WELKOM IN
ZEELAND
Wellicht ten
overvloede: Middelburg ligt niet in Holland, het is dus geen Hollandse stad
(Holland ligt ten noorden van Zeeland), maar hoofdstad van de Nederlandse
provincie Zeeland, die bestaat uit drie hoofdregio's:
·
Noord-Zeeland
(vroeger Scaldia en Zeeland
beoosten Schelde genoemd). Belangrijkste stad: Zierikzee.
·
Midden-Zeeland
(vroeger Walachria-Bevelandia en
Zeeland bewesten Schelde genoemd) behoorde vroeger tot Rijks-Vlaanderen.
Belangrijkste stad: Middelburg.
·
Zeeuws-Vlaanderen (vroeger Staats-Vlaanderen) behoorde tot het
graafschap Vlaanderen (ook wel eens Zuid-Zeeland en Noord-Vlaanderen genoemd;
maar deze namen hebben nooit opgang gemaakt). Tot eind 16e-/begin 17e eeuw viel
het westen (Sluis) onder Kroon-Vlaanderen en het oosten (Hulst), zoals tot 1323
andere delen van Zeeland, onder Rijks-Vlaanderen. De grootste stad was Sluis,
maar dat is nu Terneuzen.
In 1795 werd
Staats-Vlaanderen door de Fransen veroverd en bij Oost-Vlaanderen gevoegd. Een
aantal maanden later zou het huidige Zeeuws-Vlaanderen op last van de Franse
bezetter deel uitmaken van het Franse Département de l'Escaut/Departement van
de Schelde. Aangezien Noord-Nederland tussen 1795 en 1813 (Bataafse Republiek
1795-1801, Bataafs Gemenebest 1801-1806, Koninkrijk Holland 1806-1810), een
Franse vasalstaat was, bepaalde Parijs de agenda en had de z.g. volksvertegenwoordiging
en regering in Amsterdam c.q. Den Haag niets in te brengen. Toen tussen 1810 en
1813 de noordelijke Lage Landen deel van het Franse keizerrijk uitmaakten werd
alles vanuit Parijs gedicteerd en was de inspraak gereduceerd tot nul.
Na de aftocht van de
Fransen herstelde men de oude situatie, van voor de Franse betzetting, en werd
het oude Staats-Vlaanderen, in februari 1814, opnieuw bij Noord-Nederland
gevoegd. Vanaf juli 1814 is het gebied met de naam Zeeuws-Vlaanderen, een van
de drie regio's van de Nederlandse provincie Zeeland.
In Zeeland en op
Goeree-Overflakkee spreekt men geen Hollands maar Nederlands en daarnaast vaak
ook Zeeuws (dat verwant is aan het West-Vlaams en voor een klein deel, in de
streek rond Hulst, aan het Oost-Vlaams).
HET VLAAMSE KARAKTER
VAN MIDDELBURG
9e t/m 12e eeuw:
·
Middelburg
ontstond in een ringwalburg die eind 9de eeuw werd aangelegd en waarin de
Vlaamse graven een gravensteen bouwden. In 1012 wordt Middelburg
bestuurscentrum van Walcharia-Bevelandia/Zeeland bewesten de Schelde, met de
Vlaamse graaf Boudewijn IV als soeverein. Middelburg wordt dan de hoofdplaats
van een Vlaamse kasselrij (burggraafschap).
·
Het gebied dat
in de 12de eeuw Zeelandia gaat heten, werd door, in totaal, 18 Vlaamse graven
bestuurd vanuit o.a. het Middelburgse Gravensteen, dat zich in de ringwalburg
bevond.
·
Middelburg
wordt al in 1103 als haven- en handelsplaats genoemd: "Mitthelburgensis
portus".
·
Een
West-Vlaamse proost, uit de omgeving van Ieper, stichtte begin 1100 in
Middelburg een klooster dat uitgroeide tot een belangrijke abdij, waarvan de
gebouwen na de reformatie al bijna 450 jaar dienst doen als regeringscentrum
van Zeeland.
13e t/m 15e eeuw:
·
De Middelburgse
stadsrechten van 1217 werden verleend door gravin Johanna I van Vlaanderen,
samen met graaf Willem I van Holland, die Zeeland bewesten Schelde in leen had
van de graaf van Vlaanderen.
·
Van 1323 tot
1581 was Zeeland een zelfstandig graafschap. De eerste graaf, van het
graafschap Zeeland, was de Henegouwse graaf Guillaume I de Hainaut/Willem III
de Goede. Tussen 1588 en 1795 was Middelburg de hoofdstad van de onafhankelijke
soevereine staat Zeeland. Zeeland had in deze periode geen staatshoofd, maar
werd, vanuit Middelburg, bestuurd door de Staten van Zeeland, waarin de zes
stemhebbende steden van Zeeland zitting hadden.
·
In de 13de eeuw
was Middelburg, na Gent, de eerste stad in de Nederlanden die bij het opstellen
van de stadsrechten/keuren niet het Latijn maar het Diets (de volkstaal)
gebruikte.
·
Tot het derde kwart
van 16e eeuw (tussen 1360 en 1571) was 27,2 % van de nieuwe Middelburgse
poorters uit Vlaanderen/de Zuidelijke Nederlanden afkomstig.
·
In 1430 werd,
naar Vlaams voorbeeld, in Middelburg de eerste Kamer van Rhetorica van het
huidige Nederland opgericht. Doordat Rederijkerskamers zich vooral toelegden op
het schrijven van toneelstukken en gedichten in de volkstaal, waren zij
belangrijk voor het geschreven Diets/Nederlands in Zeeland en Vlaanderen.
16e t/m 17 eeuw:
·
Van de nieuwe
poorters, die Middelburg van 1580 tot 1594 inschreef, was drie kwart uit het
huidige Vlaanderen herkomstig. De aanwas van nieuwe poorters (geregistreerde
inwoners), uit het Zuiden, bedroeg in de periode 1575 - 1599 in totaal 3542.
Dit is meer dan Leiden (1834) en Amsterdam (3324) te zien gaven. In die tijd
heeft Middelburg ongeveer 200 kooplieden binnen haar stadswallen. Evenveel als
Amsterdam. Om poorter te worden was geld nodig, dat alleen mensen met een
ambacht konden betalen. Dat zegt iets over de rijkdom van deze uitgewekenen. De
val van Antwerpen, eind 16e eeuw, deed tal van energieke en kapitaalkrachtige
Zuid-Nederlanders zich in Middelburg vestigen. Eén van hen is de schatrijke
reder en koopman Balthasar de Moucheron. Hij vestigt zich in 1585 vanuit
Antwerpen in Middelburg en later, in 1597, in Veere. Aan de vroedschap (het
stadsbestuur) verplicht hij zich jaarlijks 21 schepen uit te zullen
rusten."
·
De
Staten-Generaal der Nederlanden (bestaande uit de Staten der Zeventien
Provinciën) vergaderden na 31 januari 1578 niet meer in Brussel maar vestigden
zich, na Antwerpen, vanaf juli 1583 in eerste instantie in Middelburg.
·
Na het afzweren
van de Spaanse koning in 1581, hadden de Staten van Zeeland, in 1588, de
onafhankelijkheid uitgeroepen en de soevereiniteit op zich genomen. Zij gaven
opdracht tot het vervaardigen van de zes beroemde wandtapijten die de
vergaderzaal van de Zeeuwse regering moesten sieren. De wandtapijten, die de
strijd tegen de Spanjaarden moesten uitbeelden, zijn vervaardigd door
Vlamingen. Het eerste tapijt werd besteld in Delft. In 1591 had Francois
Spierinck, als uitgewekene uit de stad Antwerpen, een tak van de
Zuid-Nederlandse gobelinindustrie daar gevestigd. Het contact tussen de Staten
van Zeeland en de nieuwe Delftse "tapitserie" werd gelegd door de
uitgeweken Vlaming Goossaert Simay, tapijtenhandelaar in Middelburg. Jan de
Maegt en familie (vanuit Brussel gevestigd in Middelburg) vervaardigden vijf
tapijten tussen 1598 en 1604 in hun atelier in het Middelburgse Cellebroersklooster
(de latere Engelse Kerk) aan de Simpelhuisstraat.
·
Door de
toestroom van Vlamingen verdrievoudigde de Middelburgse bevolking zich in een
halve eeuw. Door de vele nieuwe poorters vond er eind 16de eeuw grote
stadsuitleg plaats. Met deze uitlegging, verdrievoudigde het oppervlak van de
stad, van 48 naar 156 ha.
·
Begin 17e eeuw
was ongeveer de helft van de Middelburgers afkomstig uit de Spaanse
Nederlanden.
·
Op de schepen
van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in Middelburg monsterden naast Zeeuwen
ook veel Vlamingen aan. De VOC-kamer in Middelburg had, als grootste werkgever
in het deltagebied, een grote aanzuigende werking op zowel de Zeeuwse als
Vlaamse arbeidsmarkt.
·
Naast eigen
internationale handelscontacten fungeerde Middelburg in de 14e, 15 en 16e eeuw,
ook als voorhaven van eerst Brugge en
later Antwerpen. De Zeeuwse hoofdstad was, mede daardoor, tot eind 16e eeuw de
grootste/op één na grootste, koopstad en haven van de graafschappen Zeeland en
Holland. Daarna werd Middelburg in de 17de eeuw, mede dankzij de vele Vlaamse
poorters, na Amsterdam de grootste handelsstad, grootste haven en belangrijkste
VOC en WIC-stad van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
·
In Middelburg
zijn veel voorbeelden van Vlaamse/Brabantse architectuur te vinden. Vooral rond
1700 is er veel door Vlamingen gebouwd. Helaas zijn veel woonhuizen in de 18e
eeuw van een nieuwe voorgevel voorzien. Desondanks ademen een groot aantal
straten de sfeer van een Vlaams verleden. Voorbeelden van Vlaamse bouw of
Vlaamse elementen zijn: het stadhuis met Zuid-Nederlandse belfortachtige toren
(1452), gebouwd in uitbundige late gothiek, door de bouwmeesters van de familie
Keldermans uit Mechelen; de Sint Jorisdoelen (1582) met sierlijke Vlaamse
topgevel; de Kloveniersdoelen (1607) in Vlaamse renaissance; de Stadsschuur
(1585) met Vlaamse gevels; de Abdij (12e eeuw); de Gistpoort (kort na 1500) in
Doornikse steen en vele woonhuizen. Honderden monumentenpanden zijn in 1940
verwoest, zoals: Huis In de Steenrotse (1590) in Brabantse renaissancestijl van
de Zuid-Nederlandse bouwmeester Andries de Vakenaere. Het in 1960, aan het
Abdijplein, gebouwde Provinciehuis is voorzien van moderne Vlaamse gevels.
·
In het tweede
en derde kwart van de van 17e eeuw was Middelburg, mede dankzij de poorters van
Vlaamse afkomst, samen met Utrecht, na Amsterdam, Leiden en Haarlem, de op drie
na grootste stad van de Republiek. Middelburg telde in die periode iets minder
inwoners dan Brugge en Gent. Eind 18e eeuw was Middelburg - ondanks economische
teruggang en verzanding van de haven - toch nog, op 7 na, de grootste stad van
het land.
·
Er zijn maar
zeven steden in het huidige Nederland (Amsterdam, Leiden, Haarlem, Utrecht,
Rotterdam, Groningen en Den Haag), die tussen 1525 en 1868, een even hoog
inwonertal bereikten als Middelburg in de 17e eeuw.
·
In 1940 werd
een derde van het oudste deel der Middelburgse binnenstad, door oorlogsgeweld,
verwoest. Zonder dit bombardement zou de Zeeuwse hoofdstad heden ten dage, na
Amsterdam, nog steeds de stad met de meeste Rijksmonumenten zijn geweest.
Ondanks alles is Middelburg nu nog de vijfde monumentenstad van Nederland.
opgemaakt door René Stevense
ter
gelegenheid van het bezoek van ANV aan
het "Vlaamse" Middelburg
op
7/6/2014