De klokken slaan 7, ik wil de zon zien opkomen. De vogels begroeten een nieuwe lentedag. Aan Berben steek ik de Molenbeek over en verlaat Mollem. Weldra vervoeg ik de GR128. Het valt op dat veel autos de sluipwegen nemen, en op Bosbeekberg kom ik terecht in het ritme van de zotte morgen...de spits.
Daar begint ook de GR126, zuidwaarts richting Brussel.
Als ik Hamme binnenwandel denk ik er plots aan dat mijn boterhammen nog
in de frigo liggen, vergeten, van de 3 v's : vergeten, verliezen en verloren
lopen. Het zal de laatste keer niet zijn.
Ergens in 't veld tussen Relegem en Zellik wandel ik door een tunneltje onder
de Ring, het Jetse Laarbeekbos in. Verder langs het Moeras van Ganshoren en
zijn appartementsblokken naar Koekelberg en zijn Basiliek.
Hier even binnenwippen op zoek naar een stempel. Slechts een kleine groep gepensioneerde
dames zitten naar hun gids te luisteren. Geen pastoor, die me ev. een stempel kan geven,
te zien.
Dan maar naar boven gaan voor het panorama. Brussel ligt onder een smoglaag,
dus de foto langs Koekelberg en Jette genomen. De zon schijnt volop, doch
in de wind is het nog frisjes hierboven.
Bij het naar buiten gaan bemerk ik plots een Toerismebureau in de Basiliek.
Even mijn geluk daar beproeven en ja hoor, de dame van dienst belt een
collega die weldegelijk een mooi stempelexemplaar in mijn boeksken aanbrengt.
Langs de lange Leopold II laan richting centrum, om via de Antwerpse poort
deze 1ste wandeldag te beëindigen aan het Noordstation.
De spits is eraf.
Deze dag draag ik op aan Jef Debecker, ex-collega, lid van ons eet- en babbelklieksken,
plotseling overleden en die morgen begraven wordt.