Naar Kleine Brogel op F16.
                Het embleem van het 23ste smaldeel.                                                                                                                                               Het embleem van het 31ste smaldeel.
Dat de zon voor ons en voor de F16 niet te vlug moge ondergaan.

                                                                       

Als ik in de zomer van 1985 in Kleine Brogel aankom, weet ik dat mijn dagen er al geteld zijn. Tijdens een periode van twee jaar zal ik als "miragist" de vliegoperaties moeten leiden. De piloten van het 23ste en het 31ste smaldeel zijn er de hoofdspelers. Met een kleine groep van medewerkers zullen we de vliegactiviteiten zodanig moeten organiseren en superviseren, dat er met het weinig aantal vlieguren een optimaal trainingsrendement behaald wordt. Het hoofdaccent ligt weerom op de jaarlijkse Taceval. De volledige vliegbasis groeit trouwens naar dit topevenement om de best mogelijke resultaten af te leveren. Hiervoor is een goed uitgebalanceerde continuïteitstraining onmisbaar. En "last but not least" zal ik op F16 vliegen. Een karig jaartotaal van 100 vlieguren zal moeten volstaan.

In juli is het Tiger-smaldeel, het 31ste, gastheer voor de zilveren jubileum van de Tigermeet, een jaarlijkse bijeenkomst van smaldelen waarvan (in principe) de tijger in het smaldeelembleem is opgenomen. Ik maak me vertrouwd met het tijgerjargon en stel vast dat er naast de sociale contacten toch ook voldoende aandacht uitgaat naar de vliegactiviteiten.
NATO tactical meet 86Inmiddels is ook de "NATO tactical air meet" van het jaar nadien in volle voorbereiding. We ontvangen vertegenwoordigers van de smaldelen van centraal Europa. Zij zullen uit de diverse zendingen de nodige lessen trekken om de vliegtactieken en de interoperabiliteit te verbeteren. In juni 1986 is de meteo ons gunstig gezind. De formaties van telkens een dertigtal vliegtuigen kunnen optimaal operen. Toch ontsiert een dramatisch ongeval het verloop van de oefening. Een Franse Jaguar en één van onze F16's komen boven de Ardennen met mekaar in botsing. De Franse piloot kan zich niet meer redden. Onze piloot kan zich met zijn schietstoel in veiligheid brengen.

Half juli valt er opnieuw een vreselijk ongeval te betreuren. Een van onze piloten, die als jong stafofficier tewerk gesteld is in de staf van de Luchtmacht, stort als gastvlieger met zijn Fouga te pletter. Toch moet het leven verder gaan. De luchtdéfilé van 21 juli vraagt immers onze volle aandacht. Ook de overige vliegactiviteiten volgen mekaar op: lokale oefeningen, smaldeeluitwisselingen, de opleiding van de jonge piloten, de schietcompetitie Crossbow en natuurlijk "de" Taceval.

Een dubbele zwaanformatie Begin 1987 belooft weer bijzonder druk te worden: met een Taceval in het voorjaar, met een grote internationale airshow eind augustus ... en met een voor mij voorlopig nog onbekende mutatie. De Taceval verloopt uitermate goed: we behalen in vliegoperaties de hoogste score. De airshow kent ook een groot succes. Voor het eerst landt er een B52 bommenwerper van de Amerikaanse luchtmacht op een Belgische vliegbasis. Ondertussen weet ik ook dat vanaf einde september Ramstein in Duitsland mijn volgende bestemming  zal worden. Een jammerlijk ongeval zet echter een domper op mijn vertrek. Een week voordien komt een vlieginstructeur tijdens een nachtvlucht om met zijn F16: ik leerde hem vliegen op Mirage, hij gaf mij instructie op F16. Ik had mijn vertrek anders voorgesteld.

Een balans opmaken van 2 jaar Kee Bie is niet eenvoudig. Toch heb ik het gevoel dat mijn collega's groepscommandanten en ikzelf alles in het werk hebben gesteld om de 10de Tactische Wing de naam en faam te geven die de eenheid verdient, hierin gestuurd door onze commandant van de basis. De F16 vliegen was een unieke belevenis, waaraan ik graag wat meer tijd zou besteed hebben. Ik hoopte stellig zo vlug mogelijk naar "bij ons in Kee Bie" te kunnen terugkeren.