Toespraak minister van Defensie Pieter De Crem.




Afscheid van generaal Van Daele en investituur generaal Delcour.

Kleine Brogel 2 april 2009.

 

Vandaag vindt een zeer bijzondere gebeurtenis voor de Krijgsmacht plaats, namelijk een bevelsoverdracht, en wel de bevelsoverdracht aan de top van het departement: de aanwijzing van de nieuwe Chef van de Krijgsmacht en het ‘uitwuiven’ van de huidige Chef Defensie.

Generaal Van Daele,

Na meer dan 6 jaar het ambt van Chef Defensie te hebben uitgevoerd neemt u vandaag afscheid. Toen U in december 2002 het roer van Defensie in handen kreeg, wist U dat er heel grote uitdagingen voor U lagen. In de eerste plaats stond U voor de enorme uitdaging om de Belgische Krijgsmacht om te vormen van een logge structuur waarin de Machten totaal autonome entiteiten waren, tot een geïntegreerde eenheidsstructuur.

Al snel bleek dat het strategisch plan van 2000 onmiddellijk diende te worden bijgestuurd en gedurende het eerste jaar als CHOD moest maar mocht u ook de transformatie van Defensie richting geven.

Met het stuurplan van 3 december 2003 werden richtlijnen gegeven om deze transformatie mogelijk te maken.

Defensie kon rekenen op Uw uitzonderlijke managementtalenten, waarbij U eerstens de nieuwe structuur implementeerde maar u bovendien ook met beperkte budgettaire middelen maximaal rendement haalde bij de realisatie van grote investeringsdossiers.

Als lid van de Commissie Defensie van de Kamer zag ik dat efficiëntie, het verhogen van de output, dialoog en een bedrijfsmatige aanpak van de Krijgsmacht hierbij essentieel waren ! De aankoop van nieuwe wapensystemen en voer- en vaartuigen voor de verschillende componenten stond ingeschreven op de agenda ! Inderdaad, in die 6 jaar werden verschillende diverse grote aankopen geplaatst zoals de AIV, de MPPV, de Recce Pandur, de fregatten en tevens werd het wapensysteem F16 verder geperfectioneerd.

U heeft zich steeds als de loyale, doelgerichte en meedenkende medewerker van de Minister van Defensie, die samen met de regering de politiek en het beleid uitstippelt, opgesteld. En, u heeft zich ingeschreven in de politieke visie – hiermee bedoel ik een beleidsvisie – ook wanneer u die niet altijd klimaat deelde. U gaf uw mening, verdedigde ze met verve, maar eens het politiek besluitvormingsproces voorbij, heeft u de genomen beslissingen loyaal uitgevoerd. Dat dit u af en toe het gevoel gaf "eens een verstervingske te moeten doen" nam u erbij en tussen ons : u als Oost-Vlaming weet wat ik daarmee bedoel. Zo was het in het verleden voor u en zo zal het ook in de toekomst zijn voor uw opvolger.

Generaal, u slaagde er ook in om de werkingskosten van het departement onder controle te krijgen. Het afgelopen jaar realiseerden wij samen ook een kentering op weg naar een beter evenwicht in de verdeling van de middelen tussen werking, investeringen en personeel. En dat is veel meer dan een accentverschuiving, het is een grondige klimaatswijziging.

Ik wens U dan ook hartelijk te bedanken voor uw inzet, uw visie, uw gedrevenheid en uw volharding waarmee U de vooropgestelde doelstellingen heeft nagestreefd, maar ook in grote mate heeft bereikt. Deze volharding heeft Defensie toegelaten de operationele inzet gevoelig te verhogen en het personeel met correct collectief en individueel materiaal uit te rusten. U mag dan ook met recht en reden trots terugkijken op de 6 jaar die gedurende dewelke U de Chef van Defensie was en waarvoor wij U hier vandaag ons respect en onze dank betuigen.

De Krijgsmacht een nieuwe toekomst bieden is, als Chef van Defensie, steeds uw doel geweest. Dat is en blijft ook mijn eerste opgave!

Ik wens ook uw echtgenote en uw zoon en uw familie in deze hulde te betrekken. Geen sterke man zonder een nog sterkere vrouw die achter en liefst ook soms vóór haar CHOD staat. U vergeten, mevrouw Van Daele in deze hulde kunnen we niet, en wanneer uw echtgenoot soms wat heimwee heeft naar vroeger, fluister of zing hem dan toe : "mit 66 Jahren fängt das Leben an".

Leiding geven aan Defensie is meer dan een eer en zó ver af van wat het vroeger was én waarin hiërarchie en beslotenheid kernbegrippen waren. Leiding geven aan Defensie is een uitdagende job, die elke dag het uiterste vraagt van elke leidinggevende in het algemeen en van de Chef van Defensie in het bijzonder.

Elke dag opnieuw moet Defensie haar meerwaarde aan de samenleving bewijzen.

Doordat de kerntaak van Defensie – namelijk militaire operaties – zich veelal in het buitenland afspeelt, is het aantonen maar ook het blijven verdedigen – en hier is nomen ook omen – het blijven verdedigen van het belang van Defensie voor de veiligheid van de samenleving geen eenvoudige opdracht, en evenmin een sympathieke oefening in easy-listening.

Ministers van Defensie zeggen immers niet hoe de wereld er zou moeten uitzien, maar wel hoe die wereld er daadwerkelijk uit ziet ! En dat is niet altijd een simpel verhaal!

Mesdames et Messieurs,

Permettez-moi de ne pas m’étendre davantage sur l’utilité de la Défense pour la société en tout cas nous en sommes tous convaincus. La Défense est un garant de sécurité à la fois indispensable et irremplaçable. Ce constat n’est-il pas, aujourd’hui plus que jamais, d’actualité ? Et pour cause, les limites entre la sécurité intérieure et extérieure ne cessent de s’estomper. Tant qu’un niveau acceptable de paix et de sécurité ne sera pas établi, nous ne pourrons pas vivre entièrement en sécurité chez nous. C’est justement pourquoi la contribution à des opérations internationales de maintien de la paix et de la sécurité relève non seulement d’un devoir moral envers le monde tout entier, mais est aussi une question d’intérêts bien compris. Notre propre sécurité se réalise souvent, voire même d’abord à l’étranger. C’est pourquoi la Défense est un instrument incontournable dans la construction d’une société ouverte et néanmoins sécurisée.

Général Van Daele, pendant six ans vous avez activement contribué à cet objectif en le défendant avec ardeur et particulièrement avec succès depuis plus d’un an.

L’année passée la moyenne des militaires belges en opération à l’étranger était de 1200. En ce moment ils sont jusqu’à 1500 à être déployés dans les opérations à l’étranger.

La Belgique a assumé pleinement sa responsabilité non seulement sur le plan quantitatif, en tant que petit partenaire mais non moins fiable, mais aussi sur le plan qualitatif.

Ainsi notre pays s’est vu confier le commandement de trois opérations à l’étranger.

En effet, jusqu’à la mi-mars de cette année, la Belgique a assuré le commandement des Forces spéciales au Tchad et plus particulièrement à Abéché.

Depuis le 1 mars dernier, notre pays a pris le commandement de la « Maritime Task Force », la flotte internationale patrouillant au large de la côte du Liban dont la mission est le contrôle sur l’importation illégale d’armes de guerre. Une première pour notre pays et un effort considérable, vu notre participation à l’opération ATALANTA (Somalie) en fin d’année à partir de cet automne.

Enfin, à partir du 1 juillet et cela pendant 6 mois, la Belgique prendra le commandement du European Battle Group.

Daarenboven ontplooit het Belgische leger sinds september vorig jaar 4 F-16’s in Afghanistan en sinds begin dit jaar levert het een Operational Mentoring and Liaison Team (OMLT) ter ondersteuning van de vorming van het Afghaanse leger wat ook moet bijdragen tot de successtrategie die wij met meer dan 40 andere landen nastreven.

Gisteren heeft het kernkabinet beslist dat de actuele inzet in Afghanistan ook in 2010 zal worden verder gezet. Daarenboven werd beslist de aanwezigheid met F16’s te verhogen, vanaf juli 2009 tot eind 2010 zullen wij in Kandahar aanwezig zijn met 6 toestellen. Daarnaast zal vanaf november 2009 een bijkomende OMLT in de noordelijke provincie actief zijn. Ook zullen wij deelnemen aan de twee vormingsscholen van het Afghaanse leger. Dit alles verhoogt onze aanwezigheid in Afghanistan tot nagenoeg 600 militaire personeelsleden. Hiermee groeit de operatie in Afghanistan uit tot onze belangrijkste internationale opdracht.

Defensie voert al deze taken onberispelijk uit, met grote internationale waardering en Defensie is bovendien uitstekend voorbereid op de taken die nog komen.

Het zijn stuk voor stuk opdrachten waarvan we weten dat we het personeel hebben dat ze kan uitvoeren en waar we – durven we het woord nog te gebruiken? - fier op mogen zijn.

Elke operatie vraagt van het personeel een bijzondere inspanning. Voor sommigen vraagt een operatie zelfs meer dan het uiterste. Voor iedereen bij Defensie maar ook voor mijzelf, zijn de moeilijkste en pijnlijkste momenten uit ons professioneel leven ongetwijfeld die ogenblikken waarop Defensie één van zijn vrouwen of mannen verliest. Pas dan ervaren we ook hoe sterk familie, vrienden en collega’s op elkaar kunnen rekenen in en rond die grote familie die het Belgische leger is. Maximale veiligheid voor elk personeelslid van Defensie is daarom steeds mijn absolute topprioriteit.

Mesdames et Messieurs,

Maintenir ce fragile équilibre entre le budget, le personnel et les moyens mis à la disposition de la communauté internationale restera la priorité pour le nouveau Chef de la Défense. Il nous faudra plus particulièrement - dans le domaine de la politique du personnel - continuer à veiller au rééquilibrage de la pyramide des âges au sein du département. Un rajeunissement des effectifs s’impose plus que jamais, notamment en vue de l’opérationnalité afin de continuer à pouvoir remplir nos engagements internationaux.

Mais il est clair qu’un rajeunissement ne peut jamais représenter un but en soi, il reste tout d’abord un moyen pour atteindre plusieurs de nos objectifs. En effet, le premier besoin de la Défense ne se limite pas uniquement à une meilleure condition physique

des plus jeunes, mais inclut surtout une préparation, à la fois technique et mentale de tous les membres de son personnel.

La Défense devra mettre tout en oeuvre afin de pouvoir retenir son personnel formé et motivé au mieux. Bien entendu, et ceci n’est pas un paradoxe, les temps où la Défense, pour des raisons que nous connaissons, était une assurance vie sur le marché de l’emploi, sont définitivement révolus.

Dans un contexte économique fluctuant et incertain il est primordial pour la Défense de maintenir son attractivité. La bataille que la Défense ne peut se permettre de perdre dans les années à venir est celle de la guerre des talents (‘the war for talent’), et ce dans toutes les catégories d’âge.

Les opérations militaires tendent vers une complexité croissante dans les domaines technologique, intellectuel et mental et continueront à exiger un personnel de haute qualité, tout comme c’est le cas aujourd’hui. Travailler pour la Défense n’est pas un métier comme un autre. C’est un honneur, presque un privilège, mais avant tout un défi exigeant.

Certes, sur le marché du travail la Défense dispose de certains atouts et d’un attrait considérable. Des enquêtes démontrent ces jours-ci que les jeunes choisissent d’abord un employeur en fonction des possibilités qui leur sont offertes dans le domaine du ‘développement individuel, de la diversité et la pertinence sociale’. Ces facteurs-là se retrouvent tout particulièrement à la Défense.

Ainsi, 1.200 nouveaux membres de personnel ont été recrutés en 2008. En 2009, nous constatons une augmentation jusqu’à 1.250. Le mois dernier, j’ai décidé d’augmenter ce nombre de 10 %, soit 120 fonctions de volontaires de carrière en plus, à la suite du succès de la suspension volontaire des prestations. 1151 demandes ont été introduites et les premiers départs interviendront dès le 1er juin. Ce succès m’a amené à augmenter les recrutements de cette année. Un nouveau contingent SVP (suspension volontaire de prestations) d’au moins 500 places sera ouvert en 2010.

En plus, le nombre de candidats à un emploi à la Défense a connu une hausse considérable les derniers mois! En ce moment, la Défense peut se prévaloir d’une moyenne de 8 candidats par fonction.

La nouvelle politique de recrutement - particulièrement la décision de fermer les maisons de la Défense en les remplaçant par le nouveau concept de recrutement - porte déjà incontestablement ses fruits.

La nouvelle loi sur la réserve a été approuvée. Elle va moderniser considérablement le concept tant pour le recrutement que pour la formation des réservistes.

Le texte relatif à un service militaire volontaire est prêt. Il va élargir les possibilités de recrutement des forces armées.

Toutes ces mesures ont un effet immédiat sur le rajeunissement du personnel militaire.

Une étude toute récente fait apparaître que la Défense en soi donne en général une impression très positive. 78 % de la population a un jugement positif du département. Ce score est nettement meilleur que celui de tous les autres départements que l’on considère comme départements à l’autorité ou régaliens. La Défense vient en 5ième place après les Services d’incendie, la Croix-Rouge, les administrations communales et la Protection civile et est suivie par l’Enseignement, la Poste et la Police.

Savez-vous que 83% de nos citoyens sont d’avis que la Belgique a besoin d’une armée ; savez-vous que 75% trouvent que la Défense a une bonne image. Hélas seulement 38% trouvent que le budget de la Défense doit être augmenté. Leçon à retenir en ce qui me concerne j’en étais déjà convaincu.

Dans le domaine de la politique du personnel, toutes les mesures seront toujours prises dans le respect de la concertation sociale. Des dégagements forcés ne sont pas mises en perspective.

Je tiens donc à remercier vivement les organisations syndicales qui participent d’une manière constructive et bien intentionnées à la réforme de nos forces armées.

En fin de compte, ces mesures doivent permettre d’améliorer l’équilibre entre le personnel, le fonctionnement et les investissements. Il était devenu inconcevable que les deux tiers de notre budget reviennent au frais du personnel. Cette ancienne gestion périlleuse - mettant en danger le fonctionnement et la crédibilité de nos forces armées - a été abandonnée par nos efforts communs.

Par ailleurs, je veillerai à ce que le budget de la Défense soit basé sur des chiffres réalistes, et non sur des simulations pratiquées à une époque où le budget de l’Etat était fondamentalement différent de celui d’aujourd’hui, en cette période de crise économique gravissime.

Des efforts seront uniformément répartis sur tous les échelons du département, de bas en haut, mais ce serait une illusion de croire qu’on est déjà arrivé au bout de l’exercice qui s’appelle ‘communément’ la transformation. Pas mal d’efforts devront encore être réalisés afin de mener à bien cette mission.

Mais sachez surtout que je continuerai à défendre avec la plus grande énergie le niveau d’ambition actuel de la Défense, et ceci à tous les niveaux politiques.

Toutes ces mesures doivent aussi aider le département à envisager de nouveaux investissements en matériel, bien sûr, dans le cadre des marges budgétaires disponibles. Ce plan d’investissements mettra l’accent sur la réalisation des tranches optionnelles des programmes qui présentent un intérêt capital pour l’opérationnalité de la Défense, et sur les accords de coopération internationale.

Une fois de plus je veux partager avec vous ma détermination, ma conviction que tout investissement sera inscrit dans cette métaphore qui s’appelle l’interopérabilité.

Dames en heren,

Generaal Delcour,

Zoals u kan vaststellen, werd een groot stuk van de weg afgelegd. Er ligt echter nog een belangrijk traject voor ons. Maar de doelstelling is de inspanning meer dan waard. De toekomst biedt Defensie zowel uitdagingen als kansen. De zoeven gestelde budgettaire en financiële situatie maken er de uitdaging niet minder groot op voor de nieuwe Chef van Defensie.

One of these is, for instance, the Belgian presidency of the European Union at the second half of 2010. The ratification of the Lisbon Treaty provides a unique military opportunity. Indeed, the Treaty contains, among other things, the establishment of the European Permanent Structured Cooperation. A ratification of the Treaty would open up important new perspectives for the Belgian armed forces, not in the least as far as investments are concerned.

Everyone agrees that the future of the Belgian armed forces lies within a European context. That is why the Belgian Defence wants to continue its pioneering work in the development of a European Defence.

A country such ours might not have a lot of power on its own, but in this way it can bring in the right inspiration and consequently exert an undeniable influence.

We hope, or should or may I say we expect to be able to start soon real work in this area so that real advances in the European capabilities and Security efforts would not only put the EU on the map, but also be a real complement to the Nato achievements.

Yes, it is our strong believe, our conviction that our effort in both organizations must be complementary and mutually reinforcing, as would be the work and efforts of both organizations.

This week, we will celebrate the 60th anniversary of Nato. What an achievement ! A very successful collective defence and a steady evolution in its transformation to face equally the new threats. We, Belgians, are delighted as founding fathers to have that giant opportunity and prepare its bright full future.

Wie, zoals België, een voortrekkersrol wil spelen binnen Europa, moet geloofwaardig blijven en zelf het goede voorbeeld geven. We kennen de criteria nog niet om te mogen deel uitmaken van Europese defensiesamenwerkingsverbanden, maar het is ook weer niet zo moeilijk te gissen welke die ongeveer zullen zijn.

Wat wel duidelijk lijkt, is dat het Belgisch leger onafgebroken zal moeten blijven transformeren tot een nog efficiënter en beter inzetbaar leger. Het Belgisch leger in die Europese Samenwerking binnenloodsen is ongetwijfeld één van de hoofddoelstellingen voor de komende jaren en decennia. Daarin blijven onze 4 componenten (land, lucht, marine en medische) de 4 polen van onze eenheid in verscheidenheid.

En, vergis u niet: in de Europese samenwerking, in de opbouw van onze gemeenschappelijke veiligheids- en defensiesamenwerking zullen we weinig lusten, maar véél lasten delen. Men mag zich onder geen enkel beding tevreden stellen met lippendienst aan het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) en Europese defensie. De Europese samenwerking op Europees vlak zal een hoge kwaliteitsvereiste stellen; het zal een defensie van vele investeringen zijn. Hiervoor zullen middelen moeten gevonden worden, die op dit ogenblik niet of nog niet voorzien zijn, laat staan budgettair haalbaar of voorzien. In alle eerlijkheid moet ik hieraan toevoegen, of concluderen dat de inspanning zwaar – misschien te zwaar - zal zijn en dat we ongetwijfeld tevreden zullen zijn van de beloftevolle complementariteit van Europa met het Atlantische Bondgenootschap en de nieuwe samenwerkingswind die waait over de transatlantische betrekkingen

Meine Damen und Herren,

Verehrte Gäste,

Was die NATO betrifft, wird Belgien weiterhin für einen glaubhaften europäischen Pfeiler eintreten. Die Ambitionen der union EU sind und sollen mit den Zielsetzungen der NATO zu vereinbaren bleiben.

Auch im Rahmen der VN wird Belgien weiterhin an friedensunterstützenden und Krisenbewältigungseinsätzen teilnehmen.

Dames en Heren,

Ik ben er van overtuigd dat de gekozen richting voor Defensie ook de juiste richting is. Wat we nu moeten doen, is samen blijven varen, vliegen, samen blijven vooruit gaan, ook wanneer de wind op kop komt.

Hierbij is een stipte uitvoering van de Politieke Oriëntatienota essentieel. Hiervoor rekenen ikzelf en de toekomstige Chef Defensie, Generaal Delcour, op de onmisbare steun van u allen. In dialoog, overleg en samenwerking zal het lukken. De bestemming is de tocht waard. En die bestemming is ondertussen gekend:

Een Belgisch leger dat een kleine, maar betrouwbare partner is voor de bondgenoten en lidstaten.

En een Belgisch leger dat opnieuw een plaats verovert in de harten – of minstens de hoofden – van alle landgenoten.

Generaal,

Ik heb er het volste vertrouwen in dat U even toegewijd als Uw voorganger, Generaal Van Daele, zal werken aan de voortzetting van de transformatie om te komen tot dit performante en overal gerespecteerde leger, waar de bevolking trots kan op zijn. U kunt erop rekenen dat ik als politiek verantwoordelijke volle steun zal geven maar ook de nodige richtlijnen zal duiden om u in de mogelijkheid te stellen om uw opdracht als Chef Defensie en de eraan verbonden uitdagingen tot een goed einde te brengen.

Met dank aan de communicatieadviseur van de heer Minister.