aanstalten maakten om die vlag weg te halen, verscheen Snoeck in het venster van de eerste etage met een geweer. Dat had echter een averechts effect: in plaats van de belagers af te schrikken, lokte het nog meer manifestanten aan. Toen hij enkele schoten loste, zocht iedereen wel even dekking. Maar daarna bestormden de manifestanten het huis en sloegen alles kort en klein.

In september 1979 had een Luiksgezinde cafébaas in 's-Gravenvoeren al eens het vuur geopend op enkele Vlaamse Voerenaars en het mag bijna een wonder heten dat er nooit doden zijn gevallen in één van die gewelddadige confrontaties. Het sociale leven en het toerisme vielen in die periode ook nagenoeg helemaal stil. Buitenstaanders durfden gewoon niet meer naar Voeren komen. Enkele keren werd zelfs een samenscholingsverbod afgekondigd en deelnemers aan de karnavalstoet van 1980 in 's-Gravenvoeren mochten maar in groepjes van vijf op straat komen.

Vervolg: 1982: het begin van de Voerense draaimolen


Terug naar hoofdpagina

 

© Rik Palmans, 1998