I

REMERSDAAL:
AL HELEMAAL HET LAND VAN HERVE

| Moelingen | 's-Gravenvoeren | Sint-Martensvoeren | Sint-Pietersvoeren | Teuven | Remersdaal |

Als je door de dorpskom van Remersdaal passeert, ben je er voor je 't beseft al doorheen. Het dorp telt inderdaad maar ongeveer 400 inwoners, maar dan nog valt de kern erg klein uit. Wat je niet meteen ziet, is dat de meeste huizen verspreid liggen in de uitgestrekte weiden rondom de dorpskom. Typisch voor het Land van Herve, die verspreide bewoning.

Niet alleen op dat punt onderscheidt Remersdaal zich van de andere Voerdorpen. Zeker de Vlaamse Voerenaars voelen er zich veel minder thuis. Remersdaal is immers altijd veel meer op het zuiden georiënteerd geweest en mede daardoor veel sterker verfranst. Op dit ogenblik is het de enige parochie, waar het Frans ook als kerktaal vaste voet heeft gekregen.

Remersdaal is nochtans pas in 1851 een zelfstandige gemeente geworden, precies omdat het Nederlands er de kerktaal was. In Homburg, waar het tot dan toebehoorde, was dat het Duits. Een klein stukje van Remersdaal, helemaal in het oosten, is gedurende de tweede wereldoorlog zelfs nog door de Duitsers opnieuw aangehecht als 'Reichsgebiet'. Dat lot viel trouwens heel de streek verderop, die tot in de vorige eeuw het Duits als cultuurtaal had gebezigd, ten deel.

Net zoals Teuven heeft Remersdaal een kerk van nog maar een goede honderd jaar oud. In de andere dorpen torsen de godshuizen allemaal een geschiedenis van een paar eeuwen meer. De vorige kerk van Teuven brandde in 1870 af en in de plaats kwam - naar de traditie van die tijd - een neogotisch gebouw. Ook Remersdaal, dat sinds 1833 een zelfstandige parochie was geworden - los van Teuven -, bouwde in die stijl in 1897 een nieuwe kerk. De vorige lag op de plaats waar zich nu nog het kerkhof bevindt.

Vlak bij de kerk lag vroeger het kasteel 'Het Hoes'. Enkele hoektorens ervan zijn nog te zien, evenals de pachthoeve.

In de gevel van het oude gemeentehuis (één van de huizen tegenover de kerk) bevindt zich een gedenkplaat, geschonken door de stad Sint-Truiden. De mannen van de Truiense burgerwacht waren in de eerste oorlogsdagen door de Duitsers opgepakt en naar Duitsland weggevoerd. Op hun reis naar het oosten hadden ze hier even mogen verpozen en klaarblijkelijk dachten ze later met dankbaarheid aan de houding van de Remersdaalse bevolking terug.

Nu we het toch over de oorlog hebben: Remersdaal bezit nog enkele kleine monumenten die aan die tijden herinneren. Vooreerst staat op de grens met Sippenaken een gedenksteen ter nagedachtenis van de slachtoffers van de elektrische draad, die tijdens de eerste wereldoorlog het bezette België van het vrije Nederland scheidde. Een spanning van 5.000 volt moest smokkelaars, gevluchte krijgsgevangenen en vrijwilligers voor de geallieerde troepen ervan weerhouden hier de grens over te steken. Maar met behulp van een ton tussen de draden of van een soort polstok slaagden ze er toch in om de dodelijke draden te passeren. Sommigen hadden minder geluk en de lijken werden nadien zwaar verbrand teruggevonden. Op de weg naar Homburg herinnert een ander monument aan het begin van de tweede wereldoorlog. Bij hun invasie botste een Duitse eenheid hier op een Belgische patrouille, die uiteraard geen schijn van kans had tegenover de vijandelijke overmacht.


Terug naar hoofdpagina

 

© Rik Palmans, 1986-1998