Terug


Uit "Onze Vogels", Maandblad van de NBvV, nr.2  feb. 1977

Onze waterslagers

Hieronder volgen twee brieven, de eerste is een schrijven van de heer Van Woezik aan de heer Schouten v. d. Velde, de tweede is een antwoord hierop. We dachten er goed aan te doen deze briefwisseling in ons blad op te nemen omdat het naar onze mening een groot stuk realiteit bevat en velen wellicht tot nadenken zal stemmen.

De heer Van Woezik schrijft het volgende:

Geachte heer Schouten v. d. Velde,

Wij hebben lange tijd geen kontakt meer gehad maar ik lees wel regelmatig uw artikelen in „Vogelvreugd". In het algemeen weet ik uw bijdragen wel te waarderen; temeer omdat u praktisch de enige bent die wat voorlichting geeft over de waterslager.

Het is wel merkwaardig dat er door al de keurmeesters en kwekers in uw bond zo weinig, ja praktisch niets wordt gedaan om de kwekers wat kennis bij te brengen omtrent onze liefhebberij. Ik schrijf zelf iedere maand een artikel in ons blad („Onze Vogels" red.) want ook in onze bond is er niemand die iets doet voor onze liefhebberij en de kwekers hebben dit zo hard nodig.

Schouten wat is dat nu? Hebben de keurmeesters en kwekers zo weinig liefhebberij? Als dat zo is, dan staat de toekomst van de waterslagersport er niet zo best voor. Ik merk dat ook al bij de keuringen. In het algemeen wordt er slordig gekeurd. De ene toer te veel de ander te weinig. Het harzerachtige in de vogels wordt niet opgemerkt en als we niet oppassen worden de vogels met diepe harzertoeren te hoog gewaardeerd, dan krijgen we de toestand zoals we ze vroeger hebben gekend toen we genoodzaakt waren om "nachtegaalaccent" in te voeren om het echte waterslagerlied te redden.

Ook op de laatste T.T. van de nachtegaal te Amersfoort kregen vogels die niet vrij waren van harzertoeren te veel punten toebedeeld. Een collega en ik hebben ieder een vogel gekocht van de kampioen die we voordien niet hadden gehoord. Het waren drukke zangers met een vrij diep lied maar ze hadden niets van de echte waterslager. Mooie bellen, een waterrol (geen rollende waterslag) van het model zoals we die vroeger in de harzers hoorden. Wel mooi en diep maar het accent van de harzer; staaltonen waren zeer zwak; fluiten aardig en een klok die geen klok meer was. Wij hadden gevraagd om een vogel met een prima klok; afgaande op de keuring van zijn vogels. In die z.g. klok zat totaal geen water. Het waren m.i. fluiten in een naar boven gebogen vorm. Voor deze klok had de vogel hoge punten gehaald. Ik vraag me nu af: „zijn we nu zover dat men een toer, waar totaal geen water in zit, als een prima klok gaat beoordelen?" Terwijl men een toer, waarvan het water niet op de grondtoon overheerst nooit waterslag mag  noemen.

Schouten, het lijkt me hard nodig dat u en ik in onze bladen eens goed de puntjes op de i gaan zetten om de waterslager voor verval te behoeden.

Met vriendelijke groeten,

M. van Woezik.


Antwoord van de heer Schouten v. d. Velde:

Geachte heer Van Woezik,

U heeft gelijk dat u zegt dat we sinds lange tijd geen kontakt meer samen hebben gehad; dat moest feitelijk veel vaker gebeuren.

Het doet me genoegen dat u regelmatig mijn artikelen in „Vogelvreugd" leest. Vooral dat u ze kan waarderen doet me deugt want u bent toch altijd nog de nestor van de waterslagerkeurmeesters en kwekers. Dat ik de enige ben die nog wat voorlichting tracht te geven via ons orgaan „Vogelvreugd'' is een treurige zaak. Het is inderdaad merkwaardig dat er verder niemand is, van keurmeesterszijde noch van kwekerszijde, die eens probeert een stukje over de waterslagers te schrijven.

Nu meneer Van Woezik, ik heb eens op onze keurmeestersvergadering gesteld dat iedere keurmeester feitelijk verplicht moet worden af en toe eens een stukje te schrijven. Maar daar reageert het bestuur niet eens op, laat staan de leden-keurmeesters. Maar ze kunnen wel keuringen aannemen, ik vind dat als men kan keuren men toch ook wel stof kan vinden om eens iets daarover te vertellen. Wij moesten vroeger toch van iedere wedstrijd een verslag maken voor het toenmalige orgaan? Dat is jammer genoeg afgeschaft. En wat de kwekers betreft die hebben op de wedstrijden de grootste mond maar bevindingen over hun kweek en de zang door te geven is „frans" voor hen. De beginners en jonge kwekers worden er zo de dupe van.

Kijk, u vermeld dat u nog steeds in uw bondsblad schrijft als man van 80 jaar; neem nu ook de oude heer Schoonwater die 92 jaar is. Is het niet treurig dat de jonge keurmeesters niets schrijven in beide bladen? Neem nu vroeger en dan noem ik de namen van: de heren J. Gerrits; J. Gerrits jr.; Jochemse; Zandvliet; Konkelaar en Middendorp. Deze mannen, waarvan enkele helaas reeds zijn overleden, schroomden zich niet hun bevindingen op papier te zetten. Vergelijk dat nu eens met de tegenwoordige tijd. Het is treurig!

Uw vraag: „Schouten wat is dat nu, hebben de keurmeesters en kwekers niet meer die interesse voor onze sport", moet ik het antwoord ten dele op schuldig blijven.
Het enige wat ik daarop kan zeggen is: ze praten wel en meten zich de allure aan dat ze het veel beter weten dan de ouderen onder ons. Met u ben ik ook van mening dat onze waterslagersport er op deze manier niet zo goed voorstaat. Volkomen met u eens ben ik ook dat er tegenwoordig maar slordig wordt gekeurd. Inderdaad krijgt de ene toer teveel en de andere te weinig punten. Ook ben ik met u bang dat, gezien het harzerachtige in onze tegenwoordige vogels, de toestanden van vroeger best eens terug kunnen komen. De harzerachtige waterslagers worden m.i. veel te hoog gewaardeerd daar heeft u gelijk in.

U heeft het over de laatste wedstrijd van onze landelijke waterslagerclub te Amersfoort. Ik heb me daar nergens mee bemoeid, maar heb alles wel nauwkeurig gevolgd. Daar werd ook gezegd: ,,dit is een Schouten systeem" naar aanleiding dat er eens een vogel door mij werd gekeurd met prima watertoeren en goed bijlied. Of, "Schouten wordt te oud", of "hij kan het schijnbaar niet meer horen". Dat wordt dan door keurmeesters verkondigd. Op de volgende vergadering te Amersfoort zal ik hier toch eens wat van zeggen. Daar zal ik laten blijken dat ik het heus nog wel goed kan horen. En, dat ik nog drommels goed weet wat voldoende, goed en zeer goed betekent. Veel hedendaagse keurmeesters, de goede niet te na gesproken, leggen dat maar al te vaak naast zich neer. Dan komen die toestanden naar voren.

Dat wij vroeger het nachtegaalaccent hebben moeten invoeren was een bittere noodzaak en we zullen daar vandaag de dag nogmaals de nadruk op moeten leggen, willen we de echte waterslager met hun metallieke zang weer terug krijgen. Het gaat anders de verkeerde kant op.

Het is mij ook niet vreemd dat u op de laatste waterslagerwedstrijd te Amersfoort vogels hoorde, die niet vrij waren van het harzerachtige en ondanks dat feit toch hoge punten kregen, dat klinkt ook mij niet vreemd in de oren. Dat wist ik allang. Dat ligt ook aan de keurmeesters. Zij hebben er kennelijk geen moeite mee om de vogels in punten op te jagen, ondanks het feit dat de klank niet goed is te noemen. Het ligt maar aan het feit hoe zij het interpreteren.
Dat u een kampioensvogel heeft gekocht die later sterk tegenviel, voor wat de echte waterslagerzang aangaat, daar zijn deze keurders mee voor verantwoordelijk. Waar moet dat heen, meneer Van Woezik, als men vogels die alleen een waterrol laten horen, die wij van de vroegere harzer herkennen en geen klok heeft maar laat ik zeggen gebogen fluiten en toch hoge punten krijgt van de waterslagerkeurmeester?

We gaan m.i. dezelfde weg op als indertijd de harzervogels, toen men de viertoerenvogel propageerde. Waar zijn ze gebleven de prachtige waterrollen, de mooie waterkloeken, wat waren dat soms diepe vogels. Hadden we ze maar weer!  Maar ... , de keurmeesters willen ze niet meer horen.
Als een harzer een goede schokkel brengt durven de keurmeesters die schokkel niet te bewaardigen en geven ze maar holklingel.

Uw laatste opmerking, dat wij samen onze stem moeten laten horen via onze beide bondsbladen en hoognodig de puntjes weer eens goed op de i moeten plaatsen ben ik volmondig mee eens; vandaar dit antwoord van mij waarvan ik dacht dat het één van die puntjes is. Voor de rest is het afwachten welke reacties we nu krijgen.

Dank voor uw schrijven meneer Van Woezik en van harte sukses met uw streven om de waterslagersport weer op een goed niveau te helpen.