Tactical Discussion & Procedures Update 2005 Link-16.

De NAVO schrijft meestal slechts de algemene krijtlijnen uit voor de procedures die door de tactische eenheden van de verschillende lidstaten verder moeten worden ingevuld om hun missies uit te voeren. Het resultaat daarvan is dat er kleine verschillen kunnen optreden in de uiteindelijk uitgewerkte procedures, wat een optimale multinationale samenwerking in operaties kan bemoeilijken. Om daaraan te verhelpen komen piloten uit verschillende landen regelmatig samen om hun tactieken te bespreken en eventueel aan elkaar aan te passen. Tussen 11 en 15 juli 2005 vond zo’n bespreking plaats op de vliegbasis van Florennes.

Een gezamenlijke bespreking van tactische procedures werd voor het eerst georganiseerd in 1986 onder de naam van Tactical Discussion & Procedures Update (TDPU). Dit gebeurde op de vliegbasis van Wittmundhafen in Duitsland. Tijdens deze bijeenkomst vonden diepgaande discussies plaats over tactische procedures inzake luchtverdediging met als doel deze voor alle NAVO-luchtverdedigingseenheden op elkaar af te stemmen. Een eerste follow-up meeting vond in 1987 in Bevekom plaats op de thuisbasis van wat toen de 1ste Jachtwing Alle Weer heette. Omdat het in die jaren nog volop Koude Oorlog was, waren de meeste deelnemers aan deze twee oefeningen afkomstig van jachteenheden die instonden voor de verdediging van Centraal-Europa tegen een mogelijke massale luchtaanval vanuit het Oosten. Door het verdwijnen van het IJzeren Gordijn en de ontbinding van het Warschaupact veranderden de internationale politieke en militaire verhoudingen dusdanig dat de militaire strategieën in het algemeen en de luchtverdedigingstactieken in het bijzonder ook een ingrijpende gedaanteverandering ondergingen. Om die wijzigingen te bespreken en om de toepassing en uitvoering van de aan de nieuw dreiging aangepaste tactische procedures binnen de verschillende luchtverdedigingseenheden te standaardiseren, was er tegen midden jaren negentig opnieuw nood aan een TDPU. De 1ste Wing van de Belgische Luchtmacht nam deze taak op zich en organiseerde in januari 1996 voor de tweede maal zulk een meeting op zijn thuisbasis Bevekom. Dit keer draaide de oefening niet alleen rond de luchtverdediging van het thuisland tegen een massale luchtaanval, maar werd ze uitgebreid met een hele reeks bijkomende taken die luchtverdedigingsvliegtuigen moeten uitvoeren in de schoot van complexe composite air operations (COMAO). Dit zijn operaties waarbij verschillende vliegtuigtypes met verschillende functies en afkomstig van verschillende luchtstrijdkrachten een gezamenlijke opdracht uitvoeren.

Tijdens het voorbije decennium werd dank zij de elektronische revolutie vooral grote vooruitgang geboekt op het vlak van tactische communicatie en gegevensuitwisseling, waardoor piloten een beter en vollediger beeld krijgen van de gevechtsruimte waarin zij hun opdracht uitvoeren. Het 350ste Smaldeel, een van de eenheden die vroeger deel uitmaakte van de 1ste Jachtwing van Bevekom, vond de aanwezigheid van het Operational Test & Evaluation team van het F-16 Mid-Life Update programma op zijn huidige thuisbasis Florennes een gepaste gelegenheid om een TDPU te organiseren rond het tactisch gebruik van het beveiligde communicatie- en gegevensuitwisselingssysteem Link-16, waarmee ook de Belgische F-16’s tegenwoordig zijn uitgerust. De oefening bestond uit een reeks academische briefings en conferenties, waarna een aantal zaken tijdens vliegoefeningen in de praktijk werden uitgetest.

De verbeterde datamodem (Improved Data Modem) die in de F-16 werd ingebouwd tijdens de eerste MLU-module liet een beveiligde communicatie en uitwisseling van gegevens toe, maar enkel met andere F-16’s en niet met andere vliegtuigtypes. Gesprekken tussen bijvoorbeeld jachtvliegtuigen en gevechtsleiders in AWACS-vliegtuigen moesten nog op klassieke wijze worden gevoerd en konden bijgevolg onderschept of gestoord worden. Link-16, dat een onderdeel vormde van de derde MLU-module, bracht hier verandering in. Dit systeem maakt veilige overdracht van stem-, navigatie- en gevechtsgegevens tussen alle ermee uitgeruste vliegtuigtypes binnen een omvangrijke gevechtsruimte mogelijk. Alle deelnemers aan een missie krijgen via de Link-16 een beter inzicht in de gevechtssituatie door een voortdurende en automatische uitwisseling van in real time bijgewerkte gegevens. Daardoor wordt de kans op het vernietigen van eigen middelen of het meermaals of niet aanvallen van een vijandelijk doel tot een minimum beperkt. Iedereen die in het Link 16 netwerk is opgenomen krijgt in zijn cockpit een overzicht van de toestand in de hele gevechtsruimte, inclusief de toegewezen doelen en de vijandelijke middelen die een bedreiging vormen. Bovendien geeft dit beeld niet alleen een overzicht van wat zich vóór het vliegtuig afspeelt, maar ook van wat er achter gebeurt, een gegeven dat vroeger op een klassiek radarbeeld in de cockpit van een gevechtsvliegtuig volledig ontbrak. Bovendien moest ieder vliegtuig dat een beeld van de gevechtsruimte voor zich wilde hebben gebruik maken van zijn radar, waardoor het zijn positie blootgaf.

De 2de Tactische Wing in Florennes ontving reeds enige tijd geleden haar eerste F-16 MLU-M3 vliegtuigen en kon sindsdien al heel wat waardevolle ervaring opdoen in het operationeel en tactisch gebruik van het Link-16 communicatie- en datatransfersysteem. Deze praktijkervaring en de aanwezigheid van een aantal MLU-M4 F-16’s met bijkomende Link-16 functies in het kader van de EOA M4, vormden de onmiddellijke aanzet voor de organisatie van een TDPU rond dit nieuwe datatransfersysteem. De meeting bracht in Florennes een aantal vliegtuigen bijeen die reeds met Link-16 zijn uitgerust of die in aanmerking komen om er in de nabije toekomst mee te worden uitgerust: Boeing E-3A Sentry LX-N90448 van de NAVO, AMD Super Etendard 13 en 25 van de Franse Force Navale en McDonnell-Douglas F/A-18C/D Hornet J-5006, J-5008 en J-5236 van de Schweizer Luftwaffe. Naast deze buitenlandse deelnemers, de acht EOA M4 testvliegtuigen en de in Florennes gebaseerde F-16’s, namen heel wat vliegtuigen van op hun thuisbasis deel aan de oefening: Deense F-16’s van Ålborg, Nederlandse F-16’s van Leeuwarden en Franse AMD Mirage 2000-5’s, 2000C’s en 2000N’s van Cambrai, Dijon en Istres en AMD Rafale M’s van Landivisiau. De missies bestonden hoofdzakelijk uit Dissimilar Air Combat Training (DACT) en Combined Air Operations (COMAO) met grondaanvallers, jagers en AWACS-vliegtuigen. De COMAO’s werden in Frans en Nederlands luchtruim uitgevoerd. Personeel van met McDonnell Douglas F-4F Phantom II uitgeruste eenheden uit Hopsten en Wittmundhafen woonden de meeting bij als waarnemers, wat er op zou kunnen wijzen dat zij de volgende TDPU in Duitsland zullen organiseren.

Fotoverslag.

Badge TDPU Link 16 2005.

Op de officiële badge van de deelnemers aan de TDPU 2005 Link-16 staan de silhouetten van de verschillende vliegtuigtypes die aan de oefening deelnamen en de typische vleugeltjes van het 350ste Smaldeel dat de oefening organiseerde.




 

De FA-57 als vlaggenschip van de oefening.

 

Het 350ste Smaldeel van de 2de Tactische Wing maakte van F-16AM FA-57 het vlaggenschip van de TDPU 2005 Link-16 oefening.
 

De Belgische MLU badge.
Deze badge wordt door de piloten van de Luchtcomponent gedragen sinds de invoering van de eerste module van het Mid-Life Update programma. De F-16 kreeg op dat ogenblik de mogelijkheid om Raytheon AIM-120 AMRAAM missiles en Texas Instruments Paveway II slimme bommen mee te voeren.

 

Met dank aan Jos Schoofs, de auteur van deze bijdrage.