Zintuigen: antw
Omhoog

  1. In een brochure "Kinderogen in de kijker" van een ziekenfonds (Christelijke mutualiteit) lees ik het volgende:
    De ogen van een baby zijn bij de geboorte anatomisch volwassen. Een kind ontwikkelt vooral in de eerste 5 levensjaren vaardigheden zoals het richten van de ogen, scherp zien of diepte waarnemen. Ook na een leeftijd van 5 jaar helpt een goede oogzorg problemen als concentratiestoornissen, minder goede schoolprestaties."
    Geef een anatomische schets van het oog in profiel (zijaanzicht).
    Geef steeds de medische en Nederlandse termen.
    sclera (harde oogrok) en cornea (hoornvlies)
    choridea (vaatvlies) en iris (regenboogvlies)
    retina (netvlies), blinde en gele vlek
    pupil ronde opening in de iris
    corpus vitreum (glasachtig lichaam)
    voorste en achterste oogkamer
    lens en straallichaam
    nervus opticus
    oogspiertjes
    conjunctiva (bindvlies)
  2. Hoe noemt men de organen waarmee de mens uitwendige prikkels opvangt?
    zintuigen
  3. Geef de 5 klassieke zintuigen die instaan voor de waarneming.
    horen, zien, ruiken, smaken, voelen
  4. Waar of vals
     
    De oogballen liggen ingebed in vetweefsel. waar
    Het beeld komt ondersteboven terecht op de lens. vals
    Het gezichtsveld is het deel van de omgeving dat men kan zien door met zijn hoofd te bewegen. vals
    De cornea ligt achter de iris. vals
    De lens ligt voor de pupil. vals
    Traanklieren en oogleden zijn hulporganen van de ogen. waar
    De zenuwvezels van beide rechter helften van de retina lopen samen naar de rechter hersenschors. waar
    Om goed in de verte te zien wordt de ooglens boller. vals
  5. Uit hoeveel lagen bestaat de oogbol? Benoem de verschillende lagen en geef aan waaruit ze bestaan.
    Geef steeds de medische en Nederlandse term.
    buitenste laag: cornea en sclera
    middelste laag: choroïdea en iris
    binnenste laag: retina
  6. Op welk onderdeel van het oog hechten zich de oogspieren vast?
    harde oogrok of sclera
  7. Welk onderdeel van het oog bepaalt de kleur van je ogen?
    iris
  8. Welk onderdeel zorgt voor de stevigheid en de vorm van het oog en beschermt de inwendige delen?
    sclera, meervoud: sclerae
  9. Leg uit miose en mydriase. Bespreek ook wanneer dit voorkomt.
    miose = vernauwing van de pupil, vb bij meer lichtinval in het oog
    mydriase = pupilverwijding, vb in het donker of onder invloed van het hormoon adrenaline
  10. Bespreek sclera en cornea.
    Dit is de buitenste laag van het oog.
    sclera is de harde oogrok, wit en stevig, het beschermt de binnenste delen
    cornea is het hoornvlies, hier komt het licht binnen, het is doorzichtig
  11. Hoe noemt men het vlies dat ligt op de sclera en de binnenkant oogleden?
    conjunctiva of bindvlies
  12. Bespreek choroïdea en iris.
    Dit is de middelste laag van het oog.
    De choroïdea of het vaatvlies (bevat veel bloedvaten) staat in voor de voeding van het oog. Aan de voorkant gaat het vaatvlies over in het straallichaam (corpus ciliare) en verder in het regenboogvlies (iris).
  13. Uit welk weefsel bestaat het regenboogvlies?
    bindweefsel en spierweefsel met een pigmentlaag
  14. Hoe noemt men de ronde opening in het midden van de iris?
    pupil
  15. Wat is de job van de musculus sphincter pupillae?
    zorgen voor miose
  16. Wat is de job van de musculus dilatator pupillae?
    zorgen voor mydriase
  17. Hoe noemt men het netwerk van spiertjes die de lens min op meer kunnen opspannen?
    straallichaam
  18. Bespreek de retina.
    Dit is het netvlies, het bevat de zintuigcellen van het oog. Er bestaan 2 belangrijke soorten zintuigcellen: kegeltjes en staafjes. De staafjes liggen aan de rand van de retina, het zijn zeer lichtgevoelige zenuwcellen, het zijn de schemerzintuigcellen, lang en smal, meerdere staafjes zijn verbonden met één zenuw.
    De kegeltjes liggen centraal, staan in voor het scherp zien, zijn kort en dik, ieder kegeltje is verbonden met één zenuw.
  19. Hoe noemt men de plaats waar de oogzenuwen samenkomen en/of kruisen?
    chiasma opticum
  20. Leg uit: blinde en gele vlek.
    De blinde vlek is de plaats op de retina waar de nervus opticus vertrekt, met dit deel van het oog kan men niet zien.
    De gele vlek (macula lutea) is de plaats recht tegenover de pupil, op de retina. Het bevat uitsluitend kegeltjes en vormt de plaats op het netvlies waar een voorwerp het meest scherp wordt waargenomen
  21. Vul aan.
    De iris bevat, achter twee bindweefsellagen, een laag van circulair gerangschikte spiervezels van de ........................................ (musculus sphincter pupillae) en van straalsgewijs gerangschikte spiervezels van de ......................................(m. dilatator pupillae).
    pupilvernauwer, pupilverwijder
  22. Bespreek de inhoud van de oogbol.
    De oogbol bestaat uit kamervocht (humor aquosus geproduceerd in de achterste kamer en geresorbeerd in de voorste kamer via de kanaaltjes van Schlemm), glasachtig lichaam (corpus vitreum) en de lens.
  23. Leg uit: chiasma opticum.
    Een plaats waar de oogzenuwen samenkomen, net voor de hypofyse.
  24. Hoe noemt men de nervus opticus eens voobij het chiasma opticum?
    de tractus opticus of het optisch kanaal.
  25. Welke delen van het oog en/of zijn omgeving hebben een beschermingsfunctie.  (Minimum 5)
    orbita, vetweefsel, oogleden, traanvocht, wimpers, wenkbrauwen
  26. Wat is de pupil van een oog?
    een opening in het regenboogvlies
  27. Hoe noemen wee plaats waarmee we het scherpst kunnen zien?
    de gele vlek of macula lutea
  28. Hoe noemt men het wit van het oog?
    sclerae
  29. Welk vlies ligt tussen de retina en de sclera?
    choroïdea
  30. Wat bepaalt de grootte van de pupil?
    de spieren in het regenboogvlies, musculus sphincter pupillae, m. dilatator pupillae
  31. Wat bepaalt de bolling van de lens?
    het straallichaam of corpus ciliare, bij ontspanning ontspant ook de ooglens en wordt de lens boller
  32. Hoe noemen we de zintuigcellen van de retina?
    kegeltjes en staafjes
  33. Waar wordt het kamervocht geproduceerd?
    in de achterste oogkamer
  34. Door welke delen van het oog gaat een lichtstraal alvorens op de retina terecht te komen?
    cornea, kamervocht, pupil, lens en glasachtig lichaam
  35. Geef een de medische term voor ons oogwit.
    sclerae
  36. Vul aan.
    De pupilopening reageert normaal met een ..................................... op een sterke lichtinval.
    Het parasympatich zenuwstelsel veroorzaakt een .................................
    constrictie, constrictie = miose
  37. Waar loopt de nervus opticus naartoe?
    De nervus opticus loopt via het chiasma opticum en de tractus opticus naar de cortex van de grote hersenen (cerebrum) t.h.v. de lobus occipitalis of achterhoofdskwab.
  38. Waar ligt de spier die de pupilgrootte regelt?
    t.h.v. de iris
  39. Infectie van het hoornvlies, infectieuze keratitis, is zeldzaam vergeleken met een ontsteking van het bindvlies van het oog. Geef een andere term voor hoornvlies en bindvlies van het oog.
    cornea en conjuctiva
  40. Waarom kleuren de ogen, bij het nemen van een foto soms rood en niet groen?
    Dit is de kleur van de bloedvaten t.h.v. de retina (het netvlies). Door vooraf een flits te geven versmallen de pupillen en heb je minder kans op rode ogen.

     

 

 

Het oor

  1. Wat kan het trommelvlies doen trillen (oscilleren)?
    geluidsgolven
  2. Wat is de éénheid voor geluidssterkte (de luidheid van geluid)?
    decibel
  3. Hoeveel decibel is een gewoon gesprek?
    60 decibel
  4. Vul aan.
    Je .................................. werkt als een trechter om de geluidsgolven op te vangen.
    Zodra het ............................................. beweegt begint ook de hamer te trillen.
    Het middenoor, waarin de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel zich bevinden, moet er nu voor zorgen dat dit geluid zonder al te veel verlies van energie omgezet wordt in een trilling van de ....................................in het slakkenhuis (de cochlea).
    oorschelp, trommelvlies, vloeistof
  5. Geef één woord voor een spiraalvormige buis dat met vloeistof is gevuld.
    cochlea of slakkenhuis
  6. Waar zitten de kleinste botjes van het menselijk lichaam?
    in het middenoor
  7. Hoe noemt men de holte waarin de gehoorbeentjes liggen?
    trommelholte
  8. Hoe noemt men de 2 openingen van het vestibulum?
    het ovale en het ronde venster
  9. Hoe komt het dat de luchtdruk in het middenoor over het algemeen gelijk is aan die van het uitwendig oor?
    Dit is dankzij de buis van Eustachius. Deze buis maakt een verbinding tussen de trommelholte en de keelholte.
  10. Waar of vals.
    Het middenoor is gevuld met vocht. vals
    Het binnenoor is gevuld met lucht vals
    De oppervlakte van de voetplaat van de stijgbeugel is vele malen kleiner dan het trommelvlies. waar
    Er treed een versterkende werking op door de hefboomfunctie van de gehoorbeentjes. waar
  11. Benoem de 3 delen van het oor.
    Het uitwendig oor of het geluidsopvangend deel: oorschelp (kraakbeen), uitwendige gehoorgang met haartjes en smeerklieren, trommelvlies
    Het middenoor of het geluidsgeleidend deel: trommelholte met buis van Eustachius en gehoorbeentjes: hamer (malleus) , aambeeld (incus), en stijgbeugel (stapes)
    Het binnenoor met de zintuigen:
        gehoor: ovale venster, cochlea en ronde venster
        evenwicht: utriculus, sacculus en halfcirkelvormige kanalen
  12. In welk been ligt het binnenoor?
    rotsbeen
  13. In welk been ligt het middenoor?
    het slaapbeen
  14. Welk gedeelte van het oor sluit de uitwendige gehoorgang af?
    het trommelvlies
  15. Met welk been staat het trommelvlies in contact?
    met het handvat van de maleus
  16. Bespreek het middenoor.
    Het middenoor ligt in het slaapbeen en is met de keel verbonden door de buis van Eustachius. Er liggen 3 gehoorsbeentjes, hamer (malleus) , aambeeld (incus), en stijgbeugel (stapes). Zij geven de trillingen door van het trommelvlies naar het ovale venster. Ze versterken ook deze trillingen.
  17. Hoe is het vestibulum met het middenoor verbonden?
    via het ovale en ronde venster
  18. Bespreek het binnenoor. Synoniem? Wat? Waar? Inhoud?
    Het binnenoor bestaat uit het gehoor- en het evenwichtszintuig.
    Het wordt ook labyrinth genoemd. Het is in het rotsbeen uitgehold.
    Het bestaat evenwichtszintuig bestaat uit de 3 halfcirkelvormige kanalen in de 3 richtingen van de ruimte en een voorhof (vestibulum) met de sacculus en de utriculus (2 zakjes met evenwichtszintuigcellen). De evenwichtszintuigcellen geven de prikkels door aan de nervus vestibularis naar de hersenen.
    Het gehoorzintuig bestaat uit het ovale venster, de cochlea of het slakkenhuis en het ronde venster. De cochlea is gevuld met vocht en bestaat uit 3 gangen, in de middelste gang bevindt zich het orgaan van Corti met gehoorzintuigcellen. De gehoorzintuigcellen geven trillingen door aan de nervus cochlearis, die op zijn beurt verder loopt naar de cortex van de grote hersenen (cerebrum) t.h.v. de lobus temporalis.
  19. Anatomisch hebben we het oor opgedeeld in 3 onderdelen.  Situeer de buis van Eustachius.  Geef ook aan waar deze buis begint en eindigt.
    Deze buis begint t.h.v. het middenoor en eindigt t.h.v. de keelholte
  20. Hoe noemt men de gehoorzenuw?
    nervus cochlearis
  21. Hoe noemt men de evenwichtszenuw?
    nervus vestibularis
  22. Wat bevindt zich tussen de bovenste en onderste gang in de cochlea?
    het orgaan van Corti
  23. Wat betekenen de termen otitis externa en otitis media?
    ontsteking van het uitwendig oor, ontsteking van het middenoor

 

 

Opleiding tot gediplomeerd verpleegkundige                                                                                  HBO Verpleegkunde Ic dien Roeselare