I

's-GRAVENVOEREN:
DE VOER ALS LEVENSADER

| Moelingen | 's-Gravenvoeren | Sint-Martensvoeren | Sint-Pietersvoeren | Teuven | Remersdaal |

's-Gravenvoeren (Fouron-le-Comte) is met zijn 1.350 inwoners het grootste dorp van de Voerstreek en het centrum van de fusiegemeente. Hier ligt het gemeentehuis en er zijn wat winkels en cafés.


I

LINTBEBOUWING LANGS DE VOER

Boerderij langs de Voer

Een lang lint van enkele kilometer lang, slechts twee huizenrijen breed, dat was 's-Gravenvoeren tot het begin van deze eeuw. De mensen hadden toendertijd weinig keuze om zich elders te vestigen, want nergens in de omtrek was grondwater op een redelijke diepte bereikbaar. Dus zat er niets anders op dan vlak bij het riviertje, de Voer, te gaan wonen. Maar watervervuiling bestond klaarblijkelijk ook al in de vorige eeuw. De kwaliteit van het water ging zo sterk achteruit, dat het gemeentebestuur eind vorige eeuw enkele bronnen in het buurdorp Sint-Martensvoeren kocht en van daaruit een waterleiding liet aanleggen. Op diverse plaatsen in 's-Gravenvoeren kun je nog de pompen zien, waar de mensen emmers en kruiken met helder bronwater konden vullen. Later werd het systeem uitgebreid, met kraantjes in elk huis. Toen ging het dorp zich ook in de breedte ontwikkelen.

De Voer is een snelstromend riviertje met helder water. Door het grote verval kan het water veel zuurstof opnemen en bezit het een hoog zelfreinigend vermogen. Dat is wel nodig want de riolering, voor zover ze al bestaat, komt rechtstreeks in de waterloop uit. Bij sommige huizen mondt de afvoer van de wc meteen in de Voer uit, zonder dat er zelfs een sceptische tank tussen is geplaatst! Voor veel Voerenaars vervangt de Voer klaarblijkelijk ook de huisvuilophaaldienst.

I

VOEREN WAAR DE GRAAF WOONDE

Het grootste Voerdorp telt ongeveer 1350 inwoners. Hier vind je de meeste winkels en diensten, zoals het gemeentehuis en het VVV-kantoor. Er is ook een (lagere en middelbare) school voor de kinderen die in het Nederlands les volgen. Sommige huizen in de dorpskom zijn nog altijd boerderijen, met erf en schuur in de schaduw van de kerktoren. Zulke dorpen vind je overal in Haspengouw, de vruchtbare leemstreek aan de andere kant van de Maas. 's-Gravenvoeren en ook Moelingen sluiten daar duidelijk heel dicht bij aan. In het oosten van de Voerstreek liggen de boerderijen buiten de dorpskom, elk te midden van hun eigen landerijen. Dat is typisch voor het Land van Herve.

Centrum van 's-Gravenvoeren

Grafsteen Walpotz

Wat nu het kerkplein is, was vroeger het kerkhof. Het oorspronkelijke dorpspleintje heet de 'pley' en ligt tegenover het oorlogsmonument, in de richting van de Voer. Aan het vroegere kerkhof herinneren nog de talrijke grafkruisen uit de 17de en 18de eeuw tegen de kerkmuur. In oud Nederlands en met familienamen die nu vaak nog heel algemeen zijn in Voeren. De merkwaardigste - onder het Christusbeeld vlak bij de lindeboom - is van Johan Walpotz. De volledige tekst luidt:

Hier light begraven den
eersaemen Iohan Walpotz
in sinen leven rentmr
van syne con mayt
domeinen in den Lande
van Valckenborch ende
Dalhem Overmaeze ende
schouteth der hooftbanc
sGraeven Vouren die
sterfe den 26 Xbris A°
1666 bidt Godt voor
de ziele

De tekst verwijst naar de politieke situatie van de Voerstreek in die tijd. De westelijke Voerdorpen Moelingen, 's-Gravenvoeren en Sint-Martens-Voeren behoorden tot het graafschap Dalhem, dat samen met Valkenburg, Hertogenrade en Limburg de 'Landen van Overmaas' vormde. Die maakten op hun beurt deel uit van het hertogdom Brabant, maar waren van het kerngebied gescheiden door het prinsbisdom Luik. Limburg (waartoe de oostelijke Voerdorpen Teuven en Remersdaal behoorden) had overigens niets te maken met de huidige provincies met die naam. Het was het gebied rondom het stadje Limbourg, tussen Verviers en Eupen. De bovenstaande tekst geeft ook aan dat in 's-Gravenvoeren de hoofdrechtbank van het graafschap Dalhem was gevestigd.

Opvallend in dit deel van het dorp is het grote aantal huizen met een datumsteen uit de tweede helft van de 18de eeuw. In die periode - tijdens de regering van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia - moet de welvaart op heel korte tijd enorm zijn toegenomen. Historici zien een verklaring in de rust en politieke stabiliteit die toen gedurende enkele decennia in onze gewesten heerste. Een andere factor die een rol kan hebben gespeeld, is de economische ontwikkeling in het Luikse. Steenkool en staal creëerden daar een afzetmarkt voor landbouwproducten als zuivel, fruit en vlees. De vroegere landbouweconomie was veel sterker gericht op het verbouwen van graangewassen. Door het ontstaan van een afzetmarkt vlakbij in het Luikse konden de boeren overschakelen op minder goed bewaarbare maar meer winst opleverende teelten. Zo begon de 'vergroening' -- het omzetten van akkers in weilanden en boomgaarden -- van het Land van Herve, waarvan de Voerstreek een uitloper is.

Op enkele tientallen jaren tijd maakten de boeren zoveel winst dat ze hun oude vakwerkhuizen konden verbouwen tot stenen woningen. Met alleszins een dure voorgevel, in baksteen en met hardstenen omlijstingen rond deuren en vensters. Ook de kerk, met zijn toren in mergel, en de pastorij stammen uit die periode.

Kinkenberg

Vanuit het dorp langs de Voer lopen holle wegen naar de weilanden en akkers op de hellingen. De bekendste is de Koetsweg. Deze weg dankt zijn naam aan het feit dat in de Oostenrijkse tijd (van 1690 tot 1790) de postkoets Luik-Aken er langs reed. De paarden werden uitgespannen in De Zwaan, de herberg aan het pleintje van Kinkenberg. Ook een posthoorn in de gevel van het andere dorpscafé (Wynants) herinnert aan die periode. De jonge Mozart moet hier in 1763 gepasseerd zijn toen hij met zijn vader op reis was naar Brussel. De weg van Voeren langs Snauwenberg en vandaar naar Terlinden en Gulpen is van romeinse oorsprong en verbond de 'villae' - later de Frankische paltsen - van die twee plaatsen.

I

ALTENBROEK

Kasteelpark Altenbroek

Al in 1314 vinden we dit domein vermeld als een Dalhems leenhof, eigendom van de familie van Broek. Het 'kasteel' is een amalgaam waarvan het oudste deel uit de 18de eeuw stamt. Rond 1900 werd het uitgebreid en kreeg het zijn huidige uitzicht. De boerderij 'Molenhoeve', net buiten het kasteeldomein, was vroeger de watermolen van het domein.

Meer informatie over het kasteel vind je op de site van Wim Claessen, de eigenaar en bewoner van dit schitterende domein: http://www.altembrouck.net/index.html.


Terug naar hoofdpagina

 

© Rik Palmans, 1986-1998